16 oktober 2011

Het Vlinderakkoord, een gemiste kans op communautaire pacificatie in BHV

Na meer dan 400 dagen onderhandelen hebben de 8 partijen een akkoord afgesloten over de 6e Belgische Staatshervorming, het vlinderakkoord. De onderhandelaars hebben getracht om tot een eerbaar compromis te komen om het communautaire conflict in BHV te pacificeren alsook de Belgische Federale Staat voorts te hervormen.

De nadruk in dit artikel ligt bij de pacificatie van het communautaire conflict in BHV. Om tot een pacificatie te komen moet men duidelijkheid scheppen rond de territoriale indeling en duidelijke duurzame spelregels vastleggen die de territoriale indeling bevestigen, niet ondermijnen. Uitzonderingsmodaliteiten kunnen blijven bestaan, maar worden best weggewerkt. Hoe men ook tot een oplossing komt moet er sprake zijn van gelijkheid onder burgers.

Het communautaire conflict BHV.

In het geval van het communautaire conflict in BHV gaat het om het verduidelijken van de indeling in taalgebieden, specifiek het toebehoren van Halle Vilvoorde tot het ééntalig Nederlandstalig taalgebied terwijl 'Brussel' - zijnde de 19 gemeenten van het Hoofdstedelijk Gewest - behoren tot het tweetalig taalgebied. Het communautaire probleem van BHV draait namelijk rond de gevolgen van de overloop van het tweetaligheidsstelsel in het ééntalig Nederlandstalig taalgebied, voornamelijk door de stadsvlucht uit de Brusselse gemeenten naar Vlaams grondgebied. Deze stadsvlucht versterkt de druk op het ééntalig taalgebied door het toenemend aantal Franstalige inwoners die verhuizen naar de regio Halle-Vilvoorde. Een pacificerende oplossing moet trachten de integriteit van het ééntalig Nederlandstalig taalgebied te vrijwaren, rekening houdend met de Gelijkheid der Belgen.

Via het vlinderakkoord voert men als 'compensatie' een hele resem uitzonderingsbepalingen in, die net die territoriale indeling in taalgebieden niet verduidelijken maar verder ondermijnen. De uitzonderingsmodaliteiten kan men indelen in drie types naargelang het territoriaal gebied waarop ze betrekking hebben, in casu type 'Halle Vilvoorde'; type 'de zes' Vlaamse taalfaciliteitengemeenten (voortaan de Zes) gelegen rondom het tweetalig taalgebied en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (Drogenbos, Kraainem, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode, Wemmel, Wezembeek-Oppem) en als derde type 'le très grand Bruxelles' dat heel het grondgebied van BHV (en meer) beslaat.

Uitzonderingsbepalingen 'Halle Vilvoorde'.

Dit type aan uitzonderingsbepalingen kan men terugvinden bij de keuze voor gecoöpteerde Senatoren en de 'splitsing' van het Gerechtelijk Arrondissement BHV. Wat ze gemeenschappelijk hebben is dat ze de ééntaligheid van het Nederlandstalig taalgebied in HV ondergraven.

  • Een Franstalige gecoöpteerde Senator zal onrechtstreeks tot de Senaat verkozen worden via de gemeenschapsverkiezing aangevuld door reststemmen uit de Kamerverkiezing. Dit druist in tegen de indeling in taalgebieden (4GW) in relatie met de verdeling van de gemeenschapsbevoegdheden (127GW), alsook in relatie met de territorialiteit van het Vlaams Gewest (5GW).


Het is een uitzonderingsbepaling uitsluitend ten bate van de Franstalige gecoöpteerde Senatoren zonder enige wederkerigheid voor de Nederlandstalige gecoöpteerde Senatoren. Geen enkele Nederlandstalige gecoöpteerde Senator kan genieten van reststemmen afkomstig uit het Waals Gewest, terwijl een Franstalige gecoöpteerde Senator wel kan genieten van reststemmen uit het Vlaams Gewest dankzij de kieskantons Halle Vilvoorde, die toebehoren tot de provincie Vlaams Brabant op zich onderdeel van het Vlaams Gewest (5GW). (NL: Vlaams Gewest + Brussels Hoofdstedelijk Gewest. FR: Waals Gewest + Brussels Hoofdstedelijk Gewest +HV uit Vlaams Gewest). Het hanteren van de reststemmen uit de Kamerverkiezing staat haaks op de bedoeling van een gemeenschapsvertegenwoordiging via de Senaat.

Het hanteren van de reststemmen (Kamer) uit Halle Vilvoorde voor Franstalige gecoöpteerde Senatoren ondermijnt de ééntaligheid van Halle Vilvoorde. Halle Vilvoorde behoort exclusief toe tot het ééntalig Nederlandstalig taalgebied gezien de indeling in taalgebieden (4GW) en de verdeling van gemeenschapsbevoegdheden (127GW). Kortom, een gemeenschapssenator kan niet gecoöpteerd worden door reststemmen uit kieskantons die exclusief toebehoren tot het grondgebied van een andere gemeenschap. Hiermee ondermijnt men de ééntaligheid van HV.

  • De splitsing van het Gerechtelijk Arrondissement is eigenlijk een ontdubbeling waarbij Franstalige rechtbanken nog steeds bevoegd blijven voor heel het arrondissement Brussel Halle Vilvoorde. De 8 onderhandelaars splitsen het parket in een Brussels en een parket HV, maar detacheren automatisch ook Franstalige tweetalige magistraten tot het parket van Halle Vilvoorde.


Een Franstalige rechtbank die bevoegd blijft voor een taalgebied-overschrijdend gerechtsgebied is en blijft strijdig met de indeling in taalgebieden (4GW), zelf al stipuleert men in 30GW dat een wet het taalgebruik in gerechtszaken regelt. Een wet kan niet ingaan tegen een grondwetsartikel, aldus moet zij rekening houden met 4GW.

Een anderstalige of tweetalige rechter in hoofdzaak van Franstalige taalrol kan niet bevoegd zijn voor zaken uit ééntalig Nederlandstalig taalgebied zoals Halle Vilvoorde, tenzij er sprake is van een overheveling van de gerechtszaak zoals dit mogelijk is binnen het kader van de wet inzake taalgebruik in gerechtszaken van 15 Juni 1935. Hetzelfde geldt voor de Franstalige tweetalige magistraten gedetacheerd bij het Parket van Halle Vilvoorde. Zij moeten hun werk uitsluitend in het Nederlands verrichten. Kortom, men maakt gebruik van het tweetalig taalgebied om het ééntalig Nederlandstalig taalgebied te ondermijnen.

Uitzonderingsbepalingen 'de Zes'.

In het vlinderakkoord komen uitzonderingsbepalingen ter sprake die uitsluitend betrekken op de Zes. Het gaat om compromissen rond de splitsing van het kiesarrondissement BHV, de benoeming van de niet-benoemde burgemeesters uit de Zes en het taalgebruik bij de beroepsprocedure bij Raad van State door inwoners uit de Zes.

  • Als compensatie voor de zuivere splitsing van de kieskring BHV zijn de 8 onderhandelaars overeengekomen een uitzonderingsmodaliteit in te voeren zich beroepend op het arrest v/h Grondwettelijk Hof. Er komt een apart kieskanton bestaande uit de Zes waarin kiezers zullen kunnen kiezen tussen stemmen voor de kieslijst uit Brussel-Hoofdstad of de Vlaams-Brabantse kieslijst.


Een uitzonderingsmodaliteit is mogelijk, dat hebben we al gezien bij de taalfaciliteitengemeenten als uitzondering op 4GW (indeling taalgebieden), maar moet wederkerig zijn. De Gelijkheid der Belgen mag niet geschonden worden, daarom dat het GW hof stipuleerde dat men rekening dient te houden met de gewettigde belangen van de Franstaligen EN Nederlandstaligen uit die vroegere provincie.

Het is duidelijk dat de uitzonderingsmodaliteit in dit geval enkel de belangen van de Franstaligen behartigd. Het zijn de kiezers van Franstalige taalrol die willen blijven stemmen voor Brusselse kieslijsten onder de noemer 'vrijwaring van rechten'. Het zou enigszins evenwichtiger zijn mochten de Vlamingen in het tweetalig taalgebied een gelijkaardige keuze mogen hebben, zodat zij kunnen kiezen voor de Vlaams-Brabantse kieslijsten. Het probleem is dat dit systeem één van de Grondwettelijke bezwaren van het GW Hof niet verhelpt, met name de bezwaren rond de verdeling van de Kamerzetels in verband gebracht met 63GW. De vooropgestelde uitzondering is niet wederkerig en lijkt mij ook niet evenredig.

De vraag stelt zich wat het Grondwettelijke Hof eigenlijk bedoelde met 'gewettigde belangen van Franstaligen & Nederlandstaligen uit die vroegere provincie'. Ik vermoed dat het GW Hof alludeerde op de vroegere lijstverbintenis, de apparentering tussen de 'oude kieskringen' destijds onder de provincie Brabant (Leuven, BHV, Nijvel). Hiermee werden de reststemmen uit andere kieskringen gerecupereerd om alsnog een Kamerzetel toe te kennen aan politici die net onvoldoende voorkeurstemmen hadden. Het Vlinderakkoord sluit apparentering net uit. De manier waarop de 8 onderhandelaars dit geïnterpreteerd hebben dient enkel het belang van de Franstaligen territoriaal beperkt tot de Zes, de belangen van de overige mensen binnen BHV worden niet behartigd. Logisch gevolg zou zijn dat de gewettigde belangen van Franstaligen & Nederlandstaligen niet werden behartigd, aldus is er geen sprake van Gelijkheid der Belgen.

  • Tegelijk voert men een wijziging door inzake administratieve geschillen vanwege inwoners uit de Zes. Voortaan zal hun zaak voorgeleid/behandeld worden bij/door de Algemene Vergadering (bestuursrechtspraak) van Raad van State indien het geschil gebiedsgebonden is tot de Zes, ipv/e ééntalige Nederlandstalige Kamer van RvS. Hetzelfde geldt voor de procedure tegen de niet-benoeming van een kandidaat-burgemeester uit de Zes door de Vlaamse overheid.


Hiermee onttrekt men de bevoegdheid van een ééntalig Nederlandstalige Kamer om ze over te hevelen naar een paritair samengesteld tweetalige vergadering, waarbij de taalrol roterende Voorzitter een beslissende stem heeft bij staking van stemmen. Opnieuw tracht men het tweetaligheidsstelsel te implementeren in ééntalig taalgebied. Dit komt neer op een inbreuk op de indeling in taalgebieden (4GW), gezien de Zes nog steeds behoren tot het ééntalig taalgebied rekening houdend met de status van taalfaciliteitengemeente.

De Zes maken nog steeds deel uit van de Provincie Vlaams-Brabant, dat territoriaal toebehoort tot het Vlaams Gewest (5GW), gewest dat een ééntalige Nederlandstalige bestuursentiteit is. De uitzonderingsmodaliteit richt zich uitsluitend op administratieve geschillen uit het Vlaams Gewest, hiermee voert men een juridische ongelijkheid in tegenover administratieve geschillen uit het Waals Gewest. Een verdere schending van de Gelijkheid der Belgen schuilt eveneens in het feit dat deze uitzonderingsmodaliteit uitsluitend van toepassing is in de Zes ipv alle taalfaciliteitengemeenten in het Rijk.

Men stelt - in mijn ogen - de Nederlandstalige administratieve rechtcolleges wel degelijk in vraag gezien hun bevoegdheid in de Zes quasi automatisch overgeheveld zal worden naar de Algemene Vergadering (waarborgen, rechtstelsels en taalrechten verbonden aan 'randgemeenten') zonder voorafgaande appreciatie.

Het valt op dat dit type van uitzonderingsmodaliteiten slechts betrekking hebben op 6 van de 7 taalfaciliteitengemeenten in Halle Vilvoorde, terwijl de Franstaligen uitzonderingen eisten ter bescherming van 'de rechten van alle Franstaligen' in heel Halle Vilvoorde. De taalfaciliteitengemeente Bever ligt in de periferie van Halle Vilvoorde, veilig ver weg van het 'Brusselse' tweetalig taalgebied.

Niettemin ondergraven deze uitzonderingsmodaliteiten de ééntaligheid van het Nederlandstalige taalgebied en schenden ze de Gelijkheid der Belgen. Meer nog, ze richten zich op gemeenten nabij/aangrenzend het tweetalig taalgebied met een specifiek statuut dat reeds een uitzondering vormt op de Nederlandstalige ééntaligheid.

Uitzonderingsbepaling 'le très grand Bruxelles'.

  • Nieuw in het Belgische institutionele labyrint is de oprichting van een Hoofdstedelijke Gemeenschap. Het zou een nieuw overlegorgaan moeten vormen om 'Brussel' beter te verbinden met haar 'hinterland'. Uit het Vlinderakkoord kan men opmaken dat het de doelstelling is om samenwerkingsverbanden tussen het Vlaams, het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest samen te brengen in één officieel overlegorgaan. Een overlegorgaan dat minstens een adviserende rol krijgt in Gewestelijke bevoegdheden die zich afspelen buiten de territoriale beleidsbevoegdheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.


Het voornaamste probleem is dat de term Gemeenschap reeds een betekenis heeft binnen het Belgische Staatsbestel. Een gemeenschap oefent de persoonsgebonden bevoegdheden uit overgeheveld door de Federale overheid (BE GW). De benaming gemeenschap is indicatief dat men meer beoogt dan louter een overlegorgaan.

De gehanteerde verwoordingen in het vlinderakkoord verduidelijken dat het hoofdzakelijk gaat om een relatie tussen 'Brussel en haar hinterland'. Impliceert dat het grondgebied van het Vlaams en Waals Gewest rondom het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (2talig taalgebied) 'natuurlijk' zou moeten vertoeven in de invloedssferen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dit kan niet bevorderlijk zijn voor de verduidelijking van de bestaande territoriale indeling en is indicatief voor een bedreiging voor de territoriale integriteit van het Vlaams en het Waals Gewest.

Het is duidelijk dat de Hoofdstedelijke Gemeenschap een institutioneel vehikel dient te zijn waarmee het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zich kan bemoeien met beleidsbeslissingen van het Vlaams Gewest en van het Waals Gewest. Het vlinderakkoord stipuleert niet welke 35 gemeenten het beoogde 'Brusselse hinterland' vormen, buiten dat het zou gaan om gemeenten van het Vlaams e/h Waals Gewest.

Eindconclusie.

Het lijkt mij duidelijk dat het vlinderakkoord de bestaande interne territoriale afbakening, zijnde de indeling in taalgebieden (gewesten & gemeenschappen), niet herbevestigen noch verduidelijken. Het tegendeel is waar, door de invoering van allerhande uitzonderingsmodaliteiten dewelke quasi uitsluitend een impact hebben op het ééntalig Nederlandstalig taalgebied (Halle Vilvoorde of de Zes). Quasi uitsluitend omdat de Hoofdstedelijke Gemeenschap zich ook richt op Waalse gemeenten. Aldus concludeer ik dat het vlinderakkoord geen aanleiding zal geven tot een pacificatie van het communautair (territoriaal) conflict in BHV.

De hierboven vermelde uitzonderingsmodaliteiten stellen systematisch het ééntalig Nederlandstalig taalgebied in Halle Vilvoorde in vraag, met uitzondering van de Hoofdstedelijk Gemeenschap. Het valt te vrezen dat de focus op 6 specifieke Vlaamse taalfaciliteitengemeenten aanleiding zal geven tot een volkomen apart statuut, waardoor ze steeds meer een overgangsgebied vormen tussen het ééntalig Nederlandstalig en het tweetalig taalgebied.

Het Vlinderakkoord zal hoegenaamd de verfransing van de Vlaamse Rand rond Brussel niet stoppen, ook hiermee dient men rekening te houden. Het valt te verwachten dat de politieke druk op het ééntaligheidsstatuut van de HV-gemeenten de komende jaren zal toenemen door de toenemende verfransing, hetgeen zich vertolkt in een bedreiging voor de territoriale integriteit van het Vlaamse Gewest. Mijn vrees is dat de Zes door de toenemende verfransing en bijhorende politiek-communautaire druk uiteindelijk zullen overgaan tot het tweetalig taalgebied als onderdeel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Ik verwacht dat diverse betrokken partijen een grondwettelijke toetsing zullen eisen voor de hierboven vermelde uitzonderingsmodaliteiten. Het is mijn verwachting dat geen van deze een grondwettelijke toetsing zullen doorstaan. Gezien de gevoeligheid van het communautaire conflict in BHV en de traagheid van de politieke wereld om wetgevend te reageren op de Arresten van het Grondwettelijk Hof zal het wellicht 10 jaar duren voordat we opnieuw in een gelijkaardige patstelling terecht komen. Weliswaar in een andere geopolitieke context door de verfransing en het institutionele kaderwerk van het vlinderakkoord.

Labels: , , , , , ,

Read more...

7 oktober 2011

Lezers over de Vlaamse kwestie

Ooit op een debat over de Belgische stammentwisten pleitte een flamingant voor een nieuwe staatshervorming. Niet-flamingant mr. Fernand Keuleneer wees er fijntjes op dat bij elke vorige staatshervorming de Vlamingen terrein verloren hebben. En dan fel: “God beware ons voor nóg een staatshervorming!” Helaas, er is er nu weer één, volgens Alexander De Croo zelfs de grootste ooit.




Qua algemene strekking is deze weer hetzelfde als elke vorige: wat de Vlamingen “binnenhalen” zijn brokken grotere autonomie die evengoed aan de Franstaligen toevallen, maar waarvoor zij wel een prijs aan diezelfde Franstaligen betalen. Een nadere ontleding van de bereikte akkoorden laten we over aan wie zich dieper in het dossier ingewerkt heeft; maar dat de Vlaamse onderhandelaars niet gewonnen hebben, zoals zijzelf beweren, ligt er vingerdik bovenop. Zoals hun voorgangers laten de jonge Vlaamse partijvoorzitters zich bij de neus leiden.

Zij worden daarin door een onbekend maar groot percentage van de Vlaamse bevolking gesteund. Je ziet die anti-Vlaamse Vlamingen aan het woord op de discussieforums van de kranten in antwoord op Vlaamsgezinde opiniestukken. Neem nu “Van propere, vuile en slappe was” (DS, 16-9-2011) door Jean-Pierre Rondas, dat het BHV-akkoord als “voor Vlaanderen aan alle kanten negatief” beoordeelt.



Dieptepsychologie

De meeste pro-België lezers vinden argumenteren niet nodig, en enkelen zeggen dat ook meteen: “Zaag, zaag, zaag. En te zeggen dat ik vroeger respect had voor monsieur Rondas.” Of: “Volksverlakkerij eerste klas. Flauw en onbetamelijk. Weg met dat gezwans.”

Enkelen rechtvaardigen dat met een gratis psychoanalyse: “Beste mijnheer Rondas, ik zie uw tunnelvisie en uw vijandsdenken.” Ontevreden Vlamingen geven slechts uiting aan “een verslaving aan ongenoegen omwille van het ongenoegen”. Dat er eigenlijk helemaal niets te discuteren valt, hier dus wegens geestelijke stoornis van de dissident, is een typische eerste verdedigingslijn van een belegerd regime.

Volgens nog zo’n dieptepsycholoog “gaat het in de 'eisen' van de Vlaamse beweging en de partijen met uitgesproken Vlaams profiel duidelijk en uitsluitend om revanchisme en rancune, en dan nog van het domme soort: vanuit de nulsom-gedachte: 'Wat de anderen hebben aan geluk, aan inkomen, aan succes, dat kan niet anders dan van 'ons' zijn afgenomen'.” Welja, en alwie een klacht gaat neerleggen wegens diefstal, doet dat alleen uit ziekelijke afgunst jegens de o zo succesvolle inbreker.

De meesten halen Vlaanderen en België door elkaar, bv.: “Het Belgisch compromis is geven en nemen.” Preciezer: het is Vlaams geven en Franstalig nemen. Het Franstalige geven, zeker juist in het BHV-akkoord, komt neer op: minder nemen dan eerst geëist. Iemand citeert Jan De Volder (Tertio): “Eén ding doen weinigen ons na: voor onze conflicten tussen meerderheden en minderheden is geen druppel bloed vergoten. (…) Dat heet beschaving.” De bevoordeelde partij heeft natuurlijk geen reden om bloed te doen vloeien. De benadeelde partij, die indien Iers of Baskisch wel naar de wapens had kunnen grijpen, dié geeft inderdaad blijk van beschaving door het bij woorden te laten. Maar dat zijn niet de Belgen, wel de Vlamingen. De belgicisten geven eigenlijk ook toe dat de geweldloosheid in hun eigen kamp niet onvoorwaardelijk is, want zij waarschuwen voor “de finale botsing waarvan u het einde niet kent”.

Weg met ons, zo adviseren zij: “In plaats van zich te fixeren op die paar vierkante km Vlaamse grond hadden de Vlamingen veel beter de faciliteitengemeenten afgestaan aan Brussel in ruil voor een ruime staatshervorming.” Natuurlijk, elke Vlaamse toegeving was altijd al de laatste, ook deze weer.

Vlamingen wilden altijd al liever hun hemel verdienen dan hun rechten te verdedigen. Vandaag is die eeuwige zaligheid als ersatz voor aardse rechtvaardigheid vervangen door een schouderklopje van de media, maar één belgicist beveelt toch nog aan “te bidden voor inzicht, en als het even kan, (...) te bidden voor je vijanden”. Mooi zo, maar zijn terreinkennis is wat minder: “Zich aanpassen is voor een mens wel degelijk altijd moeilijk. U wil anderen opleggen wat u zelf niet wil doen.” Integendeel, de Vlamingen hebben op Franstalig grondgebied altijd wel gedaan wat zij van de Franstaligen in de rand vragen, namelijk zich aanpassen.


Splinter

Opvallend maar niet verrassend is de politieke onnozelheid van deze Vlamingen. Moedwillig oppervlakkig weigeren zij de feitelijke implicaties van de fraaie teksten te zien: “Geen onzin vertellen a.u.b. Er worden geen faciliteitengemeenten overgeheveld naar Brussel.” Zo knijpt iemand zijn ogen toe voor de strategische diepte van het Franstalige project van de “metropolitane regio”: “U hoeft zich geen zorgen te maken, de 'hoofdstedelijke gemeenschap' heeft hoogstens een adviserende rol over zaken als mobiliteit etc.” Welja, over de faciliteiten van 1963 hoef je je geen zorgen te maken, zij dienen alleen om de Franstalige inwijkelingen te helpen om zich te integreren, niet? Iemand ziet in dit akkoord zelfs de kiem van een Vlaamse expansie: “En vice versa natuurlijk, de Vlamingen hebben dan ook een poot in het al even rijke 'Frans Brabant'.”

En steeds weer splinters in het Vlaamse oog vinden maar niet de balk in het Franstalige: “De 'taalfierheid' waar u het over heeft is een laat-romantisch begrip. Het is achterhaald.” Terwijl het hele probleem er maar is omdat de Franstaligen zulke buitensporige “taalfierheid” ten toon spreiden, niet tijdens de Romantiek maar vandaag.

Eén veelgehoorde stelling zou echter juist kunnen zijn: “De waarheid is dat het akkoord over BHV voor de meeste mensen perfect aanvaardbaar is.” En dat “er geen democratische meerderheid bestaat om het land te ontbinden”. Die liefde voor de democratie is wel erg selectief: er bestond in het parlement een democratische meerderheid (Vlamingen minus Groen!) om BHV te splitsen, maar dat is wegens de Belgische grendels niet doorgegaan.

Doordat de meeste Vlamingen geen eigen ervaring hebben met de Belgische politiek, die hen al zolang als kinderen behandelt dat zij zichzelf als kinderen gaan gedragen, kunnen zij zich blijven wijsmaken dat het probleem België maar een kunstmatige obsessie van een zootje caractériels moet zijn. Laat hen door volkssoevereiniteit eigen ervaring opdoen met de Belgische politiek, en zij zullen beter weten.

Labels: , , , ,

Read more...

5 oktober 2011

Gerechtelijk Arrondissement BHV gesplitst op eigen wijze.

Er is een akkoord rond de 'splitsing' van het Gerechtelijke Arrondissement BHV. Samengevat zitten er - zover geweten - drie elementen in dit akkoord: een splitsing van het BHV-parket in een Brussels en een HV-parket. Een nieuwe taalverdeling en definitieve opsplitsing van de Brusselse rechtbanken per taalrol. Als laatste (gekend) toemaatje: een verdere aanpassing van de taalregeling inzake overheveling naar andere rechtbank voor burgerlijke zaken.

Splitsing der Parketten.

Er komt een apart parket voor Halle Vilvoorde los van het Brusselse tweetalige parket. 5 à 6 tweetalige (Franstalige) magistraten zullen gedetacheerd worden naar het Nederlandstalige parket van Halle Vilvoorde, "die ingezet worden wanneer twee Franstaligen juridisch tegenover mekaar staan." (DS ,5 okt 2011). In de volksmond zou men zeggen 'de truc met de duif'.

Dat is een uitzonderingsregel uitsluitend voor Halle Vilvoorde, uitsluitend ten behoeve van Franstalige Belgen dat in mijn ogen indruist tegen 10GW (Belgen zijn gelijk voor de Wet) alsook de indeling in taalgebieden (4GW) rekening houdend met 30GW.

Die tweetalige (Franstalige) Magistraten gaan toch niet hun taken i/h Nederlands verrichten ten behoeve van Franstaligen...Ik heb het sterke vermoeden dat zij dit in het Frans zullen doen terwijl ze toebehoren tot en werken voor het Parket van het ééntalig Nederlandstalig taalgebied.

Van BHV-rechtbanken naar B-HV-rechtbanken.

Er komen geen rechtbanken in Halle Vilvoorde, men zal naar Brussel moeten blijven trekken waar de rechtbanken reeds per taalrol zijn ingedeeld en nu per taalrol worden opgesplitst (ontdubbeld). Ja, dat komt meer neer op haarkloverij dan op een splitsing.

Aanvullend komt er een aanpassing van de taalverdeling: Taalverdeling in het Brusselse parket zal 80FR/20NL zijn, met slechts 1/3e v/d Magistraten tweetalig ipv. 2/3. In DS stipuleert men dat ook 1/3e van de Magistraten uit Halle Vilvoorde tweetalig zullen moeten zijn, verplichte tweetaligheid in een ééntalig taalgebied? Lijkt mij niet kosjer, 4GW indeling in taalgebieden en 10GW 'Gelijkheid der Belgen'.

Voor mij betekent dit een verdere aantasting van het principe van tweetaligheid in het tweetalig taalgebied, men rukt verder op in de richting van tweetaligheid van de 'dienstverlening' ipv personeel - principe dat al afgezwakt werd i/d wet van 15 Juni 1935 voor rechtszaken. Het tweetalig taalgebied is met dit akkoord nog een stukje minder tweetalig geworden maar meer Franstalig taalgebied met een gedoogbeleid ten aanzien van Nederlandstaligen.

De taalherverdeling en opsplitsing per taalrol zou de efficiëntie van het gerechtelijk apparaat ten goede moeten komen om zodoende de rechtsachterstand in te halen, specifiek de rechtsachterstand a/d zijde v/d Franstalige taalrol mits benoeming van meer ééntalig Franstalige magistraten. Dat zou inderdaad een positief effect moeten zijn ten gevolge van dit akkoord, maar tegen welke institutionele en communautaire kost?

Het akkoord impliceert een wijziging van de Wet van 15 Juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken. Om de taalherverdeling mogelijk te maken moet men minstens artikel 43§5 wijzigen. Zou interessant zijn mocht men heel de Wet van 15 Juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken kunnen onderwerpen aan het toetsingsrecht van het Grondwettelijke Hof.

Addendum: Een Gerechtelijk arrondissement dient te beschikken over een eigen Rechtbank van Eerste Aanleg dat bevoegd is voor een bepaald arrondissement (hattip LVB).. Het is nu al duidelijk dat er geen aparte Rechtbank van Eerste Aanleg komt gevestigd in HV, dus is er geen sprake van een splitsing van BHV (G.A.). Het is nog steeds een Brusselse Rechtbank van Eerste Aanleg - van NL taalrol - dat bevoegd zal zijn voor HV, eveneens voor Brussel. Hoe zit het dan met de Franstalige Brusselse Rechtbanken blijven zij eveneens bevoegd voor HV?

Addendum bis: Het voorstel impliceert ook een nieuwe taalverhouding in de Brusselse rechtbanken. We gaan van 60Fr/40NL naar 80FR/20NL in combinatie met een daling van het vereiste aantal tweetaligen. Een nadeligere verhouding naar 'Brusselse proporties' toe, dus ook daar een verbrusseling. Ik vermoed dat vooral langs Franstalige taalrol er een aanzienlijke aangroei Brusselse Magistraten zal gebeuren. Hiermee stuurt men eigenlijk het signaal dat Brussel het centrum is met HV als periferie want er is geen splitsing. Het lijkt ook te bevestigen dat de Nederlandstaligen in Brussel slechts een minderheid zijn van 20% en dat de regio eigenlijk absoluut Franstalig is, ipv echt tweetalig. Kan altijd gebruikt worden in een internationale utis posseditis-argumentering:"Brussel is Franstalig en in haar 'hinterland' HV zitten ook erkende Franstaligen (met rechten verbonden aan Brussel)".

Aangepaste taalregeling overheveling van burgerlijke zaken naar andere Rechtbanken.


Derde deel van het akkoord is een versoepeling van de taalregeling mbt de burgerlijke rechtbanken. "Als beide partijen in een rechtszaak het eens zijn dat ze een verzending willen naar een rechtbank van de andere taalrol, kunnen ze dat voortaan per brief doen. Ze hoeven niet meer te verschijnen voor de rechter. Als er toch onenigheid is, kan de rechter beslissen." staat in DS (5 Okt 2011) te lezen. Dat is inderdaad een versoepeling van een reeds bestaand systeem.

Ik stel mij de vraag in hoeverre dit systeem eigenlijk conform zou zijn met 4GW (indeling in taalgebieden). Er is sprake van wederkerigheid tussen Franstaligen en Nederlandstaligen maar de Wet van 15 Juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken zwijgt in alle landstalen over een gelijkaardig systeem voor de Duitstaligen, terwijl het Duits een officiële landstaal is. Zolang dit niet gewijzigd is kan men dit systeem niet beschouwen als 'gelijk voor alle Belgen' (10GW), hoewel de GW geen officiële landstalen stipuleert (impliciet via 189GW, 2 & 4 GW). Artikel 7§1 over het hoofd gezien (sorry!)

Desondanks de wederkerigheid tussen Nederlandstaligen en Franstaligen heb ik, binnen het huidige Staatsbestel, een bezwaar tegen dit systeem. Het geeft het signaal dat een Rechter van taalrol X ongeschikt zou zijn om te oordelen over burgers van taalrol Y, dat doet denken aan taalsegregatie op aanvraag. In strafzaken draait dit rond 'rechten van de verdediging', maar Nt-Franstalige anderstaligen moeten het doen met een tolk.

De Franstaligen eisten een verdere versoepeling van deze procedure ter 'compensatie' voor de splitsing i/h kader van de 'Rechten van de Franstaligen'. Eigenlijk pleiten zij voor een vorm van taalsegregatie, net zoals ze voor de benoeming van burgemeesters i/d Zes taalfaciliteitengemeenten in de Rand eisten dat voortaan de (tweetalige) Algemene Kamer van Raad v State bevoegd zou zijn voor de beroepsprocedure ipv de (enkel) Nederlandstalige Kamer van Raad v State. Dit komt over als een algemene Franstalige uitspraak van wantrouwen ten aanzien van de on(taal)partijdigheid van Nederlandstalige Rechters...een Rechtstaat onwaardig.

Een eerste eindconclusie.

Afgaande op wat de media meedeelde over de Splitsing van het Gerechtelijk Arrondissement BHV kan ik niet enkel dan tot de (tijdelijke) conclusie komen dat hier niet echt sprake is van een 'zuivere splitsing' maar van een schijnsplitsing gecompenseerd door uitzonderingsbepalingen. Uitzonderingsbepalingen die in mijn ogen tegenstrijdig zijn met de Grondwet en discriminerend zijn.

Een zuivere splitsing van het Gerechtelijk Arrondissement BHV betekent de oprichting van een ééntalig Nederlandstalig parket en van ééntalige Nederlandstalige rechtbanken in Halle Vilvoorde. In realiteit krijgen we een Nederlandstalig parket met Nederlandstalige tweetalige Magistraten en 'gedetacheerde' tweetalige Franstalige Magistraten voor Halle Vilvoorde.

De Nederlandstalige Rechtbanken zullen in principe ééntalig Nederlandstalig zijn, werkend met 1/3 NL tweetalige Magistraten, gevestigd in Brussel. De fysieke vestiging in Brussel is eveneens problematisch omdat er nog steeds geen Rechtbank van Eerste Aanleg zal zijn dat uitsluitend bevoegd is voor HV. De verdere opsplitsing (ontdubbeling) van de rechtbanken in Brussel draagt bij tot de verdere ondergraving van het principe van tweetaligheid v/h personeel (ipv/d Dienst) i/h tweetalig taalgebied. Het blijft onduidelijk in hoeverre de Franstalige Brusselse rechtbanken bevoegd blijven voor HV.

De aanpassing van de taalregeling inzake overheveling van burgerlijke zaken is een wederkerige (NL-FR) aanpassing maar vooral een toegeving aan de Franstaligen. Zo sturen de Franstaligen hiermee opnieuw het signaal dat zij (en hun burgers) geen vertrouwen (moeten) hebben in de Nederlandstalige (lees 'Vlaamse') Rechters, dat zou in een normale Rechtstaat onaanvaardbaar moeten zijn.

Labels: , , ,

Read more...

18 september 2011

Voorakkoord BHV nader bekeken

De regeringsonderhandelingen gaan door na het eerste voorakkoord rond BHV. Er blijft heel wat onduidelijkheid over de exacte inhoud van het voorakkoord en men is niet van plan het voorakkoord te openbaren. Dat schept het beeld dat men iets te verbergen heeft.

Ondertussen heb ik een document van OpenVLD grondig doorgenomen over het voorakkoord (en de externe communicatie van VLD), opgesteld door Tom Ongena, met wat meer details die ik niet had gelezen in de media (DS, 15 sep 2011) inzake BHV en de Senaat. Tijd om nog eens een aantal elementen van het voorakkoord nader te bekijken en mogelijke implicaties te identificeren rekeninghoudend met de informatie uit het VLD-document.

Kiesarrondissement BHV.

In het VLD-document verduidelijkt men dat het kiesarrondissement BHV gesplitst wordt in een kieskring Brussel-Hoofdstad en een Kieskring Vlaams-Brabant, dat komt neer op een zuivere splitsing maar er is een compensatie die de zuiverheid zwaar aantast.

In de plaats komt een dubbele kiesbrief zodat inwoners van de 6 taalfaciliteitengemeenten in de Vlaams Rand rond Brussel ('de Zes') kunnen kiezen tussen de kieslijsten van Vlaams-Brabant of die van Brussel-Hoofdstad. Men zou deze oplossing betonneren in Artikel 63 van de Belgische Grondwet (63GW) en via een Bijzondere wet. Hoe men deze betonnering gaat verwoorden blijft onduidelijk en dat knaagt.

Ik lees niet onmiddellijk een duurzame oplossing voor BHV in de weinige vrijgegeven elementen uit het voorakkoord. Er waren 2 GW-problemen met BHV volgens het GW-hof:

(1) Kandidaten van HV die het moeten opnemen tegen Kandidaten uit Brussel. Dit blijft feitelijk nog voortbestaan met de dubbele kiesbrief in de Zes maar met gescheiden kieslijsten.

(2) Er was een probleem bij de berekening van de zetelverdeling (Kamer) in Vlaams-Brabant waarbij men rekening hield met het bevolkingsaantal. Met de dubbele kiesbrief zullen inwoners uit de kieskring/Prov Vlaams-Brabant kunnen stemmen op kieslijsten uit de andere kieskring Brussel-Hoofdstad, dat kan quasi niet anders dan gelijkaardige GW-problemen veroorzaken voor de zetelverdeling.

Het systeem van dubbele kiesbrief is anders dan het inschrijvingsrecht waarbij Franstaligen uit de Vlaamse Rand tijdelijk als in het Brusselse ingeschrevenen werden beschouwd en daar konden stemmen. Alle kiezers in de Zes zullen kunnen kiezen tussen kieslijsten uit één van de 2 kieskringen, daarmee krijgen ze in het kiesstelsel een uniek en specifiek statuut/stelsel. Ik zie een GW-probleem met dat uniek statuut/stelsel.

Het is een uitzonderingsbepaling uitsluitend voor de inwoners uit die Zes gemeenten, dat is discriminerend ten aanzien van alle andere Belgische ingezetene van het land (10GW) en specifiek voor de Vlamingen. Het doel van de dubbele kiesbrief is Franstaligen het mogelijk te maken om te stemmen op Franstalige kieslijsten uit het Brusselse, er is nergens sprake van wederkerigheid voor de Vlamingen in Brussel die willen stemmen op de Vlaams Brabantse kieslijst.

Het unieke stelsel in de Zes geeft bijkomstig het signaal van een soort van condominium tussen Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest over de Zes, kan een rol spelen bij een secessie. Het stuurt ook het signaal dat Franstaligen in de Vlaamse Rand rond Brussel wel degelijk bijzondere rechten hebben, op lange termijn heeft dat mogelijk gevolgen. Het zou niet de eerste keer zijn dat men akkoorden herinterpreteert of anders interpreteert zoals nu nog over het tijdelijk karakter van de taalfaciliteitengemeenten, de volwaardigheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of de taalwetgeving in het tweetalig taalgebied. Het signaal kan ook geïnterpreteerd worden als de opgave van de Zes tav/d Franstaligen.

Franstaligen woonachtig in de Vlaamse Rand rond Brussel en vooral Franstalige Brusselaars krijgen hiermee een extra incentive om te verhuizen naar de Zes indien zij heel veel belang hechten aan het kiezen voor Franstalige politici op Brusselse kieslijsten. Kortom, men stuurt de Verfransing - dat eigenlijk een verbrusseling is - naar de Zes taalfaciliteitengemeenten. Past perfect in een Plan B waarbij de Federatie Wallo-Bruxelles de Zes meeneemt gezien de hoge graad van Verfransing en de (onbestaande) 'Vlaamse onderdrukking van Franstaligen'...Maingain's Carcan de Bruxelles is hiermee doorbroken en Milquet heeft haar corridor op Lange Termijn. Olivier Maingain is vooral kwaad omdat hij geen absolute zekerheid heeft op korte termijn, geen expliciete betonnering in regelgeving. De splitsing van BHV stopt de verfransing van Halle Vilvoorde niet, daarom dat ik voorstander was van een ander kiessysteem.

Hervorming Senaat.

De Senaat wordt een niet-permanent orgaan met beperkte bevoegdheden: herziening GW, Bijzondere Wetten, goedkeuren van gemengde verdragen, belangenconflicten en voordragen leden Grondwettelijk Hof. 50 Senatoren (29N, 1D, 20 FR) zullen afgevaardigd worden uit de deelparlementen en zouden hierdoor 'echte gemeenschapssenatoren' worden, impliceert regionale verkiezingen...samenvallend met Federale verkiezingen of niet?

Er zijn dan nog eens 10 gecoöpteerde Senatoren waarbij rekening gehouden zal worden met de reststemmen van de Kamerverkiezing o.a. uit Halle Vilvoorde via de kieskantons, dus voert men een soort BHV in voor de gecoöpteerden. Het VLD-document benadrukt dat voor de 4 gecoöpteerden Franstalige Senatoren de reststemmen in Wallonië, Brussel en Halle-Vilvoorde gelden, men rept met geen woord over de Vlaamse gecoöpteerde Senatoren.

Het systeem dient als extra compensatie voor de splitsing van BHV voor de Kamerverkiezing waarbij men tracht Franstalige stemmen uit Halle-Vilvoorde maar ook Vlaamse stemmen uit de kieskring Brussel te recupereren, Vlaanderen verliest 2 Kamerzetels met de zuivere splitsing van BHV en het éénrichtingsverkeer van de Dubbele Kiesbrief. Merk op dat er i/d Senaat wel sprake is van wederkerigheid tussen Vlamingen en Franstaligen in BHV.

Maar opgelet, voor de Franstalige gecoöpteerde Senatoren aan te duiden mag men gebruik maken van reststemmen in Wallonië-Brussel EN Halle-Vilvoorde terwijl voor de Vlaamse gecoöpteerde Senatoren (wellicht) enkel gebruik mag worden gemaakt van de reststemmen uit Vlaanderen en Brussel (het VLD-document blijft daarin vaag). Inzake de reststemmen is er dus geen werderkerigheid.

Uiteindelijk doet men de Vlamingen tekort als men hiermee 2 verloren Vlaamse Kamerzetels wenst te recupereren, gezien een Kamerzetel belangrijker is dan een Senaatszetel en het gebrek aan wederkerigheid i/d Kamerverkiezing. Met daar bovenop geen wederkerigheid mbt de reststemmen. De 10 gecoöpteerde Senatoren zijn eigenlijk ook geen gemeenschapssenatoren maar niet-verkozen Kamerleden.

In het VLD-document benadrukt men dat 43 parlementsleden verdwijnen en dat de 'politiek' op zichzelf bespaard, alleen verduidelijkt men niet waar het 'vrijgemaakte budget' naartoe vloeit. Als men dat indeelt naar het werkingsbudget van andere instellingen gevuld met politieke mandatarissen dan is er niet echt sprake van een besparing maar herschikking.

Niet-Benoemde Burgemeesters

De 3 Niet-benoemde burgemeesters zullen niet benoemd worden. Voortaan zal de gemeenteraad in de taalfaciliteitengemeenten een burgemeester naar voor schuiven - de aangewezen burgemeester - die over de volle beleidsbevoegdheid beschikt. Het Vlaams Gewest kan de benoeming weigeren waarna een beroepsprocedure gestart kan worden bij de Algemene Kamer (tweetalig) van Raad van State. Zolang er geen uitspraak is vanwege de Algemene Kamer RvS beschikt de niet-benoemde doch aangewezen burgemeester over volheid van bevoegdheden.

Het is onduidelijk of deze procedure voor alle burgemeesters van taalfaciliteitengemeenten geldt of niet. Het is een toegeving dat eigenlijk het gezag van de Vlaamse rechters en de Vlaamse Kamer van RvS ondermijnt. Zou de volgende stap zijn dat Franstaligen in Vlaanderen enkel berecht mogen worden door Franstalige rechters of dat er minstens een taalevenwicht zou moeten zijn?

Goed nieuws is het bericht dat men de omzendbrief Peeters ging betonneren, blijkbaar is een wijziging van de beroepsprocedure bij RvS nog steeds noodzakelijk. Men blijft verder vaag over welke 'Franstalige rechten' men eveneens zal betonneren.

Gerechtelijk Arrondissement BHV

Het voorakkoord heeft het over het doorschuiven van een splitsing van het Gerechtelijk Arrondissement BHV naar een latere fase i/d onderhandeling samen met meer geld voor Brussel, zonder verdere details. Als men het Wetsvoorstel Vandenberghe hanteert dan splitst men het gerechtelijk arrondissement BHV niet territoriaal maar deelt men het in per gemeenschap met een apart parket HV en Brussel. Is bij mijn weten geen echte splitsing van het gerechtelijk arrondissement BHV maar opnieuw een compromis. Vraag is in hoeverre we dit voorstel moeten toetsen aan 4GW, de indeling in taalgebieden.

Metropolitane gemeenschap.

Er was sprake van een Metropolitane gemeenschap dat een adviesorgaan moet worden waarbij alle bestuursactoren gelegen in de oude provincie Brabant betrokken zouden worden.

Bedenking hierbij is dat de term gemeenschap reeds een invulling heeft binnen de Belgische Staatsstructuren, men schept hiermee toch wel het beeld dat het gaat om een vierde gemeenschap. Via dit adviesorgaan krijgt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest meer inspraak op aangelegenheden in heel Brabant, sluit net iets teveel aan bij 'le très grand Bruxelles'. Het orgaan kan evengoed een praatbarak worden maar het is een ongewenste evolutie dat op termijn aangewend kan worden om het gezag van het Vlaams Gewest rondom het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te ondermijnen.


Labels: , , , , , , , , , ,

Read more...

4 juli 2011

De Nota Elio Di Rupo is een communautaire flop.

Formateur Elio Di Rupo heeft daarnet in een lange nieuwsconferentie zijn nota voorgesteld. U kan deze hier i/h Nederlands terugvinden. Tijd om eens de communautaire aspecten te bekijken en vlug te becommentariëren - eerste lezing.

De Nota Di Rupo en kieskring BHV.

Er komen terecht 3 kieskringen: Vlaams Brabant, BHG en Waals Brabant. Geen apparentering en geen mogelijkheid samengestelde kieslijsten. Wel komt er een kieskanton met daarin de 6 Vlaamse taalfaciliteitengemeenten rond het Brussels Hoofdstedelijk Gewest waarin:

"De kiezers van de zes faciliteitengemeenten20, namelijk Sint-Genesius-Rode, Wezembeek-Oppem, Drogenbos, Linkebeek, Wemmel en Kraainem, kunnen nog steeds ter plaatse stemmen voor dezelfde kandidaten als de kiezers van de 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Ze krijgen dus de mogelijkheid om ofwel voor een lijst van de kieskring Vlaams-Brabant te kiezen ofwel voor een lijst van de kieskring Brussel-Hoofdstad21." (pagina 22/105 v/d Nota).

Kortom, men gaat BHV oplossen door het instellen van een Mini-BHV. Men reduceert de GW-problemen rondom BHV territoriaal tot 6 Vlaamse randgemeenten. De GW-problemen waarvan sprake werden laatst nog eens samengevat in het artikel rond de Nota Beke en BHV.
Ondervertegenwoordiging kan men opvangen via coöptatie van Parlementsleden stelt men in de nota, aldus Elio Di Rupo in zijn nota.


De Nota Di Rupo en het gerechtelijk arrondissement BHV.

Er komt geen splitsing van het gerechtelijk arrondissement maar een ontdubbeling v/d rechtbanken, een parket voor Brussel en eentje voor Halle Vilvoorde. "De tweetaligheidsvereisten worden bijgevolg aangepast." (pagina 22/105).

Kortom, we zullen nog steeds naar een Brusselse rechtbank moeten trekken maar dan per taalgroep, soort van institutionele apartheid. Wellicht poogt men hiermee het taalprobleem binnen het Brusselse gerechtelijke apparaat op te lossen. Geen tweetaligheid van het personeel maar van de dienst. Verdere bevestiging in de zin "De personeelskaders zullen verdeeld worden in functie van de werklast." (pagina 23/105).

"De rechten in verband het taalgebruik in gerechtelijke materies, van de Franstaligen in Halle-Vilvoorde en de Nederlandstaligen in Brussel worden volledig behouden en gegarandeerd. Een rechtstreeks beroepsrecht voor een tweetalige kamer van het Hof van Cassatie wordt ingevoerd voor het geval deze procedurele rechten en garanties geschonden worden." (pagina 23/105) komt volgens mij neer op een negatie van de indeling in taalgebieden. De rechten van de Nederlandstaligen in Brussel zijn onlosmakelijk verbonden met de tweetaligheid van het taalgebied. De koppeling hiervan met 'taalrechten van de Franstaligen' in het ééntalig Nederlandstalig taalgebied is op zijn minst misplaatst.

De Nota Di Rupo en de 6 Vlaamse taalfaciliteitengemeenten i/d Vlaamse Rand.

Het Grondwettelijk Hof zal "...vanaf nu als enige bevoegd zijn23 om, via een rechtstreeks beroep, het geheel van normen (decreten en reglementeringen) en administratieve akten die de garanties, rechtstelsels24 en taalrechten die van toepassing zijn in de faciliteitengemeenten 25 aantasten (zoals vastgelegd in of door de Grondwet), te vernietigen of op te schorten. Het Hof kan ook prejudicieel ingeroepen worden. Dit nieuw prerogatief van het Hof wordt ook ingevoerd ten voordele van de Nederlands-, Frans- en Duitstaligen die in de andere gemeenten wonen met een speciaal statuut26." (pagina 23-24/105).

_________

Voetnoten:

23 Een eerste stap in deze richting werd gezet door de bijzondere wet van 13 juli 2001, waarin het Grondwettelijk Hof bevoegd werd om decreten te vernietigen en op te schortenen die de garanties schaden waar de Franstaligen in de randgemeenten recht op hebben.

24 Met « rechtstelsels », worden alle rechtstelsels bedoeld die specifiek gelinkt zijn aan de zes faciliteitengemeenten, zoals bijvoorbeeld datgene voorzien in de zogenaamde « pacificatiewet » van 9 augustus 1988, of ook door bijvoorbeeld het specifieke kiesstelsel die de huidige hervorming voorziet voor de kiezers van de zes faciliteitengemeenten.

25 Artikel 142 van de Grondwet, open voor herziening, en de bijzondere wet van 6 januari 1989 over het Grondwettelijk Hof zal hiervoor aangepast worden, namelijk om het Hof toe te laten bij wijze van arrest over de interne en externe wettelijkheid van administratieve akten die deze taalrechten, garanties en rechtstelsels schaden van toepassing

________

Raad Van State verliest m.a.w. haar bevoegdheid...omdat de Franstaligen zich niet willen neerleggen bij haar uitspraken rond de niet-benoeming van verschillende Franstalige burgemeesters in taalfaciliteitengemeenten i/d Vlaamse Rand. Voorts zal een niet-benoemde burgemeester uit de 6 taalfaciliteitengemeenten beroep kunnen aantekenen tegen zijn/haar niet-benoeming bij het Grondwettelijk Hof...terwijl dit een administratieve beslissing is waarbij beroep toebehoort aan Raad van State.

Zolang er geen uitspraak is vanwege het Grondwettelijk Hof zal de niet-benoemde burgemeester toch nog worden aangeduid als burgemeester van rechtswege, aldus Elio Di Rupo.

Bovendien stelt men voor om de Vlaamse omzendbrieven naar de prullenmand te verwijzen en dringt men aan op een ratificatie van het minderhedenverdrag naast een mogelijke verdere aanpassing van 'de regulering inzake taalgebruik' door het bestuur.

De Nota Di Rupo en 'Brussel'.

In de nota stelt men voor een intergewestelijk overlegorgaan op te richten dmv/e bijzondere wet met het oog op meer samenwerking tussen 'Brussel' en haar 'hinterland' onder de noemer 'Grootstedelijke Gemeenschap'.

Sorry, de term Gemeenschap heeft binnen de Belgische Staatsstructuur reeds een betekenis en is gericht op de persoonsgebonden bevoegdheden afgestaan door de Federale regering aan een subnationale entiteit, is m.a.w. NIET van toepassing in deze context.

Bovendien impliceert het voorstel een Tri-Gewestelijk overleg op gelijke voet terwijl het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geen volwaardig gewest is en zal het Waals Gewest hiermede inspraak geven over de Ring rond Brussel waarmee zij bevoegdheidsgewijs niets mee te maken heeft.

Elio Di Rupo en de interne 'Brusselse' Staatshervorming.

De Brusselse Minister President zal toezicht moeten houden op en het coördineren van politionele veiligheidsbeleid binnen de diverse Brusselse politiezones. Daarmee krijgt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegdheden die de andere Gewesten niet hebben. De gouverneur zal vervangen worden door een ambtenaar aangesteld door de Brusselse Minister-President...

Voor het overige zal men
binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 'richtlijnen' kunnen uitschrijven inzake mobiliteit en parkeerbeleid die de gemeenten zullen moeten opvolgen. De relatie Gewest-Gemeente zal herzien worden inzake netheid. Beperking aantal OCMW's. Sportinfrastructuren zal een Brussels Hoofdstedelijk Gewestmaterie worden. Beroepsopleiding naar Gewest 'zonder aantasting bevoegdheden van de gemeenschappen'. Toerisme troef...

Dit lijkt mij verre van de beoogde draconische institutionele hervormingen binnen het Brusselse bestuurslandschap...Amper een bestuurlijke schaalvergroting, laat staan één Politiezone.

Tweede luik is de 'modernisering van de taalwetgeving' in 'Brussel' (eigenlijk het tweetalig taalgebied). Een vereenvoudiging van de taalwetgeving waarvan men nooit in geslaagd is ze ooit naar behoren toe te passen - laat staan dat de politieke wil hiertoe bestond - maar men gaat de 'tweetaligheid' van de diensten bevorderen. "Deze hervorming heeft als doel de rechtszekerheid en de effectieve toepassing van de wetten te doen toenemen en de continuïteit van de overheidsdiensten te verzekeren." - kortom, we gaan de taalwetgeving aanpassen naar onze eigenste politieke normen.

Geen tweetaligheid van het personeel maar van de diensten. Er komt per taalgroep een minimumkader anders geen nieuwe benoemingen. Taalpariteit hogere graden en een 'voldoende verhouding van ambtenaren met een attest van tweetaligheid'. Het stelsel van de taalpremies blijft wel overeind...maar wat doet het er nog toe?

Een pak functies zal niet langer vallen onder de taalkaders: "..., zoals beroepspersoneel en arbeiders, mensen tewerkgesteld onder artikel 60,§7 en 61 van de organieke OCMW-wet, PWA’s, Geco’s en werknemers met een contract van bepaalde duur of met een interim-contract. Bovendien zal het mogelijk zijn eentalige gemeentelijke diensten te creëren die belast zijn met het beheer van eentalige instellingen (onderwijs, crèches, bibliotheken, enz.)." (pagina 29/105).

Het systeem van 'Flamand de service' zal men nog verder uitbreiden door de invoering van tweetalige kieslijsten bij de Brusselse regionale verkiezingen. Vermoedelijk met het oog op een verdere ontwikkeling van een volwaardige eigen 'Brusselse gemeenschap'.

Het communautaire gedeelte van de Nota Di Rupo is een flop.

  • Het probleem BHV wordt volgens mij geenszins opgelost door de miniaturisering van BHV tot een kanton met de 6 taalfaciliteitengemeenten in de Vlaamse rand.



  • Er komt geen splitsing van het gerechtelijk arrondissement maar men kiest voor een aanpassing van de structuren om de Brusselse taalproblemen met bijhorende rechtelijke achterstanden op te lossen door de taalwetgeving te omzeilen om alsnog de Franstaligen woonachtig in Halle Vilvoorde (ééntalig Nederlandstalig taalgebied) in het taal van Mollière te kunnen laten bedienen. Het schandaligste hierbij is de koppeling van de taalrechten van de Nederlandstaligen in het tweetalige taalgebied aan vermeende taalrechten van Franstaligen woonachtig in ééntalig Nederlandstalig taalgebied.



  • Bovenop gaat men nog verder door Raad van State buiten spel te zetten in de kwestie van de niet-benoeming van de randburgemeesters en tegelijk de omzendbrieven te kelderen door de overheveling van bevoegdheden naar het Grondwettelijk Hof...allemaal in ruil voor een pseudo-oplossing voor BHV.



  • De Nota Di Rupo versterkt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en lijkt de retoriek van een eigen volwaardige gemeenschap te versterken door de instelling van een 'Stedelijk Gemeenschap' dat een Tri-gewestelijk overleg impliceert over gewestelijke bevoegdheden waaronder zaken waarin het Waals Gewest niets te zoeken heeft.



  • De interne Brusselse staatshervorming richt zich op het toe-eigenen van bevoegdheden en het minimaal intern hervormen van de bestuursorganisatie. Aangevuld met een frontale aanval op de taalkaders/taalwetgeving bijhorend bij het tweetalig taalgebied. Een duidelijker signaal voor verankering met Wallonië en de Francofonie kan niet.


Elio Di Rupo had beter gekozen voor een zuivere splitsing van beide BHV-pijnpunten en een globale vernieuwing van de taalwetgeving in plaats van een institutionele pseudo-wafelijzerpolitiek, een Jij krijgt 'dat' en ik krijg 'dit'-verhaal. [Tijd om Institutioneel out of the Box te denken, Institutioneel out of the box 2 ]

Labels: , , , , , , , , , ,

Read more...

23 mei 2011

BHV in de Nota Beke...

Elio Di Rupo is opnieuw formateur nadat Wouter Beke 10 weken lang als Koninklijk Bemiddelaar mocht sleutelen aan een nota. De nota blijft grotendeels geheim buiten een summiere weergave van de 'BHV-oplossing' in De Standaard en de vermelding van Elio's brief.

Voordat Beke zijn eindwerk overhandigde ontving hij namelijk een kritische brief van Elio om zich in te dekken in geval van lekken die teveel toegevingen vanwege Elio zouden blootleggen...daarmee heeft Elio hard tegen de schenen van Koninklijk Bemiddelaar Beke geschopt en Beke is daar terecht verontwaardigd over (DS, 22 Mei 2011).

Het bleef echter muisstil rond de 9 BHV-gerelateerde wetsvoorstellen die in de Nota Beke zouden staan. De Standaard somde 9 wetsvoorstellen op met hier & daar een inhoudelijke toelichting (DS, 13 Mei 2011). Vraag is in hoeverre de Nota Beke werkelijk een oplossing naar voren schoof of louter het inventariseren was van de verschillende voorstellen die zweven rond het probleem BHV. Hoe dan ook...er valt iets over te zeggen.


Er was geen nadere toelichting over het 'wetsvoorstel voor taalgebruik in Brussel' terwijl de toelichting bij het 'Wetsvoorstel voor constitutieve autonomie' onbegrijpbaar was (Constit. autonomie verdwijnt? Regio is niet eens een bestuursentiteit binnen het Belgische bestel, WTF). De toelichting bij het 'wetsvoorstel voor een metropolitane gemeenschap Brussel' was eigenlijk inhoudsloos want ze weten niet wat Beke ervan heeft gemaakt. Over de andere wetsvoorstellen kan men wel iets zeggen...

De 6 overblijvende wetsvoorstellen voor het probleem BHV in de Nota Beke.

  • "Wetsvoorstel ter splitsing van de kieskring BHV: een vrij ‘nette splitsing' met onder andere inschrijvingsrechten voor de zes faciliteitengemeenten, waardoor Franstaligen er voor Brusselse Franstalige lijsten zouden kunnen stemmen." (DS, 13 Mei 2011)

Het voorstel impliceert een uitzonderingsbepaling voor Franstaligen in Halle Vilvoorde om toch nog op Franstalige (Brusselse) kieslijsten te kunnen stemmen. Daarmee lost men nog steeds niet het GW-probleem op dat kandidaten uit Vlaams-Brabant (HV of Leuven) het zullen moeten opnemen met kandidaten op kieslijsten uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (punt B.9.5 v/h arrest v/h GW-Hof v 26 Mei 2003 - pagina 33/41). Het is onduidelijk hoe men het probleem van de apparentering tussen Franstalige lijsten (BHV-Waals Brabant) gaat oplossen.

Het grondwettelijke hof had voorts bezwaren tegen de manier waarop de verdeling van Kamerzetels tot stand kwam in de provincie Vlaams-Brabant (relatie met bevolkingsaantal) en verwees in haar arrest naar de grondwettelijke waarborgen voorzien in 63GW (punt B.8.4). Het is onduidelijk hoe het wetsvoorstel dit probleem zou oplossen.

Het arrest liet wel een opening voor een uitzonderingsmaatregel via punt B.9.7 waarbij de nieuwe kieskringen tot stand zouden kunnen komen mits modaliteiten om "de gewettigde belangen van de Nederlandstaligen en de Franstaligen in die vroegere provincie te vrijwaren." (p.33/41). Ik vermoed dat dit de juridische spitsvondigheid is die men wil benutten als oplossing voor de kieskring BHV.

  • "Wetsvoorstel voor het gebruik der talen: de taalkwesties in de Rand, met onder andere de toegift dat Franstaligen in de faciliteitengemeenten maar om de zes jaar meer zouden hoeven te vragen officiële documenten in het Frans toegestuurd te krijgen. " (DS, 13 Mei 2011).

Het is duidelijk dat dit wetsvoorstel de omzendbrief Peeters tracht uit te schakelen door federale regulering. Deze problematiek hangt samen met de verfransingsproblematiek in de Vlaamse Rand maar ook met de toepassing van de taalwetgeving in het tweetalig taalgebied in de 19 Brusselse gemeenten. In de Nota Beke zou er ook een wetsvoorstel staan 'voor taalgebruik in Brussel' zonder verdere toelichting.

  • "Wetsvoorstel voor de benoeming van de burgemeesters: een versoepeling van de procedure voor de benoeming van (Franstalige) burgemeesters in de Rand."(DS, 13 Mei 2011).

De benoeming van Burgemeesters is een Gewestelijke materie. Gezien het gaat om een Wetsvoorstel (Federaal) en niet om een voorstel tot Decreet (Gewest) is men van plan een uitzonderingsbepaling te maken - minstens - voor de taalfaciliteitengemeenten en het ontnemen van de Gewestelijke bevoegdheid over het benoemen van Burgemeesters. De les die we hieruit kunnen leren is dat burgemeesters tegen hun voogdijbestuur in opstand mogen komen zolang ze het communautair spelen en langsheen een gewestgrens zijn gelegen. Wat zou Minister-President Peeters hiervan vinden?

  • " Wetsvoorstel over de ‘contentieux' : regeling voor de (Franstalige) burgers in de Rand die een geschil hebben met de overheid en in het Frans berecht willen worden." (DS, 13 Mei 2011).

Een ander probleem met BHV was het gerechtelijk arrondissement waarbij een tweetalig taalstelsel de facto van toepassing werd in ééntalig Nederlandstalig taalgebied, druist in tegen de GW-indeling in taalgebieden. In de Nota Beke wil men dit blijkbaar oplossen door een wettelijke regeling ipv een splitsing...hoe die wettelijke regeling de GW-verankerde indeling in taalgebieden gaat omzeilen is onduidelijk.

  • "Wetsvoorstel voor financiering van Brussel: naar verluidt gaat het om 250 miljoen euro extra voor Brussel met trekkingsrechten voor 2 jaar.". (DS, 13 Mei 2011).

De Franstaligen eisten geld voor Brussel...en ze gaan geld krijgen. Niet zoveel als initieel geëist maar toch krijgen ze iets.

  • "Wetsvoorstel over de bevoegdheid over de mobiliteit en op- en afritten op de Brusselse ring. De op- en afritten liggen op Vlaams grondgebied en Brussel zou inspraak krijgen.". (DS, 13 Mei 2011).

Er zou sprake zijn van een inspraakrecht van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (en niet van 'Brussel') over de Op- en afritten van de Ring rond Brussel gelegen op Vlaams Grondgebied. Moeten we dit beschouwen als een soort condominium? In hoeverre opent het wetsvoorstel de mogelijkheid voor de Franstaligen om zich te beroepen op het principe van 'utis posseditis' om minstens het gebied rond de Ring rond Brussel te claimen in het geval 'Plan B'?

Een BHV-voorstel of een inventaris van voorstellen/gedachten?

Als we de vermelde 9 wetsvoorstellen gezamenlijk een 'evenwichtige' oplossing zouden moeten bieden voor het probleem 'BHV' dan mag men meteen de boeken dicht doen. Het kan niet zijn dat men voor de geëiste splitsing van BHV gebruik gaat maken van een spitsvondigheid (punt B.9.7) om de Franstaligen de facto dezelfde privileges te gunnen via inschrijvingsrecht met bovenop een totale overgave inzake de benoeming van de 3 opstandige randburgemeesters in samenspraak met het kelderen van de omzendbrief Peeters + geld voor 'Brussel' + afstaan van territoriale bevoegdheid aan Brussel middels 'inspraak' over de op- en afritten van de Ring rond Brussel + een uitzonderingsbepaling waarmee men de splitsing van het gerechtelijk arrondissement in beperkte mate teniet doet.

Uiteindelijk komt dit neer op een abdicatie tegenover de Franstaligen op een thema dat uitermate belangrijk is in BHV en waarover men zoveel heisa heeft gemaakt. Men doet ons een grondwettelijk onrecht aan en als oplossing gaat men plat op de buik omdat de parlementaire democratie in dit geval totaal faalt door alle mogelijke uitzonderingsprocedures? Sorry, dit bewijst eens te meer dat de Belgische Grondwet een vodje papier is en democratie in België inhoudsloos is. De Franstaligen zouden blij mogen zijn als dit het BHV-voorstel is dat op tafel ligt. Het zal minder zijn dan wat ze voorgeschoteld kregen door Dehaene & Verhofstadt maar toch krijgen ze voldoende om te spreken van een 'overwinning'.

Als we de 9 voorstellen moet aanzien als voorstellen die representatief zijn voor de huidige gedachtepatronen...dan is het opvallend dat men vooral bij het zoeken naar een BHV-compromis ('het wetsvoorstel ter splitsing van de kieskring BHV') blijft zoeken in hetzelfde stramien...namelijk binnen de huidige kieswetgeving en indeling van kieskringen rekening houdend met de exit-mogelijkheid i/h arrest van het Grondwettelijk Hof. De overige wetsvoorstellen kan men dan eerder aanzien als het Franstalige eisenpakket in ruil voor de splitsing van BHV. Een uitbreiding van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest komt - blijkbaar - niet ter sprake maar de voorstellen lijken op hetzelfde neer te komen als men kijkt naar de toegevingen i/d diverse wetsvoorstellen ('gebruik der talen', 'contentieux', 'mobiliteit' en inschrijvingsrecht).

De opgegeven toelichtingen rond de wetsvoorstellen zijn veel te beperkt om er sluitende conclusies over te trekken maar het ziet er alleszins niet goed uit. Elio Di Rupo kondigde aan dat hij telkens de overeenkomsten/compromissen kenbaar zou maken aan het publiek zodat iedereen kennis zou hebben over de voorstellen en de toegevingen. Dat zou het mogelijk moeten maken om finale conclusies te trekken over het compromis rond BHV.

Labels: , , , , , , ,

Read more...

23 oktober 2010

Over BHV, conflictpotentieel en het incident Gennart.

Het zijn de woorden van Steven Samyn (De Morgen) uit zijn opiniestuk dat vandaag gepubliceerd werd: "De scenario's over wat er moet gebeuren als het land uiteenvalt, beginnen trouwens wel heel concrete vormen aan te nemen. De Franstalige partijen zetten naar verluidt al enige tijd professoren aan het werk die alle mogelijke denksporen onderzoeken, zelfs een burgeroorlog. Door te spreken over een Plan B willen de Franstaligen hun kiezers niet alleen tonen dat ze met alles rekening houden. Ze hopen de Vlaamse publieke opinie ook te waarschuwen voor het einde van België. Alleen lijken ze te vergeten dat zoiets voor de N-VA niet het absolute horrorscenario is."

Spijtig dat hij er niet dieper op ingaat, een interessante evolutie langs Franstalige zijde dat we nauw in het oog moeten houden. Alle mogelijke denksporen...wellicht binnen het kader van het behoud van territoriale integriteit en expansie in een as Brussel-Wallonië. De Franstaligen hebben de afgelopen jaren al meermaals verklaart dat 'Brussel' in hun visie zomaar meegaat met Wallonië in geval van een 'Vlaamse Secessie'. Diezelfde Franstaligen die uitermate gevoelig zijn voor de (voor)rechten van de Franstaligen in Vlaanderen gaan telkens kort door de bocht met hun uitspraken rond Plan B. De Duitstaligen en de Brusselse Vlamingen moeten zich maar akkoord stellen met de 'wil' van de Franstalige meerderheid, o wee als de Vlamingen hun 'wil van de meerderheid' wensen te gebruiken. Niet alleen 'Brussel' en Wallonië hebben in hun visie een gezamenlijke toekomst ook de Randgemeenten 'rond Brussel' behoren daar automatisch bij.

BHV splitsen is een verkeerde beleidskeuze.

Al in 2007 kwam ik tot de conclusie dat de 'splitsing van BHV' een verkeerde beleidskeuze is en een tactische, mogelijk strategische, fout is. Ik ben blij dat Philippe Van Den Abeele recent tot een gelijkaardige conclusie kwam.

Het is duidelijk dat wij, Vlamingen, in ons recht zijn als het gaat om het probleem BHV. In een Democratische Rechtsstaat kan men enkel verkiezingen houden op een Grondwettelijk georganiseerde manier, enkel in bananenrepublieken & dictatoriale regimes doet men het anders. Een terugkeer naar het oude kiesstelsel lost het probleem BHV niet op, er zal nog steeds een discriminatie onder Belgen en de overschrijding tussen gewestgrenzen en taalgebieden vormen eveneens een blijvend probleem. Er zijn dan maar twee mogelijke oplossingen: BHV splitsen of het kiesstelsel aanpassen.

We moeten maar met onze meerderheid het Belgische systeem boycotten zolang er geen democratische verkiezingen plaatsvinden die op een rechtsgeldige manier gehouden worden, conform de Grondwet. Ik zou aansturen op een hervorming van het kiesstelsel waarbij men de puntjes op de i zet & de fouten binnen het Belgisch labyrint wegwerkt (zie artikel), dan pas zouden we spreken over een Copernicaanse revolutie.

Het probleem met de splitsing van BHV is dat we een signaal van afstoting de wereld in sturen. We betoneren de electorale en gerechtelijke grenzen van Vlaanderen rond het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, terwijl Brussel nog steeds de hoofdstad van Vlaanderen is. Het enige dat overblijft is de fysieke aanwezigheid van de Vlaamse overheidsadministratie, de band via het Vlaams Parlement en de Brusselse machtsverdeling tussen beide hoofdgemeenschappen. Een splitsing van BHV versterkt het beeld van een Brussels Hoofdstedelijk Gewest à part entière.

Tegelijk zullen de Franstaligen er verder politieke (en diplomatieke) garen van spinnen door een retoriek te hanteren van 'etnische onderdrukking'. Quasi geen enkel land zal zich scharen achter een volk van onderdrukkers die hun medeburgers 'hun rechten ontnemen', dat is één van de te verwachte tactieken die de Franstaligen zullen hanteren. In de eerste plaats zal men dit verhaal breed verspreiden in Parijs om de patron van de Wereldwijde Franse Gemeenschap achter zich te krijgen. De Vlamingen zullen de Serviërs aan de Noordzee worden in de verzinsels van de Franstaligen. Terwijl het net de Franstaligen zijn die de taalwetgeving niet respecteren en territoriale structuren van de Belgische Staat voortdurend in vraag stellen & ondermijnen. Ik verwacht dan ook dat de Franstaligen opnieuw zullen toestaan dat de Vlamingen hen een BHV-kaakslag toedienen om dan de retoriek opnieuw op te starten en mogelijk door te drijven.

Het is een uitputtingsslag...de aanhouder wint (meestal).

Het conflictpotentieel en de gevoelige territoria.


In alle relaties zit er conflictpotentieel, het is niet omdat het 'potentieel' er is dat het ook moet komen tot een conflict. Het probleem is het inschatten van dat conflictpotentieel...dat blijft natte vingerwerk. Er zijn maar enkele heethoofden in een zeer gespannen licht ontvlambare situatie nodig om de vuurbal aan het rollen te brengen. Dat de Franstaligen rekening houden met een mogelijke burgeroorlog lijkt mij normaal. Iedereen die bezig is met veiligheidsbeleid leert rekening te houden met een brede waaier aan scenario's en mogelijke evoluties. Er zijn worst case scenario's maar ook best case scenario's en een hele waaier aan scenario's daartussen.

In de 20ste eeuw is het communautaire conflict een aantal keer uitgelopen tot gevechten onder burgers, de Koningskwestie, Voeren, de Marsen op Brussel, Leuven...maar nooit ontaarde dit tot een grootschalig blijvend gewapend conflict op het niveau van een burgeroorlog of internal conflict. We hebben nooit echt Ierse en Noord-Ierse toestanden meegemaakt. Anderzijds mag men de verschillende opstanden in Vlaanderen & Brabant in de loop der eeuwen niet vergeten, het potje kan overkoken.

Het lijkt er echter sterk op dat de Vlamingen zeer diepe emmers hebben, daar kan veel water in maar ook deze emmers zullen ooit eens overlopen. Anderzijds bestaan de 'Vlamingen' nog en zijn de verschillende heersers uiteindelijk moeten afdruipen, de Franstaligen kan men beschouwen als de zoveelste 'buitenlandse heerser' in een hele reeks die uiteindelijk wel eens het onderspit zal delven. Alleen is het buitenlandse karakter van die 'heerser' wel zeer beperkt en gaat het hier vooral om een lokaal gebonden 'heerser'.

Langs Franstalige zijde heb ik er minder vertrouwen in, vooral door de grimmigere vakbondsacties uit het recente verleden. De beelden van de staking bij Forges De Clabecq onder leiding van Roberto D'orazio zijn mij steeds bijgebleven. Voeg daar het recente incident tegen Jan Peumans aan toe. Sale Flamand hoor je sporadisch in Brussel, vooral dan uit de mond van jongeren die het gebruiken als belediging tegenover leeftijdsgenoten. Hou rekening met de 'probleemjongeren' die zich niet achter de Vlamingen zullen scharen en mogelijk misbruik zullen maken van chaotische situaties om keet te schoppen, de zogenaamde casseurs zoals we nu in de Franse betogingen zien.

De gevarenzone strekt zich langsheen heel de taalgrens maar de voornaamste gevarenzone ligt in & om Brussel. De taalgrens blijft gevoelig, vooral rond de taalfaciliteitengemeenten maar die problematiek lijkt grotendeels gepacificeerd...buiten een sluimerende spanning in Voeren. In en om Brussel is het gevaar het grootst. We zitten zeer dicht op de taalgrens dat tevens de gewestgrens vormt tussen Vlaanderen & Wallonië. We hebben het tweetalig Hoofdstedelijk Gewest waar het gros van de bevolking Franstalig is, bevolking waarvan men kan stellen dat ze de Vlamingen niet genegen zijn mede dankzij mediatieke & politieke opjutting. We hebben 6 taalfaciliteitengemeenten rondom het Brussels Hoofdstedelijk Gewest waar de communautaire spanning steeds aanwezig is en verhoogt door de niet-benoeming van Franstalige burgemeesters & het probleem BHV. Finaal, hebben we de Franstalige territoriale eisen en verzuchtingen gericht tegen alle 'Brusselse' randgemeenten in het kader van Plan B en het probleem BHV.

Mocht de boel ooit in de lucht vliegen dan verwacht ik dat het wellicht in de 'Brusselse gevarenzone' zal plaatsvinden.

Communautaire spanningen binnen het leger?

Dat communautaire spanningen doordringen tot binnen het Leger is normaal, dat is al zo sinds de luide eisen van de Frontbeweging. Het Belgische leger is ook mooi in twee verdeelt. Alleen komt het bijna nooit tot uitspattingen zoals die van Kolonel Gennart.

Het is opvallend hoe gretig en op welke onbehoedzame & verbeten wijze Franstalige politici zijn omgegaan met het Gennart-incident, specifiek Denis Ducarme (MR) gevolgd door de PS. Anderzijds kan het ook zijn dat dit louter een handig incident was om politieke druk uit te oefenen gericht tegen een mogelijke toekomstige opvolgende Vlaamse minister van Landsverdediging. De tijd zal het duidelijk maken.

In de recenste Kamercommissie Landsverdediging ging het over de 'Vervlaamsing van het leger' na de uitspraken van Kolonel Gennart. Het is duidelijk dat langs Franstalige zijde een angst bestaat dat ze hun militaire capaciteit verliezen, naast de bijhorende tewerkstelling. Gelijkaardige beschuldigingen van 'Verfransing' van het Belgische leger werden ook geuit tijdens de beleidsjaren van Flahaut, vooral toen men nieuwe (onnodige) opleidingsinfrastructuur begon te bouwen in de Ardennen; door de verhuis van de pilotenopleiding naar Frankrijk en door het bevoordelen van Franstalige eenheden bij het ontvangen van nieuw materieel.

Tijdens de vorige legislatuur waren er al kritische vragen over het 'netto Noord-Zuidtransfer' van militairen & capaciteit in het kader van het voltooiingsplan. De uitspraken van Kol. Gennart over een 'Vervlaamsing' van het officierenkorps lijkt - vooral bij MR & PS - het beeld te bevestigen van een 'Vervlaamsing' van het leger. De verhuis van in Wallonië gevestigde artillerie naar Vlaanderen alsook de verhuis van de Agusta's van Bierset (Luik) naar Bevekom lijkt men nu nog meer te kaderen in een snoodaardig 'Vervlaamsingsplan' van het Leger in plaats van het voltooiingsplan opgesteld door de Franstalige (meertalige) CHOD (Chief of Defense). Ten gevolge van de uitspraken van Kol. Gennart ontsproot ineens de vrees voor een sluiting van Florennes en een verplaatsing van de F-16's naar Vlaanderen, naast het verlies aan tewerkstelling. Terwijl het verhaal Gennart één is van rancune wegens een gemiste promotie & fin de carrière.

Telkens ik nadenk over potentiële conflictscenario's kan ik het niet nalaten mijn aandacht te vestigen op de hervormingen & aankopen onder het bewind van Flahaut. Het Mediane voertuigenpark dat beter geschikt is voor operaties op verharde wegen blijft mij bij, rupsvoertuigen zijn nog steeds mobieler op een bredere waaier aan ondergronden dankzij een betere gewichtsverdeling, terwijl onze bondgenoten minder gretig zijn om over te schakelen naar een medianisering. De verdere uitbouw van de Krijgsmacht naar een 'vredesmacht' beter geschikt voor 'humanitaire operaties' zoals in Kosovo en andere etnische conflictgebieden. Het zijn evoluties dewelke eveneens toepasbaar zijn in een opstandig Vlaanderen, sterk geürbaniseerd, overal verharde wegen, geen actieve milities, enkel potentieel gevaar vanwege opstandige militairen en een beperkte groep licht bewapende burgers (de Jagers van Minister-President Peeters). Het 'poolen' van voertuigen zou in een worst case scenario wel eens kunnen eindigen aan de verkeerde kant van de taalgrens op het verkeerde moment.

Als de Franstaligen werkelijk vrezen voor hun veiligheid en een groter Franstalig officierenkorps willen...dan moeten we eens overwegen om Defensie te 'regionaliseren', al dan niet met een federaal coördinatiedepartement. We verdelen het Defensiebudget, het patrimonium en het materieel tussen Vlaanderen en Wallonië; het Brussels Hoofdstedelijk Gewest krijgt geen militaire bevoegdheden & dient als vestiging voor de centrale diensten. Vlaanderen en Wallonië mogen dan zelf bepalen over de grootte van het militaire contingent, welk materieel ze aankopen...weliswaar op eigen kosten. Zou dat een betere situatie zijn voor de Franstaligen?

Labels: , , , ,

Read more...

4 oktober 2010

Le regard politique de Pierre Manent (vpmc)


Snel getranscribeerd, deze ochtend van France Culture, Répliques ...voor de belangstellenden. Alain Finkielkraut heeft een filosoof te gast, die onder meer benadrukt dat territoriale afbakening onontbeerlijk is.
En, misschien om onze simpele minister van onderwijs ter wille te zijn, geef ik ook een vertaling van het gesprek ...niet in zijn simpel Engels weliswaar (zoals deze simpele ministerziel het wellicht zou wensen) maar simpelweg in het Nederlands. Ook de eenvoudigen dienen wij immers te eren, zegt Matteüs 5; 3.

.

(12’55”)


Alain Finkielkraut: Nous voulons vivre aujourd’hui, notre humeur en tout cas est post-nationale, et vous l’avez décrite, donc je n’y reviens pas, mais est-ce que cela ne veut pas dire précisément que ce passé, ces anciennes propositions d’humanité sont oubliées, éclipsées, absentes? Dans la nation il y avait quelque chose de la cité grecque
Pierre Manent: Bien sûrbien sûr.

AF: Dans notre état, ou notre illusion post-nationale, que reste-t-il de la grande dynamique de l’Occident, que vous décrivez précisément, Pierre Manent?
PM: C’est il est très difficile d’être juste, parce que, d’abord nous sommes à la pointe extrême du présent, [oui] et, et la direction du mouvement est visible, mais, quelle issue trouvera-t-il? C’est très difficile de le dire. Ce qui me frappe aujourd’hui en Europe, c’est que il y a une sorte de perte de confiance radicale des Européens dans ...dans toute action commune en réalité, et on se plaint qu’il n y ait pas d’Europe politique, mais si j’ose dire, l’Europe est organisée pour qu’il n’y en ait pas, parce que les conditions de formation d’une action commune ont été systématiquement démantelées dans la dernière période. Les cadres dans lesquels une action commune aurait sens ont été progressivement démantelés, au profit, au profit d’une, comment dire, de l’abandon à un processus, ou à des processus qui devraient, par des mécanismes irrésistibles, produire une civilisation qui en quelque sorte préserverait les règles d’une vie commune, sans que les hommes soient obligés en quelque sorte de se gouverner eux-mêmes.
Il y a une confiance qui me parait démesurée et destinée à être très cruellement déçue, dans ce qu’on peut appeler une civilisation démocratique, où le progrès des mœurs démocratiques nous dispenserait de la nécessité de constituer des associations humaines, capables de se gouverner eux-elles-mêmes, et d’abord capables de se défendre elles-même. Donc je crois, si vous voulez, que nous sommes véritablement à la crête d’une grande illusion, mais qui est une illusion propre à l’Europe: les Etats-Unis ne la partagent pas, la Chine ne la partage pas, personne ne la partage dans le monde musulman, c’est une illusion très spécifiquement Européenne, une illusion d’une civilisation apolitique, et dont on peut d’ailleurs très aisément rappeler les conditions politiques. C’est dû à certaines conditions politiques très particulières à l’Europe, que l’Europe a l’illusion de pouvoir vivre hors des contraintes, grandeurs et misères du politique.

AF: Et donc de cette illusion, elle sortira à la faveur ou à la défaveur de l’Histoire semble-t-il. C’est l’Histoire qui risque un jour ou l’autre, et peut-être même un jour prochain de réveiller l’Europe. C’est ça qu’on peut penser, Pierre Manent?
PM: Ce qui me frappe c’est que l’Europe se construit comme si il n’y avait rien en dehors d’elle.

AF: Oui c’est sûr.
PM: Comme s’il n y avait pas d’extérieur, et toute sa tâche est une sorte de transformation intérieure, les progrès de la gouvernance Européenne. Nous, nous cultivons nos vertus. Nous cultivons nos vertus en supposant que l’exemple de nos vertus convertira bientôt le reste de l’humanité. Mais nous oublions que nos vertus sont à la merci du reste de l’humanité, et que nous n’assurons pas nous-mêmes la protection du cadre dans lequel nous les exerçons donc nous avons reculé, nous reculons indéfiniment le moment de prendre des décisions concernant notre relation avec le reste du monde. Et le signe le plus, si j’ose dire le plus étonnant, qui révèle en quelque sorte ce refus méthodique de prendre la moindre décision politique importante, c’est le refus de décider des limites de l’Union Européenne.

AF: …de l’Europe, oui.
PM: Le fait même que nous nous étendions indéfiniment c’est l’aveu –dont nous faisons gloire– que nous sommes incapables de nous définir comme corps politique. Et donc, nous, les limites, puisque ce n’est pas nous qui fixons nos limites, ce sont les autres qui se chargeront de les fixer, et peut-être dans des conditions qui ne nous plairont pas. Mais ce sera un peu tard.

AF: C’est la religion d’Humanité qui nous empêche de fixer ces limites, ou qui condamne de la manière la plus vive, ceux qui osent encore parler en termes de limites. Y aurait-t-il quelque chose comme une civilisation Européenne? et, disent-ils, délimiter c’est discriminer! Délimiter c’est exclure, donc l’unité de l’espèce humaine refuse toute séparation. Et là justement, je voudrais vous poser une question plus précise. Dans «La Raison des Nations» vous analysez, de manière je crois très juste, très pertinente, la signification profonde des attentats du onze septembre. Vous dites que l’information la plus troublante, apportée par l’événement, n’est pas tant la révélation paroxystique du terrorisme, mais plutôt ceci: l’humanité présente est marquée par des séparations bien plus profondes, bien plus intraitables que nous ne le pensions. On a abo... on a détruit le mur de Berlin, et puis tout d’un coup, le onze septembre, un autre mur s’est élevé. La question que je me pose c’est justement: comment penser ces séparations? Et je vous la pose à vous, parce que notamment dans «La Cité de l’Homme», vous critiquez la définition de l’Homme, comme Être de culture. Et votre fidélité à Leo Strauss, elle tient beaucoup dans cette très courageuse, très belle réhabilitation de l’idée d’une Nature humaine. Mais précisément, n’assiste-t-on pas à un choc des cultures, ou, pour reprendre la formule d’Huntington –qu’il a payé cher d’ailleurs– un choc des civilisations, et le politiquement correcte que vous décrivez très bien, ne constitue-t-il pas lui, précisément, à dire que: Non, il n y a rien de tel, et ce qui existe c’est l’Humanité. Et donc nous, comme vous le dites d’ailleurs, nous ne sommes pas libres de voir ce que nous voyons, parce que nous voyons ce choc des civilisations, et la religion de l’Humanité nous interdit de le voir, Pierre Manent.
PM: Une chose qui est très surprenante aujourd’hui, qui me surprend beaucoup, c’est l’horreur sacrée, il n’y a pas d’autre mot, l’horreur sacrée des frontières que beaucoup de nos concitoyens éprouvent. Les frontières leur paraissent un scandale. Moi au contraire, j’aime beaucoup les frontières…

AF: …moi aussi.
PM: Je trouve que passer une frontière, était il y a vingt ans, trente ans un des grands plaisirs du voyage. Et je dois dire aujourd’hui en Europe, je suis un peu frustré, même si c’est plus commode, je suis frustré que l’on ne passe plus de frontières. Pourquoi tracer une frontière entre une population et une autre, serait-il une offense pour l’une ou l’autre de ces populations? L’idée que chacun s’organise à sa manière et reconnait à l’autre, de l’autre côté de la frontière le droit de s’organiser à sa manière, ça me parait plutôt une des grandes inventions de la civilisation. Bien tracer une frontière, et chacun reste bien de son côté de la frontière, ça me parait un progrès de la civilisation.
Celui qui fait la guerre, ce n’est pas celui qui trace la frontière, c’est lui qui franchit la frontière. Donc il y a là quelque chose de très étrange, c’est complètement déraisonnable, donc il est clair qu’il y a un motif d’un autre ordre, à cette horreur de la frontière, et en effet, et en effet il y a cette idée que l’Humanité devrait être une. Mais il y a aussi autre chose, qui est plus …qui est très spécifique à l’Europe je crois, et c’est que –un sentiment étrange n’est-ce pas?– c’est que nous sommes tellement supérieurs aux autres que, n’est-ce pas, que si nous traçons une frontière qui les sépare de nous, et bien, nous leur faisons offense. Ça, c’est vraiment garder, si j'ose dire, le préjugé colonial, mais transformé dans un, dans le langage de la religion de l’Humanité. Or, si nous nous séparons des autres, les autres se séparent également de nous, et nous sommes égaux de part et d’autre de la frontière. Donc, c’était le premier point…

AF: Mais comment concilier, si vous voulez, l’idée d’une Nature humaine, ce n’est plus la religion de l’Humanité, c’est l’idée de Nature humaine, et, non seulement l’existence des frontières, mais surtout la différence, peut-être insurmontable, des civilisations, des cultures. Voilà la question que je vous pose parce que, bien entendu, je me la pose. Je trouve que c’est un grand progrès que d’être revenu en arrière, et d’avoir réhabilité cette notion de Nature, abandonnée d’une manière très cavalière par les sciences sociales, Pierre Manent.
PM: Je disais, «réaliser la nature humaine», mais précisément la nature humaine a une telle amplitude, a une telle amplitude que, elle ne se réalise pas comme un corps d’animal se développe, n’est-ce pas? Le signe de l’amplitude de la nature humaine c’est que l’homme ne peut pas s’abandonner à sa nature, il doit se gouverner lui-même. Il doit se gouverner lui-même, et donc il y a un grand nombre de modalités de gouvernement de soi, un grand nombre de régimes politiques, de régimes de l’humanité et donc déjà il y a ce principe de diversité, qu’il y a différents régimes politiques au sens large du terme ou au sens stricte du terme, et donc cela ouvre une grande diversité et donc différences, objections, et y compris guerres.
On sait bien que entre les régimes démocratiques et les régimes qui ne l’étaient pas, il y a eu des guerres. Les guerres en Grèce c’étaient pour une bonne part entre cités démocratiques et cités aristocratiques, donc voilà un principe de différence. Autre principe de différence, lié lui aussi à l’immense amplitude de la nature humaine: la nature humaine vise quelque chose de plus grand qu’elle, qu’elle appelle le divin, les dieux, le dieu, dieu que sais-je. Et dans son rapport à cette chose, qui existe ou qui n’existe pas, mais auquel l’humanité se rapporte –en un certain sens naturellement, car il y a toujours eu des religions, et je crois qu'il y en aura toujours– et bien, dans ce rapport au divin, les groupes humains prennent une certaine forme. Prennent une certaine forme, il y a donc des religions diverses. Et si vous ajoutez, on pourrait multiplier d’autres facteurs, les ressources économiques, la démographie, toutes sortes de choses dont s’occupent les différentes sciences, il n’est pas difficile si vous voulez, je crois il n’est pas si difficile que cela, de réconcilier l’idée d’une humanité commune, se réalisant, se concrétisant dans une grande diversité de formes. Mais, la conséquence est inévitable, ce qu’il faut immédiatement ajouter, c’est que ces formes sont fortes. C’est-à-dire que ces formes ne sont pas la forme que prend la pâte à modeler dans la main de l’enfant. Une fois que les cités, les églises, les civilisations ont pris une certaine forme, bien pour l’essentiel elles la gardent, n’est-ce pas? Elles la gardent, et donc les civilisations des sociétés qui ont pris des formes diverses, et bien, se rapportent à l’humanité, à elles-mêmes de façon différente, et donc cela crée des séparations, cela crée des malentendus, cela crée des conflits, cela peut créer des guerres. C’est dans l’ordre des choses, et, si j’ose dire, il faut évidemment en pratique s’efforcer au maximum de limiter les conflits, mais si j’ose dire, on ne peut pas, on ne peut pas supprimer la racine des conflits, parce que supprimer la racine des conflits, c’est supprimer la racine de l’humanité, puisque ça supposerait que les hommes cessent de se réaliser eux-mêmes dans des formes particulières.

____________________________________________

Alain Finkielkraut: Onze ingesteldheid is post-nationaal, of daar willen wij tegenwoordig in ieder geval naar leven. U hebt dit beschreven, ik kom er dus niet meer op terug, maar betekent dit precies niet dat dit verleden, de oude begrippen over de menselijke Natuur vergeten zijn, stilletjes verdwenen, afwezig? In het begrip natie zat iets van de Griekse stadsstaat…
Pierre Manent: Zeker …zeker.

AF: Wat blijft er nog over van de grote dynamiek van het Westen, in deze postnationale gesteldheid, of illusie, die u beschrijft, Pierre Manent?
PM: Moeilijk om hier een juist oordeel te geven, want dit zijn bijzonder recente ontwikkelingen en de richting van de beweging mag dan zichtbaar zijn, waar zal ze tenslotte op uitmonden? Dat valt moeilijk te zeggen. Wat mij vandaag in Europa treft, is dat er bij werkelijk elke gemeenschappelijke onderneming een radicale vertrouwensbreuk is bij de Europeanen, en dan klaagt men dat er geen Europese politiek bestaat, maar laat mij toe te zeggen dat Europa juist zo is ingericht om die tegen te gaan, want de voorwaarden om tot zulke gemeenschappelijke actie te komen, zijn de laatste tijd systematisch ontmanteld. Het kader waarbinnen een dergelijke actie zinvol zou zijn is geleidelijk aan ontmanteld, ten voordele van, hoe zal ik het zeggen, ten voordele van een of meerdere processen die onontkoombaar moesten leiden tot het ontstaan van een samenleving die min of meer gemeenschappelijke regels zou hebben, evenwel zonder dat de mensen verplicht zouden zijn om in enige mate zichzelf te besturen. Er lijkt mij een zeer bittere ontgoocheling te zullen volgen na het mateloze vertrouwen dat men stelt, in wat je een democratische beschaving zou kunnen noemen, waarin de voortschrijdende democratische zeden ons zouden ontslaan van de noodzaak om menselijke groepsverbanden te smeden, die zichzelf kunnen besturen en allereerst in staat zijn zichzelf te verdedigen. Ik geloof dus, als u me toestaat, dat wij werkelijk op de bergkam van een grote begoocheling staan, en wel een begoocheling die eigen is aan Europa: De VS delen die niet, China deelt die niet, niemand in de muzelmaanse wereld deelt die. Het is een zeer specifiek Europese illusie, deze illusie van een apolitieke beschaving, en het is trouwens heel eenvoudig om de politieke randvoorwaarden ervan aan te wijzen. Dat Europa de illusie koestert te kunnen bestaan los van de knelpunten, of de hoogten en laagten van de politiek, gaat terug op heel specifieke, politieke omstandigheden in Europa.

AF: En uit deze illusie zal het dus ook ontwaken, in gunstige of ongunstige omstandigheden, al naargelang het verloop van de Geschiedenis, zo lijkt het. De Geschiedenis zou van de ene dag op de andere, misschien wel een dichtbije dag, Europa kunnen wekken? Begrijpen we dat goed, Pierre Manent?
PM: Wat mij opvalt, is dat er aan Europa gebouwd wordt, alsof er daarbuiten niets bestond.

AF: Zoveel is zeker.
PM: Wij doen alsof er geen buitenwereld was, en alsof de volledige taak uit een soort inwendige omvorming bestond, namelijk de vooruitgang van het Europees bestuur, en wij gaan maar door met het cultiveren van onze deugden. Wij cultiveren onze deugden, in de veronderstelling dat het voorbeeld van onze deugdzaamheid binnenkort de rest van de mensheid tot inkeer zal brengen. Wat wij vergeten is dat onze deugden overgeleverd zijn aan de goede wil van de rest van de mensheid, en dat wijzelf geen bescherming bieden aan het kader waarbinnen wij de deugd beoefenen.
Bijgevolg hebben wij het moment uitgesteld, en blijven wij het uitstellen, om beslissingen te nemen over onze relatie met de rest van de wereld. Het opvallendste teken van deze weigering om ook maar de geringste politieke beslissing te treffen met toch enig gewicht, is, als ik dat zeggen mag, de weigering om een beslissing te nemen over de grenzen van de Europese Unie.

AF: …van Europa, ja.
PM: Het feit zelf dat wij maar blijven uitdeinen, zonder dat er een eind in zicht komt, houdt de bekentenis in –waar wij prat op gaan– dat wij niet in staat zijn onszelf als een politieke entiteit te definiëren. En bijgevolg, als wij het niet zijn die onze limieten vastleggen, zullen ànderen het op zich nemen om ze vast te leggen, misschien onder voorwaarden die ons niet zullen bevallen. Maar dan komen we iets te laat.

AF: Het is de Humaniteitsreligie die ons belet om deze grenzen vast te leggen, of die ten strengste hén veroordeelt die het nog aandurven om in termen van limieten te spreken. "Zou er zoiets bestaan als een Europese beschaving?" en, zeggen zij nog: "afbakenen is discrimineren!"
Afbakenen is uitsluiten, en de eenheid van de menselijke soort verzet zich tegen gelijk welke afscheiding. Net in dit verband zou ik u een meer precieze vraag willen stellen. U analyseert in “La Raison des Nations”, zeer correct en pertinent wat mij betreft, de diepere betekenis van de aanslagen van elf september. U zegt dat de meest verontrustende boodschap die deze gebeurtenis ons bracht, niet zozeer de paroxismale onthulling van het terrorisme was, maar eerder deze: de Mensheid vandaag is door scheidslijnen getekend die veel dieper en onverzettelijker zijn dan wij dachten. Men heeft de Berlijnse muur neergehaald en plots, als bij donderslag rees er op elf september een nieuwe muur op.
De vraag die ik mij nu stel is: wat te denken van deze scheidslijnen? En ik stel aan u de vraag omdat u, meer bepaald in “La Cité de l’Homme”, de kritiek maakt van de definitie van de mens, als zijnde een cultureel wezen. Uw gehechtheid aan de denkbeelden van Leo Strauss speelt hier een rol, bij dit zeer moedige en zeer mooie eerherstel voor het begrip menselijke Natuur.
Maar niettemin, maken wij hier niet een botsing van de culturen mee? om de uitdrukking van Huntington te hernemen –uitdrukking die hij trouwens zwaar heeft moeten bekopen– een botsing van beschavingen? En de politiek correctheid, die u zeer goed beschrijft, bestaat die er precies niet in te zeggen: “Nee, zo is het niet, het enige wat bestaat is de Mensheid”. En dan staat het ons niet meer vrij, zoals u trouwens opmerkt, om te zien wat wij zien, want wat wij zien is de botsing der beschavingen, en het is de Mensheidsreligie die ons verbiedt dit te zien, Pierre Manent.
PM: Zeer merkwaardig in onze tijd, ik vind het behoorlijk merkwaardig, is de heilige afschuw, er is geen ander woord, de heilige afschuw voor grenzen, die veel van onze medeburgers voelen. Grenzen zijn een schande lijken zij te vinden. Ik integendeel, ben zeer gesteld op grenzen…

AF: …ik ook.
PM: Voor mij was, twintig, dertig jaar geleden, het passeren van een grens één van de grote genoegens van het reizen. En ik moet bekennen dat ik mij in Europa tegenwoordig een beetje gefrustreerd voel, zelfs al brengt het een zeker comfort mee, gefrustreerd omdat je geen grenzen meer hebt om over te steken.
En waarom zou het een vergrijp zijn tegen deze of gene bevolking, als er een grens getrokken wordt tussen een bevolking en een andere? De idee dat elkeen zijn boontjes dopt op zijn eigen manier, en het recht erkent van de andere, aan de overkant van de grens, om hetzelfde te doen, lijkt me net een van de grote verworvenheden van de beschaving. Een goede scheidslijn trekken, waarbij elk netjes aan zijn eigen kant blijft: dat lijkt mij een stap vooruit voor de beschaving.
De oorlogsstoker is niet diegene die de scheidslijn trekt, het is diegene die de lijn overschrijdt. We hebben hier dus te maken met iets heel eigenaardigs, iets volslagen onredelijks. Klaarblijkelijk spelen hier beweegredenen van een andere orde, bij deze afschuw voor grenzen, en inderdaad, inderdaad is er de idee dat de Mensheid één geheel moet vormen. Maar er speelt nog iets anders, dat meer …dat meen ik zeer specifiek Europees is, en dat is –hoe vreemd ook, nietwaar?– dat wij zodanig superieur zijn aan alle anderen, nietwaar, dat wij door een grens te trekken die deze anderen van ons scheidt, wij hen beledigen. En dat, sta mij toe, komt neer op de instandhouding van koloniale vooroordelen in een ander gedaante, vertaald in termen uit de Mensheidreligie. Terwijl, als wij ons afscheiden van de anderen, die anderen zich ook van ons afscheiden, en wij aan beide kanten van de grens als gelijken zijn. Dat was dus mijn eerste punt…

AF: Maar hoe kun je, als u het goedvindt, de idee van een menselijke Natuur, niet langer de Mensheidsreligie, maar de idee van een menselijke Natuur, in overeenstemming brengen, niet enkel met het bestaan van grenzen, maar vooral met de misschien onoverbrugbare verschillen tussen beschavingen en culturen? Dat is de vraag die ik u wil stellen, omdat ik ze vanzelfsprekend aan mijzelf ook stel. Ik vind het een sterke vooruitgang om een pas terug te zetten, en de notie Natuur te rehabiliteren, die door de humane wetenschappen op een erg ongegeneerde manier opzij was gezet, Pierre Manent.
PM: Mijn uitdrukking was “de menselijke natuur ontwikkelen”, maar u begrijpt dat die menselijke natuur een zo groot veld beslaat, zulke amplitude bezit dat zij zich niet ontwikkelt zoals een dierlijk lichaam tot wasdom komt. Het kenmerk van deze amplitude van de menselijke natuur, bestaat er net in dat de mens zich niet zomaar kan overgeven aan zijn natuur. Hij moet zichzelf besturen. Hij kan er niet buiten zichzelf te besturen, en dus bestaat er ook een waaier van vormen van zelfbestuur, een groot aantal politieke regimes, door de mensheid voortgebracht. Het principe van de diversiteit is dus meteen gegeven. Er zullen verschillende politieke regimes voorkomen, term in brede of enge zin genomen, en dus is er een grote diversiteit, en bijgevolg ook aanleiding voor geschillen, tegenwerpingen, oorlogen inbegrepen.
We weten allemaal dat er tussen democratische regimes en andersgezinde regimes oorlogen voorkwamen. De Griekse oorlogen gingen grotendeels tussen democratische steden en aristocratische steden, dus daar hebben we al één punt van onderscheid. Een ander punt, dat ook weer verband houdt met de menselijke natuur: de menselijke natuur mikt altijd op iets hogers dan zijzelf, en dat andere heet dan het goddelijke, de goden, de god, god weet ik veel. En in hun verhouding tot dat andere, dat bestaat of niet bestaat, maar waar de mensheid zich toe verhoudt –in zekere zin van nature toe verhoudt, want religies zijn er altijd geweest en zullen er altijd zijn meen ik– welnu, in hun verhouding tot de godheid, gaan mensengroepen een bepaalde vorm aannemen. Ze nemen een bepaalde vorm aan, en dus zijn er ook verscheiden religies. En het gaat verder, je zou andere factoren kunnen toevoegen, economische rijkdommen, de demografie, allerhande zaken waar de verschillende wetenschappen zich over buigen. Ziet u, het is geen probleem, helemaal niet zo moeilijk dunkt me, om zich te verzoenen met de idee van een gemeenschappelijke mensheid die zich ontwikkelt, concretiseert in een grote veelheid van vormen. Maar dan komt onvermijdelijk de gevolgtrekking: je moet onmiddellijk er ook bij zeggen dat die vormen stevig zijn. Die vormen laten zich niet boetseren zoals de kneedpasta waar kinderen mee werken. Zodra hun steden, kerken, beschavingen een bepaalde vorm hebben aangenomen, behouden ze die vorm in essentie ook, zo is het toch?
Ze behouden hem, en de samenlevingsverbanden van die gemeenschappen, die verschillende vormen hebben aangenomen, verhouden zich tot de mensheid als geheel, en ook tot zichzelf op een verschillende manier, en dat brengt onderscheiden mee, dat zorgt voor misverstanden, dat creëert conflicten, dat kan oorlogen creëren. Zo is het eenmaal en in de alledaagse praktijk moet men zich natuurlijk tot het uiterste inspannen om de conflicten binnen de perken te houden, maar als ik dat mag zeggen, wat je niet kunt bereiken is het uitroeien van de wortel van deze conflicten, want met het vernietigen van de wortel van deze conflicten, zou je ook de wortel van het mens-zijn zelf aantasten, want dat zou inhouden dat de mensen ermee ophouden om zichzelf te zijn, in hun onderscheiden vormen.
.



Labels: , , , , ,

Read more...

<<Oudere berichten