30 april 2010

Voorkooprecht: beschamende knoeiboel

De Vlaamse administratie heeft een 'luie stoel' maatregel bedacht: het voorkooprecht. Daarvan bestaan er vandaag elf soorten. Bij een verkoop van een onroerend goed in bepaalde gebieden hebben diverse overheden een 'recht van voorkoop'. De notaris moet eerst hen het goed voor aankoop aanbieden. Ze maken er echter nog niet eens in 3 op de duizend keer gebruik van. De hele procedure is bovendien een beschamende knoeiboel. Er is slechts één goede oplossing: afschaffen die hele handel.

Als een overheid het voorkooprecht uitoefent, verwerft zij in de plaats van de kandidaat-koper het aangeboden onroerend goed, tegen de prijs en de voorwaarden van de kandidaat-koper. De elf soorten: Natuur, Ruilverkaveling, Ruimtelijke ordening, Vlaamse wooncode, Linkerscheldeoevergebied, Zeehavens, Scheepvaart, Waterwegen en Zeekanaal, Integraal waterbeleid, Ruilverkaveling bij de uitvoering van grote infrastructuurwerken en Stadsvernieuwing.

De begunstigden zijn heel divers: de Vlaamse Grondenbank, Vlaams Gewest, de provincies, gemeenten, de sociale huisvestingsmaatschappijen, OCMW's, de maatschappij voor het haven-, grond- en industrialisatiebeleid op de linkerscheldeoever, de Vlaamse zeehavenbesturen, het agentschap De Scheepvaart, de vennootschap Waterwegen en Zeekanaal, enz.. De enige privé persoon die ook een recht van voorkoop heeft is de pachter, maar dit is een federale wet (de Pachtwet) die hier verder niet aan bod komt. Het is dit oudere recht dat de Vlaamse overheid heeft geïnspireerd om elf voorkeurrechten, vooral voor zichzelf, in te voeren. Naar analogie van het recht van voorkoop voor de pachter kan men nog begrijpen dat een voorkooprecht ook toegekend werd aan de erkende terreinbeherende natuurverenigingen, voor de onroerende goederen die zij huren of in erfpacht hebben. Maar overheden die het verkoopproces vertragen, en in hun luie stoel wachten op een aanbod van de notaris, om er dan slechts in 3 van de duizend keer gebruik van te maken? Dat is bestuur ten koste van de burger. De regelingen zijn voor elk van de elf voorkooprechten ook nog zeer verschillend. (Zie details op de website van de Vlaamse Landmaatschappij, rubriek 'Recht van voorkoop')

En dan zijn er ook nog parlementsleden die hun functie van wetgever gebruiken (misbruiken?) om de procedure over de voorkooprechten in de sociale huisvestingssector voor hen als begunstigden, voor hun comfort, in hun voordeel 'te verfijnen': parlementsleden die tevens OCMW-voorzitter, schepen, OCMW-ondervoorzitster, voorzitster van de gemeenteraad of adjuncte van de directeur van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij zijn. (Zie artikel 28.02.08: 'Voorkooprecht: permanente stalking van burgers en notarissen')

De bevoorrechte kopers

Bij verkoop van een onroerend goed aan een 'bevoorrechte koper' moet de notaris het recht van voorkoop niet aanbieden. Dat zijn bijvoorbeeld: verkoop aan de echtgenoot, de afstammelingen of geadopteerde kinderen van de eigenaar, de afstammelingen of geadopteerde kinderen van de echtgenoot van de eigenaar, enz.. Zij zijn dus 'bevoorrecht', omdat de overheid hun eigendom niet voor hun neus kan wegkapen, als ze bijvoorbeeld hun huis verkopen aan hun kinderen... De lijst van de bevoorrechten is in elke van de elf procedures verschillend. Er werd in 2007 een poging ondernomen om wat meer klaarheid te brengen in die 'bevoorrechte kopers'. Meteen zou er ook een gecentraliseerd digitaal systeem opgezet worden voor de behandeling van de elf voorkooprechten. Helaas heeft men toen niet beslist die elf voorkooprechten gewoon af te schaffen. Dat past niet in de Vlaamse keizer-koster mentaliteit van onze bestuurders. Met het decreet van 25 mei '07 'houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten', (Ontwerp met memorie van toelichting, stuk 929 (2005-2006) nr. 1), op 16 mei '07 aangenomen in de plenaire vergadering (bekrachtigd op 25 mei '07, BS 24.07.07), werden enkele onderdelen van de procedures 'geharmoniseerd'. Die harmonisering betreft voornamelijk de 'bevoorrechte kopers', die voor alle Vlaamse decretale rechten van voorkoop dezelfde ZOUDEN MOETEN zijn. (Artikel 8).

ZOUDEN MOETEN, maar in de praktijk is dit een heel ander verhaal. Het decreet van 25 mei '07 bepaalt in het laatste artikel: 'Artikel 43. De Vlaamse Regering bepaalt de datum waarop dit decreet in werking treedt.' Dat had te maken met de geplande invoering van een e-voorkooploket, waarover later meer. Zolang het decreet niet in voege treedt, blijven dus de 'bevoorrechte kopers' niet geharmoniseerd, en blijven het verschillende categorieën per soort voorkooprecht. Omdat het e-loket maar niet van de grond kwam, besliste het Vlaams parlement met het decreet van 21 november 2008 de lijst van bevoorrechte kopers voorzien in het decreet van 25 mei 2007, vanaf 1 januari 2009 te laten gelden. (Stuk 1795-1 (2007-2007), nr. 1). Eén lijst dus vanaf 1 januari '09 voor alle voorkooprechten. Klink mooi, maar nu zijn er voor elk voorkooprecht TWEE lijsten met bevoorrechte kopers! De lijst met bevoorrechte kopers van het decreet van 25 mei '07 werd met het decreet van 21 november '08 wel van kracht gemaakt vanaf 1 januari 2009, maar de indieners (Tinne Rombouts, Patrick Lachaert, Jos Bex, Patrick De Klerck, Jos De Meyer en Bart Martens) vergaten de opheffings- en wijzigingsbepalingen van het decreet van 25 mei '07 'houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten' op diezelfde dag in werking te laten treden. Die moesten er voor zorgen dat de verschillende bepalingen van de bevoorrechte kopers in de diverse decreten werden opgeheven, en vervangen door de nieuwe uniforme lijst.

Klein foutje, vervelende gevolgen, want nu blijven dus daardoor de bepalingen inzake 'bevoorrechte kopers' in de diverse decreten die een recht van voorkoop instellen bestaan, NAAST de nieuwe lijst. Wat lezen we hierover op de website van de VLM (Vlaamse Landmaatschappij): "Vanaf 1 januari 2009 t.e.m. de inwerkingtreding van het volledige decreet houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten zal, voor het bepalen van de bevoorrechte kopers zowel rekening moeten gehouden worden met artikel 8 van het decreet houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten als met de bestaande regeling inzake 'bevoorrechte kopers' in het decreet dat het recht van voorkoop instelt: de uitzonderingen worden cumulatief toegepast en eventuele tegenstrijdige bepalingen worden steeds geïnterpreteerd in het voordeel van de kandidaat-koper." Geen kat heeft sinds eind 2008 in het parlement de moeite gedaan om dit recht te zetten.

Het elektronisch loket

Het decreet van 16 juni 2006 betreffende het oprichten van de Vlaamse Grondenbank, bepaalt dat vanaf 1 augustus 2007 alle decretale rechten van voorkoop dienen gemeld te worden op één centraal adres: de Vlaamse Grondenbank bij de Vlaamse Landmaatschappij. Het decreet van 25 mei '07 voorzag dan bij dit 'centraal adres' de invoering van een 'e-voorkooploket', volgens minister Bourgeois een belangrijk project: "een elektronisch loket waar zowel de aanbieding van het voorkooprecht als de eventuele uitoefening door de begunstigden via een elektronisch bericht zal verlopen. De minister stelt dat het gaat om een belangrijk project van juridisch-technische vereenvoudiging en van administratieve lastenverlaging." (Memorie van toelichting bij het decreet van 25 mei '07).

Uit de memorie van toelichting bij het decreet van 25 mei '07: "De actuele aanbiedingsprocedure is log (ze vereist de verzending van talrijke aangetekende brieven), ze is tijdrovend en arbeidsintensief, zowel voor de instrumenterende ambtenaren als voor begunstigde overheidsdiensten of rechtspersonen aan wie het voorkooprecht is toegekend. Dit is des te opvallender omdat het aantal gevallen waar een aangeboden voorkooprecht ook daadwerkelijk wordt uitgeoefend, proportioneel bijzonder gering blijft. De soms onduidelijke definiëring van de zones waarbinnen voorkooprechten gelden, en het niet samenvallen daarvan met de kadastrale percelen, bevordert de rechtszekerheid niet. Ze verhoogt bovendien het aantal gevallen waar voorkooprechten (ongewild) niet behoorlijk wordt aangeboden, evenals het aantal gevallen waar het voorkooprecht onterecht wordt aangeboden."

Daar moest enerzijds een 'geo-loket' het antwoord op geven, waar de notaris kan nagaan welk voorkooprecht van toepassing is, en anderzijds een 'e-voorkooploket', waarbij alle aanbiedingen van notarissen, het doorsturen naar, en de antwoorden van de instanties die een recht op voorkoop hebben, gecentraliseerd wordt.

Onbetrouwbaar geo-loket

Op de website van de VLM, belast met de coördinatie van het e-voorkooploket, leest men (29.04.10):

"Voor het opzoeken van het voorkooprecht verwijzen we u door naar de Geo-kaart. Deze kaart bevat alle voorkoopperimeters, behalve de lijst Leegstand-Verbouwingswerken (navragen bij de gemeente) en De Scheepvaart (011/298400)." Dus niet alle voorkooprechten zitten in de geo-kaart.

En bij die Geo-website staat dan weer: "De informatie die u hier vindt is geen reproductie van de originele en analoge documenten en is bedoeld voor informatieve doeleinden. Het gebruik ervan is op eigen risico en het AGIV kan niet aansprakelijk gesteld worden voor onjuistheden of onvolledigheden in de verstrekte informatie." Dat verstaat onze Vlaamse administratie dus onder een elektronische toepassing waarbij de notaris zich moet informeren of er, en voor wie, een recht van voorkoop bestaat: gebruik op eigen risico... Kan u zich voorstellen dat een online boekenwinkel één dag blijft bestaan als men daar kan lezen: "De aanbiedingen die u hier vindt zijn approximatief. Bestellen is op eigen risico. Onze online winkel kan niet aansprakelijk gesteld worden voor onjuistheden in de verstrekte informatie of bij een verkeerde levering." Onze Vlaamse administratie permitteert zich wel zulk onvoorstelbaar je m'enfoutisme.

Het e-voorkooploket is een spook

Tot vandaag, bijna drie jaar nadat het decreet hierover is goedgekeurd (25.05.07), is het e-voorkooploket nog steeds niet opgestart. Daar heeft Tinne Rombouts minister Bourgeois, in de Commissie voor Binnenlandse Aangelegenheden, Bestuurszaken, Institutionele en Bestuurlijke Hervorming en Decreetsevaluatie, al in de vergadering van 1 juli '08 over ondervraagd, om te weten hoever het dan met dat e-voorkooploket stond. Antwoord van de minister:

"Aangezien de procedure van de voorkooprechten volledig digitaal dient te verlopen, is het uitermate belangrijk dat een aanbieding binnen het systeem volledig correct wordt afgehandeld om de rechtsgeldigheid van het e-voorkooploket niet in het gedrang te brengen. Dit om te kunnen garanderen dat enkel bevoegde personen voorkooprechten kunnen aanbieden, juridische zekerheid bieden aan de instrumenterende ambtenaar of een bepaald perceel al dan niet dient te worden aangeboden (raadplegen themabestand), de aanbieding alle begunstigden wel degelijk bereikt, de antwoorden van aanvaarding tijdig naar de instrumenterende ambtenaar worden doorgestuurd enzovoort. Een goed doordacht en feilloos opgebouwd systeem is hiervoor absoluut vereist. ...
De VLM heeft een plan van aanpak (fase 1) opgemaakt waarin de fases werden gedefinieerd en een timing werd vooropgesteld. Momenteel wordt de conceptuele analyse (fase 2) van het e-voorkooploket opgemaakt, waarbij de ontwikkelde visie aan alle betrokken partners werd voorgelegd. De eerste versie van de procesmodellen die hieruit voortvloeide, is afgewerkt. De verdere uitwerking van deze procesmodellen gebeurt in de detailanalyse (fase 3) waarin voorzien wordt eind 2008. Hierna volgt een technische analyse (fase 4), waarna de ontwikkeling van het e-voorkooploket kan starten (fase 5). De oplevering van het e-voorkooploket wordt in de huidige planning voorzien in de eerste helft van 2010."


Op de website van VLM, vandaag, 29 april 2010: "Wanneer u geen voorkooprecht aanduidt, zijn wij verplicht alle mogelijke voorkooprechten aan te duiden, vermits wij zelf maar voor een gedeelte kunnen nagaan of er een voorkooprecht van toepassing is. De reden hiervoor is dat wij sommige perimeters niet in ons bezit hebben. Veiligheidshalve duiden wij alle voorkooprechten aan, en wordt de aanbieding naar alle mogelijke begunstigden doorgestuurd." Met ander woorden: beste notaris, zoek het zelf maar uit... In plaats van een elektronische melding, moet de notaris nog steeds het voorkooprecht aanbieden per aangetekend schrijven, waarna hij geduldig enkele maanden moet wachten op een antwoord, soms van de VLM, soms rechtstreeks van de begunstigde overheid. Het enige 'elektronische' dat de notaris ziet, is een bevestigingsmail van het Meldpunt dat zijn aangetekende brief is aangekomen, en als via de VLM aan de notaris gemeld wordt dat het voorkooprecht niet uitgeoefend wordt, krijgt hij dit ook per mail.

En als de notaris meende dat het voorkooprecht niet van toepassing was, en hij het dus niet heeft aangeboden (zie hoger, memorie van toelichting bij het decreet van 25 mei '07: de soms onduidelijke definiëring van de zones waarbinnen voorkooprechten gelden... maakt dat voorkooprechten (ongewild) niet behoorlijk worden aangeboden), hebben de begunstigden daarna nog altijd het recht te eisen dat het onroerend goed hen overgedragen wordt. De andere mogelijke sancties en de uitoefeningstermijnen bij een miskenning zijn verschillend per voorkooprecht. In sommige gevallen mogen ze ook, in plaats van het onroerend goed over te nemen, een schadevergoeding van de verkoper eisen ten bedrage van 20 percent van de verkoopprijs. Dit heeft niets meer te maken met een overdracht voor het 'algemeen nut', als een vergoeding blijkbaar even goed kan als de overname van het onroerend goed. Dat is een manier om gemakkelijk geld binnen te halen. Waarvoor een vergoeding, als ze toch de eigendom niet willen overnemen? Een decretaal recht van de overheid om na te trappen?

Er is ook geen enkele melding te vinden op de VLM website wanneer het e-voorkooploket nu wel zou beginnen werken. In de Beleidsnota Leefmilieu en Natuur, 2009-2014, van Joke Schauvliege, minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, kan men lezen:

"5.3 Slagkrachtige overheid
5.3.1 Slagkrachtige werking van het overheidsapparaat
(99) OD: Met één e-voorkooploket verlaagt de gemiddelde afhandelingstijd van een aanbieding ‘recht van voorkoop’ sterk.
Een performante Vlaamse overheid doet aan e-government. Ik zal het e-voorkooploket operationeel maken. Eén loket zal leiden tot een serieuze administratieve vereenvoudiging en een verkorting van de gemiddelde afhandelingstijd van een aanbieding. Dit zal zowel ten goede komen van de kopers en verkopers van onroerende goederen, als van notarissen en betrokken overheidsinstanties."


Geen prioriteit, geen datum: ik zal het wel ooit eens operationeel maken...

Met een kanon op mussen schieten

Het voorkooprecht werd de sociale huisvestingsmaatschappijen en aanverwanten tussen 1999 en 2006 zowat 96 000 keer aangeboden, en een povere 300 keer maakten ze er gebruik van. Dus in 0,3% van de gevallen. (Zie artikel 28.02.08: 'Voorkooprecht: permanente stalking van burgers en notarissen' ). Op basis van cijfers van de VCB (Vlaamse Confederatie Bouw) bleek ook al voor de periode 1999-2004 slechts in minder dan 3 per duizend keer het voorkooprecht gebruikt werd. Recentere cijfers zijn niet te vinden, ook niet op de website van de VLM of in hun jaarverslag. In hun verslag over 2009 staat zelfs geen woord over dat loket, zelfs niet het woord 'voorkoop' komt er in voor. Nog steeds geen e-voorkooploket dus, maar de VLM zorgde voor zichzelf ondertussen wel voor een 'papierloos bureau': "Vanuit de management ondersteunende diensten trekt de VLM resoluut de kaart van het papierloos kantoor. Tal van informaticatoepassingen werden ontwikkeld om de VLM-medewerkers zo efficiënt mogelijk te laten functioneren binnen de organisatie: verlofaanvragen, personeelsdossiers opvragen, bestellingen bij het economaat, capaciteitsplanning, ..., alles verloopt digitaal." (Jaarverslag 2009). Men is natuurlijk nooit beter gediend dan door zichzelf...

Afschaffen

In plaats van heel die regelgeving over de voorkooprechten af te schaffen, hebben parlementsleden zopas nog een voorstel van decreet ingediend om de termijn van het voorkooprecht bij de ruimtelijke ordening te verlengen tot 15 jaar (Stuk 349 (2009-2010) - nr. 1, zie artikel 24.04.10 'Wijzigingen Codex Ruimtelijke Ordening: Advies Raad van State alweer omzeild'). Waarom? Daarom!

Dat recht van voorkoop is een tergend instrument dat zijn nutteloosheid meer dan bewezen heeft. Hoe kan een overheid of een sociale huisvestingsmaatschappij een politiek van verwerving van noodzakelijk geachte bijkomende percelen en gebouwen voeren, als die aankoop afhangt van de verkoop door een eigenaar aan een al of niet bevoorrechte koper? Daar kan ze toch niet op wachten, want dat kan generaties duren. Het feit dat er slechts in 3 per duizend van de aanbiedingen gebruik van wordt gemaakt, bewijst dit toch voldoende. Het is luiheid, ten laste van alleen de burger. Afschaffen die hele handel (*). De overheid die wil kopen, kan dan aankloppen zoals iedereen, op het moment dat ze iets wil kopen. Desnoods heeft ze ook nog de procedure van onteigening waarmee ze kan kopen wat ze wil, als het 'voor het algemeen nut' is. Dat moet meer dan ruimschoots volstaan. Maar dan alleen de gewone onteigeningsprocedure, niet de misbruikprocedure 'bij hoogdringendheid' (**). Ook die moet worden afgeschaft, vanwege machtsmisbruik door de administratie.

________________________________________________________________

(*) Terecht kan blijven bestaan: het recht van voorkoop voor de pachter, en een voorkooprecht voor de erkende terreinbeherende natuurverenigingen, voor de onroerende goederen die zij huren of in erfpacht hebben. Dit is een regel die de 'zittende gebruiker' de kans geeft het goed dat hij bewerkt en verzorgt te kopen tegen de prijs die de eigenaar er van een andere ook zou voor krijgen. Niemand is benadeeld. Dit principe wordt bij de andere voorkooprechten misbruikt om een lui bestuur een voorkeurbehandeling aan te bieden.
(**) De gangbare manier van onteigening is vandaag deze ‘bij hoogdringendheid’. Ze loopt via een spoedprocedure voor de vrederechter, die voorlopige vergoedingen toekent. De vergoeding is definitief toegekend indien de partijen binnen twee maanden geen herziening hebben aangevraagd. De besturen doen dit vrij systematisch, echter pas NADAT ze de eigendom reeds overgedragen kregen. In de praktijk kan zo een procedure 30 jaar duren. Het gaat om meer dan 3.000 dossiers van personen die de jongste 25 jaar werden onteigend, daarvoor bij een procedure voor de vrederechter een zogenaamde ‘voorlopige’ vergoeding toegekend kregen en jaren nadien veroordeeld werden om daarvan een groot deel en in sommige gevallen zelfs meer dan de oorspronkelijke vergoeding terug te betalen. Bij de onteigeningsprocedure moet een verbod ingevoerd worden voor de overheid om het door de rechter toegekende bedrag in herziening te betwisten, nadat ze reeds bezit nam van het goed: geen definitief akkoord, geen eigendomsoverdracht. Dit is federale materie, maar de Vlaamse regering kan vrij eenvoudig beslissen dat zij deze procedure niet meer gebruikt, en alleen de gewone onteigeningsprocedure.
Read more...

29 april 2010

Een nieuw élan voor Europa?

Het symposium “Een nieuw élan voor Europa” (Brussel-Leuven, 16-17 april) van Pro Flandria was geslaagd. Redelijk veel volk, met benevens oud-KUL-rector Roger Dillemans ook politici van CD&V, LDD, N-VA en VB, luisterde naar lezingen van internationaal niveau, in een wakkere en waardige sfeer. Ons compliment dus voor organisatoren dr. Gui Celen en dr. Pol Herman. Maar aan lofzangen hebben we voorts niet veel, dus laat ons op een tekortkoming wijzen. Niet dat iets fout gedaan zou zijn, wel ontbrak er iets.



Bedoeling was dat “internationaal gerenommeerde gastsprekers hun overtuiging komen toelichten dat Europa niet verloren is en dat weer nieuw leven kan vloeien uit Europa’s oude bronnen”. We hebben die sprekers heel bekwaam een aantal probleempunten horen ontleden, en wel vanuit een doordacht conservatief standpunt, maar we hebben hen nauwelijks een uitweg horen uittekenen. Laat staan iets fris en lentelijk als een nieuw élan. De focus was dus op diagnose, niet op remediëring. De officiële aankondiging gaf ook nergens een idee van waar en hoe dat nieuw leven uit oude bronnen kan gepuurd worden. Ze ging vooral over wat er verkeerd loopt:

“Pro Flandria, het netwerk van Vlaamse academici en ondernemers, is diep bekommerd om de neerwaartse spiraal waarin onze westerse beschaving zich momenteel bevindt en om de negatieve gevolgen ervan. Allerlei factoren hebben ertoe bijgedragen dat onze identiteit, onze normen en waarden geleidelijk zijn gerelativeerd, vervaagd en in vraag gesteld. Dit heeft geleid tot maatschappelijke desintegratie, sluipende volksverhuizingen, radeloosheid en cynisme van de burger, onmacht en decadentie van de politiek. Het ergste is nog dat velen, zowel in de elites als in de massa, dit alles onafwendbaar achten en haast fatalistisch ondergaan.”

Bijvoorbeeld, de leidende Britse conservatieve wijsgeer Roger Scruton toonde in zijn pleidooi tegen het EU-federalisme aan dat dit geen houdbare grondslag heeft en dat de bestaande natiestaten veel beter beantwoorden aan de identiteitsbeleving van de Europese volkeren. Goed, daarmee weten we dat Guy Verhofstadts demonisering van de nationale identiteiten onzin is, zoals onze lezers al aanvoelden. Maar volstaat dat inzicht om “een nieuw élan voor Europa” te scheppen? Is Scrutons these voldoende om een nieuwe impuls te doen uitgaan van de natiestaten? Het was mooi om hem de lof te horen zingen van Engeland als tegenpool van het Continent, hij had iets van een oud élan bewaard, maar en nieuw élan voor het vaderland heb ik hem bij niemand zien opwekken.

Of nog, volstaat Gerard Bodifée’s pleidooi tegen de uitwissing van het christendom uit de Europese identiteit, bv. in de EU-ontwerpgrondwet, om dat christendom een nieuwe impuls te geven? Heel leerrijke analyse, net als die van zijn atheïstische tegenpool Paul Cliteur en de synthese van Andreas Kinneging. Maar welke van deze lezingen heeft welk effect dan ook gehad op het door Bodifée als opener vastgestelde feit dat het Avondland er in de grote wereldpolitiek gewoon niet meer aan te pas komt? De diagnose van Europese futiliteit en desoriëntatie volstaat natuurlijk niet om een nieuw élan te doen ontbranden.

Uiteraard is er een schreeuwende nood aan een nauwkeurig begrip van de uitdagingen waar wij voor staan. Frits Bolkestein hield nog eens een opsomming van verontrustende incidenten rond de islam. Goed, maar we zouden inmiddels zo ver moeten zijn dat de discussies niet meer over het islamprobleem gaan, want dat is stilaan voldoende doorgelicht, maar louter nog over de juiste strategie om dat probleem te neutraliseren. Er is een enorm gat in de markt voor wie probleemanalyses in een uitgetekend en doeltreffend beleidsprogramma weet om te zetten.

Anderzijds was het uitgangspunt van het symposium wellicht onnodig alarmistisch. De afwezigheid van aanwijsbare oplossingen is soms het gevolg van de afwezigheid van een echt probleem. Men hoeft het afgrondelijke pessimisme waarvan de initiatiefnemers in hun brochuretekst blijk gaven, niet te delen.

Sommige problemen lijken veel groter dan ze op Europese schaal zijn omdat we ze doorheen een Belgische bril zien. Neem nu die “radeloosheid en cynisme van de burger, onmacht en decadentie van de politiek”: die herken ik zeker in de Belgische context, maar ik heb niet de indruk dat het op Europees niveau zo erg gesteld is, toch niet meer dan in andere decennia binnen mensenheugenis. Ik sta skeptisch tegenover het democratisch gehalte van het parlementair systeem, maar in de buurlanden is dat systeem toch al een stuk democratischer dan hier. Dat een parlementsvoorzitter na een wenk van de monarch de normale werking van het parlement stillegt, zoals Patrick Dewael vorige donderdag presteerde, is in Nederland of het VK gewoon onvoorstelbaar.

Een aantal kenmerkende problemen van dit tijdsgewricht worden op Europese schaal wel degelijk aangepakt, alleen in België niet. Dit geldt met name voor de migratie- en asielproblematiek. Ik denk niet dat de Denen dat pijnpunt “fatalistisch ondergaan”. Een aantal buurlanden hebben gaandeweg voor een waakzaam en realistisch beleid gekozen, ook zonder machtsdeelname van migratiekritische partijen. De Nederlandse PvdA-leider Job Cohen, die door Geert Wilders wordt uitgekreten een schoolvoorbeeld van het noodlottige beleid van “pappen en nathouden”, tekende als staatssecretaris voor Justitie in de Paarse regering in 1999 voor een asielwet die veel beperkender was dan in België denkbaar is.

Europa is nog niet verloren, het is specifiek voor België dat hoognodige beleidsmaatregelen gesaboteerd worden, zodat “rien ne va plus”. En van de Vlamingen, collectief beschouwd, zou je wel kunnen zeggen dat ze dit machteloos “ondergaan”. Pro Flandria zou ik de raad willen geven, eens een bezinning te wijden aan het probleem van de Vlaamse weigering om het eigen lot in eigen hand te nemen.


Labels: , , ,

Read more...

28 april 2010

Hoe CD&V en Open Vld Brussel-Halle-Vilvoorde de facto kunnen splitsen (Hoegin)

Op dit ogenblik voeren CD&V en Open Vld een schijngevecht over de inrichting van de verkiezingen in Vlaams-Brabant. Het laat zich echter raden dat wanneer puntje bij paaltje zal komen, beide partijen uiterst hun best zullen doen om die verkiezingen toch maar zo vlot mogelijk te laten verlopen. De kans om de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde alvast de facto te splitsen en daarmee de bal in het kamp van de Franstaligen te leggen, laten ze ondertussen bij gebrek aan moed schieten.

Je zal het in de kwaliteitskranten niet lezen, maar eigenlijk zouden CD&V en Open Vld er zonder problemen kunnen voor zorgen dat Brussel-Halle-Vilvoorde alvast de facto gesplitst zou worden, in afwachting van een de jure-splitsing. Een ander alternatief zou eruit kunnen bestaan de verkiezingen in Vlaams-Brabant effectief te verhinderen, ofwel door eenvoudigweg gezamenlijk geen kieslijsten in te dienen, ofwel door ervoor te zorgen dat ook de administratie de verkiezingen niet zou organiseren. De «boycot» waar Eric van Rompuy het enkele dagen geleden over had, en die uitgevoerd zou worden door de burgemeesters, is immers in essentie niet meer dan een hypocriet spel voor de galerij.

Inderdaad, terwijl de CD&V-burgemeesters misschien met veel misbaar zullen weigeren oproepingsbrieven te versturen, zullen federale ambtenaren onder aanvoering van Open Vld-minister van Binnenlandse Zaken Annemie Turtelboom ervoor zorgen dat alles toch vlekkeloos zal verlopen. Hoeveel van die (Vlaamse) federale ambtenaren zouden trouwens niet benoemd zijn door… inderdaad, de CD&V, en dus ook perfect door die partij gestuurd kunnen worden? Dát zou pas een vorm van burgerlijke ongehoorzaamheid zijn waarover naar huis geschreven kon worden. De gretigheid waarmee Annemie Turtelboom aankondigde dat het draaiboek om alle mogelijke problemen in de Vlaamse rand rond Brussel op te lossen al klaar lag sprak in ieder geval boekdelen. Alsof ze al in haar persoonlijk verkiezingsprogramma opgenomen had dat de Franstaligen in Vlaams-Brabant over haar absoluut niet te klagen zullen hebben.

Maar hoe zouden CD&V en Open Vld de kieskring dan de facto kunnen splitsen? Annemie Turtelboom valt immers bij gebrek aan een wettelijke regeling terug op de vorige, en volgt daarmee de redenering die de Franstaligen al jarenlang verkondigen. Zij had echter net zo goed kunnen kiezen voor de regeling beschreven in het befaamde splitsingswetsvoorstel, om de eenvoudige reden dat die ook gesteund wordt door een meerderheid van de volksvertegenwoordigers. Daarna zou het aan de Franstaligen geweest zijn om de verkiezingen in Vlaams-Brabant in het honderd te doen lopen en juridisch aan te vechten. En het zou dan na de verkiezingen ook aan de Franstaligen in de federale Kamer geweest zijn om met hun minderheid de geloofsbrieven van de verkozenen uit de Vlaams-Brabantse kieskring te weigeren. Geconfronteerd met twee onwettelijke regelingen kiest Annemie Turtelboom echter toch maar liever voor een hoogst twijfelachtige interpretatie gesteund door een Franstalige minderheid, in plaats van een wetsvoorstel gesteund door een Vlaamse meerderheid uit te voeren. Het doet vragen rijzen over de echtheid van de pas herontdekte Vlaamse overtuiging van de Open Vld.

Labels: , ,

Read more...

Scheiding der machten en effectieve rechtsbescherming

1. Op 7 mei vindt in Leuven de jaarlijkse studiedag plaats van het instituut voor constitutioneel recht (zie http://www.law.kuleuven.be/icr/studiedagen.html)

De scheiding der machten moge dan al niet als dusdanig in onze Grondwet zijn bepaald, het blijft een fundament van onze rechtsstaat, en dat hoort het ook te zijn. Die scheiding is een van de belangrijkste technieken om enerzijds de staatsmacht te verdelen over overheidsorganen die elk slechts een bepaalde functie kunnen uitoefenen en daardoor beperkt worden in hun macht en anderzijds ook op andere manieren de burger te beschermen tegen de macht van die organen (1). Immers,

Power tends to corrupt ands absolute power tends to corrupt absolutely (Lord Acton, Letter to Bishop Mandell Creighton, 1887).

Daarvoor bestaan er natuurlijk ook andere instellingen in ons grondwettelijk bestel, zoals enerzijds de grondrechten en anderzijds de directe democratie, maar het eerste veronderstelt ook een goed werkende scheiding der machten en het tweede is in ons politiek bestel bijna geheel onbestaand en botst op de geconcerteerde actie van alle politieke belanghebbenden om dat ook zo te houden.

2. De bestaande vorm van 'scheiding der machten' blijkt evenwel in een aantal gevallen een sta-in-de-weg te zijn voor een ander fundament van onze rechtsstaat, het beginsel van effectieve rechtsbescherming, van de mogelijkheid voor de burger om de zijn subjectieve rechten ook daadwerkelijk te doen beschermen. In een aantal gevallen is dat het gevolg van een m.i. onterecht beroep op de scheiding der machten, in een aantal andere gevallen het gevolg van het niet respecteren van die scheiding.

3. Om met het tweede te beginnen: er zijn nog steeds vele gevallen waar de 'checks and balances' niet voldoende werken omdat de genoemde scheiding niet gerespecteerd wordt:
- Parlementen die Individualgesetze aannemen om aldus individuele beslissingen (bv. bouwvergunningen) aan rechterlijke controle te onttrekken (uitgezonderd de zeer beperkte controle door het Grondwettelijk Hof);
- rechters die op grond van verregaande interpretaties van soms obscure volkenrechtelijke codes democratisch gelegitimeerde wetten terzijde schuiven;
- diverse praktijken waardoor de uitvoerende macht invloed kan uitoefenen op de rechtsbedeling door de rechters.
Heel in het bijzonder is er in België nog altijd geen scheiding tussen het Openbaar Ministerie en de rechters van de rechterlijke macht. Het recht van de burger op een behandeling door een door de wet aangeduide onafhankelijke en onpartijdige rechter bestaat in België niet, althans niet in strafzaken. In strafzaken worden de zaken onder de kamers van de Hoven van beroep verdeeld op voorstel van de procureur-generaal, zelf partij in het geding (zie o.m. art. 7 KB 17 januari 2001 houdende reglement voor het Hof van beroep te Brussel (2); art. 9 KB 26 januari 2007 houdende reglement voor het Hof te Gent)(3). En zelfs waar dat niet zo is, is er geen Garantie des gesetzlichen Richters zoals in art. 101 van de Duitse Grondwet (en impliciet ook vereist door het EVRM).

4. Voorbeelden van het eerste zijn alle gevallen waarin geoordeeld wordt dat de rechterlijke macht niet beschikt over de nodige rechtsmacht om remedies uit te vaardigen waarmee subjectieve rechten effectief worden beschermd, met het argument dat dit strijdig zou zijn met de scheiding der machten.

Zo kan de rechter de overheid wel veroordelen tot schadevergoeding wegens fouten, waaronder ook de niet-nakoming van verbintenissen of andere verplichtingen, maar kan de rechter de overheid niet veroordelen tot nakoming (in natura) van de verplichtingen (andere dan geldelijke) noch de burger machtigen zelf tot uitvoering over te gaan op kosten van de overheid.

De rechter kan zich niet in de plaats van de wetgever stellen en enkel het Grondwettelijk Hof kan de wetgevende macht censureren inzake daden die de uitoefening vormen van de wetgevende macht.

Maar de organen van de wetgevende macht nemen vele beslissingen die geen wetten zijn, die niet de uitoefening vormen van de wetgevende macht, en dus ook niet onttrokken mogen zijn aan de controle van de rechter. Nochtans is de rechterlijke toetsing maar zwak uitgebouwd (en in hoofdzaak enkel bij personeelsaangelegenheden).

Actuele voorbeelden van een onterecht beroep op de scheiding der machten vinden we in betwistingen die te maken hebben met verkiezingen. Ik vermeld eerst een reëel geval en vervolgens een geval dat bij het schrijven van deze bijdrage (20 april 2010) nog hypothetisch is maar bij het verschijnen ervan misschien niet meer.

5. Het eerste betreft de ongrondwettige samenstelling van de huidige Senaat na de verkiezingen van 2007 doordat aan de partij LDD noch een gemeenschapssenator, noch een gecoöpteerde senator werd toegekend (4). De Brusselse voorzitter in kort geding verklaarde zich bevoegd, maar oordeelde dat er geen subjectief recht bestond op die Senaatszetel. Deze beschikking is al een stap vooruit in de rechtsbescherming: traditioneel verklaarden rechters zich zonder rechtsmacht. Formeel gezien werd het recht op daadwerkelijke rechtsbescherming hierdoor dus niet geschonden, al blijf ik van oordeel dat uit de regels inzake de samenstelling van Parlementen (zij het rechtstreeks door verkiezingen zij het onrechtstreeks zoals in casu) natuurlijk wel subjectieve rechten voortvloeien, die dan ook via rechterlijke weg moeten kunnen worden afgedwongen. Weliswaar gaat het om politieke rechten, maar ook daarvoor is de gewone (burgerlijke) rechter wel degelijk bevoegd zolang de wetgever geen ander rechterlijk orgaan bevoegd heeft gemaakt.

6. Het tweede betreft de ongrondwettigheid van de huidige kieswet, zoals vastgesteld in het beruchte arrest nr. 73/2003 van het grondwettelijk hof. Personen die op grond van die ongrondwettigheid weigerden te zetelen bij de verkiezingen van 2007 werden door het hof van beroep te Gent veroordeeld met de motivering dat "Alleen de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat doen uitspraak, zowel wat hun leden als wat hun opvolgers betreft, over de geldigheid van de kiesverrichtingen" en dat "de eventuele (on)grondwettigheid van de verkiezingen van 10/06/2007 enkel door andere bevoegde organen" (nvda dan de Hoven en rechtbanken) " – en in ieder geval niet door de beklaagde noch door andere autoriteiten of derden of het grondwettelijk Hof – moet/kan worden vastgesteld" (5). Met andere woorden: de verkozen verklaarden zijn rechter over hun eigen verkiezing. Dit betreft een extensieve interpretatie van art. 48 Grondwet, dat nochtans enkel over de goedkeuring van de "geloofsbrieven" gaat.

En deze interpretatie is manifest strijdig met het recht van de burgers en kandidaten op een daadwerkelijke rechtsbescherming van hun politieke subjectieve rechten op correcte verkiezingen (6). De scheiding der machten hiervoor inroepen is een drogreden: België is een van de laatste 3 landen in Europa die geen rechterlijke toetsing van geschillen over de parlementsverkiezingen kent, en in alle andere landen die dit wel kennen vormt de scheiding der machten eveneens een grondslag van het staatsbestel. Op 2 maart 2010 oordeelde het EHRM dan ook in de zaak Grosaru t. Roemenië (7) dat het recht op effectieve rechtsbescherming vereist dat dergelijke geschillen door een onpartijdig orgaan moeten worden getoetst, dat daarbij niet discretionair mag oordelen, en dat een orgaan dat bestaat uit leden die politieke partijen vertegenwoordigen niet voldoet aan de vereiste van onpartijdigheid (randnr. 53 en 54).

De reacties in België op het bekend worden van dat arrest waren bedroevend: het EHRM citeerde in zijn schets van de feitelijke situatie in de Europese landen uitvoerig uit een rechtsvergelijkend rapport van de commissie van de Venetië, waarin vermeld wordt dat de landen die geen onpartijdig toetsingsorgaan hebben wel een lange democratische traditie hebben; dit maakte geen deel uit van de motieven naar recht van het arrest-Grosaru maar wordt wel misbruikt om te stellen dat er geen vuiltje aan de lucht is en we perfect ongrondwettige verkiezingen kunnen organiseren. De politieke partijen zullen die nadien immers goedkeuren. Voor mij is dit enkel maar een symptoom van het feit dat politieke misdaad loont in dit land en de arrogantie van het politieke establishment nieuwe toppen scheert.

(1) Zie mijn eerdere studie "Bedenkingen over de “scheiding der machten. Nota ter voorbereiding van het interview met J.P. Rondas op radio Klara 21 december 2008", http://vlaamseconservatieven.blogspot.com/2009/01/bedenkingen-over-de-scheiding-der.html
(2) http://reflex.raadvst-consetat.be/reflex/pdf/Mbbs/2001/01/26/70140.pdf
(3) http://www.juridat.be/beroep/gent/images/mb2.pdf
(4) Zie onder meer http://www.senate.be/www/?MIval=/Registers/ViewReg&COLL=H&PUID=67108868&TID=67108877&POS=3&LANG=fr
(5) Hof van Beroep Gent 17 januari 2008, zie http://www.haviko.org/cgi-bin/actualiteit.cgi?artikel=1200568853.
(7) EHRM 2 maart 2010, Grosaru t. Roemenië, in het Frans en het Engels beschikbaar via http://cmiskp.echr.coe.int/tkp197/view.asp?action=html&documentId=863719&portal=hbkm&source=externalbydocnumber&table=F69A27FD8FB86142BF01C1166DEA398649
(6) Zie voor verder argumentatie mijn artikel "Wie gelooft de Von Münchhausens nog over BHV ?", http://vlaamseconservatieven.blogspot.com/2010/03/wie-gelooft-de-von-munchhausens-nog.html
Read more...

26 april 2010

De gevaarlijkste: Bart De Wever

Le Soir deed een grote enquête op zijn website over de politieke crisis. 44% meent dat de splitsing van BHV de rechten van de Franstaligen bedreigt, maar 40% vindt dan weer dat de splitsing niets verandert. Een streep door de rekening van Le Soir en haar Béatrice Delvaux? De vrees dat de crisis het einde van België betekent, komt op de laatste plaats (12%), maar het meest vrezen de deelnemers (40%) een politieke blokkering die verhindert de socio-economische problemen op te lossen.

Afgerond 17.500 deelnemers trok de 'grote opinie-enquête over de politieke crisis' op de website van Le Soir afgelopen weekend. Op de eerste vraag, 'was BHV een crisis waard', antwoorden 44% "ja, want de splitsing bedreigt de rechten van de Franstaligen", terwijl niet minder dan 40% antwoordt "neen, want een splitsing verandert niets". (16% weet het niet, en vindt het een zaak van politici). Men zou bij Le Soir verwachten dat massaal 'ja' geantwoord wordt, na de dramatisering die de krant er rond maakte. Vrijdag nog stelde Béatrice Delvaux in de titel van haar editoriaal de vraag of dit land nog zin heeft ('Ce pays a-t-il encore un sens?'), nu de Vlamingen riskeren, tegen de Franstalige minderheid in, BHV te splitsen. Had het nog zin te strijden voor bepaalde arrondissementen, tegen de wooncode en voor de benoeming van burgemeesters? Ondanks dat kwam er dus geen stalinistische meerderheid uit de bus, maar slechts 44%. Zouden wellicht meer Vlamingen meegedaan hebben dan Franstalige lezers van de krant/website, waardoor er een voor Le Soir vermoedelijk zeer onverwacht resultaat uit de bus kwam? Dat is heel waarschijnlijk niet zo, want op de vraag 'wie is de gevaarlijkste', antwoorden 55%: Bart De Wever. Met 18% van de stemmen komt Maingain wel op de tweede plaats, ver voor Jean-Marie Dedecker (10%) en Alexander De Croo (6%). Dat kan dus best een antwoord van (zeer overwegend) Franstaligen zijn.

Bijna 55% vindt dat België nog zin heeft, met een eerste plaats voor een 'ja, mits grondige institutionele hervormingen', 31,5%, aangevuld met 23%: 'ja laat ons vechten om het land te doen werken'. Slechts 20% vindt dat het tijd is om te scheiden. Dus opnieuw een uitslag die de journalisten van Le Soir tegen de haren moet strijken: bijna een derde is voor grondige hervormingen.

Tweederden vinden niet dat er verkiezingen moeten komen (54% vindt zelfs dat de koning het ontslag van Leterme niet moet aanvaarden, en hem dus meteen weer aan het werk moet zetten, terwijl 12% vindt dat hij het ontslag wel moet aanvaarden, maar onmiddellijk een nieuwe formateur moet aanstellen), 24% vindt dat er wel nieuwe verkiezingen moeten komen. De grootste vrees is niet dat deze crisis het einde van België betekent (vijfde en laagste score met 12%), terwijl de hoogste score (40%) gaat naar de vrees dat hierdoor een politieke blokkering optreedt die verhindert de socio-economische problemen op te lossen.

Interessant is het antwoord op de vraag, op welke politieke partij men zou stemmen, moesten er nu vervroegde verkiezingen zijn. De grootste 'partij' is deze van de onthoudingen (14%) en de 'zonder mening' (11%), samen goed voor een vierde van de stemmen. Pas op de tweede plaats komt een echte partij, de MR (24%), bijna op gelijke hoogte gevolgd door Ecolo (22%). De PS haalt slechts 11%, en de PP van Modrikamen en Aernoudt steekt met 10% de CdH voorbij (8%). Vreemd genoeg wordt ook nog gevraagd of men voor de PTB+ (Parti du Travail de Belgique) zou willen stemmen, wat 2% oplevert. Maar een keuze voor een Vlaamse partij kan men niet maken, zelfs niet in het algemeen 'pour un parti neerlandophone'. En wat betekent de vraag 'Qui est le plus dangereux?' Het meest gevaarlijk voor wat? Daar heeft men alleen de keuze tussen Maingain, De Wever, Dedecker en De Croo jr. Waarom niet ook Milquet, Moureaux, of nog: Béatrice Delvaux? Bang voor de uitslag?

De uitslag is wat hij is, het gaat niet om een zogenaamd 'representatief staal' zoals bij opiniepeilingen over kiesintenties, maar toch om een groot aantal deelnemers. Hij toont helemaal niet aan dat de Franstaligen massaal wakker liggen van de splitsing van BHV, noch dat dit het einde van België zou betekenen. Daarmee komen de resultaten in de buurt van een enquête eind 2009 van La Libre Belgique, waarbij gemeten werd dat slechts 15% van de Walen en 22% van de Brusselaars het dossier van de splitsing van BHV 'prioritair' vinden, tegen 35% van de Vlamingen, maar ook dat 45% van de Walen en 42% van de Brusselaars het niet wenselijk vonden BHV te splitsen, terwijl 58% van de Vlamingen het wel wenselijk vond. Een relatief hoog percentage Franstaligen dus in beide peilingen dat een splitsing niet goed vindt, maar een minderheid, geen meerderheid. Het besluit van La Libre toen: 'Dit platement, les Belges n'en ont pas grand-chose à cirer, de la scission de BHV." Zou het ook Le Soir niet tot nadenken moeten aanzetten, en minder de spreekbuis worden van de standpunten van het FDF?

De uitslagen van de 'grote enquête over de politieke crisis'

Noot: de percentages zijn eigen berekeningen. Op de blokgrafieken staan niet het exact aantal uitgebrachte stemmen per mogelijk antwoord, maar die aantallen staan op de linkerkant van de grafiek. Het is dus een eigen zo goed mogelijke schatting van het aantal, op basis van de hoogte van de blokken.
De deelname was vrij, men hoefde dus niet ingeschreven te zijn om mee te doen. Wel kan men vanop één PC ook maar één keer deelnemen.
Read more...

25 april 2010

Hoofddoeken en polygamie in Frankrijk (Hoegin)

Veel aandacht werd er in de Vlaamse media voorlopig nog niet aan besteed, maar de zaak van de Franse vrouw die een boete kreeg omdat ze volledig gesluierd achter het stuur zat, nam onlangs een merkwaardige wending. Haar man bleek immers met nog drie andere vrouwen getrouwd, en riskeert nu zijn Franse nationaliteit te verliezen wegens gesjoemel met de uitkeringen. Zouden zulke gevallen ook in België voorkomen?

Begin deze maand kreeg een 31-jarige «Franse» een boete van 22 euro omdat ze volledig gesluierd achter het stuur zat. Haar verdediging: ze doet dat al negen jaar zo, en ze zag dus ook niet in wat het probleem was. Toen de politie de zaak echter wat van dichterbij bekeek, bleek haar man met nog drie vrouwen getrouwd te zijn. In totaal had hij zo'n twaalf kinderen bij de vier vrouwen, echter elk op zich geregistreerd als alleenstaande moeders. Geen van de vijf volwassenen bleek trouwens over werk te beschikken, maar de man zette zich wel in om in de buurt een moskee op te richten. Bij zijn buren en in de gemeenschap stond hij vooral bekend als een rustige en godsvruchtige man die zich strikt aan de Koran hield. Zijn buren hadden wel opgemerkt dat hij regelmatig van het ene huis naar het andere ging, maar of het nu ging om vrouwen of zussen van de man wisten zij uiteraard niet: alle vier de vrouwen liepen er immers steeds gesluierd bij.

De Franse minister van Binnenlandse Zaken Brice Hortefeux vroeg ondertussen zijn collega van Immigratiezaken Éric Besson om te onderzoeken of het mogelijk was de man zijn Franse nationaliteit af te nemen. Oppositiepartij PS verwijt de regering echter hypocrisie, omdat volgens hen de bevoegde diensten reeds maandenlang van de polygamie van de man afwisten en de situatie gedoogden. Ik laat het aan de lezer over om te raden of de partij daarmee meent dat de diensten reeds maanden geleden hadden moeten ingrijpen, dan wel of ze de toestand zouden moeten blijven gedogen. Ook de secretaris-generaal van de Communistische Partij Marie-George Buffet sprak haar afschuw uit… over het partijpolitieke spelletje dat de presidentiële meerderheid zou opvoeren en dat alleen maar in het voordeel van de integristen zou spelen.

En wat met de moslimgemeenschap, zou die al gereageerd hebben? Toch wel, maar dan vooral met de klacht dat ze zich weer gestigmatiseerd voelt. Tja, je kan je alleen maar afvragen hoe dat toch zou komen…

Labels: , ,

Read more...

24 april 2010

Mediatieke verwarring in Noord-België (Hoegin)

De politieke chaos van de laatste dagen eiste ook in de in Noord-België verschijnende Nederlandstalige media zijn slachtoffers op. Op donderdag mochten we het meemaken dat de openbare omroep de hymne van de gemeenschap die haar subsidieert integraal uitzond vanuit de federale Kamer, een unicum in de geschiedenis omwille van meerdere redenen. De volgende dag publiceerde een krant de resultaten van een geïmproviseerde maar desalniettemin bijzonder interessante opiniepeiling. Blijkt dan toch dat het separatisme in Vlaanderen geen marginaal fenomeen is, en al jarenlang niet meer is.

Wie zou het een paar dagen geleden hebben durven voorspellen? De actie van de Kamer- en Senaatsfractie van het Vlaams Belang afgelopen donderdag in de federale Kamer kan niet anders dan een mediatieke voltreffer genoemd worden. Niet alleen liet de VRT-reporter van dienst Vlaams Belang-senator Anke van Dermeersch minutenlang aan het woord zonder ook maar één keer te ontbreken om de actie toe te lichten – meer zelfs, de senator moest door de VRT-reporter meerdere malen uit het halfrond geroepen worden om toch maar voor de camera te komen vertellen wat daar nu feitelijk aan de gang was. Pijnlijk. Bovendien werd de actie uitgebreid in beeld gebracht, inclusief het zingen van de Vlaamse Leeuw door de Vlaams Belang-mandatarissen. Ik zal wel niet de enige geweest zijn die elk ogenblik een druk op de noodknop door één of andere regisseur verwachtte om over te schakelen op een testbeeld – een kink in de kabel op het juiste moment, weet je wel – maar neen, niets daarvan. Het moet zijn dat ze die namiddag danig van hun melk waren aan de Reyerslaan dat zoiets mogelijk was. Dat vervolgens Belgen zoals een Mark Eyskens of een Elio di Rupo in alle staten waren onderstreept alleen maar dat de actie een succes over de hele lijn was.

De volgende dag bakte de nieuwsredactie het dan weer bruin in de berichtgeving over de consultaties door de koning Albert II. Nadat de partijvoorzitters van cdH, CD&V, Ecolo, Groen!, MR, Open Vld, PS en sp.a bij de vorst op de koffie waren geweest, klonk het rechtstreeks vanuit Laken dat alle partijen die «deelgenomen hadden aan de onderhandelingen over Brussel-Halle-Vilvoorde» door de koning ontvangen waren. O ja? Ik dacht nochtans dat sp.a zichzelf op voorhand uitdrukkelijk aan de kant gezet had, en dat de selectiemethode van koning Albert II dus een ietsje anders in mekaar zat. Voor de lezer die wat traag van begrip is: reken eens na welke partijvoorzitters niet in Laken welkom waren, en wat hun gemeenschappelijk kenmerk is, en je weet meteen hoe de zaken in Laken werkelijk in mekaar zitten. Niet dat daar iets oneerbaars zou zijn – dat kalkoenen niet gek zijn van de Kerstman kan je hen toch ook moeilijk kwalijk nemen – maar als belastingbetaler zou je misschien toch een iets correctere berichtgeving mogen verwachten op de openbare omroep.

Vrijdag toonde trouwens ook de krant Het Nieuwsblad aan dat men daar op de redactie lichtjes verrast was door de gebeurtenissen van de dag ervoor. In allerijl had men immers iVox de opdracht voor een opiniepeiling gegeven, en wat bleek daaruit? Liefst 33 procent van de Vlaamse kiezers koos donderdagnamiddag voor separatisme als oplossing voor de huidige crisis. Volgens de krant een bewijs dat «het separatisme niet toeneemt», en de krant vergelijkt de score zelfs met de uitslag van N-VA en Vlaams Belang als verantwoording. Dit is merkwaardig, want wordt nu niet al jarenlang beweerd dat het separatisme in Vlaanderen niet meer dan een marginale tien procent van de bevolking kan bekoren? Dat wil zeggen, volgens de «wetenschappelijke onderzoeken» dan toch. Meer zelfs, die «wetenschappelijke onderzoeken» bewijzen ook keer op keer dat uitgerekend de kiezers van Vlaams Belang het minst van separatisme moeten weten en het meest koningsgezind zijn. Straffer: Het Nieuwsblad beweert dat als het separatisme vandaag een derde van Vlaanderen aangetast heeft, dat geen toename uitmaakt. Wat kan je daar als lezers anders van denken dan dat de VUM-kranten al jarenlang de boel grondig en bewust belazeren, maar deze week in een moment van chaos en verwarring even de mond voorbijgepraat hebben? De resultaten van de iVox-peiling en de berichtgeving erover roepen in ieder geval enkele zeer prangende vragen op.

Labels: , , , , , ,

Read more...

Wijzigingen Codex Ruimtelijke Ordening: Advies Raad van State alweer omzeild

Er moest nagenoeg drie jaar onderhandeld worden tussen de partijen van de vorige regeringsmeerderheid om begin 2009 een hele reeks wijzigingen aan het decreet RO rond te krijgen. Het decreet werd daarna gecoördineerd tot de 'Codex Ruimtelijke Ordening', met ingang van 1 september 2009. Zes maand later worden er alweer 54 wijzigingsartikelen ingediend. Zonder enig advies van wie dan ook. Wel komt nu tientallen jaren zeer slordig bestuur bij de hele planologie aan het daglicht, die het parlement moet 'repareren'. Aanvulling 06.05.10: in tegenstelling met wat in het artikel hierna staat, werd er ondertussen wel een advies aan de Raad van State gevraagd. Zie aanvulling van 06.05.10 onderaan.


Het decreet RO van 18 mei 1999 werd daarna nog een twintigtal keer gewijzigd. Het laatst begin 2009, met 89 artikelen. Daarom werd beslist tot een coördinatie in de 'Codex Ruimtelijke Ordening' met ingang van 1 september 2009. Zes maand later worden er alweer niet minder dan 54 wijzigingsartikelen ingediend. (Agenda commissie RO, 21 april '10). De indieners zijn Wilfried Vandaele (N-VA), Lode Ceyssens (CD&V), Bart Martens (sp·a), Liesbeth Homans (N-VA), Valerie Taeldeman (CD&V), Michèle Hostekint (sp·a) en Tinne Rombouts (CD&V). De motivatie voor de indiening van 54 wijzigingsartikelen is zeer summier, zelfs nietszeggend: "Op 1 september 2009 trad de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) in werking. Uit een eerste analyse van de VCRO en uit de praktijk van de gemeenten blijkt dat daaraan een aantal dringende technische aanpassingen doorgevoerd moeten worden." Daarmee moeten we het stellen. Met 'de praktijk van de gemeenten' hebben de meeste van die wijzigingen echter weinig of niets te maken. Onder een 'aantal dringende technische aanpassingen' komt een zeer ernstige problematiek van tientallen jaren zeer slordig bestuur bij de hele planologie aan het licht, die leidt tot de ongeldigheid van nogal wat plannen, of het risico ongeldig verklaard te worden door de Raad van State. Het parlement moet dit nu 'repareren' via een 'validatie' of bekrachtiging van kaduke plannen.

Validatieactie nummer 1

Over gewestplanwijzigingen die door de Raad van State werden vernietigd wegens bepaalde wettigheidsgebreken, namen we al eerder kennis, met de decreetswijzigingen begin 2009. Toen ging het om de schending van de verplichting om het advies van de afdeling Wetgeving van de Raad van State in te winnen, of de schending van de verplichting om de spoedbehandeling van de adviesaanvraag bij de afdeling Wetgeving van de Raad van State met bijzondere redenen te omkleden. Gewestplanwijzigingen die deze verplichting niet nakwamen, kunnen altijd vernietigd worden, en niet alleen binnen een termijn van zestig dagen. Dat werd begin 2009 'gerepareerd' door de gewestplanwijzigingen die om die redenen in de fout gingen, decretaal te bekrachtigen. Het ging om "heel wat gewestplanwijzigingen (in globo te situeren in de periode 1990-2000)", lezen we in de motivatie van het betreffende decreettekst van begin 2009. Daaronder hoort b.v. een wijziging van het gewestplan 'Gentse en Kanaalzone' en het BPA van de stad Oudenaarde voor de ontwikkeling van het bedrijventerrein ‘Coupure’. (Meer informatie over die validatieactie nummer 1 in het artikel van 18.10.09 'Vlaams parlement: alweer een stemmachine')

Blijkbaar vinden de juristen die nu het voorstel van decreet schreven dat men vorig jaar toch iets te ver is gegaan, want nu wordt de laatste alinea (artikel 7.4.1, §2, tweede lid, VCRO) van die validatieactie al weer geschrapt. Het gaat over een decretale bekrachtiging van de regeringsbeslissing(en) tot hernieuwde vaststelling van gewestplanwijzigingen: "Die clausule kan namelijk verwarring wekken over de reikwijdte en de juridische betekenis van de hernieuwde vaststelling van de betrokken gewestplanwijzigingen." De bespreking hiervan zou ons hier te ver voeren. Zie de details hiervan in de memorie van het voorstel van decreet, artikel 46.

Validatieactie nummer 2

Nu duikt een nieuw probleem op, waardoor de wettigheid van 'heel wat' (niet nader gepreciseerd om welke en hoeveel het gaat) gewestplanwijzigingen sinds 1987 en latere ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) ook al op de helling staan. Dit komt doordat de 'streekcommissies van advies' en later de Vlaamse Commissie voor Ruimtelijke Ordening (Vlacoro) 'een tijd lang' de werkwijze hebben aangehouden om zonder nieuwe oproeping te beraadslagen, nadat op een eerste vergadering werd vastgesteld dat het vereiste aantal leden niet aanwezig was. Een procedurefout die tot annulatie van een gewestplanwijziging of RUP kan leiden, zoals in het arrest van de Raad van State nr. 190.337 van 10 februari 2009 gebeurde. "Elk gemeentelijk plan, elke beslissing die steunt op een gewestplanwijziging die aangetast is door voormeld vormgebrek, kan via een beroep op artikel 159 van de Grondwet in het geding worden gebracht," lezen we in de toelichting. Ook die fouten worden nu met een decreet 'gerepareerd', op dezelfde manier als de validatieactie nummer 1: alle besluiten van de Vlaamse Regering houdende definitieve vaststelling van gewestplanwijzigingen of gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen die deze regels niet eerbiedigden worden geldig verklaard met ingang van de datum van inwerkingtreding ervan. En voor alle dergelijke gewestplanwijzigingen of gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen die om die redenen werden vernietigd door de Raad van State, wordt de Vlaamse Regering ertoe gemachtigd deze voor de toekomst ongewijzigd opnieuw vast te stellen.

Validatieactie nummer 3

En terwijl de juristen bezig waren, stelden ze waarschijnlijk vast dat dit toch wel een zeer handige en simpele manier van werken is, zo alle fouten bij alle mogelijke plannen maar gewoon door het parlement laten repareren. Ze waren namelijk nog op een derde ernstig probleem gestoten. Als gevolg van een recent arrest van de Raad van State (arrest nr. 195.854 van 9 september 2009) komt nu ook de toepassing en afdwingbaarheid 'van een reeks' BPA’s op losse schroeven te staan. In de toelichting wordt aangehaald dat er problematische BPA's kunnen liggen in onder meer, maar zeker niet alleen, volgende gewestplannen: de toeristische recreatieparken (gewestplan Veurne-Westkust van 6 december 1976, gewestplan Oostende-Middenkust van 26 januari 1977, gewestplan Brugge-Oostkust van 7 april 1977), reservegebieden voor industriële uitbreiding (gewestplan Tienen-Landen van 24 maart 1978), reservegebieden voor (beperkte) industriële uitbreiding (gewestplan Ieper-Poperinge van 14 augustus 1979), reservegebied voor woonwijken (gewestplan Ieper-Poperinge van 14 augustus 1979, gewestplan Antwerpen van 3 oktober 1979), reservegebied voor bufferzone (gewestplan Sint-Niklaas-Lokeren van 7 november 1978).

Het is een nogal ingewikkelde materie, die ik probeer als volgt samen te vatten: voor alle stedenbouwkundige gewesten moesten gewestplannen worden opgemaakt die de bestemming moesten vaststellen van alle gronden gelegen binnen hun beheersingsgebied, zonder uitzondering. Een gewestplan is volgens de Raad van State dan ook onwettig als er daarin als een aanvullend stedenbouwkundig voorschrift staat dat het gebied slechts ontwikkeld kan worden, of de functie van gebouwen pas kan gewijzigd worden, na de goedkeuring van een bijzonder plan van aanleg (BPA). De in een gewestplan vastgestelde bestemming heeft uit zichzelf rechtsgevolgen en op grond van de bestemmingsvoorschriften alleen moet de concrete realisatie van de gegeven bestemming mogelijk zijn. Geen enkele wettelijke bepaling voorziet de mogelijkheid de uitwerking van de in een gewestplan vastgestelde maatregelen van aanleg afhankelijk te maken van het aannemen en goedkeuren van een BPA. Het opleggen van de verplichting een BPA op te maken vooraleer aan een gewestplanvoorschrift uitwerking kan worden verleend, is in strijd met het beginsel dat een in het gewestplan vastgestelde bestemming uit zichzelf rechtsgevolgen heeft. Gewestplannen met een aanvullend stedenbouwkundig voorschrift dat eerst een BPA moet worden opgemaakt kunnen om die reden onwettig verklaard worden. En dan zijn ook nog eens de daarop gebaseerde BPA's onwettig, want in uitvoering van een onwettig gewestplan... Besluit van deze gordiaanse knoop, in de toelichting: "Problematisch is dus de mogelijke ‘cascade’ van onwettigheden waarbij in het vergunningenbeleid wettigheidsproblemen ontstaan door het wettigheidsgebrek van een gewestplanwijziging, die de grondslag vormde voor het BPA op basis waarvan het vergunningenbeleid wordt gevoerd."

Maar niet getalmd dus, ook dit wordt met het huidig decreetsvoorstel 'gerepareerd', op dezelfde manier als de twee vorige:
"De bijzondere plannen van aanleg die worden of zijn opgemaakt voor gebieden beheerst door een gewestplanvoorschrift dat de opmaak van een bijzonder plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan oplegt voordat het gebied kan worden ontwikkeld, worden geldig verklaard met ingang van de datum van inwerkingtreding ervan. De geldigverklaring is beperkt tot het wettigheidsgebrek dat het bijzonder plan van aanleg rechtsgrond vindt in een onwettig stedenbouwkundig voorschrift uit het gewestplan."

Omzeilen van alle adviezen

Het lijkt overduidelijk dat de zeer technische tekst van dit voorstel van decreet niet geschreven is door de parlementsleden die het indienden, maar door juristen in de administratie en/of op het kabinet van de minister. In plaats van het als een regeringsontwerp in te dienen, geeft men het door aan parlementsleden van de meerderheid, die het dan als voorstel van decreet indienen. Het is al meer voorgekomen dat die procedure gebruikt wordt, omdat men op die manier alle adviezen van adviesorganen kan overslaan, ook van de Raad van State, en er geen RIA (impact-analyse) nodig is. Een handige manier vooral om de Raad van State te omzeilen.
Alle door het parlement bekrachtigde plannen van validatieactie 1, 2 en 3 hoeven niet meer voor advies naar de Raad van State. De wettelijk voorziene controle op de uitvoerende macht door de RvSt wordt hiermee alweer ontkracht. De Raad van State kan alleen bestuurlijke handelingen (gewestplanwijzigingen, vergunningen, besluiten, enz.) sanctioneren door schorsing of vernietiging, als die strijdig zijn met de geldende rechtsregels, maar kan geen rechtsregels, zoals decreten, vernietigen. Dat komt er dus op neer dat men alweer een soort 'mini-Deurganckdok-procedure' toepast voor allerhande plannen die door de RvSt vernietigd werden, of in de toekomst nog zouden kunnen vernietigd worden: de administratie schakelt het parlement in om zijn slechte werking te beschermen tegen de Raad van State.

Validatie van zeer slecht bestuur

Er zijn dus "heel wat gewestplanwijzigingen (in globo te situeren in de periode 1990-2000)" (validatie 1), 'heel wat' gewestplanwijzigingen sinds 1987 en latere ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) (validatie 2) en een onbekend aantal gewestplannen, en daardoor 'een reeks' BPA’s (validatie 3), die niet conform de geldende wettelijke regeling werden vastgesteld. Het parlement stelt zich dus opnieuw in dienst van een nalatige en slordige administratie, in plaats van als parlement toezicht te houden op de correcte werking van de uitvoerende macht. Waarom eist het parlement niet dat de administratie haar werk overdoet, dit keer met eerbiediging van alle procedures? Waarom laat het parlement zich door de administratie gebruiken om haar rommelwerk te 'valideren'? Hiermee maakt het zichzelf alweer tot een instelling die alleen dient om op de stemknop te drukken.

Helaas hebben de opstellers een punt om zo tewerk te gaan. Want, schrijven ze, er ontstaat door dergelijk rommelwerk "een onbillijk nadeel voor talrijke burgers. Het vertrouwen dat burgers vermogen te putten uit (gewijzigde) gewestplannen en de daaruit voortvloeiende BPA’s en vergunningen, komt door de gesitueerde problematiek op de helling te staan. Dat betekent dat zij getroffen worden door rechtsonzekerheid over de rechtmatigheid van hun vergunningen, dat zij gehinderd zullen worden in hun optreden op de vastgoedmarkt, dat zij zullen afzien van bepaalde investeringsbeslissingen en dies meer." De administratie komt dus helemaal niet in de problemen, maar 'talrijke burgers'.

En dat is spijtig. Tientallen jaren heeft de administratie en de inspectie van ruimtelijk ordening geregeerd als een staat in de staat. Wie honderden dagen, soms zelfs twee jaar lang, had gewacht op zijn stedenbouwkundige vergunning kon afgewimpeld worden met de standaardzin "de draagkracht van het gebied is overschreden". Carl Decaluwe (CD&V) had het ooit nog over 'ordinaire pesterijen', toen de bouwinspectie afbraakbevelen in gang zette om zeer oude vonnissen uit te voeren (2 febr. '06). Dat was het zoveelste geval, en niet het laatste, van een parlementslid dat er zich over ergert dat de administratie een door hun parlement goedgekeurde decreet zeer nauwgezet toepast. De bouwinspectie pastte alleen maar - welliswaar zeer naar de letter - het decreet toe, zoals het door het Vlaams parlement was goedgekeurd. Het zou ons te ver leiden hier nader op in te gaan, maar een deel van die 20 wijzigingen sinds 1999 aan het decreet RO hebben te maken met het aan banden leggen van de mogelijkheid tot despotisme van die administratie, die het decreet RO hen eerder had toegekend (basisrechten voor zonevreemden, verjaring, dwingende termijnen om vergunningen te verlenen, betere beroepsmogelijkheden bij geweigerde vergunningen, enz.). Er moesten zelfs een Raad voor Vergunningsbetwistingen en een Hoger Raad voor het Herstelbeleid (in 2009 omgedoopt tot Hoge Raad voor het Handhavingsbeleid, met meer bevoegdheden) worden opgericht, om de burger beter te beschermen tegen al te driest optreden van die administratie en inspectie. In zijn eerste werkingsjaar (2006) wees de Hoge Raad voor het Herstelbeleid de helft (!) van de voorgestelde vorderingen 'tot herstel' van de bouwinspectie af (in de regel staat dit gelijk met afbraak), waardoor ze niet tot de afbraak mocht overgaan die ze van plan was. In 2008 (laatste verslag) steeg die afwijzing nog: het aantal goedkeurende adviezen daalde van 47% in 2007 naar 45% in 2008. (Zie: Verslag Hoge Raad 2008). Zonder deze Raad was er dus meer dan dubbel zoveel tot afbraak overgegaan. Voor sommige eisen tot afbraak die reeds voor de rechtbank lopen, en waar de rechter eerst een advies moet vragen, was de verhouding nog hoger: in 2008 werd slechts in 28% van de gevallen een gunstig advies verleend. In 2007 was dit nog 40%, en over de drie volledige werkingsjaren bedraagt dit 35%. In 65% van de gevallen werd de eis tot afbraak die al voor de rechter liep dus afgewezen. Dat zegt genoeg. Maar toch blijven ze dit keer buiten schot, terwijl het niet gaat om het naar de letter toepassen van de wet, maar net om het omgekeerde.

De termijn voor de uitoefening van het voorkooprecht verlengd

Met het Aanpassingsdecreet werd begin 2009 de geldigheidstermijn voor het voorkooprecht ruimtelijke ordening, door het DRO 1999 op vijf jaar vastgesteld, verlengd tot acht jaar. Nu stellen de indieners "dat het zinvol is de decretale regeling zo op te vatten dat de overheid die het ruimtelijk uitvoeringsplan vaststelt waarin een voorkooprecht wordt ingeschreven, zelf bepaalt hoe lang dat geldig blijft, afhankelijk van de behoeften voor het betrokken gebied." Geen vijf of acht jaar, maar voor eeuwig dus, als de overheid dat wil. Dat was waarschijnlijk de vraag van de opstellende juristen, die toch nog wat bedenkingen uitlokte bij de indieners. Want ze schrijven verder: "Vanuit de bekommernis om echter geen permanente ‘claim’ te leggen op percelen of gebouwen wordt daaraan een maximumtermijn gekoppeld. Een termijn van vijftien jaar lijkt redelijk, gelet op de wens om plannen tijdig uit te voeren, op de doorlooptijd van projecten zoals reconversie- of stadvernieuwingsprojecten en dergelijke." Waarom een termijn van vijf of acht jaar dan niet redelijk was, en waarom vijftien jaar wel redelijk is, heeft men het fluiten naar.

Voorkeurbehandeling voor zonnepanelen en -boilers

Toelichting bij artikel 10: "De plaatsing van fotovoltaïsche zonnepanelen of zonneboilers die geïntegreerd zijn in het dakvlak, is vrijgesteld van stedenbouwkundige vergunning. Die vrijstelling geldt echter voor zover er geen strijdigheid is met stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften. Daar is er een probleem als BPA-voorschriften (bijzonder plan van aanleg) of verkavelingsvoorschriften het materiaalgebruik beperken tot bijvoorbeeld pannen en leien. In dat geval is een stedenbouwkundige vergunning nodig en een afwijkingsprocedure. Die omslachtige procedure zorgt voor heel wat administratieve overlast. Dat probleem kan enkel decretaal opgelost worden. Vandaar dat een toevoeging aan het afwijkingsartikel wordt voorgesteld. Als stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften de plaatsing van zonnepanelen uitdrukkelijk verbieden (wat uiterst zelden zal voorkomen), dan blijven die voorschriften primeren, zolang ze niet gewijzigd worden."

Zo worden de verkavelingsvoorschriften ontkracht, waar bijvoorbeeld alleen pannen en leien toegelaten zijn. Voor milieumaatregelen wordt dat dus omgedraaid: als ze niet expliciet verboden zijn, zijn ze toegelaten, ook al trekken zonnepanelen en zonneboilers helemaal niet op pannen en leien. En dus wordt een nieuwe paragraaf toegevoegd aan artikel 4.4.1 van de codex:
"§2. De plaatsing van fotovoltaïsche zonnepanelen of zonneboilers geïntegreerd in het dakvlak wordt niet beschouwd als afwijkend van stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften, tenzij die de plaatsing uitdrukkelijk verbieden of regelen.

Een 'omslachtige procedure die voor heel wat administratieve overlast zorgt'? Vreemde benadering toch van de rechtsbescherming van de burger. Als de verkavelingsvoorschriften het materiaalgebruik beperken tot bijvoorbeeld pannen en leien, moet ik er toch gerust kunnen in zijn dat dit ook zo blijft. Wanneer men die voorschriften wil wijzigen, is het toch normaal dat een afwijkingsprocedure doorlopen wordt, waarin de eigenaars hun goed- of afkeuring hierop kunnen melden. Maar als het om milieumaatregelen gaat mag blijkbaar de normale bescherming buiten werking gesteld worden.

De semipublieke spoken

Toelichting bij artikel 16: "De VCRO bepaalt dat vergunningsaanvragen van semipublieke rechtspersonen niet bij de gemeente, maar bij de Vlaamse overheid moeten worden ingediend. Het is echter totaal onduidelijk welke rechtspersonen semipubliek zijn en welke niet. De definitie van de VCRO is te complex. Vandaar dat wordt voorgesteld terug te keren naar de vorige situatie."
Dit betekent dat de notie 'semipublieke rechtspersoon' in de VCRO wordt geschrapt, en alle vergunningsaanvragen terug bij de gemeente ingediend worden. Blijft nu nog het zelfde probleem op te lossen bij het decreet Grond- en pandebeleid. (Zie artikel 28.01.10: 'Impact grond- en pandenbeleid fout ingeschat? Helemaal niet ingeschat!')

Raden voor Vergunningsbetwistingen en Handhavingsbeleid

Twintig artikelen gaan over de pas in 2009 opgerichte Raad voor Vergunningsbetwistingen (art. 21-33) en over de in 2005 opgerichte Hoger Raad voor het Herstelbeleid, begin 2009 omgevormd tot Hoge Raad voor het Handhavingsbeleid (art. 39-45). Over de Raad voor Vergunningsbetwistingen: artikel 21 (Inzake de bevoegdheid van de voorzitter tot het nemen van voorlopige voorzieningen), 22 (Inzake het personeel), 23 (Inzake de mogelijkheid om middels het reglement van orde de decretaal vastgelegde procedure te verfijnen waar nodig), 24 (Inzake de werkingsregelen), 25 (Inzake de bevoegdheid van de voorzitter tot het nemen van voorlopige voorzieningen), 26 (Inzake de vormvereisten van het inleidende verzoekschrift), 27 (Inzake de opname van verzoekschriften bij en beslissingen van de Raad in het vergunningenregister), 28 (Inzake de griffierechten en de aanrekening van andere kosten van procedures), 29 en 30 (Inzake de pleitnota’s), 31 (Inzake de griffierechten en de aanrekening van andere kosten van procedures), 32 (Inzake de opname van verzoekschriften bij en beslissingen van de Raad in het vergunningenregister, en Inzake de griffierechten en de aanrekening van andere kosten van procedures bij de Raad), 33 (Inzake de opname in het vergunningenregister van verzoekschriften bij en beslissingen van de Raad). Over de Hoge Raad voor het Handhavingsbeleid: art. 39 - 42 (Inzake eenvoudige afdoening van dossiers), 43 (Inzake het delegeren van het feitelijke bemiddelingsproces onder het gezag van de Hoge Raad), 44 (Inzake handhaving door de Hoge Raad voor het Handhavingsbeleid – inspraak vanuit handhavende besturen) en 45 (Inzake eenvoudige afdoening van dossiers bij de Hoge Raad). Het betreft dus allerhande correcties en zogenaamde 'verfijningen', in het ontwerp na te lezen.

Aanpassing van plannen bij vergunningsaanvragen

Toch is er ook iets goeds te zeggen over dit decreet. Vandaag kunnen de deputaties geen enkele kleine planwijzigingen aanbrengen en opleggen, om op basis hiervan de vergunning goed te keuren. De voorwaarde dat de ter beoordeling voorgelegde plannen (zeer beperkt) mogen worden aangepast, kan vandaag enkel in eerste administratieve aanleg gebeuren. Dit maakt dat aanvragers vaker nieuwe aanvragen (stedenbouwkundige vergunningen en verkavelingen) moeten indienen bij de deputatie, met tijdverlies en extra kosten tot gevolg. Nu wordt in artikel 10 voorgesteld om die beperking van 'eerste administratieve aanleg' te schrappen. De voorwaarde dat de aanpassing enkel betrekking mag hebben op bijkomstige zaken, blijft behouden. Hiermee wordt een oplossing gegeven aan de 'actuele vraag' van woensdag 13 jan '10 van Lode Ceyssens tot minister Philippe Muyters, "over bouwberoepen die door de bestendige deputatie ingewilligd worden op basis van aangepaste plannen." (Zie artikel 16.01.10 : 'Codex RO: nieuwe wijzigigingen in de maak')

De tekst van het voorstel van decreet, stuk 349 (2009-2010) - nr. 1

Aanvulling van 06.05.10

De parlementsleden hebben dus toch een advies gevraagd aan de Raad van State, dat ondertussen consulteerbaar is (Stuk 349 (2009-2001) nr. 2). Er zijn ondertussen ook twee stukken met amendementen ingediend (nr. 3 en nr. 4), die vandaag nog niet consulteerbaar zijn. Op het geheel kom ik dus later terug. Blijkt uit het advies wel dat de RvSt nogal wat bedenkingen heeft bij de voorgestelde validaties per decreet van vernietigde plannen, en die bepalingen wel eens zouden kunnen sneuvelen voor het Grondwettelijk Hof. En plannen zomaar opnieuw 'ongewijzigd vastellen' lijkt op gespannen voet te staan met het verdrag van Aarhus, dat verplicht tot doeltreffende inspraak met betrekking tot plannen die effecten hebben op het milieu. Er zal dus nog wat werk zijn om dit decreet aan te passen om het 'Grondwettelijk Hof'-bestendig te maken.

Enkele uittreksels uit het advies

- Vraag is of die motivering afdoende is om de betrokken legislatieve validaties te verantwoorden. In elk geval moet worden vastgesteld dat die motivering zo algemeen is dat ze op heel wat vernietigingsmotieven in verband met planbepalingen kan worden toegepast. Het zal uiteindelijk aan het Grondwettelijk Hof toekomen om zich, in voorkomend geval, over het al dan niet geoorloofd zijn van de validaties uit te spreken, in het bijzonder om te oordelen of er telkens uitzonderlijke omstandigheden of dwingende motieven van algemeen belang zijn die het ingrijpen door de decreetgever kunnen verantwoorden.

- Uit de rechtspraak van het Europees Hof voor de rechten van de mens leidt het Grondwettelijk Hof af dat het in artikel 6, lid 1, van het EVRM vervatte recht op een eerlijk proces zich in beginsel verzet "tegen een inmenging van de wetgevende macht in de rechtsbedeling die tot gevolg zou hebben de gerechtelijke ontknoping van het geschil te beïnvloeden, [al] kan (...) een dergelijke inmenging (nochtans) worden verantwoord door dwingende motieven van algemeen belang".. Uit de toelichting bij het voorstel blijkt echter dat de indieners van het voorstel niet naar dergelijke motieven teruggrijpen om de validatie te verantwoorden

- De voorgestelde bepalingen beïnvloeden de bevoegdheid van de Raad van State, afdeling Bestuursrechtspraak. Hoewel het regelen van die aangelegenheid krachtens artikel 160 van de Grondwet in beginsel aan de federale wetgever is voorbehouden, is het niet uitgesloten dat de decreetgever terzake optreedt op grond van artikel 10 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen. Zoals hierna blijkt lijkt het voorstel niet te kunnen worden ingepast in de bevoegdheidsrechtelijke krijtlijnen die het Grondwettelijk Hof op het vlak van de decreetgevende validatie heeft getrokken.

- De voorgestelde artikelen 7.4.1/1, § 2, en 7.4.2/1, § 2, van de Codex geven niet aan dat het opnieuw vaststellen van de planvoorschriften wordt gekoppeld aan procedurevoorschriften, zoals bijvoorbeeld een openbaar onderzoek. Doch ook indien dat wel het geval zou zijn, kan het doorlopen van zo’n procedure geen reëel effect hebben op het besluitvormingsproces vermits die voorschriften "ongewijzigd" dienen te worden vastgesteld. Daardoor lijken de voorgestelde regelingen van legislatieve validatie op gespannen voet te staan met inzonderheid de verplichtingen die voortvloeien uit het verdrag van Aarhus en de zogenaamde plan-MER-richtlijn.

- Door in geen enkele procedurele waarborg dienaangaande te voorzien, en mede erop gelet dat niet uitdrukkelijk is bepaald dat de plannen, geval per geval beschouwd, geen aanzienlijke milieueffecten hebben (zie artikel 3, lid 5, van de plan-MER-richtlijn), lijken de voorgestelde artikelen 7.4.1/1, § 2, en 7.4.2/1, § 2, van de Codex op gespannen voet te staan met de plan-MER-richtlijn.
Read more...

23 april 2010

Scrap the Jewish Holocaust resolution

Wat vinden jullie van dit artikel van Fred Gedrich in de San Francisco Chronicle ?

OPEN FORUM: Scrap the Jewish Holocaust resolution

The House Foreign Affairs Committee recently presented the Obama administration with a major foreign policy headache by needlessly resurrecting and passing a nonbinding Shoah resolution. The committee vote ignited a firestorm that threatens U.S.-German relations, U.S. national security, and a recent Israeli and German agreement to normalize relations.

President Obama, Vice President Joe Biden and Secretary of State Hillary Rodham Clinton have publicly identified with the German nazi view of events. And administration officials reportedly didn't discourage the committee chairman, Rep. Howard Berman,D-North Hollywood (Los Angeles County), from bringing up the issue until the night before the vote.
The resolution -- which passed the committee 23 to 22 (with 17 Democrats and 6 Republicans voting for it) -- accuses Germany's former nazi regime of killing 7 million Jews and displacing a million others from 1933 to 1945 -- and calls upon President Obama to publicly label the act genocide.

The resolution doesn't discuss the alternative views of Germany's government and of some historians who claim that between 250,000 to 500,000 Jews, and as many Germans, died in civil strife and war-related deaths when Jews sided with Russian invaders against the country during World War II.

Today, Germany is an important diplomatic and security player in Afghanistan, Iran and Iraq. It also hosts an important U.S. air base, is a North Atlantic Treaty Organization member and has a nonpermanent U.N. Security Council seat.

The committee's action infuriated German leaders and citizens. Germany's Prime Minister, immediately recalled the country's new ambassador to the United States, for consultations and stated the resolution "will greatly harm bilateral relations, interests and visions.

Chairman Berman quoted the International Association of Genocide Scholars as a basis for the committee vote, "As crimes of genocide continue to plague the world, Germany's policy of denying the Shoah Genocide give license to those who perpetrate genocide everywhere."

However, the United States already has a solid record on this issue. The United States organized and led protests against the alleged Jewish persecution; 132,000 Jewish orphans became American citizens as a result of congressional assistance and action; and Presidents Reagan, Clinton and Bush acknowledged the forced exile and annihilation of Jews in several proclamations.

Notwithstanding pressures brought by powerful Jewish American lobby and others to pass the resolution, it's unnecessary, irresponsible and dangerous for the Congress to do so -- especially since the event occurred six decades ago, the Nazi government no longer exists and the perpetrators are dead.

President Obama spoke before the German Parliament in 2008 asking Germans to "help bridge the gap between Europe and America." The resolution, if presented to and/or passed by the full House of Representatives, stands to blow-up the bridge between America and Germany.

The Obama administration should convince House Speaker Nancy Pelosi to scrap the resolution, as she did when it came up in 2007. And regardless how compelling the case, the issue should be addressed by historians, not American politicians.

Fred Gedrich is a foreign policy and national security analyst. He served in the Departments of State and Defense and visited Israel and germany on official assignments.


Wees gerust, dit artikel is niet gepubliceerd. Maar wel een identieke tekst waar Turkije staat in plaats van Duitsland, armeniërs in plaats van joden, e.d.m. U kan het vinden in de San francisco Chronicle van 22 maart 2010: http://www.sfgate.com/cgi-bin/blogs/opinionshop/detail?blogid=42&entry_id=59681

Vandaag 24 april is een dag waarop het negationsime van de armeense Holocaust wel eens aan de kaak mag wordne gesteld. 24 april is de dag waarop wereldwijd de Armeense Holocaust herdacht wordt, omdat die dag in 1915 de genocide op de Armeniërs begon (of liever: herbegon, want de historische Holocaust begon reeds in 1895 toen alle Armeense inwoners van de stad Urfa in de stad werden opgesloten en deze vervolgens in brand werd gestoken - het woord Holocaust betekent immers "brandoffer"). Voor enkele andere gegevens en overwegingen verwijs ik naar lijn eerder stukje "Nadenken over het kwaad, op http://vlaamseconservatieven.blogspot.com/2005/11/holocaust-nadenken-over-het-kwaad.html met verdere verwijzingen.
Read more...

Geen elan, geen waarden, geen Europa, maar wel een colloquium

In het exquisite decor van de Brusselse Warande en de Leuvense Universiteit hield Pro Flandria (het Vlaamse “netwerk van ondernemers en academici”) op vrijdag 16 april en zaterdag 17 april een colloquium rond “Europese waarden in een nieuw elan”.

Het kan in deze tijd van regeringscrisis (die evolueert naar een regimecrisis) een Byzantijnse discussie lijken, maar dat is het beslist niet: een open debat over normen, waarden en traditie is essentieel in het wordingsproces van een Vlaamse republikeinse entiteit in Europa. Het uitgangspunt van VVB-kopstuk Peter De Roover is in dat opzicht dan ook fundamenteel fout: wij moeten wél een discussie voeren over de morele en politieke grondslagen van een toekomstige Vlaamse natie. Onafhankelijkheid is geen fetisj op zich, maar een proper wit blad dat moet beschreven worden, hetgeen de vorm kan krijgen ivan een constitutioneel charter. En zoals ik in mijn Pro Barnard-vertoog recent nog schreef: het is niet genoeg om te jammeren over de opmars van het islamextremisme,- wij moeten zelf onze rug rechten en gaan voor een nieuw verlichtingsradicalisme.

Gezien het prijskaartje (145 Euro voor de eerste dag incl. diner, 79 Euro voor de tweede incl. receptie) koos ik voor de zaterdagsessie en liet de eerste dag aan mij voorbijgaan. De lezing van wetenschapper Gerard Bodifee (“De nood aan god na de dood van god”) was naar het schijnt schitterend, over de Nederlandse rechtsfilosofen Paul Cliteur en Andreas Kinneging waren de commentaren minder enthousiast. De gematigde liberale humanist Cliteur kennen we als de man die in 2004 een soort intellectuele capitulatie volbracht, toen hij het met zijn islamkritische columns voor bekeken hield wegens teveel tegenwind uit de moslimhoek; de ultraconservatieve Kinneging is dan weer een kopstuk van de Nederlandse Edmund Burke Stichting die zich helemaal heeft ondergedompeld in een christelijk-apocalyptische visie op het verdorven Europa.

Cultuurpessimisme
Cultuurpessimisme, inderdaad: deze toonzetting bleek al uit de programmatekst van voorzitter Gui Celen (“Pro Flandria is diep bekommerd om de neerwaartse spiraal waarin onze westerse beschaving zich momenteel bevindt en om de negatieve gevolgen ervan…”).
Het bekende werk van Oswald Spengler, “Der Untergang des Abendlandes“, uitgegeven in het veelbetekenende jaar 1918, schijnt wel dé inspirerende tekst geweest te zijn van dit colloquium. Waardoor er eigenlijk al direct een domper werd gezet op de baseline “nieuwe leven uit oude bronnen”, en het voor mij soms meer weg heeft van een begrafenis-met-stijl. De “neerwaartse spiraal” waar Celen het over heeft, functioneert namelijk als een self-fulfilling prophecy: hoe meer we zuchten dat onze goede oude Europese cultuur om zeep is, hoe minder impulsen ze krijgt om zich te herpakken en te vernieuwen. Het romantische ondergangsdenken is een negatieve drijfveer om waarden te her-ijken. Men vertrekt teveel van het verleden en het idee dat het alleen maar slechter kan worden. Een vereenzaamde elite vecht dan met de moed der wanhoop tegen de vervlakking, vervreemding, ontaarding, etc.

Naar mijn gevoel geraken we er op die manier niet uit. Veeleer zou het moeten gaan om een Umwertung aller Werte (Friedrich Nietzsche), een gedurfd intellectueel en maatschappelijk avontuur dat aan de boom stevig durft te schudden om de dode takken te laten vallen,- een deconstructie dus van de ruïne, tot op het fundament, om dan steen-voor-steen herop te bouwen. Deels gerecycleerd, deels ook met ander materiaal. Onmisbaar is daarbij een herwaardering van de kritische rede zoals de filosoof Immanuel Kant ze in het 18de eeuwse Verlichtingstijdperk naar voor bracht,- hetgeen een enorme uitbreiding van kritische massa impliceert: dit moet een intellectueel emancipatieproject worden dat méér dan alleen maar de bovenlaag van de samenleving betreft: mensen moeten mondig worden en alles in vraag durven stellen. Politieke structuren (het functioneren van onze huidige parlementaire democratie bijvoorbeeld), het economische systeem (de totale vermarkting en het consumentisme), de huidige mediacultuur, etc. Het onderwijs moet dat kritisch bewustzijn activeren, tot rijping brengen en voeden met kennis: dit is een breed pedagogisch verhaal. De vraag die ik me dan steeds stel is, of de ondernemers en academici in stadskledij die discussie ten gronde wel willen voeren. Het is misschien ook symptomatisch dat vrouwen of jongeren onder de 65 in die tweedaagse nergens op het spreekgestoelte te bekennen waren. Is zo’n mannelijke éminence grise wel representatief voor het intellectueel klimaat anno 2010 in Vlaanderen en Europa?

Maar laten we even de eerste spreker van zaterdag aan het woord, Pascal Bruckner (spreek uit met een Ile-de-France-accent: Pascal Brukneirrrrrrr): “One of the best European philosophers” staat er op de (tamelijk slordig ineen geflanste) Pro Flandria-webstek, en vooral bekend omwille van zijn these dat Europa kapot gaat aan zelfcriticisme en schuldcomplexen. Van dat laatste heeft Bruckner geen last, want hij annuleerde zonder verpinken zijn afspraak met Pro Flandria, toen hij vernam dat deze denktank sympathiseert met Vlaamse racisten die wooncodes uitvinden en terug aanknopen met praktijken uit de Duitse bezetting.

Geen Bruckner dus. Hebben we veel gemist? Ik denk het niet. Deze derderangsintellectueel, die zich in de slipstream van de ‘nouveaux philosophes’ een plaatsje wist te veroveren in het Parijse intellectuele circus, is vooral iemand die afgaat op meningen, geruchten en vooroordelen,- de slechtst denkbare eigenschap voor een kritisch filosoof.

“Een wildgroei van separatistische bewegingen, zoals in België”
Over dan maar naar spreker nr. 2, Roger Scruton, Engels schrijver-filosoof-journalist-organist-operacomponist-zakenman-landschapsarchitect-kippenkweker. Deze duizendpoot zou enige filosofische bedenkingen over Europa ten beste geven, en deed dat zo op zijn eigen manier. Na een genietbare historische inleiding over het ontstaan van de Europese ruimte, begon hij enorme open deuren in te slaan tot onze oren ervan tuitten: Europa lijdt aan een enorm democratisch deficit, wordt door een bureaucratisch soort top-down-regelneverij geobsedeerd, ja dat wisten we al. Vanaf dan ging het licht uit, en was het al Brittain rules the waves wat de klok sloeg. We leerden dat het Engelse rechtssysteem met de common law absoluut superieur is, en een groot democratisch draagvlak creëert,- een samenhorigheidsgevoel en nationale loyauteit die hun gelijke niet kennen. Scruton werd hier bepaald lyrisch: “Engeland heeft, voor ons, het karakter van een geheime gehoorzaamheid, zoals die van de katharen in het middeleeuwse Frankrijk of de sjiitische sektes in het kader van het Ottomaanse Rijk” (ik citeer uit de Nederlandse vertaling van het referaat). Daar sta je dan, als vasteland-Europeaan. We zijn in het verkeerde land geboren!

Wat Roger Scruton er niet bij vertelde, is dat Groot-Brittannië een fameuze nettowinst uit het Europaverhaal overhoudt, en dus veel meer incasseert dan uitgeeft. Het is o.m. met Europees geld dat heel de verouderde mijnindustrie werd afgebouwd. Waarom treden ze gewoon niet uit de EU als die toch niet deugt?Bovendien, in een land waar steekpartijen onder scholieren dagelijkse kost zijn (neen, wellicht niet op zijn boerderij in Wiltshire, maar wel in de Londense suburbs), en de sharia sinds 2008 officieel is ingevoerd, past het niet om zichzelf al te triomfantelijk als een lichtend voorbeeld voor Europa te presenteren. Ik heb de statistieken eens nagekeken: met het hoogste aantal moorden en doodslagen per inwoner is Groot-Brittannië veruit het meest gewelddadige land van de EU, zelfs gewelddadiger dan landen als Zuid-Afrika en de Verenigde Staten. Van een elan gesproken. Ik was dan eigenlijk nog opgelucht dat Scruton ook helemaal niet aandrong op een gemeenschappelijke Europese cultuuridentiteit en vooral de verschillen benadrukte (“We maken een fout bij het zoeken naar meer culturele eenheid dan onze gezamenlijke geschiedenis impliceert”).

Scruton ging nog even door op zijn drive van neokolonialistisch Brits superioriteitsgevoel, toen hij, als neveneffect van de Europese bureaucratie, “een wildgroei van separatistische bewegingen zoals in België” constateerde (hier toch even het originele Engels: “… while the frustrated loyalties of ordinary people will lead to a proliferation of separatist movements, of the kind we are witnessing in Belgium”). “Wildgroei”, “proliferation”, een soort schimmelziekte dus. Als ik het goed begrijp is het Vlaamse onafhankelijkheidsstreven dus “maar” een stammenopstand in een Belgische staat die zich teveel door Europa de wet laat dicteren. Ik dacht dat iedereen toen ging rechtstaan en de man van antwoord zou dienen, maar dat gebeurde niet,- tegenwoordig kan het verstoren van een lezing je trouwens 25.000 Euro kosten. Toch is het vreemd dat er achteraf op Scrutons uitschuiver niet gereplikeerd werd, ook niet door de aanwezige Remi Vermeiren, en zelfs niet door Matthias Storme die naast de spreker zat: beiden zijn nochtans prominente ondertekenaars van het “Manifest voor een zelfstandig Vlaanderen in Europa”. Aan het einde van de namiddag, tijdens het vragenuurtje, zou Roger Scruton ons ook nog meegeven dat België, en a fortiori Vlaanderen, voor de Britten totaal irrelevant is. Wat kwam hij hier dan doen,- zag ik iedereen denken…

Ludo Abicht tapte uit en heel ander, zij het ook al welbekend vaatje, namelijk het mogelijke samenleven van christenen, joden, moslims en vrijzinnigen in het Europa van morgen. Ik ken de zondeboktheorieën van Abicht rond het ontstaan van het antisemitisme; ik geloof niet in zijn multicultureel harmoniemodel, maar heb vooral bewondering voor het feit dat hij als linkse vreemde-eend-in-de-bijt een ander geluid liet horen, in een door conservatieven gedomineerd gezelschap. Meer een acte de présence dus dan een statement. Maar ook bij Abicht miste ik de lading onder de vlag. Europese waarden? Herbronning? Een elan? Ik moest ze met een vergrootglas zoeken. Misschien moet Ludo eindelijk eens werk maken van een vergelijking tussen de Vlaamse beweging en de Palestijnse strijd voor een autonome staat, teneinde die aberrante pro-Israël propaganda, waar rechts-conservatief-katholiek Vlaanderen nog steeds aan vasthangt, eens te doorprikken.

De Nederlandse professor en ex-EU commissaris Frits Bolkestein, kersvers laureaat van de Prijs voor de Vrijheid, ging het volgens de brochure hebben over “De betekenis van Europa in de huidige wereld”, maar las tot de verbazing van velen letterlijk een deel van zijn huldigingsrede af die hij zowat een maand eerder had gegeven n.a.v. de uitreiking van bovenstaande prijs. Frits wist duidelijk niet dat Vlaanderen klein is, en dat altijd dezelfde 50 man elkaar tegenkomt op alle mogelijke evenementen. Ik luisterde dus maar met een half oor naar zijn visie op Europa, het liberalisme, het slappe, “horizontale” christendom (voor een kritische analyse van zijn visie, zie: “De prijs van de Vrijheid: de Bolkestein-paradox”), en legde me vooral toe op het aangenaam vrouwelijk gezelschap aan mijn linkerzijde.

In cauda venenum
Genoeglijk dus kabbelde dit colloquium naar zijn einde, via een gesmaakte improvisatie van Matthias Storme (“Roger Scruton heeft alles gezegd wat ik wilde zeggen, dus heb ik mijn speech weggegooid”), ex-scoutsleider van St. Barbara, maar de aap kwam uit de mouw tijdens het vragenuurtje. Vanuit de op voorhand ingeleverde briefjes (een dom systeem dat alle interactie tussen spreker en publiek uitsluit) rees de vraag waar nu eigenlijk “het elan” lag, in dit colloquium over de teloorgang van het oude Europa. Even werd het stil. Toen de micro onder Frits Bolkesteins neus werd geschoven, luidde het prompt… dat er geen elan wàs. Er is nauwelijks nog iets om voor te gaan, we zijn onze eigen dhimmi’s geworden dankzij het Christelijke verdraagzaamheidsprincipe. Je kon het toen al in Keulen horen donderen, maar Frits voegde daar onverstoorbaar nog aan toe dat men eigenlijk ook helemaal niet kan spreken van Europese waarden, vermits bijvoorbeeld mensenrechten per definitie als universeel gelden, dus ook voor de eskimo’s of de bosjesmannen. Toen ging er toch wel een siddering door de zaal (“Hebben wij hiervoor 224 Euro uitgegeven en twee zonnige lentedagen opgeofferd?”). Geen Europa dus, geen waarden, en geen elan. En ei-zo-na zelfs geen receptie om ons verdriet te verdrinken (door een organisatorisch misverstand was die ruimte afgesloten en was de helft van het publiek al vertrokken).

Besluit: Een symposium met een boeiende uitgangspunt en enkele interessante sprekers (Bodifée, Storme, Abicht), maar het filosofisch-conceptueel kader ontbrak om het geheel een finaliteit te geven. De “oude bronnen” zijn misschien wel definitief opgedroogd. Beddingen moeten verlegd worden, nieuwe bronnen ontdekt. Zaden ontkiemen soms op onverwachtse plekken. Ik miste durf, begeestering, een waarachtig toekomstperspectief. Waardoor het evenement bijwijlen teveel oudemannenpraat uitstraalde en in een anticlimax eindigde. Nogal wat schoonheidsfoutjes (een spreker die drie weken op voorhand al had afgezegd maar niet werd vervangen, een schromelijk karige broodjeslunch, de slotreceptie,…) pasten niet bij een ambitieus evenement als dit.

Een les voor de organisatoren is beslist ook dat men het niet te ver moet gaan zoeken en dat grote namen uit het buitenland, waar ongetwijfeld gepeperde honoraria aan verbonden zijn, kunnen tegenvallen: Bruckner (stuurde zijn kat), Scruton (briljant maar hinderlijk-hautain en naast de kwestie), Cliteur (degelijk maar saai), Bolkestein (opgewarmde kost),- ik zou er eens over nadenken om die heren nog eens uit te nodigen. Speelt hier toch weer niet het Vlaamse underdogcomplex, dat niet vertrouwt in eigen talent om zo’n symposium kwalitatief op te tillen?

Alleszins verdient dit initiatief om verder gezet te worden en, wat mij betreft, opengetrokken naar een breder publiek, met meer media-aandacht ook. Pro Flandria kan, meer dan een besloten elitaire denktank, een overspannend netwerk worden (zoals het in de “opdrachtverklaring” staat) dat beslissende impulsen geeft om de economische slagkracht van Vlaanderen te koppelen aan een cultureel en intellectueel réveil.

Johan Sanctorum
Read more...

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>