28 november 2017

De Grensoverschrijdende Draak -- De buitenlandse politiek van China






Een prettig neveneffect van mijn tijd als senaatsmedewerker voor buitenlandse politiek was de ontdekking van de wereld van denktanks waaraan Brussel (hoofdstad van Vlaanderen, België, de EU en Noord-Atlantis) rijk is, onder meer het European Institute for Asian Studies. Anderzijds is "de buitenlandse politiek van China" belangrijk genoeg om er zelfs in Brussel een conferentie aan te wijden. Dus: allen naar de komende bijeenkomst over de Grensoverschrijdende Draak.





Het vorige evenement specifiek daarover dat ik mocht bijwonen, was rond 1976. Ik was nog tiener en een fan van de charismatische spreker en, naar mij toen toescheen, meester-denker Ludo Martens, voorzitter van Amada (Alle Macht aan de Arbeiders), de huidige PvdA. Die nam de debathandschoen op tegen Swa Vercammen van de trotskistische RAL (Revolutionaire Arbeidersliga). Het onderwerp was toen belangwekkend genoeg om de Leuvense Alma 2 te doen vollopen. China's buitenlandse politiek had in de toen nog talrijke linkse rangen wat vertwijfeling doen ontstaan. Deze voorhoedestaat had namelijk kazak gekeerd inzake de verketterde Navo. Toen de Sovjet-Unie de vijand van China werd, ging China het anti-Sovjet-bondgenootschap Navo als feitelijke bondgenoot beschouwen. Het was een schok voor onze linkerzijde, die van: "België uit de Nato, de Nato uit België!" Maar daar zou de allesverklaarkunde van de Kleine Roerganger wel een Mao aan passen.





Ergens rond 1988 debatteerde diezelfde Martens over Tibet tegen Frans Boenders. Dat steekspel heb ik toen door andere verplichtingen moeten missen, maar achteraf vertelde Boenders het mij na, met als slotsom: "Met communisten valt niet te praten." Die brave Boenders dacht warempel dat het in communisme om praten gaat. Van dat misverstand was ik toen al lang verlost. Het schrikbewind van Pol Pot in Democratisch Kampuchea (1975-79) heeft daarbij geholpen, maar ook dit. Tijdens een Amada-bijeenkomst had ik een vakbondsman horen reageren op een destijdse SP-uitspraak over "speldenprikken" tegen het grootkapitaal: "De revolutie maken we niet met speldenprikken, maar met mokerslagen!" (Immers, ter attentie van die laffe reformisten die met de bourgeoisie getrouwd zijn: “We willen niet een deel van de koek, ook niet heel de koek, maar heel de bakkerij!”) Jaja, al hebben onze revolutionairen niet veel bereikt, wat waren ze toch woordkunstenaars.





Ook rond die tijd, juni 1989, werd op het Tiananmen-plein in Beijing een protestbeweging voor democratie in het bloed gesmoord. Uitbundige verontwaardiging ("euforie" noemden onze maoïsten het) in de bourgeois-media en, bij monde van Ernest Mandel, onder de trotskisten. In het hoofdartikel van het partijblad Solidair diende Ludo Martens deze Mandel van antwoord, ongeveer aldus: "Trotskisten als hij zijn er niet in geslaagd hun Permanente Revolutie te verwezenlijken in een land zo groot als Liechtenstein. Hem komt het natuurlijk toe, een land met een miljard inwoners de les te spellen."



Een half jaar later hergroepeerden de uit China weggeraakte democratie-ijveraars zich voor een strategische conferentie in warempel mijn thuisstad Leuven, in de Kleine Aula, Maria Theresia-College: "Dadao gongchanzhuyi!" ("Weg met het communisme!") Ik had inmiddels Chinees gestudeerd en was daar zeer welkom, al was het maar omdat ik me als tolk nuttig kon maken. Daar waren ook enkele buitenlandse opponenten van het communistisch bewind op uitgenodigd, onder meer de Londense voorzitter van de "Free Tibet"-campagne. Dat was toch wel een miskleun, want alle Chinezen keerden zich fel tegen hem. De verstandigste onder hen trachtte de gemoederen te bedaren om de bijeenkomst niet te laten mislukken, dus stelde hij een "redelijk compromis" voor: OK, een onafhankelijkheidsreferendum, maar dan in de hele Volksrepubliek... Waarmee mooi aangetoond was hoe nationalistisch de Chinezen, ongeacht politiek standpunt, verenigd zijn rond de trouw aan het ondeelbare moederland.





Het oproer van 1989 is doodgebloed, maar het communisme is eigenlijk wel ten val gekomen. Een fluwelen val, want alle partijprinsen zijn goed terecht gekomen, maar van communisme is onder de Hamer en Sikkel van het conferentiepodium anno 2017 niets meer te merken. Geen Mao-pakjes meer (eigenlijk decennia eerder dan de Revolutie door de vader des republikeinsen vaderlands Sun Yixian gelanceerd), de partijleiders dragen nu een maatpak, zijnde het bourgeois-uniform van de westerse duivels. Men sprak er nog over een "modern socialisme met Chinese kenmerken", maar die lippendienst heeft vooral als functie, de institutionele continuïteit en de oppermacht van de partij te verzekeren en de chaos die een Michaïl Gorbatsjov destijds over het Sovjet-grondgebied afgeroepen heeft, te vermijden. In China reikt de Staat het Kapitaal de hand. En nu het bezoek van Donald Trump aan sterke man Xi Jinping door de Chinezen uitgelegd wordt als het hofbezoek van een leenman aan zijn leenheer, gaat het in China uitgestippelde beleid ons allen aan.





Voorsmaakje van het vervolg: European Institute for Asian Studies, Wetstraat 26 Brussel, donderdag 30 november 2017, 9-12 u. Gratis, allen welkom.


Labels: , , ,

Read more...

13 november 2017

De grenzen van een grondwet

De grenzen van een grondwet

Een grondwet kan niet haar eigen legitimatie zijn
Matthias Storme

Munchausen doet wat een Grondwet niet kan
In de Catalaanse ‘crisis’ heb ik als jurist veel onzin gelezen, naast hier en daar lucide analyses. Vaak draaien die rond de vraag wat de kracht en plaats is van een grondwet (en met name van de Spaanse Grondwet) in de beoordeling van die crisis. Het zijn daarbij overigens vooral mensen die niet juridisch geschoold zijn, en al zeker niet rechtswetenschappelijk, die daarbij heel zwart-wit over recht denken.
Over het recht hebben zij een soort autoritaire opvatting: een bepaalde interpretatie van een bepaalde Grondwet wordt heilig verklaard, alsof er niet zowel over de absolute waarde als de interpretatie van zo’n Grondwet meer dan enige twijfel mogelijk is.
Op de eerste plaats gaat het in de crisis eigenlijk niet om een conflict tussen de Catalaanse overheid en de Spaanse grondwet in formele zin, maar om een conflict met de Spaanse rechtsorde als geheel. Zo bijvoorbeeld zijn de Catalaanse Jordis (leiders van culturele verenigingen) niet opgesloten wegens schending van de grondwet, maar van een Spaanse strafwet waarvan de grondwettelijkheid erg betwijfelbaar is, en is de censuur waarmee het de Catalaanse TV verboden werd een rede van Puigdemont uit te zenden (21 oktober) duidelijk strijdig met de Spaanse grondwet (art. 20.4).
Ook zijn er in Europa democratieën, zelfs met deelstaatparlementen, die geen formele grondwet hebben, met name het Verenigd Koninkrijk, waar ook de meest fundamentele regel in beginsel bij gewone wet van het parlement kan worden gewijzigd.
Natuurlijk kan men overal wel van een Constitutie spreken, ongeacht of dat een formele grondwet is of niet: een stel regels en beginselen die een politieke en juridische ordening haar identiteit geeft – hoe worden fundamentele vrijheden gewaarborgd, de inspraak van het volk georganiseerd, het functioneren van de politieke instellingen en dergelijke meer.
Vanzelfsprekend is het in en voor een rechtsstaat van zeer groot belang dat de regels van de rechtsorde, met in beginsel als hoogste norm de Grondwet, gerespecteerd en toegepast worden. En toch kan de vraag of iets in overeenstemming is met die Grondwet in bepaalde gevallen nooit de laatste, determinerende vraag zijn.
Zo zal volgens een bepaalde opvatting het internationaal recht zelfs voorrang hebben op de Grondwet; ik deel die mening niet en juristen overal ter wereld zijn over die vraag grondig verdeeld. Verder is het zo dat belangrijke hervormingen in vele democratieën, en met name omzeggens alle fundamentele hervormingen in België (algemeen enkelvoudig stemrecht, toetreding tot de Europese Gemeenschappen, enz…) tegen de Grondwet in zijn gebeurd, en achteraf hun legitimiteit en legalisering hebben gekregen.
Maar fundamenteler voor de Catalaanse crisis is de vaststelling dat de gelding zelf van een Constitutie, zodoende dus ook de vraag of de Spaanse Grondwet in Catalonië nog gelding kan hebben, onmogelijk door die Grondwet zelf kan worden bepaald en daarvan afhangen. Een grondwet kan zijn grond nooit in zichzelf vinden. Een grondwet is geen baron Munchausendie zichzelf aan de eigen haren uit het moeras kan trekken.
In een conflict waar twee rivaliserende constituties tegenover elkaar staan, zoals enerzijds de Spaanse grondwet en anderzijds de Catalaanse constitutie uitgedrukt in de onafhankelijkheidsverklaring, is het evident dat de ene Constitutie volgens de andere ongeldig is en omgekeerd. Het gaat om botsende en onverzoenbare legaliteiten. Dat conflict kan dus onmogelijk opgelost worden als een vraag van legaliteit, maar is een vraag van legitimiteit.
Bij zo’n conflict schiet het recht noodzakelijk te kort; het bevindt zich buiten de rechtsorde. De oplossing daarvan is niet, of toch niet op de eerste plaats een juridisch probleem. Het is hoofdzakelijk een politiek en moreel probleem, al kunnen rechtsbeginselen en met name de traditie van het “ius gentium“, de rechtsregels betreffende verhoudingen tussen volkeren en dus ook tussen conflicterende rechtsorden, daarbij wel een rol spelen.
Bij dat ius gentium gaat het dus niet om de vraag of er rechtsnormen zijn die boven de nationale constitutie staan en staten zouden dwingen hun constitutie daaraan aan te passen. Dat is een moeilijke vraag en mijn persoonlijk antwoord is zoals gezegd dat die géén voorrang hebben op de constitutie maar wel, naast andere factoren, mee de legitimiteit van een constitutie bepalen. Maar hier gaat het niet daarover, maar wel over de vraag of rechtsbeginselen een rol kunnen spelen bij conflicten tussen rivaliserende constituties; zij kunnen dat inderdaad, maar zeker niet exclusief.
Bovendien zijn die rechtsbeginselen vaag en onderling tegenstrijdig. Er is met name géén eenduidige rang tussen de verschillende beginselen die hierbij een rol spelen, zoals bijvoorbeeld enerzijds de eerbied voor de bestaande Grondwet en staatsgrenzen, en anderzijds het zelfbeschikkingsrecht der volkeren.
Rechtsregels blijven wel een belangrijke rol spelen voor de beoordeling van de wijze waarop partijen zich in zo’n conflict gedragen. Dat het conflict over een secessie zich buiten het recht bevindt, betekent niet dat partijen zich in dat conflict niet aan andere rechtsregels moeten houden en dat het respect van die regels een element zal zijn bij de beoordeling van de legitimiteit van een secessie en van het verzet ertegen.
Die legitimiteit wordt in grote mate bepaald door de wijze waarop de vrijheden van de burgers en hun mogelijkheid tot inspraak worden gerespecteerd of geschonden.
Het hoeft allicht niet gezegd dat er op dat vlak zeer goede redenen zijn om te oordelen dat de legitimiteit van de Spaanse rechtsorde in Catalonië in vergelijking met die van de rivaliserende Catalaanse rechtsorde door het optreden van de Spaanse staat wel bijzonder diep is gezakt…
Read more...

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>