30 mei 2018

Belgische Justitie is terminaal ziek




Rechtvaardigheid werd door de gemeenschap aan de Staat toevertrouwd om te voorkomen dat mensen zelf gerechtigheid (wraak) zouden laten geschieden; opdat ruzies beslecht zouden worden door een neutrale partij in plaats van gevechten die kunnen ontaarden in bloedvetes.  Justitie dient de wet te laten gelden, misdaden aan te klagen (openbaar ministerie), de strafmaat bepalen (rechters) en daarna de strafmaat laten uitvoeren (gevangeniswezen).

In dit land hebben we een fundamenteel probleem dat al langer dan een decennium aansleept. Een Minister van Binnenlandse Zaken mag zoveel miljarden werpen in de strijd tegen criminaliteit (veiligheidsbeleid), zolang Justitie (onder de Minister van Justitie) niet kan volgen is dit dweilen met een afgebroken kraan.

Wat is het nut dat Justitie gerechtigdheid laat geschieden door het uitspreken van een strafmaat, al dan niet meteen overwegend tot een alternatieve strafmaat (ipv reguliere). Of nadien de strafmaat te ondermijnen via de voorlopige of vervroegde vrijlating? Kan Justitie eigenlijk nog wel gerechtigdheid laten geschieden?

Binnen de blauwe wereld stelt men zich deze vraag al decennialang. Alleen heerst er eerder een cultuur van geitenwollensokkenbehandeling van gevangenen die meer aanzien worden als slachtoffer die onttrokken worden aan de maatschappij dan gestrafte dader. Met als toemaatje een verouderde en verwaarloosde infrastructuur door Statelijke geldtekorten (en politieke onwil).

Het kan nog erger. Het recente terreurincident verduidelijkt dat het justitiebeleid niet echt in lijn ligt met het antiterreurbeleid. Ook daar faalt Justitie.

Decennialang miserie.
Al decennia bijten Ministers hun tanden stuk op de hervorming van Justitie, van het rechtswezen, en vooral de digitalisering en archiefbeheer (bewijslast) van heel het rechtswezen om de logheid en achterstand van Justitie weg te werken. Jarenlang hebben we mogen aanhoren hoe de gerechtshuizen verouderd of afbrokkelend waren, opslagruimtes volgestouwd en slachtoffer van schimmels. Dossiers verloren…

Af en toe horen we de vrijspraak van verdachten omwille van procedurefouten, waartoe de Procureur des Konings op moet toezien….men zou verwachten dat middels digitalisering de kans op procedurefouten zou kunnen annihileren.

Het gevangeniswezen kreunt al decennia onder stress, personeelstekort, overbevolking en sterk verouderde infrastructuur. Hoeveel stakingen hebben we niet gehad het afgelopen decennium? Ja, er komen nieuwen gevangenissen bij en men tracht de gevangenissen te legen door ‘alternatieve straffen’ en het uitstellen van strafuitvoering.

Een mens zou durven stellen dat in België Justitie kampioen zou zijn in het innen van geldboetes, maar ook daar scheelt er iets. In het verhogen van de geldboetes en het uitvinden van geldboetes zijn we zeker kampioen,  gezien Justitie talmt hebben we daarom GAS-boetes.

 Justitie is terminaal.


Vrijheid aan de gevangenen!

Al meer dan een decennium pleiten politici en allerhande voor alternatieve straffen en verzwakte strafuitvoering. Thuis zitten met een enkelband dat nauwelijks te controleren valt, uitvoeren van gemeenschapstaken voor een aantal uren…in plaats van gevangenisstraffen. Minder dan 6 maanden celstraf wordt niet uitgevoerd. Herinner u de diverse politiereportages in het zog van de terreuraanslagen van 2016. Hoe vaak kwamen daar geen mensen voor die al in aanraking waren gekomen met het gerecht, zonder strafuitvoering of die ‘ondanks’ een alternatieve straf toch terug op het slechte pad waren.

In het begin van uw criminele carrière ontspringt een crimineel de dans om hij/zij nog een kans te geven in onze maatschappij. Toegegeven, iedereen kan wel eens een fout maken. Maar ondertussen spreken we niet echt meer over koorknapen die alternatieve straffen krijgen. Bovenop is er een systeem van voorlopige en vervroegde vrijlating (wet Lejeune).

Ter verduidelijking, het recente voorval te Luik waarbij een tijdelijk vrijgelaten geradicaliseerde gevangene een mededader vermoordde, gevolgd door een terreurdaad waarbij 2 hulpagentes en één burger het leven lieten – naast nog een aantal gewonde politieagenten, is niet het gevolg van de wet Lejeune. De Wet Lejeune regelt de vervroegde vrijlating van gevangenen.

De Wet Lejeune ten tijde van Dutroux is lang niet dezelfde ‘wet Lejeune’ als vandaag, maar toch hervallen we blijkbaar in een gelijkaardige fout – namelijk het niet uitvoeren van strafmaten.  Destijds was de vervroegde vrijlating een gunst verleend door de Minister van Justitie. Een zekere Marc Dutroux kreeg deze gunst destijds, waarna hij recidiveerde. Na een wetswijziging in 2006 werd dit een verworven recht te beslissen door een strafuitvoeringsrechtbank. Toen kwam een zekere Michelle Martin vrij, en ondertussen ook een andere kompaan van Marc Dutroux. Ten tijde van Dutroux geloofde de goede gemeenschap dat ze zouden wegrotten in een cel; rara ze lopen vrij rond. In 2011 werd de wet verstrengd.

Er bestaat echter nog een achterpoortje. Gevangenen moeten – zo gaat dit in onze geitenwollensokken strafuitvoeringsbeleid – zich kunnen ‘herintegreren’ in de maatschappij. Hiervoor bestaat oa het penitentiair verlof en de uitgaansvergunning, verleent door de Minister via de Dienst Individuele Gevallen, zoals geregeld door de Wet Lejeune. Het is een instrument bij uitstek – naast de alternatieve strafuitvoering – om de gevangenissen te ontvolken. Daarnaast is er nog de voorlopige in vrijheidheidstelling, geregeld via een Ministeriële omzendbrief - maar dit is voor het verwijderen van ongewenste personen naar het buitenland of uitlevering van personen.

Het is des te wraakroepend dat de dader van deze terreurdaad ondanks recidive en het al eens niet naleven van de voorlopige invrijheidstelling opnieuw tijdelijk werd vrijgelaten…terwijl de persoon gekend staat wegens Islamistische radicalisering. Als je de vader van de dader hoort verklaren dat hij zijn zoon in een psychiatrische instelling wou na zijn voorlopige vrijlating. Hoe komt een labiele persoon, GERADICALISEERD in tijden van terreur – nog voorlopig vrij?

Het is misschien tijd dat men grondig nadenkt over een nieuw geboren Justitie, waarin strafmaten die wettelijk bepaald zijn en door een rechter opgelegd ook effectief ten volle worden uitgevoerd. Waarbij de maatschappelijke herintegratie in onze maatschappij van nabij wordt opgevolgd; na volle uitvoering van straf of een eventuele uitzonderlijke vervroegde vrijlating na gunst (door een expertenpanel) – maw. als uitzonderingsmaatregel. In het kader van de vervroegde vrijlating kan men eventueel trapsgewijs en met nabije opvolging een traject opstellen naar een definitieve of vervroegde invrijheidstelling.

Justitie niet in lijn met antiterreurbeleid.

Het meest onverklaarbare is hoe iemand binnen het Justitiële apparaat het in zijn hoofd krijgt om een Islamitisch geradicaliseerde recidivist voorlopig vrij te laten. Het is al langer geweten dat onze gevangenissen kweekvijvers zijn voor ‘religieuze radicalisering’. Al een decennium is er zogezegd een deradicaliseringsproject.

Advocaat van Syriëstrijders Abderrahim Lahlali (CD&V) stelt in De Afspraak (30/05/2018) dat er op 10.000 gevangenen in België ongeveer 4.000 een Islamitische achtergrond hebben, daarvan stelt OCAD dat er 450-tal ‘vatbaar zijn voor radicalisering’ (later werden de cijfers ineen 2000 gevangen en 200-tal vatbaar voor radicalisering). Het cijfer van het aantal ‘Moslims’ in onze gevangenissen is een taboe. Statistieken op basis van religie bijhouden is bij wet verboden. Anderzijds heb je een VZW zoals Dar el Ward die in het kader van het suikerfeest (Iftar) voor gevangenen 7.000 maaltijden tracht aan te bieden. Hoeveel Moslims zitten er nu eigenlijk in onze gevangenispopulatie (10.000 totaal); 2.000; 4.000 of 7.000?

27 ‘religieuze?’ medewerkers worden door Justitie tewerkgesteld ter begeleiding. Op een populatie van 4.000/2.000/7.000 moslims (40/20/70%) heb je 27 medewerkers die hen religieus moet bijstaan en niet bezig houden met deradicalisering (450 potentiële daders). Wat scheelt aan dit plaatje?Onafhankelijk of dit een gemeenschapsmaterie geworden is na de 6e Staatshervorming.

Al onze terroristen zijn personen die op zoek zijn naar een identiteit. Dat behoort tot hun profielomschrijving. Er zijn idealisten – de zuiveren van geest – en er zijn diegene die radicaliseren als identitaire evolutie. Ze zetten zich af tegen onze maatschappij, waarden en normen. Hun criminele achtergrond is indicatief voor een andere ethische visie inzake geweld en indicatief voor een wereldbeeld waarbij ze zich afzetten tegen onze maatschappij. We moeten ook rekening houden dat niet iedere terrorist een ‘allochtoon’ is of een inwijkeling… er zijn ook nog de baptisés. De gedoopten, meelopers die met hen opgroeide of die willen behoren tot hetzelfde wereldje. Destijds zag je ze, de ‘autochtoon met allochtone allures’. Benjamin Herman is allicht in de gevangenis een Baptisé geworden. Hier werd al meer dan een decennium geleden door politieagenten op het terrein op gewezen, maar toen werden deze afgedaan als racisten of onheilspellers.

Het is gemakkelijk te stellen dat ze zich afgewezen voelen of géén uitweg meer vinden om zichzelf dan te ontpoppen tot zelfmoordterrorist. Ze hebben altijd gekozen voor de uitzichtloze en gemakkelijke weg, wentelend in een slachtofferrol. Anderen zijn succesvoller of radicaliseren niet.µ

Waar Justitie en de politieke goegemeente wel vlot in was is het hervormen van de Wapenwet op vraag van een Procureur Des Konings omdat men tijdens terreurhuiszoekingen wapenladers vond maar géén vuurwapens. Zodus is het bezit van een lader voortaan vergunningsplichtig en kan men gestraft worden voor illegaal wapenbezit (6 mdn tot 5 jaar). In een land waar de strafuitvoering vierkant draait. Gevolg? De provinciale wapendiensten worden overspoelt door verzamelaars en wapenbezitters die zich in orde willen stellen.

Tegelijk gaat België aan Irak vragen om de doodstraf tegen Syriëstrijder Tarik Jadaoun om te zetten in levenslang want in België is men grondwettelijk tegen de uitvoering van de doodstraf. Misschien moeten we ons toch eerst bezighouden met ons eigen rotzooi?

Labels: , , , , , ,

Read more...

27 mei 2018

Het EP, Zuckerberg en de vrijheid van gedachten.



Mark Zuckerberg had enige dagen geleden de beleefdheid om het Europese Parlement te bezoeken om zichzelf te onderwerpen aan een kruisverhoor vanwege Europarlementariërs. Een panel Europese parlementsleden stelden een uur lang vragen waarop Zuckerberg 25 minuten de tijd nam om, gezien zijn drukke tijdsschema, te antwoorden. Het werd snel duidelijk dat het Europese Parlement weinig indruk maakte op Zuckerberg en de rest van de wereld.

Aanleiding voor het gehele verhaal was het ‘Cambridge Analytica’-schandaal waarbij een extern bedrijf data van social media-gebruikers hanteerde in het kader van een politieke marketing opdracht. Data vergaart via applicaties waarbij gebruikers zich akkoord stelde met de uitwisseling van data (standaard praktijk). Het is inherent aan quasi ieder internet business model dat men data vergaart en verhandelt. De gebruikers stemmen hiertoe toe zonder echt de disclaimers en andere privacy policies te lezen. Waarom? Omdat we gebruik willen maken van die diensten. We willen online data met elkaar uitwisselen, online aankopen doen en dit zo gratis mogelijk.


Het probleem? De verspreiding van sociale data vormt volgens de politici een schending van onze privacy (waartoe we zelf toestemming gaven) en een 'gevaar voor de democratie door influencing'.


Het social media business model.


Facebook is een virtuele sociale gemeenschap; its a virtual 'nation'. Mensen met overeenkomsten of onderlinge belangen binden zich aan elkaar gebaseerd op het vriendschapsbeginsel. Facebook Messenger en Whatsapp zijn communicatiemiddelen, hiermee praten we. Instagram is een apart fenomeen dat nog meer dan facebook commercieel gericht is op influencing. Het zijn aanvullende applicaties, communicerende vaten maar geenzins vormt men hiermee een monopolie.


Via deze applicaties vergaart men data over de gebruikers die men verhandelt, voor commerciële doeleinden. Het is de gebruiker die zelf instemt en de data zelf gaat voeden door dagelijks gebruik. Het transparant maken van de datavergaring die plaatsvindt is interessant (GDPR), maar uitermate complex omdat alle social mediaplatformen- niet louter Facebook - het doet.


Het is via die data dat je oa. als gebruiker blootgesteld wordt aan specifieke reclame. Haal dat onderuit en sociale media sterft als een 'gratis' dienst en moet men overschakelen naar een abonnementsdienst. Willen wij betalen voor sociale media in de vorm van een abonnement? Neen. Zijn we bereidwillig om data af te staan? Ja.


Heeft Facebook een monopolie op data? Neen. Er zijn nog andere spelers zoals Google. Facebook hiervoor hekelen zoals het Europese panel heeft gedaan is misplaatst en verdacht. Is het een miskennen van het internetgebeuren of is het een verdoken vurige wens?


De gebruiker ligt niet zozeer wakker van zijn 'commerciële datawaarde'. Overigens, de commerciële waarde van data kan alleen maar afnemen naarmate ieder internetfenomeen dezelfde data van dezelfde gebruikers vergaart. Toegegeven, ergens is er nood dat de gebruiker meester blijft van zijn of haar data.


Een oplossing hiervoor ligt bij een technologische ontwikkeling (Blockchain) zodat eenieder zelf meester kan zijn op een overzichtelijke manier van welke data hij of zij deelt en wat ermee gebeurt. Hierin kan de overheid een rol spelen, maar het is sterk betwijfelbaar dat de overheid hiertoe de nodige kennis en capaciteiten heeft.


Its not about the data but about the influencing.


Het is duidelijk dat diverse politici de ogenschijnlijke 'datamonopolie' van Facebook willen breken. Niet uit vrees voor een schending van de privacy van de gebruiker noch omwille van een commercieel monopolie, maar omwille van 'manipulatie'. Het gaat eigenlijk niet zozeer over een monopolie van datavergaring en daaruit voortvloeiende dividenden door middel van spin offs, maar een 'monopolie' op beïnvloeding en de vrije loop van gedachten op sociale media zoals Facebook.


De commerciële grootheid van Facebook is bijzaak - belastingen kunnen heffen op haar winstgevend activiteiten kwam eveneens ter sprake. Het gaat om het controleren van de vrije gedachten op sociale mediaplatformen zoals Facebook; en het controleren van mogelijke beïnvloedingscampagnes van belangengroepen.


1. Sociale media als vrijhaven voor de vrije gedachte

Tijdens het 'panelgesprek' viel mij vooral de woorden van Guy Verhofstadt op. Op een gegeven moment vraagt hij aan Zuckerberg hoe hij herinnerd zou willen worden. Als één van de groten 3 'internet giants' zoals Steve Jobs of Bill Gates....of gaat hij toestaan dat Facebook een 'digitaal monster' zou worden die 'onze democratie en maatschappij zou vernielen'?

Het grote probleem voor onze politici met sociale media zoals Facebook, waarvoor Zuckerberg eigenlijk gehekelt werd, is niet het privacyprobleem maar de vrije loop aan gedachten bij de diverse sociale interacties alsook de mogelijkheid tot politieke marketing door belangengroepen. Bovenal, het feit dat er géén enkele actor hier echt vat op heeft.


Het probleem is eigenlijk dat sociale media de politiek gecorrigeerde berichtgeving en duiding doorheen de diverse bestaande communicatiekanalen vanuit Statelijke instellingen, Mainstream Media ea. Organisaties, ondermijnt. Hierdoor vormt een sociale mediaplatform als Facebook een vrijhaven voor de vrije gedachten maar ook een 'piratenhaven' voor belangengroepen.


Facebook is eigenlijk een megagroot forum waarop de Staat en in zekere mate Facebook zelf geen vat op heeft waardoor bepaalde wetgeving zoals de antiracismewetgeving ea. moeilijk toepasbaar zijn omwille van privancyschendingen. Onze politici en wereld worden hierdoor geconfronteerd met het 'HLN-commentatorfenomeen'...de 'gore onderbuik van onze samenleving' in plaats van de politiek correct opgesmukte commentaren. De gedachtengangen van éénieder die men in de privésfeer verkondigt maar niet in de openbare sfeer. Alsook met belangengroepen die gebruik maken van de platformen om de 'democratische proces te beïnvloeden'. De hoeveelheid aan data dat hierdoor moet worden doorgenomen is gewoon 'ondoenbaar'.


Zuckerberg verklaarde dat Facebook al zijn uiterste best deed om fake news en valse profielen te weren van Facebook, alsook de verspreiding van extreme gedachtengoeden en propaganda tegen te gaan. Zuckerberg verwees bijvoorbeeld naar de strijd tegen IS en beïnvloeding in diverse verkiezingen. Uiteraard zal Facebook handelen tegen valse profielen want dit vormt een verliespost in haar business model. Facebook is community-driven en probeert dit te gebruiken om misbruiken onder controle te houden op Facebook, maar het is niet haar hoofdtaak. Het begint overigens een probleem te worden omdat activisten dit syteem misbruiken voor politieke doeleinden om anderen toegang te ontzeggen.


Guy Verhofstadt vond het blijkbaar niet kunnen dat Facebook hierin zelf initiatief nam en een eigen legertje en bijhorende technische hulpmiddelen heeft om bepaalde gedachtengangen en influencing tegen te gaan. De oplossing volgens een politicus als Guy Verhofstadt bestaat er blijkbaar in om een nieuw GEDAPO-leger in het leven te roepen. Een gedachtenpolitie die Facebook afschuimt op zoek naar foute gedachten en eventuele 'negatieve influencing' door belangengroepen.


De tussenkomst van Nigel Farage was uitermate bondig doch héél interessant. Een totaal andere insteek dan die van de andere Europarlementariërs. Het is een héél eenvoudige vraag: Wie beslist welke gedachten aanvaardbaar zijn of niet op Facebook? Nigel Farage stelt voor om eventueel een 'Bill of Rights' op te stellen om binnen de sociale media de pluraliteit van de gedachten (de vrijheid van gedachten) te vrijwaren. Europarlementslid Nicolas Bay ging hierop verder in.


2. Andere onbesproken gevaren van Social Media Hominid Data

Er schuilt inderdaad een gevaar bij datavergaring en de manier waarop deze gebruikt wordt. Sociale Media Hominid Data kan heel wat vertellen over een persoon, maar vertelt nooit alles. Het gevaar schuilt erin dat deze vorm van data gebruikt zal worden voor allerhande beslissingen in ons leven, zoals aanwervingen, zonder de nodige volwassenheid om de data correct te hanteren. Sociale Media zoals Facebook is géén platform voor professionele doeleinden (LinkedIn wel), maar het kan iets vertellen over de sociale skills van een persoon. Ik vrees dat de wereld onvoldoende volwassen is om deze data correct te gebruiken voor doeleinden zoals aanwervingen. Dus ja, er is enig toezicht nodig op wat er allemaal gedaan wordt met de vergaarde data. Er is dus wel een mogelijkheid tot privacy issues.

Een ander mogelijk gevaar - maar ook voordeel van - sociale media zoals Facebook is commerciële sturing. Door ons online gedrag, zoekgebruik en commerciële online handelingen bekomt men héél sterke marketing data die aanleiding geven tot héél gerichte reclame. Maar zoals alle vormen van reclame is het een kwestie van zelfvolwassenheid om hieraan te weerstaan indien nodig. Het alternatieve probleem hiermee is een vernauwing van het productgamma, net zoals een vernauwing van blootstelling aan ideeën.


Labels: , , , ,

Read more...

22 mei 2018

Geen volwaardig wetgevend burgerinitiatief


Begin Mei 2018 kon men iets opmerkelijks lezen in de media (HLN). De burger zou door een politiek initiatief van Kamerlid Calvo (Groen) zelf een wetsvoorstel kunnen indienen en voorstellen bij de Kamer van Volksvertegenwoordigers mits het behalen van voldoende handtekeningen.  De persartikels verwijzen naar een vereiste van 25.000 handtekeningen, waarvan 14.500 woonachtig moeten zijn in het Vlaams Gewest; 2.500 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en 8.000 in het Waals gewest. De fiche van het parlementaire voorstel kan u hier terugvinden

Het basisvoorstel voorziet een nieuw systeem om een verzoekschrift gericht aan het Parlement in te dienen zodoende een onderwerp op de ‘politieke agenda’ te kunnen plaatsen op een ‘rechtstreeksere’ manier. Uit mijn lezing van het basisvoorstel valt niet echt af te leiden dat een burger een wetsvoorstel zou kunnen indienen. Opvallender is dat de mogelijkheid tot eventuele wetswijziging toegevoegd wordt door middel van een amendement van het voorstel, als nagedachte, en louter een ‘voorstel tot’. In géén geval kan de burger het initiatief nemen tot wetgevende actie zoals men liet uitschijnen in de pers. 

Het voorstel is Belgisch politiek surrealisme ten voeten uit gezien eenieder Staatsburger momenteel al een verzoekschrift kan indienen met suggesties, maar blijkbaar zonder al teveel succes omwille van de werking van de Commissie voor de verzoekschriften – bemand door Volksvertegenwoordigers. Artikel 57 van de Belgische Grondwet maakte het al mogelijk om een verzoekschrift in te dienen, Hoofdstuk V van het Reglement van de Kamer van Volksvertegenwoordigers (hierna het reglement) vormt het aanvullende wettelijke kader. Een Commissie voor de verzoekschriften bekijkt de ontvankelijkheid en eventueel verdere beloop van het verzoekschrift. Nopens artikel 143 van het reglement kan het verzoekschrift worden doorgezonden naar de betrokken Minister; het college van federale ombudsmannen of de bevoegde Kamercommissie. De commissie kan het verzoekschrift ook seponeren.


Rare kronkels in het basisvoorstel. 

Volgens het basisvoorstel dient een verzoekschrift een duidelijke concrete vraagstelling te omvatten dat conform is met het EVRM. De Commissie voor de verzoekschriften kan men 'ontlopen' indien men voldoende steun heeft van 'burgers die hun woonplaats in België hebben en die de volle leeftijd van 16 jaar hebben bereikt'. Voldoende steun wordt omschreven als 25.000 ondertekeningen door burgers, waarvan 14.500 woonachtig moeten zijn in het Vlaams Gewest; 2.500 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en 8.000 in het Waals gewest.

De omschrijving 'burgers die hun woonplaats in België' hebben opent de deur op een kier voor iedere burger woonachting in België, die eventueel geen Belgisch Staatsburger is. Enkel in de toelichting maakt men verwijzing naar het gebruik van de E-ID om eventueel digitaal te kunnen ondertekenen, maar dit is niet sluitend. Bovendien zijn Belgische Staatsburgers niet woonachtig in België bij voorbaat uitgesloten. De volle leeftijd van 16 jaar is een poging om jongeren dichter te betrekken bij het politieke proces, maar deze personen zijn niet eens kiesgerechtigd om Volksvertegenwoordigers te kiezen! 

Gaat men ineens personen die niet eens kiesgemachtigd zijn de mogelijkheid geven om in ons politiek proces te moeien door middel van verzoekschriften - al dan niet met voorstellen tot wetswijziging? Het lijkt logisch dat de burgers die mogen stemmen bij de Federale verkiezingen voor onze wetgevende kamers dezelfde zijn die een verzoekschrift mogen indienen, derhalve dient men zich te baseren op artikel 1 tem 9 van het Kieswetboek.

De meest opmerkelijke kronkel is die van de gewestelijke verdeelsleutel inzake ondertekenaars, met name  25.000 ondertekeningen, waarvan 14.500 woonachtig moeten zijn in het Vlaams Gewest; 2.500 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en 8.000 in het Waals gewest. Het voorstel geeft geen bijzondere uitleg voor deze verdeelsleutel. De verdeelsleutel lijkt duidelijk communautair geïnspireerd om voldoende ‘brede’ volkssteun te genieten en tegelijk vormt het een grendel. Dit is de enigste mogelijke conclusie. Het is aanvaardbaar dat men een minimaal quotum invoegt om een zondvloed aan onzinnige wetsvoorstellen door burgerinitiatief te voorkomen. Echter, de invoering van een verdeelsleutel vormt een aanvullende fnuikende beperking waardoor de initiatiefnemers zichzelf tegenspreken.

Het concept van de verdeelsleutel staat haaks op de manier van verkiezing van Volksvertegenwoordigers – per provinciale kieskring -  en het staat ook haaks op andere wetgevende communautaire grendels die eventueel van toepassing kunnen zijn die gebaseerd zijn op taalgroepen. Het moet mogelijk zijn vanuit één taalgroep een burgerinitiatief te nemen. Het is inherent aan België dat er communautaire verschillen zijn waardoor er een andere insteek komt, dit wil niet zeggen dat het slechte burgerinitiatieven zijn. Een wetsvoorstel via burgerinitiatief zal het verdere wetgevende proces in de Kamer van Volksvertegenwoordigers moeten doorlopen, derhalve is een aanvullende communautaire grendel overbodig. Het lijkt erop dat sommige politici hiermee willen streven naar een Belgisch federaal model met 3 deelstaten gebaseerd op de gewesten...met steun van N-VA.

Dit is géén wetgevend burgerinitiatief

Slechts in een voorstel van amendement– nota bene ingediend door Kamerleden Calvo; Vanden Burre en Nollet - tot wijziging van het voorstel is er enige verwijzing naar een mogelijkheid tot wetgevend initiatief in één van de artikelen. Dit impliceert dat het idee van een wetgevende burgerinitiatief een ‘nagedachte’ was of eerder ongewenst.  

Zowel in het Nederlands als in het Frans is een wetswijziging de wijziging van een wet, de aanpassing van een bestaande wet – niet het indienen van een wetsvoorstel tot nieuwe wet. De gebruikte verwoording om via verzoekschrift een voorstel tot wetswijziging toe te voegen is overigens opvallend. De verzoeker zal gehoord worden indien de bevoegde Kamercommissie in dezelfde zittingsperiode als indiening over hetzelfde onderwerp een wetsontwerp, wetsvoorstel of voorstel van resolutie bespreekt.

Allicht is deze verwoording ingegeven door artikel 75 van de Belgische Grondwet dewelke het initiatief (tot wetgevende handelingen) vastlegt bij de federale wetgevende macht, zonder opening voor een burgerinitiatief. Dit impliceert dat het initiatief eigenlijk nog steeds bij het Parlement ligt en men via een verzoekschrift eigenlijk een suggestie doet. Indien de Kamerleden over het onderwerp van het verzoekschrift – met hierin een voorstel tot wetgevend initiatief - géén wetgevend initiatief hebben genomen is dan kan het onderwerp van het verzoekschrift niet besproken worden tijdens de zittingsperiode van het Parlement. Er is dus politiek initiatief nodig vanuit de Kamer of de regering om over te gaan tot verdere behandeling van het verzoekschrift indien het een wetswijziging voorstelt.


Om tot een volwaardig wetgevend burgerinitiatief te komen dient artikel 75 van de Belgische Grondwet te worden hierzien.

Naar een volwaardig Wetgevend Burgerinitiatief.

Het voorstel tot hervorming van het petitierecht kan men enkel als zwak beschouwen. Positief gegeven is dat de burger meer rechtstreekse toegang kan bekomen mits het behalen van voldoende handtekeningen, en zo de Commissie voor verzoekschriften buiten spel kan zetten. Waarbij de Kamerleden die zetelen in de Commissie eigenlijk zichzelf buiten spel zetten… . Ceci n’est pas une pipe.

Het voorstel omvat echter geen jota van enige direct democratische insteek dat inherent gekoppeld zou moeten zijn aan een parlementair burgerinitiatief.  De politici wensen duidelijk niet dat de burger het zou aandurven om een volwaardig wetsvoorstel te kunnen indienen, dat alleenrecht en initiatiefrecht wensen ze te behouden. Hiervoor is een grondwetswijziging (art.75) noodzakelijk.

Als het voorstel goedgekeurd en toegepast wordt dan zou meteen een verzoekschrift moeten worden ingediend tot wijziging van het reglement van de Kamer van Volksvertegenwoordigers wat het petitierecht betreft om tot een werkelijk Wetgevend Burgerinitiatief te kunnen komen. 

Labels: , , , , ,

Read more...

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>