31 maart 2010

En waarom geen veerpont over de Schelde? (Hoegin)

Vóór 1 april moest de kogel door de kerk, aldus Kris Peeters een aantal weken geleden. De Vlaamse regering zou landen in verband met de Oosterweelverbinding, waardoor de discussie eindelijk – eindelijk! – afgesloten zou kunnen worden. Wie echter dacht dat Kris Peeters in tegenstelling tot die andere CD&V-regeringsleider wél zijn woord zou houden, kwam ferm bedrogen uit.

Vlaams minister-president Kris Peeters liet gisterenochtend verstaan dat er in dit dossier alleen maar winnaars waren. Sta me toe daar een andere mening op na te houden. Duidelijke winnaar is in de eerste plaats het studiebureau dat nog maar eens een studie zal mogen leveren over een tunnel onder de Schelde – naar het schijnt de derde al – om na te gaan of zo'n tunnel technisch haalbaar is, en bovendien zowel sneller als goedkoper dan een brug zou kunnen. Het lijkt me nogal wiedes dat de Vlaamse regering in dat geval voor een tunnel zou kiezen, maar de vraag zou zich dan wel stellen waar die twee voorgaande studies dan wel voor gediend hebben, en door welke prutsers ze feitelijk uitgevoerd werden. In afwachting van de resultaten van die derde studie kan de Vlaamse belastingbetaler zich dan afvragen welke spectaculaire technologische doorbraken er zich de afgelopen maanden zouden voorgedaan hebben op het gebied van de tunnelbouw, dat de Vlaamse regering verwacht dat er binnen drie maanden wel eens een radicaal andere aanbeveling uit de bus zou kunnen komen dan, inderdaad, dat een viaduct de beste oplossing zou zijn.

Hiermee hebben we al meteen één van de duidelijke verliezers van de «beslissing» van gisterennacht – kwatongen beweren dat het een beslissing was om nog niet te beslissen – vermeld: de Vlaamse belastingbetaler. Maar de Vlaamse belastingbetaler is de enige verliezer niet. Ook N-VA en sp.a behoren tot het kamp der verliezers: de ene omdat de viaduct er voorlopig nog niet komt, de andere omdat de viaduct nog steeds niet definitief afgevoerd is. Geen van de twee vechtende partijen kan nog geloofwaardig overkomen na deze niet-beslissing. En zoals zo vaak: wanneer twee honden vechten om een been, loopt een derde er mee heen. Vermoedelijk vindt Kris Peeters van zichzelf dat hij die derde hond is, maar de vraag is toch maar hoe geloofwaardig híj uit deze veldslag gekomen is.

Want inderdaad, als Kris Peeters vandaag ondanks zijn CD&V-partijkaart door het Vlaamse publiek nog niet op één hoopje met de rest van het tsjevendom werd gevaagd, dan is dat in grote mate te danken aan de relatief positieve perceptie die er rond de Vlaamse regering heerst. En die perceptie wou tot nu toe dat die regeringsploeg af en toe toch nog eens een beslissing zou nemen, in tegenstelling tot de federale regering waar werkelijk niets, maar dan ook niets nog beweegt. (Tenzij de Franstaligen beweging eisen natuurlijk, want dan kan plots alles, zoals het asieldossier elke dag duidelijk bewijst.) Nu blijkt dat ook bij de Vlaamse regering stilaan zowat alles dreigt vast te lopen.

Ook de vaudeville rond de drie Franstalige burgemeesters uit de Vlaamse Rand rond Brussel toont aan dat het in de Vlaamse regering niet helemaal snor zit. Twee weken geleden werd de beslissing rond de niet-benoeming nog doorgepraat met minister-president Kris Peeters, maar wanneer minister van Binnenlands Bestuur en de Vlaamse Rand Geert Bourgeois de beslissing bekend maakte in het Vlaams Parlement, reageert de CD&V kregelig. Wat had hij moeten doen – ook een studie bestellen? Viceminister-president voor de sp.a Ingrid Lieten bestond het bovendien de beslissing vrijwel onmiddellijk al volledig te ondergraven door de faciliteitengemeenten op een zilveren schoteltje aan de Franstaligen aan te bieden. Ja, waarom niet meteen heel Vlaams-Brabant aanbieden? Dan is de sp.a immers in één moeite door ook van Frank Vandenbroucke af! Let op, het gaat hier wel degelijk over zo ongeveer de enige beslissing die naam waard die de afgelopen maanden door de Vlaams regering genomen werd.

Bovendien vergist N-VA-voorzitter Bart de Wever zich zwaar als hij denkt dat er nu een definitieve beslissing rond de Oosterweelverbinding zou genomen zijn. Zoals andere commentatoren reeds opmerkten: drie maanden geeft de tegenstanders van het viaduct ruim de tijd om opnieuw te mobiliseren tegen de Lange Wapper. Zijn uitleg «dat het op die drie maanden toch niet aan zal komen» hebben we trouwens al eens eerder gehoord, namelijk in 2007 en 2008. Toen was er ook geen haast bij de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde, maar vandaag weten we dat elke dag, ja zelfs elk uur zal tellen om de kieskring nog gesplitst te krijgen voor de volgende federale verkiezingen. Ik vrees dan ook dat Bart de Wever een veel groter risico loopt in juli bruusk uit zijn zoete droom gewekt te worden dan de Patrick Janssens.

Het volstaat trouwens het opiniestuk van Manu Claeys en Peter Verhaeghe te lezen om het uiteindelijke doel van bijvoorbeeld de stRaten-generaal te begrijpen. En een veerpont, liefst maar eentje en dan nog op mankracht opdat het allemaal vooral niet te snel zou gaan, is dan niet eens zo ver gezocht. Een tunnel of een brug zijn voor hen immers niet het eigenlijke probleem, wel al die auto's die allemaal zo dringend Antwerpen willen binnenrijden. Ja, stel je voor zeg. Een terugkeer naar paard en kar, zoals het past voor plattelandsbewoners die de Grote Stad met een bezoek zouden willen vereren, zou inderdaad al veel passender zijn. Het is me al een raadsel waarom nog niet voorgesteld werd om naar Chinees en Sovjet-voorbeeld – ach, de goede oude USSR, waar ís de tijd? – meteen maar pasjes in te voeren om het aantal bezoekers nóg meer te kunnen begrenzen, voor zover ze al gedoogd zouden moeten worden.

Rest me daarom nog de heren Kris Peeters, Bart de Wever en Patrick Janssens de komende maanden van harte een interessante tijd toe te wensen. Voor de miljoenen Vlamingen die niet kunnen snappen waarom het land telkens weer op stelten moet gezet worden voor amper een paar kilometer brug of tunnel is het een magere troost dat dit dossier de heren politici vermoedelijk al veel langer veel meer de strot uitkomt dan henzelf.

Labels: , , , , , , , , ,

Read more...

30 maart 2010

Peiling La Libre Belgique: N-VA tweede partij (Hoegin)

Alle Vlaamse peilingen sedert 2004De revelatie in de peiling van La Libre Belgique, waarvan de resultaten zondagavond gepubliceerd werden, is ongetwijfeld dat N-VA vandaag de tweede grootste partij in Vlaanderen zou zijn – foutenmarges niet te na gesproken. Maar er valt over de resultaten van deze peiling best wel wat meer te vertellen, want voor meer dan één partij bevat ze historische resultaten.

Beginnen we bijvoorbeeld bij wat nog steeds de grootste partij in Vlaanderen zou zijn: CD&V. De partij gaat erop achteruit vergeleken met de verkiezingen van verleden jaar, maar wel op de grens van wat statistisch significant genoemd kan worden. Tegelijkertijd valt op dat de partij met een aanhang van slechts 20,0% van de stemmen historisch laag scoort bij La Libre Belgique. Alleen Het Laatste Nieuws plaatste de partij ooit lager, iets meer dan een jaar geleden, toen die krant de partij nog slechts 19,9% gaf.

Scoort CD&V historisch laag, dan scoort N-VA weer historisch hoog. La Libre Belgique maakt van de partij zelfs de tweede grootste partij in Vlaanderen, vlak voor het Vlaams Belang. (De nuance dat het verschil tussen N-VA en Vlaams Belang veel minder dan een foutenmarge bedraagt ging in de verdere berichtgeving uiteraard verloren.) De vraag moet echter gesteld worden of de groei die La Libre Belgique N-VA toedicht wel duurzaam is. Tegenover de regionale verkiezingen van verleden jaar maakt de partij een fameuze sprong, maar tegenover de Europese verkiezingen verdubbelt ze zelfs bijna haar score. Het gevaar bestaat dan ook dat wanneer in 2011 de partij de verwachtingen uit de peilingen niet kan inlossen, N-VA op de verkiezingsavond met een kater achterblijft, ondanks stevige winst.

Een ander probleem waar de N-VA mee af te rekenen kan krijgen, is dat haar partners in de Vlaamse regering haar voorlopig niets meer zullen gunnen. In het dossier over de Oosterweelverbinding kon de partij alvast geen finale beslissing doorduwen, en wordt opnieuw een studie ingelast. CD&V kan ook proberen de partij de komende weken een lesje te leren via een federaal omweggetje, en de partij in de Vlaamse regering voor het blok plaatsen door enkele Vlaamse toegevingen rond Brussel-Halle-Vilvoorde. Een monsterscore in een peiling kan daarom al snel een vergiftigd geschenk worden als je vervolgens tweemaal bakzeil moet halen, en misschien zelfs het risico loopt uit de Vlaamse regering gekegeld te worden.

Een andere score die vraagtekens oproept is die van het Vlaams Belang. La Libre Belgique plaatst de partij vandaag op 17,3%, tegenover 17,1% drie maanden geleden. In januari plaatste Le Soir de partij nog onder de 15%, eind verleden jaar kwam ze bij De Standaard/VRT zelfs op een miserabele 12,8% uit. Bovendien kwam de partij de laatste maanden vooral op een negatieve manier in de media, enerzijds omwille van de interne strubbelingen die breed in de pers uitgesmeerd werden, en anderzijds dankzij een systematische uitsluiting van de partij uit het debat over de veiligheid in Brussel (een beetje alsof de media Groen! niet aan het woord zouden laten naar aanleiding van een milieukatastrofe, doch dit terzijde). Het is in ieder geval duidelijk dat La Libre Belgique meent dat de partij langzaamaan uit een dal aan het kruipen is, en stilaan terug zicht begint te krijgen op haar scores uit de verkiezingen van 2007.

Twee partijen die overduidelijk nog steeds in een sukkelstraatje zitten volgens La Libre Belgique zijn sp.a en Open Vld. De eerste partij blijft oscilleren rond de vijftien procent, terwijl de andere voor het eerst bij La Libre Belgique onder de veertien procent zakt. Dat laatste is overigens ook historisch laag, en alleen bij De Stemmenkampioen in 2005 en 2006 deed de partij het ooit slechter. Waar is de tijd dat beide partijen ver boven de twintig procent scoorden, niet in de peilingen maar bij de verkiezingen?

Nog een partij die het niet zo goed doet is Lijst Dedecker, waarbij dan nog moet opgemerkt worden dat de desastreuze voorzittersverkiezingen plaatsvonden nà het afnemen van deze peiling. Dan lijkt het met Groen! toch iets beter te gaan, en voor het eerst in meer dan zes jaar scoort de partij meer dan acht procent bij La Libre Belgique. Is het een gevolg van de opslorping van SLP? Spectaculair kan de vooruitgang niet genoemd worden, maar de partij heeft zich in tegenstelling tot Lijst Dedecker de laatste maanden wel weten te verwijderen van de gevreesde kiesdrempel van vijf procent.

La Libre Belgique voerde geen simulatie uit voor een zetelverdeling, maar extrapolatie van de resultaten naar de verschillende kieskringen levert een interessant prognose op voor zetelverdeling in het Vlaams Parlement. (De prognose die Bart Maddens uitvoerde in opdracht van Het Nieuwsblad voor de federale Kamer leverde overigens erg gelijklopende resultaten op.) De machtsverhoudingen binnen de huidige Vlaamse coalitie zouden met deze resultaten in ieder geval radicaal anders zijn, met drie partijen die in wezen niet zo heel veel van mekaar in grootte verschillen. En eigenlijk zijn alle vijf de grootste partijen in zetelaantal aan mekaar gewaagd. Volgens de prognose zijn coalities zoals CD&VN-VA–Open Vld en CD&V–Open Vld–sp.a nog steeds mogelijk, naast de huidige coalitie van CD&V, sp.a en N-VA. Een coalitie met N-VA, Open Vld en sp.a haalt dan weer precies de helft van de zetels, en dus één te weinig voor een meerderheid. CD&V en Open Vld alleen, zoals in de federale regering, maken op dit ogenblik echter geen schijn van kans om in het Vlaams Parlement een meerderheid te vergaren – ze halen maar net iets meer dan een derde!

Alle Waalse peilingen sedert 2006Aan Franstalige zijde blijft de PS hoog scoren, terwijl de aanhang van MR verder afbrokkelt. De oorzaak voor die afbrokkeling hoeft waarschijnlijk niet verder gezocht worden dan bij de groeiende aanhang van de PP. Ecolo doet het opnieuw wat beter, en klimt weer boven de twintig procent. De partij zit daarmee MR op de hielen, om niet te zeggen dat de twee partijen statistisch gezien als even groot beschouwd dienen te worden. CdH lijkt zich te stabiliseren, maar blijft ver achter op Ecolo. Het Front National blijft onder de kiesdrempel, net zoals de PP. Voor die laatste partij gaat het echter wel duidelijk de goede kant op, iets wat niet gezegd kan worden voor het Front National.

Bijlage: Overzicht alle peilingen in Vlaanderen sedert 2004 en Wallonië sedert 2006 (PDF).

Labels: , ,

Read more...

Jongeren starten actie “Sociale Onzekerheid”

De jeugd heeft genoeg afgewacht. Al jarenlang voorziet men problemen met de betaalbaarheid van de sociale zekerheid. De politiek blijft echter in gebreke. De beleidsmakers hadden in het verleden een zee van tijd om te zoeken naar een oplossing maar verkozen om het probleem voor zich uit te schuiven. Als er niet dringend gezocht wordt naar betekenisvolle oplossingen zal het volle gewicht van hun besluiteloosheid op de schouders van de jeugd terechtkomen. Om de jongeren bewust te maken van deze problematiek starten wij, de liberale studenten, vandaag met de actie “Sociale Onzekerheid: De zwaarste lasten op de jongste schouders?”.

Het is ons doel om de jeugd wakker te schudden voor het te laat is. In plaats van te berusten in desinteresse of roepen aan de zijlijn willen wij, als jongste generatie, een positieve oproep doen aan de politiek. Het is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid om de toekomst van de volgende generaties te vrijwaren van de huidige sociale zekerheid die onbetaalbaar dreigt te worden. De actie heeft tot doel zoveel mogelijk jongeren en verenigingen te bereiken. Hiervoor werd een visietekst opgesteld en zal er campagne gevoerd worden in de Vlaamse studentensteden. Elk jongere en elke vereniging die de toekomst in haar hart draagt wordt uitgenodigd om een petitie te ondertekenen om onze oproep kracht bij te zetten. De tijd van bespreken, debatteren, groenboeken en overwegen loopt op zijn einde en had eigenlijk al lang afgerond moeten zijn. De jonge generaties zijn vragende partij voor hervormingen en bereid om hieraan mee te werken. De bal ligt in het kamp van de Wetstraat!


Dit persbericht werd bij InFlandersFields.eu ingezonden door het Liberaal Vlaams Studentenverbond (LVSV). Hoewel opgestart vanuit de nationale koepel van het LVSV, heeft deze actie tot doel zoveel mogelijk verenigingen en jongeren te verenigen. Een lijst van verenigingen die onze visietekst onderschrijven, zal spoedig op hun website verschijnen. Daar kunnen jullie ook de petitie ondertekenen.

Read more...

Liberale visietekst: de Jeugd, de Toekomst

De sociale zekerheid is er voor u. Maar voor hoelang nog? Het systeem van sociale zekerheid dat eerst werd opgezet als dijk tegen het communisme en later als systeem van sociale verzekering (ook en vooral voor mensen die dit anders niet zouden kunnen betalen), is vandaag de dag uitgegroeid tot een wanstaltig gedrocht, dat een grote hypotheek dreigt te leggen op de welvaart van verschillende toekomstige generaties. Het pensioensysteem is hier een van de duidelijkste voorbeelden van. Toen Bismarck als eerste een dergelijk systeem op poten zette was de pensioengerechtigde leeftijd 70 jaar, bij een levensverwachting van 48 jaar. Hoewel dit misschien ook een scheeftrekking was, is de slinger vandaag de dag volledig doorgeslagen naar de andere kant. De pensioengerechtigde leeftijd ligt in België sinds de jaren 50 op 65 jaar. De levensverwachting was in 1950 echter wel 63 voor mannen en 67 voor vrouwen, tegen respectievelijk 77 en 82,7 in 2006. Bovendien zijn er nog er nog andere cijfers die veel alarmerender zijn.

Samen met een verlaagde nataliteit leidt deze stijgende levensverwachting tot een drastische wijziging van de bevolkingspiramide: de verhouding 65-plussers t.o.v. actieve bevolking zal de komende jaren uitgebreid toenemen (in 1970 onderhielden 100 actieven 44 inactieven, dit zal in 2030 bij ongewijzigd beleid evolueren naar 150 inactieven voor 100 actieven). Het probleem is de omschakeling van een kapitalisatiesysteem naar een repartitiesysteem in jaren ’50 en ’60. Met andere woorden: de pensioenen moeten betaald worden met geïnde belastingen bij de actieve beroepsbevolking. Dit systeem werkt bij een groeiende economie en stijgende actieve bevolking zoals in deze jaren ’50 en ’60, maar heeft in de huidige omstandigheden meer weg van een piramidespel, waarvoor de modale burger allang achter slot en grendel zou gezet zijn. Bovendien ligt de werkelijke pensioenleeftijd veel lager dan de eerder genoemde 65 jaar (namelijk rond de 58 jaar), betreden steeds meer mensen steeds later de arbeidsmarkt en zijn een derde van de momenteel uitgekeerde pensioenen gelijkgestelde pensioenjaren. Lees: jaren die meetellen voor de pensioenopbouw waarvoor men in werkelijkheid nooit gewerkt heeft. Allemaal zaken die mee bijdragen tot de steeds groter wordende onbetaalbaarheid van het systeem.

Veel oplossingen zijn er niet. Of men moet de inkomsten verhogen, of men moet de uitgaven zien te drukken. Het eerste zal bijzonder moeilijk zijn: de belastingsdruk in België is nu al zeer hoog (bijna de helft van ons BBP). Voorts zullen deze hoge belastingen vooral deze mensen ‘wegjagen’ die het meest zullen kunnen bijdragen tot de oplossing: hoog opgeleiden zijn namelijk sociaal veel mobieler. De oplossing zal dus vooral van het tweede moeten komen. Er zijn enkele voor de hand liggende oplossingen. Schaf het systeem van de brugpensioenen af. Beperk het repartitiegedeelte zo veel mogelijk ten voordele van (private) kapitalisatiesystemen en individuele spaarmogelijkheden. Maak een einde aan het idee dat een overheid de werknemer oplegt wanneer hij moet stoppen met werken en de fetisj van de wettelijke pensioenleeftijd: laat elke werknemer a rato van het aantal jaren dat hij effectief werkt een pensioen opbouwen.

Wil men een lange loopbaan hebben? Dan kan men een hoger pensioen opbouwen. Wil men liever vroeger stoppen met werken? Dan moet men tevreden zijn met een lager pensioen. De werknemer kan hier ook beslissen flexibel met zijn loopbaan om te springen: wil men het een periode wat rustiger aan doen, dan draagt men tijdens deze periode minder bij tot zijn uiteindelijke pensioen. Dit zijn maar enkele oplossingen waar de meeste politici al maanden of jaren de mond vol van hebben, maar die nog steeds niet tot uitvoering zijn gekomen. Daarom heren en dames politici, vragen wij u met aandrang om te handelen. Liever gisteren dan vandaag, liever vandaag dan morgen, maar in ieder geval voor het te laat is! Wij zijn zeker bereid om mee te werken aan een oplossing, maar ook hier zullen de lasten verdeeld moeten worden. Alvast bedankt!


Deze visietekst werd bij InFlandersFields.eu ingezonden door het Liberaal Vlaams Studentenverbond (LVSV) dat over de problematiek twee weken terug ook een studiedag aan de Katholieke Universiteit Leuven organiseerde. Deze tekst past in de jongerenactie "Sociale Onzekerheid" en zal de komende weken in flyervorm verspreid worden onder alle studenten in Leuven, Gent, Antwerpen, Brussel, Hasselt en Kortrijk, de zes studentensteden met een eigen LVSV-afdeling.

Read more...

29 maart 2010

Een intellectueel debat hoeft niet, noch voor De Standaard noch voor De Morgen (vpmc)

Onderstaande tekst is van Wim van Rooy, niet van mij dus, maar als een auteur geen tribune krijgt in de kwaliteitskranten, dan, en enkel dan wil ik hem hier wel publiceren. Het onderstaande is de tekst op victacausa.

Wat je zelf niet meteen kunt bedenken, dat bedenken de Vlaamse Kwaliteitskranten voor je. Laatst was er de toekenning van de Ark-prijs van het Vrije Woord aan Geert Buelens. Die bekroning werd op vele plekken op ongeloof onthaald, maar je kunt zeggen dat met zo'n naam die prijs ook om controverse vraagt.

"De Arkprijs bekroont een dwarsligger, een eigenzinnig mens, een consequent voorvechter van een open en kritiseerbaar debat." zeggen zij zelf.

Wim van Rooy, auteur van 'De malaise van de multiculturaliteit' –derde druk al bij Acco– en (ex-)lid van het Ark-comité dat de jaarlijkse prijs toekent, hoorde bij diegenen die hun ogen en oren niet geloof-den, en hij stuurde een stuk naar de kranten ...maar daar kreeg hij niet het vrije woord: misschien is het wel aan Geert Buelens om dit feit aan te klagen? Hieronder vindt hij in elk geval de gewraakte tekst:


Er is in Vlaanderen een tijd geweest dat het vrije woord niet vanzelfsprekend was, en dat lieden als Astère Michel Dhondt of Hugo Claus God niet konden schofferen, op straffe van katholieke kanselpreken uit een verzuild universum. De vrijzinnigheid vocht toen nog verbeten terug en trachtte de vrijgeest aan te spreken die in de Vlaamse gemeenschap her en der rondwaarde. Maar vergis u niet: ook vele vrijzinnigen waren toen geen vrijgeesten maar gewoon lieden uit een andere zuil, met zijn eigen conformismen. Maar die eerste vrijzinnigen hadden tenminste de verdienste dat ze weerwerk boden aan een vaak verstikkend katholicisme.
Het was in 1951 dat –na een gevecht met de engel– Herman Teirlinck de idee opvatte een Ark op te richten waarin elk jaar de naam zou worden gegraveerd van een dissenter, van een rebel met een kynische rede, vrij naar Diogenes. De context was er toen een van katholiek versus vrijzinnig. Men kan stellen dat de eerste twintig jaar de Arkprijs reden van bestaan had, en dat hij er mede toe bijdroeg het toenmalige klerikale filisterdom op de knieën te krijgen, en ook later kwam het nog voor dat de prijs diende om een wat suffig achterhoedegevecht in het voordeel van de vrijzinnigheid te beslechten. Toen het gedachtegoed van ’68 Vlaanderen echter voorgoed had veranderd, en nog wat later de postmoderniteit zijn intrede deed, werd de Arkprijs nog wel verleend, maar was de oorspronkelijke impetus verdwenen: men moest immers met een vergrootglas beginnen zoeken naar een vrijgeesterige witte raaf, die van de pastoor niet mocht krassen.
Eigenlijk had men toen de Arkprijs moeten opheffen, maar zoals dat gaat: het opzettelijk laten verdampen van deze prijs zou als een anathema aangekomen zijn, als een zwaktebod en een late overgave aan het perfide christelijke geloof. En dus ging men elk jaar met veel ijver op zoek naar wie het best voor deze prijs in aanmerking kwam. Waren de eerste laureaten nog risicovolle kandidaten, heiligschenners en lieden die de nazaten van Woeste ‘tussen hun boterham legden’, dan werd de prijs later eerder een bekroning van lieden die al lang en breed bekend waren en wie door het establishment –een woorderfenis van mei ’68– geen strobreed in de weg werd gelegd.
Niemand merkte dat blijkbaar op, want onverstoord ging men verder met het bekronen van vested interests, van schrijvers die, behalve door wat overgebleven ultramontanen, door iedereen op handen werden gedragen, en van wetenschappers wier werk door niemand betwist werd. Om het vrije woord moest immers niet meer gevochten worden: iedereen mocht overal zijn mening kwijt, en die werd zo krachtig getekend door de pensée unique en de alom vigerende postmoderne dogma’s, dat al die bijna gelijklopende opinies eerder een verstikkende dan een waarheidslievende of bevrijdende functie hadden.
Men moest ook bekend zijn om de prijs te mogen ontvangen. Een ware kynicus, of iemand die stil maar onverstoorbaar aan de vrijzinnige weg timmerde, kwam nooit in aanmerking. Een authentieke dwarsligger die het vrije woord werkelijk toegedaan was, viel onverbiddelijk uit het vrijzinnige scheepje. Het moest iemand zijn die een aantal progressieve dogma’s verkondigde en zeker nooit een conservatieve rebel of een Chestertoniaaanse pain in the ass. Misschien was Gie van den Berghe nog wel een uitzondering op de regel, maar men kan toch moeilijk de emotionele intelligentie van Ludo Abicht of de artistieke samenleving van Rik Pinxten uitingen noemen van gewaagde of haakse opinies! De dagen van de heilige gramschap waren nu eenmaal voorbij, men kon zich aan de madonna geen buil meer vallen. Het postmodernisme slokte alles op, streek alles glad, maakte alles gelijk – en de pensée unique deed de rest.
Aan Geert Buelens werd pas de Arkprijs gegeven. Hij viel de werking en de functie van het hele persgebeuren terecht aan – maar wel in een geconsacreerde krant, en als samenraapsel van wat elders door Nick Davies werd geschreven.  De oude repressieve marcusiaanse tolerantie was hier voorbeeldig aan het werk, het vrije woord was dus nooit in het geding. In zijn aanval somde Buelens alle kwalen van commercialisering, stroomlijning, disneyficatie enzovoort van de media op. Alleen vergat hij, naast andere, één belangrijk aspect: het feit dat het politiek correcte denken een orwellianisering van de pers op gang heeft gebracht, waarbij –om maar iets te noemen– islamkritiek in navolging van de Organisatie van de Islamitische Conferentie op een perverse en idiote manier islamofobie of islambashing wordt genoemd. Over bepaalde onderwerpen kan men niet meer vrijuit schrijven, de autocensuur ligt geniepig op de loer, de pensée unique is totalitair geworden. Maar daarover hebben we de brave Buelens niet gehoord, en nog minder het Arkcomité, dat met vaste prik even uit zijn winterslaap ontwaakt, een avondje vrolijk (en weinig urgent) vergadert en aan het eind van de avond een ongevaarlijk sujet benoemt, tot meerdere eer en glorie van het voorspelde woord. Een beetje malicieus zou men kunnen volhouden: het lijkt daar de PEN-club wel. Ik denk dat ik geen lid meer wil blijven van deze ingedommelde conformistische kongsi van narcisten die in een luchtbel leven.
O ja, ik had voor dit jaar twee auteurs genomineerd: de politiek hoogst incorrecte Benno Barnard, die het aandurft om de pensée unique van de nieuwe links-islamitische kerk te tarten door Israël te verdedigen, en Koenraad Elst, een schrandere indoloog die al jaren geleden een Berufsverbot kreeg omdat hij o.m. de ware aard van de islam aan de kaak stelde. Hoeft het te verbazen dat ze het niet gehaald hebben?

Wim van Rooy, ex-lid van PEN, en nu ook van het Arkcomité

Labels: , , , , ,

Read more...

26 maart 2010

Desovjetiseer het onderwijs!

Stilaan beginnen de perverse effecten van de steeds verderschrijdende overheidsbemoeienis in de oprichting en bevolking van scholen ook bij het grote publiek duidelijk te worden.

We hadden al enkele jaren ouders die zich verplicht zagen nachten te kamperen voor schoolpoorten, nu ouders die zich verplicht zien door een gerechtsdeurwaarder te laten vaststellen dat ze proberen hun kinderen on line in te schrijven in scholen in hun buurt (of elders). We zien ook politiek correcte commentatoren die het probleem minimaliseren. We lezen vooral ook veel nonsens over de oorzaken van het schandaal en de remedies.

Nochtans zijn de oorzaken duidelijk; de remedies zijn iets minder eenvoudig vast te stellen maar ook niet zo moeilijk.

Het is toch niet moeilijk vast te stellen dat het onderwijsaanbod niet overeenstemt met de vraag. En dan kan de oplossing niet aan de vraagzijde liggen: dat houdt in dat men ofwel de kinderen deporteert ofwel de ouders een onderwijs door de strot duwt dat ze niet willen. Elk redelijk beleid zou dus zorgen dat het aanbod kan beantwoorden aan de vraag, en dat is heus niet zo moeilijk. Maar neen, onze politici en onderwijskundigen willen natuurlijk de ouders verplichten om het onderwijs te slikken dat zij vanuit hun ivoren toren het beste achten voor de "maatschappij", vanuit hun sovjetideaal van maatschappij, vanuit hun dirigistisch-multiculturalistische "gelijkekansen"-ideologie. Daar heeft het natuurlijk mee te maken, en niet met een tegenstelling tussen stad en platteland of welke andere ook.

Als er niet genoeg scholen zijn die beantwoorden aan de wensen van de ouders, dan heeft dat weliswaar meerdere oorzaken. Maar de eerste is dat onze ideologen en machthebbers weigeren scholen te laten inrichten volgens de wensen van de ouders.

Nochtans is de Grondwet op dit punt duidelijk: het onderwijs is vrij. En dat het onderwijs vrij is betekent in wezen dat eenieder het recht heeft om in groep scholen naar zijn keuze op te richten en in te richten en daarbij door de overheid niet te worden gediscrimineerd (ook niet financieel). Wat we vandaag zien is het product van een sluipende sovjetisering die plaatsvond onder het mom van de rechten van het individu. Toen er nog onderwijsvrijheid was kon de school zelf beslissen welke kinderen ze inschreef (en voor hoeveel ze dus subsidies kreeg) en konden de ouders zelf scholen oprichten. Toen mijn grootvader geen gepaste school vond voor zijn oudste dochter richtte hij er een op (het is vandaag de Sint-Bavohumaniora te Gent). Nu mag dat niet meer.

En de vrijheid van de school is door paars afgeschaft onder het mom van de vrije keuze van de ouders: de school mocht niemand meer weigeren, want alle ouders moesten hetzelfde "recht" hebben op de school van hun keuze. Met het belang van de inrichters van de school mocht geen rekening meer worden gehouden.

Zoals andere revoluties vreet ook die paarse haar eigen kinderen op. De keuzevrijheid van de ouders is intussen bedrog. Nadat men de vrijheid van de schoolinrichters (en dus van verenigingen van ouders) heeft afgeschaft heeft Vandenbroucke onder het mom van gelijke kansen nu ook de vrijheid van de individuele ouders vergokt.

We zijn met 50 jaar vertraging overgegaan op de politiek die in de VS vanaf de jaren '60 werd geprobeerd en faliekant is afgelopen: desegregation busing. Kinderen werden verplicht verspreid over scholen kriskras doorheen stad en agglomeratie om in alle scholen de ideologische gewenste "gemengde " samenstelling te bekomen, en werden dus geforceerd "gebust". De gevolgen van dat Amerikaanse GOK-beleid waren rampzalig: de "witte vlucht" uit de steden - of minstens uit het publiek onderwijs- nam enorme proporties aan. In steden zoals Detroit en Boston was er na 20 jaar nog nauwelijks een blank kind te vinden in het openbaar onderwijs. De blanke bevolking heeft Detroit omzeggens geheel verlaten, de stad verloor de helft van haar inwoners. In plaats van enkele getto's werd de hele stad één getto. Forced busing heeft de raciale spanningen enkel maar doen toenemen, net als de afkeer van het openbaar onderwijs. Is het dat wat men bij ons wil bereiken?

Nochtans is er een perfecte oplossing: de schoolvoucher. Stop met het financieren van de scholen, financier de ouders. Geef elke ouder een schoolcheque die enkel voor onderijs mag worden gebruikt en laat de ouders daarmee scholen betalen en desnoods oprichten. Een budgettair probleem kan dit nauwelijks zijn: de Gemeenschappen krijgen immers volgens de Financieringswet voor het onderwijs een bedrag per kind. Zet dat om in een cheque aan de ouders. En geeft desnoods een hogere cheque voor kinderen met speciale noden (handicap e.d.), maar dan wel op basis van individuele criteria en niet wegens het louter behoren tot een of andere groep. Dan pas zullen er echt gelijke kansen zijn. Maar de politici en ideologen moeten daarvoor wel ruim macht afstaan aan de burger. En daar ligt de wortel van het probleem...
Read more...

Frits Bolkestein: ridder van het vrijheidsideaal (Laudatio Derk Jan Eppink)

Het vrijheidsideaal vereist de moed van een overtuiging want vrijheid wordt geboren door de contestatie van vanzelfsprekendheden. Wie met de stroom meegaat, zal weinig weerstand ondervinden en uiteindelijk terechtkomen in het warme bad van de politieke consensus. Conformisme, waartoe de mens van nature is geneigd, leidt tot erosie van vrijheid, tot een gradueel proces van zelfcensuur. In deze tijd stelt het vrijheidsideaal drie maatschappelijke stromingen op de proef: in de eerste plaats het multiculturalisme, ten tweede het Europees federalisme en ten derde de zogenoemde klimaatwetenschap. Alle drie stromingen hebben hun kathedraal, hun kardinalen en hun missionarissen. Het is geen toeval dat Frits Bolkestein op alle drie terreinen de gevestigde politieke consensus op de proef stelde.

Bolkestein heeft de moed van een overtuiging en durft tegen de stroom in te gaan. Ik ontmoette Bolkestein voor het eerst in de zomer van 1991. Ik kwam net terug uit Polen waar ik correspondent was geweest. Daarna werd ik geplaatst bij de politieke redactie van NRC Handelsblad. Bolkestein was fractieleider van de VVD. Hij had in die zomer enkele kritische uitspraken gedaan over het multiculturalisme en daarbij gewezen op het feit dat het beleid van 'integratie met behoud van eigen identiteit' niet complementair was, maar innerlijk tegenstrijdig. Volgens hem zou dit concept op de klippen lopen. Hij wilde over dit thema een opinieartikel publiceren in NRC Handelsblad maar de redactie weigerde de bijdrage. De chef opinie was het niet eens met de opinie van Bolkestein en vond deze 'incorrect'. Daarop stuurde Bolkestein het artikel naar de Volkskrant dat het wel plaatste. Het werd een voltreffer; het begin van het debat over de multiculturele samenleving, dat nog steeds woedt. Ik maakte daarop voor NRC Handelsblad een interview met Bolkestein omdat de krant de voltreffer 'pijnlijk had gemist'. Via het interview konden de lezers dan alsnog kennis nemen van zijn visie op het multiculturalisme.

Er brak een storm van protest los. Zijn eigen VVD-fractie stond nogal sceptisch tegenover het thema en was bang. Linkse politici waren boos. PvdA-minister Hedy D'Ancona beschuldigde Bolkestein ervan in te spelen op 'onderbuikgevoelens' en PvdA-fractieleider Jacques Wallage sprak over 'vissen in troebel water', terwijl CDA ideoloog Arie Oostlander een vergelijking met Le Pen opperde. Het was duidelijk dat de politieke elite in Nederland dit debat niet wilde voeren. Achteraf een pijnlijke vergissing want het thema heeft zich opgedrongen en grote electorale verschuivingen teweeg gebracht. Bolkestein was in de aanval. Wie in die dagen de Volkskrant opensloeg, kon zijn naam terugvinden in alle rubrieken en bij alle columnisten. Sommigen spraken daarom over de 'Bolkskrant'. De VVD fractieleider stuurde de politieke agenda en joeg zijn opponenten uiteen. Ik herinner me dat hij op de dag van een PvdA congres een groot artikel in de Volkskrant pleegde te plaatsen. Die krant werd namelijk gratis verdeeld op het PvdA congres. Congresgangers sloegen de kranten open en zagen wéér Bolkestein. Daarop stonden ze in een lange rij voor de interruptie microfoon met de vraag: 'Bolkestein slaat weer toe. Wat doet het partijbestuur hieraan?' Kortom: het hele PvdA congres ging niet over de PvdA maar over Bolkestein.

Het verzet tegen Bolkestein nam vreemde vormen aan. Anti racisme groepen organiseerden in Amsterdam een demonstratie tegen discriminatie. Bolkestein noemde het een goed initiatief en besloot mee te demonstreren tegen discriminatie. Het was een uniek beeld. Voor het eerst zag ik iemand meelopen in een demonstratie die tegen hem was gericht. Overal stond op spandoeken: Weg met Bolkestein! En Bolkestein liep ertussen, wat door sommige demonstranten werd gezien als 'een provocatie'. In de jaren negentig heeft het politieke establishment van Nederland de problemen rond immigratie en integratie verdoezelt. Bolkestein werd afgeschilderd als een lastpak. Er was een collectief ontkenningsscenario. Er is een Franse uitdrukking die zegt: si on chasse le naturel, il revient au galop.' Dat gebeurde. Pim Fortuyn verscheen op het toneel en nu is er Geert Wilders. Links Nederland is intussen versnipperd en de jonge politieke generatie vlucht naar de pappot bij de gedachte: 'was ik maar bij moeder thuisgebleven'. Het multiculturalisme heeft de weg geplaveid naar een vorm van culturele capitulatie waarbij universele waarden zijn gerelativeerd. Of het nu gaat om de scheiding van kerk en staat, de vrijheid van meningsuiting en de gelijkwaardigheid van man en vrouw: er wordt aan geknabbeld. De Nederlandse politiek elite heeft geen Stehvermögen en panikeert.

Ook in de discussie over het Europees federalisme laat Bolkestein het vrijheidsideaal zegevieren. De federale slogan van de Europese Unie luidt: de ever closer Union. Europese federalisten gaan ervan uit dat de natiestaten - waaruit de Europese Unie grotendeels bestaat - eroderen of zelfs evaporeren. Zij gaan op in een steeds nauwere Unie die een zelfstandige politieke entiteit wordt. Er is echter een probleem: de bevolking wil niet mee! Bij Europese verkiezingen komt de meerderheid niet stemmen en bij referenda is er een grote kans op een nee. Europese federalisten zeggen dan: het volk heeft het nog niet begrepen. Geef ons een ander volk! Bolkestein heeft de thesis van de ever closer Union altijd ter discussie gesteld. Hij deed dat zelfs als Europees Commissaris, tot grote ergernis van overtuigde federalisten. Burggraaf Etienne Davignon schreef een ingezonden brief in De Standaard. Hij vond het onbegrijpelijk dat een 'niet federalist' Europees Commissaris kon zijn. Commissie voorzitter Prodi morde, terwijl lunch uitnodigingen van de toenmalig Belgische premier ineens uitbleven.

Wie in Brussel niet gelooft in de ever closer Union is een ketter. Maar Bolkestein bleef vasthouden aan zijn stelling dat natiestaten als Frankrijk, Groot-Brittannië of Duitsland niet zo maar opgaan in een politieke unie waarin zij de status van provincie krijgen toebedeeld. En de bevolking in die landen zou dat al helemaal niet aanvaarden. Dat was een vloek in de kerk, zeker toen een Europese Conventie bezig was met het fabriceren van een Europese Grondwet. De federalisten waren op weg naar het beloofde land. Een grondwet, een vlag en een volkslied: Europa zou een federale staat worden. Toen kwam weer die bevolking. Frankrijk en Nederland zeiden nee. Referenda in Groot-Brittannië, Polen, Ierland en de Tsjechische Republiek dreigden ook op een nee uit te draaien. De thesis van de ever closer Union vond zijn Waterloo en het Verdrag van Lissabon moest de meubels redden. De Europese federale droom leeft eigenlijk alleen nog in het Europees Parlement.

Ook een derde uitdaging voor het vrijheidsideaal, de zogenoemde klimaatwetenschap blijkt toch een stuk minder wetenschappelijk dan de wetenschappers pretendeerden. Jarenlang werd het grote publiek bang gemaakt voor opwarming van de aarde. De groene beweging speelde kardinaal in een seculier geloof: de aarde verwarmt door toedoen van de mens. De mens is dus schuldig. Daarop zou een zondvloed volgen. De mensheid zou aan zijn zonde bezwijken, indien de adviezen van de groene beweging niet onmiddellijk - dat wil zeggen voor de volgende verkiezingen - zouden worden opgevolgd. De groene beweging bepleit 'milieu verbruiksruimte' waarbij de levenswijze wordt beperkt. De leider van de Nederlandse Groenen, Femke Halsema, zei daarover in 2007: 'Milieu gaat niet alleen over moraal. Milieu gaat over mensen, over rechtvaardigheid, over solidariteit en eerlijk delen. Van milieu verbruiksruimte bijvoorbeeld. We zullen echt anders moeten gaan leven'.

Wie dus met een vliegtuig op vakantie gaat naar Costa Rica heeft voor dat jaar zijn milieu ruimte verbruikt. Wie echter kampeert in Zuid-Frankrijk kan twee keer gaan. Mensen moeten worden beperkt in hun vrijheid: People is pollution. Ik heb al verschillende politici uit de nieuwe lidstaten gesproken die dit het 'nieuwe communisme' noemen. Bolkestein is een klimaatscepticus, wat tot voor kort een zeer verdachte status was. Het werd namelijk in verband gebracht met ontkenners van de Holocaust zodat de afwijkende gedachte kon worden gecriminaliseerd. Wie niet geloofde in opwarming van de aarde door toedoen van de mens dacht kennelijk ook nog dat 'de aarde plat' was. Er was maar één mening, die van het IPCC, het forum dat zich beschouwde als de hoeder van het klimaatgeloof. Al Gore was Paus. Kopenhagen moest de hoogmis worden maar het werd een afgang. Een demonstratie tegen aarde opwarming moest zelfs worden afgezegd omdat het te koud was! De strenge winter heeft de argumentatie van de klimaatdeskundigen ook niet bepaald geholpen. Nu is ook deze ideologie aan het ontrafelen. Uit e-mails blijkt dat wetenschappers informatie hebben gemanipuleerd om de rampboodschap overeind te houden. Sommige bronnen blijken niet meer te zijn dan verhalen van berggidsen of scripties van studenten. Het feitelijke bestand over global warming zit nu met een serie ongerijmdheden, oneffenheden en onwaarheden. Er blijkt geen reden te zijn voor de bangmakerij die eigenlijk elke religie nodig heeft.

Bolkestein heeft in deze drie strijdperken gestaan om de vrijheid te doen zegevieren. De feiten zijn naar hem toegekomen. De klimaatwetenschap heeft nog wel een tijdje nodig om volwassen te worden. De ever closer Union wordt eerder een Verenigd Europa van Staten dan een Verenigde Staten van Europa. Ook in het debat over het multiculturalisme heeft Bolkestein gelijk gekregen, wat nu ook door zijn toenmalige tegenstanders wordt erkend. Als het Nederlands parlement beginjaren negentig tot die conclusie was gekomen zou de politieke klasse ruim tien jaar de tijd hebben gehad om immigratie te beperken en integratie te bevorderen. Dat gebeurde niet en tien beleidsjaren gingen verloren. Nu woedt er een Kulturkampf waarvan wij de afloop niet kennen.

Ook op economisch terrein staat het vrijheidsideaal onder druk. De economische crisis heeft geleid tot een schuldencrisis. Begrotingstekorten zijn ontspoord en volgende generaties mogen de lasten dragen. Er is maar één oplossing: een kleinere overheid, lagere lasten en meer ruimte voor ondernemen en innoveren. Maar wie dit zegt wordt afgedaan als een 'lage belastingenpopulist'. We moeten realistisch zijn: onze pacificatie arrangementen zijn onbetaalbaar. Ze worden niet gered met eindeloos subsidiëren en een schuldenberg. Het zijn de menselijke vindingrijkheid en ondernemingszin die onze economie moeten redden. Maar dan moet ondernemen wel de ruimte krijgen; de vrijheid om te ondernemen. En dat is niet meer vanzelfsprekend. Bolkestein verdient deze Prijs voor de Vrijheid als geen ander. Vrijheid komt niet vanzelf en vrijheid blijft niet vanzelf. De mensheid heeft altijd de neiging tot het 'Grote Verhaal' waaraan elk individu ondergeschikt wordt gemaakt. Dat 'Grote Verhaal' is steeds weer de handleiding tot grote rampen. Daarom moet de strijd voor het vrijheidsideaal telkens worden gestreden.


Deze laudatio werd uitgesproken op vrijdagavond 19 maart 2010 in het Crowne Plaza te Antwerpen door Derk Jan Eppink, Europees Parlementslid voor de Lijst Dedecker, ter gelegenheid van de uitreiking van de Prijs voor de Vrijheid aan Frits Bolkestein, gewezen Europees Commissaris voor de Interne Markt en gewezen fractieleider van de VVD in de Nederlandse Tweede Kamer.

Read more...

Frits Bolkestein: liberaal voortrekker en voorbeeld (Laudatio Patricia Ceysens)

Geachte Heer Bolkestein,
Beste aanwezigen,

Toen Boudewijn Bouckaert mij weken geleden aansprak met de vraag of ik bereid zou zijn een laudatio uit te spreken over de liberaal Frits Bolkestein, heb ik geen seconde geaarzeld. En dat om drie redenen. Allereerst omwille van mijn sympathie voor Boudewijn die ik, ondanks het feit dat onze partijpolitieke wegen in 2005 scheidden, als intellectueel en recent ook als Vlaams Parlementslid en Commissievoorzitter van de Commissie Onderwijs enorm waardeer. Ten tweede omwille van de figuur Frits Bolkestein, die ik evenwel persoonlijk niet ken, maar voor wiens liberale erfenis ik een jaar lang in de Vlaamse regering heb gevochten. Maar daar kom ik later op terug. De Heer Bolkestein is ongetwijfeld een van dé zwaargewichten van het liberalisme in de Lage Landen. Het is voor mij dan ook een hele eer een laudatio te mogen uitspreken. De derde reden waarom ik onmiddellijk op Boudewijns vraag ben ingegaan heeft te maken met de gelegenheid waarop de laudatio plaats vindt: de oprichting van een nieuwe denktank die de verdediging en de verspreiding van liberale ideeën tot doelstelling heeft.

Wel, die doelstelling kan nooit genoeg bereikt worden. John Maynard Keynes sloeg op vele vlakken de bal mis, maar zijn volgende uitspraak zat helemaal juist: “The ideas of economists and political philosophers, both when they are right and when they are wrong, are more powerful than is commonly understood. Indeed the world is ruled by little else.” Deze opvatting dat ideeën belangrijk zijn in maatschappelijke ontwikkelingen, werd in de jaren ‘30 en ‘40 ook gedeeld door een intellectuele opponent van Keynes, de liberale denker Friedrich von Hayek. Deze Nobelprijswinnaar economie uit 1973 hamerde zijn hele leven lang op het feit dat liberalisme, vrijheid en open markten nooit definitieve verworvenheden zijn. Integendeel, ze vragen een blijvende verdediging en een nooit aflatend beargumenteren. Precies om die reden riep Hayek in april 1947 een groep vooraanstaande liberale intellectuelen samen aan de voet van de berg Mont Pelerin in Zwitserland. Denkers als Milton Friedman en Carl Popper waren aanwezig en deelden hun visies over de grondslagen van een vrije samenleving.

Ik wil de lat voor Libera! natuurlijk niet op het niveau van de Mont Pelerin Society leggen, maar ik hoop wel van harte dat de nieuwe denktank zich in deze traditie inschakelt, de juiste ideeën zal uitdragen, het ideeëndebat in Vlaanderen zal stimuleren en het draagvlak voor liberale hervormingen in ons land zal kunnen verruimen. Libera! kan zich daarbij alvast inspireren aan de figuur van Frits Bolkestein, de gelauwerde van vandaag. Zijn hele politieke leven stond, en staat vandaag nog altijd, in het teken van het verdedigen van de liberale waarden en het verruimen van het draagvlak voor liberale hervormingen. Frits Bolkestein deed en doet dat met passie en intellectuele bravoure. Zo is hij vandaag nog voorzitter van de denktank van de VVD, de Teldersstichting. Bij de voorbereiding van deze toespraak las ik dat dhr. Bolkestein regelmatig een leesclubje samenroept. Een groepje intellectuelen die dan samen een politiek-filosofisch boek bespreken. Dat ik knap. De Belgische politiek daarentegen kent alleen roddelclubjes.

Derk Jan Eppink heeft drie domeinen geschetst waarbinnen Frits Bolkestein op het intellectuele debat weegt: het multiculturalisme, het Europees federalisme en de klimaatuitdaging. Maar Frits Bolkestein is niet alleen een denker, hij is ook een doener. Hij stond met beide voeten in het politieke strijdtoneel. Laat mij het voorbeeld nemen van de Europese Dienstenrichtlijn. Als toenmalig Europees Commissaris voor de Interne Markt is Bolkestein de geestelijke vader van de Dienstenrichtlijn. Die richtlijn kadert in de voltooiing van de Interne Markt en moet het vrij verkeer van diensten waarborgen. Voor liberalen een evidente doelstelling, maar voor alle andere politieke families allerminst een evidentie. Liberalen kruisten en kruisen vandaag in dit debat nog steeds de degens met de etatisten en de corporatisten.

De eersten, meestal van socialistische oorsprong, de tweede groep, meestal gelinkt aan de christendemocratische families. Niettegenstaande bijna driekwart van de economie op diensten drijft, is de Europese dienstensector nog sterk opgedeeld per land. Tal van bureaucratische obstakels van protectionistische inslag hypothekeren de dienstenmarkt en dus ook het potentieel aan job- en welvaartscreatie op die markt. Toen Frits Bolkestein in 2004 met een alomvattend voorstel kwam om tot een echte interne markt voor diensten te komen was er gejuich in liberale kringen. Maar niet in linkse en corporatistische middens. Schaamteloos herdoopten zij de Bolkensteinrichtlijn in de Frankensteinrichtlijn en organiseerden zij het verzet. Pas eind 2006 raakte de richtlijn, weliswaar in afgezwakte vorm goedgekeurd. Maar wie dacht dat met de goedkeuring de strijd gestreden was, kwam bedrogen uit. De richtlijn voorzag immers dat de lidstaten hun nationale wetgevingen aan een screening moesten onderwerpen en dat uitzonderingen op het vrij verkeer van diensten aan duidelijke criteria moeten onderworpen worden.

Ten laatste op 28 december 2009 dienden de nationale lidstaten hun screeningsresultaten in te dienen bij de Commissie. De Commissie onderzoekt momenteel de ingezonden werkstukken. Ik ben benieuwd wat de Commissie van het Belgisch werkstuk zal vinden. Beste Frits, vandaag lees ik in een extra nummer van Knack, dat je de steun van België in de discussies rond de Dienstenrichtlijn hebt gemist. Wel, verleden jaar heb ik dat, als Vlaams minister van Economie en bevoegd voor de omzetting van de Dienstenrichtlijn, proberen goed te maken. Binnen de Vlaamse regering heb ik maandenlang mijn veto gesteld tegen een pro forma screening van de Vlaamse wetgeving. Mijn collega’s Kris Peeters en Frank Vandenbroucke begrepen niet wat ik toch met die Bolkestein had! Waarom ik daar zo onverzettelijk in was. Het antwoord was nogal duidelijk. Dit dossier ging naar de kern van mijn liberale overtuiging: markten vrij maken. Maar mijn coalitiepartners hadden niet veel zin om de Dienstenrichtlijn ernstig te nemen en de Vlaamse wetgeving degelijk te toetsen op haar handelsbelemmerende effecten. Men wilde de buitenlandse concurrentie in de Vlaamse dienstensectoren zoveel mogelijk buiten houden.

Maar na de verwijdering van Open Vld uit de Vlaamse regering, in juni 2009, werd de minister-president bevoegd voor het dossier. Het zal niemand hier verwonderen dat de cocktail van corporatisme, etatisme en nationalisme - waarvan de regering Peeters toch wel dronken is - geen strijdpunt maakte van een grondige omzetting van de Dienstenrichtlijn. Het is een merkwaardige vaststelling dat men in de politiek liever strijdt voor het behoud van het bestaande, dan voor het potentieel van het nieuwe. Zelfs als het bestaande krimpt. Als ik de weerstand aanschouw die liberalen moeten overwinnen bij het doorvoeren van hervormingen, zoals de vrijmaking van de dienstenmarkt, dan hou ik mijn hart vast over wat er nog gaat komen wanneer de aanpassing van onze verzorgingsstaten aan de veranderde economische wereldkaart op de agenda komt. Ik worstel steeds met de vraag of het huidige Europa wel in staat is zich aan te passen aan de veranderende wereld?

Uit de doorwrochte teksten van Frits Bolkestein weet ik dat hij een sympathisant is van de geschriften van de Mancur Olson. In zijn boek "The rise and decline of nations" schetst deze Amerikaanse econoom hoe welvarende samenlevingen na verloop van tijd gaan lijden aan wat Olson “institutionele sclerose” noemt. Welvarende samenlevingen vallen na verloop van tijd ten prooi aan drukkingsgroepen die enkel nog gefocust zijn op de herverdeling van de welvaart. De creatie van welvaart wordt als een automatisme aanzien. Liberalen weten dat dit allerminst het geval is. Welvaart wordt gecreëerd uit het vrij initiatief en de vrije werking van markten. Het besef dat welvaartscreatie voorafgaat aan welvaartsherverdeling moet daarom dringend opnieuw op de politieke agenda. Dat brengt mij tot mijn laatste beschouwing: de EU 2020 strategie, de opvolger van de Lissabonstrategie. Op 25 en 26 maart zullen de staats- en regeringsleiders zich buigen over de EU2020 strategie rond “slimme, duurzame en inclusieve groei in Europa”. Zullen de staats- en regeringsleiders de “institutionele sclerose” van Olson doorbreken? Het is een open vraag.

In 2000 – Frits Bolkestein was toen een vooraanstaand lid van de Europese Commissie – werd de Lissabonstrategie gelanceerd. Doelstelling was van Europa tegen 2010 de meest competitieve en dynamische kenniseconomie ter wereld te maken. In 2000 stond de Europese Unie 35% onder het niveau van de doelstellingen die ze zich had gesteld te halen in een tijdspanne van 10 jaar. Vandaag staan we 10 jaar verder. Het Verbond van Belgische Ondernemingen becijferde dat Europa eind 2008 gemiddeld nog 25% verwijderd was van het halen van de doelstellingen die ze zich zelf heeft gesteld. De Lissabonstrategie heeft dus onvoldoende resultaat opgeleverd. In die 10 jaar stond de wereld niet stil. In 2000 waren de Verenigde Staten en Japan de referentiepunten. Samen met de Europese Unie stonden deze drie handelsblokken toen voor 56% van de wereldeconomie. Vandaag is hun aandeel teruggevallen tot 47%. De BRIC-landen – Brazilië, Rusland, Indië en China maakten een tegenovergestelde evolutie: hun aandeel in de wereldeconomie steeg van 16 naar 24%. En de voorspellingen zijn dat binnen 15 jaar, in 2025, – Frits Bolkestein zal dan de negentig jaar gepasseerd zijn – de economieën van de BRIC landen groter zullen zijn dan de economieën van Europa, de VS en Japan.

Liberalen weten dat vrijhandel geen zero sum game is , maar een win-win aangelegenheid. De toenemende koopkracht en de gigantische consumentenmarkt in de BRIC landen openen enorme exportopportuniteiten voor de Europese economie. Maar Europa zal wel een grotere aanpassingsbereidheid moeten vertonen dan vandaag het geval is. Darwin leerde ons dat het niet zozeer de “survival of the fittest” telt, maar wel de “survival of the ones most adaptive to change”. Daarbij zullen we een beroep moeten doen op meer individualiteit en minder collectiviteit. Op meer markt en minder overheid. Op meer ondernemerschap en minder bureaucratie. Een verouderende Europese publieke opinie daarvan overtuigen en hen meekrijgen op het liberale hervormingspad, dat is de uitdaging waarvoor liberalen in Europa staan. Laat me als slot een beeld gebruiken om de uitdaging te duiden waar we voor staan. Trekken we onze karavaan op gang en boren we nieuwe gronden aan of pakken we de schrik voor nieuwe uitdagingen en bouwen we een verdedigingsgordel? Zetten we onze huifkarren in een kring, zoals de eerste kolonisten in de Verenigde Staten? Ik hoop van niet, want “circling the wagons” is zelden de goede strategie omdat de huifkarren meestal werden leeggeplunderd.

Beste Frits, jij hebt steeds de karavaan getrokken, nooit in een cirkel, maar steeds rechtdoor, op het pad naar meer individuele vrijheid en naar meer individuele verantwoordelijkheid. Beste Frits, proficiat met de ‘Prijs van de vrijheid’.


Deze laudatio werd uitgesproken op vrijdagavond 19 maart 2010 in het Crowne Plaza te Antwerpen door Patricia Ceysens, Vlaams Parlementslid en ondervoorzitster van de Open Vld, ter gelegenheid van de uitreiking van de Prijs voor de Vrijheid aan Frits Bolkestein, gewezen Europees Commissaris voor de Interne Markt en gewezen fractieleider van de VVD in de Nederlandse Tweede Kamer.

Read more...

25 maart 2010

Eurofilie: wanneer macht een drijfveer wordt
(Jurgen Vandewalle)

Ja, ik ben eurosceptisch, en op sommige dagen wanneer ik met het verkeerde been uit bed stap, dan durf ik wel eens nadenken over het afschaffen van de Europese unie. Sommige Eurofielen proberen mij er op te wijzen dat dit Eurosceptische gedrag mij ingegeven is door een samenzwering van de Britse media. Die zou er, via een doelbewuste tactiek, op uit zijn de Europese unie te kelderen door onwaarheden de wereld in te sturen en ik, als goedgelovige Thomas zou beïnvloed zijn door die onwaarheden. Want ik ben nu eenmaal Eurosceptisch, en dat is vanuit rationele overpeinzing onmogelijk, dus moet er wel ergens een mythe mijn gedachtepatroon zijn binnengesukkeld.

Dat sommige Britse media het niveau van de Dag Allemaal nauwelijks overstijgen is al langer geweten en dat is dan ook de reden waarom we van hun Europese verslaggeving weinig heil moeten verwachten. Ik haal de Dag Allemaal niet aan om een politiek standpunt te maken, dus hoop ik dat de Eurofielen dit in het vervolg ook niet meer doen. Dat de gehele Britse pers in hetzelfde bedje ziek zou zijn is niet meer dan complotdenken, voor mensen die enkel sterretjes op een blauwe achtergrond, maar niet de waarheid onder ogen, willen zien. De Eurosceptische oppositie af doen als een ongegronde en reactionaire beweging gaat dan ook een brug te ver.

Als het op het verkondigen van onwaarheden aankomt vallen de Eurofielen zelf nauwelijks te overtreffen. Alleen al de manier waarop ze hun opponenten beschrijven is bedenkelijk. Eens Euroscepticus kan je immers niet meer uitstijgen boven de bestempeling van nationalist, wereldvreemde en bij voorkeur nog eens racist. Journalisten die negatief over Europa schrijven zijn ofwel gesponsord door conservatieve kapitalisten ofwel door één of andere duistere sekte. Niets van dit alles klopt natuurlijk, maar het is gemakkelijk om een punt te maken wanneer je de andere op voorhand al een BNP partijkaart aansmeert, terwijl die nog nooit van die partij had gehoord. Net zoals men Heidegger kon afdoen als een huichelaar omdat hij ooit met een Nazi had gepraat.

Euroscepticisme kan wel degelijk ideologisch onderbouwd worden. Het vertrekt, voor mij persoonlijk dan, vanuit een welomschreven theoretisch denkkader. Dat denkkader is een praktische uitwerking van het door Friedrich Hayek geformuleerde kennisprobleem. Een van de voornaamste redenen waarom Hayek het nooit met zijn belangrijkste opponent John Maynard Keynes eens was, ligt op hun totaal verschillende kijk op de rationele vermogens van het individu. De macro-economische of politieke planner zoals Keynes die ziet, zou over een mate van kennis moeten beschikken die volgens Hayek geen enkel mens zich ooit zou kunnen verwerven. Het besef dat elk individu slechts een fractie bezit van de complexe kennis, waardoor het totale resultaat van maatschappelijke interactie wordt bepaald, vormt namelijk net het fundament van Hayeks economische, sociale en politieke theorieën.

Hayek is ervan overtuigd dat maatschappelijk plannen nooit degelijke resultaten kan opleveren omdat de planners niet in staat zijn het brede veld van individuele voorwaarden in maatstaven te gieten en omdat ze net daardoor maar putten uit een klein deel van de maatschappelijke creatieve processen. Wanneer we dan ook de Europese unie beschouwen kunnen we niet anders dan stellen dat haar beleid enerzijds de menselijke diversiteit moet ontkennen en anderzijds de economische handelingen in de samenleving moet verstoren, wil ze de taken kunnen uitvoeren die men ze voorgeschreven heeft. Omdat één mens in een hoop van enkele honderden miljoenen gelijk is aan een stipje aan de hemel, onbeduidend klein dus, kan, nee moet, men het menszijn ontkennen om de bureaucratische structuren die men opgezet heeft naar behoren te runnen.

De mens wordt in dergelijke democratie als mest op de velden van de vooruitgang, dat laatste gedefinieerd als het aantal woorden dat men mag zeggen op een G8-top. Want het is hem natuurlijk allemaal te doen om macht; het opwegen tegen grootmachten als China en de VS waardoor we, volgens sommigen, genoodzaakt zijn om ons te integreren in het machtsblok dat Europa geworden is. Wat moeten we verwachten van een unie waarvan de voornaamste doelstelling politieke macht is? Net daarom ageren klassiek liberalen tegen deze unie, omdat ze al eeuwen net hetzelfde doen bij elke uitbreiding van de macht van gelijk welke staat. In de nationale staten is die macht nog van controleerbare omvang, in de Europese unie dreigt ze ongrijpbaar of zelfvervullend te worden.

Het probleem is dus niet, hoe men Vaclav Klaus hier ook wil betichten, een gebrek aan democratie, maar eerder de omvang van de democratie. De meest optimale democratie is immers de democratie van de enkeling, want die weet het best hoe hij voor zichzelf moet beslissen. Alle andere collectieve democratieën vallen onder het subsidiariteitsbeginsel. Dat de nationale staten dit beginsel met de voeten treden is al langer geweten, de Europese unie maakt er echter radicaal komaf mee. Er zijn immers nauwelijks tot geen argumenten om bevoegdheden naar dit niveau te brengen. Een Europees landbouwbeleid of een Europese defensie is enkel een samenrapen van al functionerende entiteiten en geen noodzakelijke integratie vanuit het subsidiariteitsbeginsel.

Het integreren van bevoegdheden op het Europese niveau is dan ook niet meer dan het wegtrekken van deze bevoegdheden uit de menselijke sfeer naar een bureaucratische sfeer, omwille van de gemakkelijkere planning op dit niveau, niet omwille van een betere, op de mens afgestemde dienstverlening. Omwille van het creëren van een politiek machtsblok, niet om specifieke problemen van de mens aan te pakken. De politiek past zich niet langer aan, aan de mens, het is de mens die gedwongen wordt zich aan te passen aan de politiek.

Door het ontkennen van het subsidiariteitsbeginsel creëert men bij de burger een zekere onverschilligheid ten opzichte van de politiek omdat hij het gaat beschouwen als een afstandelijke institutie en niet als een vanuit individuele voorwaarden gegroeide organisatie. Die laatste stelling ontkennen, vraagt meer dan wat oppervlakkige argumentatie, gezien de gebrekkige interesse of participatie van de Europese burgers in de Europese unie. In lagere politieke niveaus, zoals de gemeente, kunnen burgers nog participeren of hun politici aanspreken, in het Europese proces wordt de politiek ongrijpbaar en dreigt ze zich verder te distantiëren van de burgers.

Sceptici zouden onterecht beweren dat de Europese unie zich met waanzinnige en nutteloze zaken bezighoudt. Ik kan mij echter niet van die gedachte ontdoen als ik verneem dat de Europese unie de toelaatbare kromming van courgettes en komkommers in handelsnormen vastlegt. Of hoe ze tot in de kleinste gehuchten subsidies uitschrijft voor het renoveren van dorpspleinen. Ik kan mij vergissen, maar ik denk dat dit het laatste is, waar de Europese unie zich mee moet bezig houden. Door die renovatiepremies creëert de Europese unie dan weer wel een mechanisme om de achterban van de partijen tevreden te stellen, aangezien dat binnen grote Europese dossiers niet mogelijk is (elk bestuursniveau zijn eigen soort vriendjespolitiek, niet waar?)

Verder is het hemeltergend dat de grootste bevoegdheid van de Europese Unie nog altijd het massaal verstoren van marktwerking is, door haar overvloedige landbouwsubsidies. Dat interventies van een bureaucratie die zo groot geworden is sowieso marktverstorend zijn is duidelijk, maar dat ze bewust een volledig continent tot structurele armoede veroordeelt, enkel en alleen om enkele kleine belangenorganisaties tevreden te stellen, is toch wel echt immoreel. Waar de gewone burger de participatie in de EU voor zich laat, vullen belangengroepen de leemte op, zodat de Europese unie steeds vaker het toneel wordt van enkele oppervlakkige slogans die maar voor een beperkte groep van tel zijn. Last but not least kunnen we nog verwijzen naar de efficiëntie van de Unie. Dit jaar zou het Europees parlement zijn werkingskosten optrekken naar 1,7 miljard euro, dat is omgerekend 2,3 miljoen euro per parlementair.

Het extra geld wordt (volgens De morgen, allesbehalve een eurosceptische krant) vooral voorzien voor zotte kosten: onder meer bijkomend geld wordt vrijgemaakt om consultants in te huren, geld voor meer werkingsmiddelen voor parlementaire medewerkers en ook de budgetten om snoepreisjes naar Brussel te organiseren voor bezoekers wordt fors opgetrokken. Ik heb van dat laatste zelf mogen meeprofiteren en ik kan alvast zeggen dat zotte kosten hier een terechte verwijzing is. Daarmee valt meteen het argument weg dat het Europese parlement het efficiëntst zou zijn, te meer omdat haar begroting de Belgische overstijgt, terwijl ze er alleen in bestaat om wetten uit te spuwen zonder echt grote en belangrijke bevoegdheden te runnen.

Wanneer ik met het goede been uit bed stap dan zie ik een Europese Unie voor me die zich beperkt tot het beschermen van enkele negatieve rechten. Het probleem is echter dat ze deze bevoegdheid al jaren is overstegen en nu hoofdzakelijk positieve rechten verdedigt. Daardoor is de unie vergroeit tot een superstaat, hét politieke niveau te veel, waar klassiek liberalen terecht zo argwanend tegenover staan. De Franse filosoof Jean Baudrillard zei ooit dat er steeds minder waarheid is, omdat we al onze werkelijkheid baseren op iets wat we zelf (de mensheid) hebben bedacht. Zo is het ook gegaan met de Europese unie; niemand kent er de achterliggende gedachte nog van, maar we berusten erin omdat ze er nu eenmaal is. Daarmee is het beleid van vandaag een bijzonder artificiële, en van de mens vervreemde, constructie. De theoretische gedachte die met de term democratie gepaard gaat, namelijk dat de politiek zich aanpast aan de mens, wordt hier dan ook omgekeerd.

Het huidige systeem is immers zo alomtegenwoordig geworden dat de mens er zich moet aan aanpassen. Het beeld van de authentieke vrije mens lijkt daarmee stilaan naar het verleden verdrongen. Het vraagstuk van de Europese unie gaat dus niet over meer democratie of sloganeske standpunten als een Europese defensie. Dat is immers niet meer dan verschuiven binnen het systeem en het systeem zelf niet bevragen. Het gaat er hem immers over hoe groot een democratie mag zijn wil ze haar burgers kunnen dienen en dan moeten we naast de Europese unie een vraagteken plaatsen.

Read more...

Nu zondag in Brussel: de "Mars voor het Leven"

Naar aanleiding van 20 jaar abortuswetgeving in België, gaat nu zondag 28 maart de Mars voor het Leven door in Brussel. Het initiatief voor deze betoging ligt bij enkele conservatieve studenten en oud-studenten. Onder meer het KVHV heeft besloten zich aan te sluiten bij deze jongeren voor het leven en roepen op om zondag mee op te stappen. Kies voor het leven, Vlaanderen, en doe mee! Deze stille mars vangt aan om 14u30 op het Koningsplein in Brussel.

Bijna 14 procent van alle zwangerschappen wordt in dit land voortijdig afgebroken door het plegen van abortus. Dit komt neer op zo'n 19.000 abortussen per jaar, in België alleen al. Om de bevolking op peil te houden zou iedere vrouw eigenlijk 2,1 kinderen moeten krijgen. Vandaag de dag schommelt het geboorteratio van Europa rond de 1,4. Het moge duidelijk zijn dat abortussen rampzalig zijn voor de demografische evolutie van Europa. Het recht op leven is een basisrecht voor iedereen, dus ook voor het ongeboren kind.

"Ieder kind moet gewenst zijn." Dat is thans wat de voorstanders van abortus zeggen. Het probleem is natuurlijk dat het kind reeds bestaat. "Het is beter voor het kind om dood te zijn dan ongewenst.", klinkt het. Is een zekere dood dan het antwoord op mogelijke verwaarlozing? Wij denken van niet. Moeder en kind verdienen beter. We moeten daarom betere opvang voorzien voor zowel moeder als kind. We zijn van oordeel dat abortus massamoord is. Daarom roepen wij de Vlamingen op om abortussen niet langer te legaliseren. Deze wantoestanden mogen we niet langer slikken!

"Nooit zal ik een vrouw een instrument voorschrijven om een miskraam op te wekken. Maar ik zal de zuiverheid van mijn leven en mijn kunst bewaren." -- Hippocrates (400 voor Christus)

"Ik zal het menselijk leven van bevruchting af eerbiedigen. Zelfs onder bedreiging, zal ik mijn medische kennis niet aanwenden in strijd met de wetten der menselijkheid." -- De artseneed van de Orde der Geneesheren van België (Vandaag)


Noot: Deze oproep werd door het Katholiek Vlaams Hoogstudenten Verbond (KVHV) bij InFlandersFields.eu ingestuurd.

Read more...

24 maart 2010

Waar is het Westerse zelfvertrouwen gebleven? (Lezing Frits Bolkestein)

De moeizame integratie van moslims in de westerse cultuur wordt gekenmerkt door tal van incidenten die vaak potsierlijk zijn maar er ook blijk van geven hoe gering het zelfvertrouwen van het Westen is. In Amsterdam schorste het Gemeentelijk Vervoer Bedrijf onlangs een trambestuurder omdat hij een christelijk kruisje op zijn uniform droeg. Het dragen van een islamitisch hoofddoekje boven datzelfde uniform is wel toegestaan. De tramconducteur werd door de rechter in het ongelijk gesteld.

Een Nederlandse advocaat weigert op te staan als de rechter binnenkomt, omdat hem dat door zijn godsdienst, de islam, verboden wordt. De desbetreffende rechter, Peter Ingelse, zei dat de advocaat mocht blijven zitten, omdat hij, Ingelse, zich niet beledigd voelde. De rechter vergat daarbij dat advocaten niet moeten opstaan uit respect voor de rechter, maar uit respect voor de wet.

De Haagse Hogeschool heeft een kerstboom laten verwijderen uit angst dat moslimstudenten dit christelijke symbool (sic) aanstootgevend zouden vinden. Engeland laat zien dat het nog erger kan. Daar heeft de gemeente Oxford besloten Kerst helemaal af te schaffen en te vervangen door het ‘Winterlichtfestival’.

In Neukölln, een stadswijk van Berlijn waar veel moslims wonen, zou een tentoonstelling worden gehouden over ‘De Derde Wereld in de Tweede Wereldoorlog’. Een klein deel van de tentoonstelling ging over de medeplichtigheid van Arabieren aan misdaden van de nazi’s. Na protesten van moslims werd de tentoonstelling gesloten. De Berlijnse wethouder van integratie Günter Piening zei: ‘In een gemeenschap als Neukölln hebben we een gedifferentieerde voorstelling nodig van de betrokkenheid van de Arabische wereld bij de Tweede Wereldoorlog.’

Het Europees waarnemingscentrum tegen racisme en vreemdelingenhaat, gevestigd in Wenen, hield in 2003 een onderzoek naar antisemitisme geheim, omdat daaruit bleek dat het antisemitisme in Europa voornamelijk werd gevoed door moslims en pro-Palestijnse groeperingen.

Dit was zelfcensuur maar er vindt ook censuur door intimidatie plaats. Toen de Utrechtse theoloog Pieter van der Horst zijn afscheidsrede wilde wijden aan ‘De islamisering van het Europese antisemitisme’ werd dat door de universiteit verboden. Deze censuur kwam voort uit de angst voor ongenoegen uit de hoek van de moslims.

Zo worden moslims in het Westen beschermd door de westerse overheden en bestuurders die zich in allerlei bochten wringen om te voorkomen dat zij zich gekwetst zouden kunnen voelen. Deze paternalistische houding zal niet zonder gevolgen blijven. Want hoe kan een Europese islam ontstaan – daargelaten hoe die er uit zou zien – als hij stelselmatig wordt gevrijwaard van de kritiek en spot die het Christendom hebben gehumaniseerd?

Er zijn vele voorbeelden van westerse zelfverloochening en er zullen er nog veel meer volgen. Het is typerend voor het Westen dat het zichzelf wegcijfert en andere culturen voor laat gaan. In confrontatie met de islamitische cultuur die zichzelf juist verabsoluteert en uitsluitend kritiek heeft op anderen, neemt dit soms zelfdestructieve vormen aan.

Zo zei de progressieve essayiste Susan Sontag vlak na de islamistische terreuraanslagen van 11 september 2001 dat deze ‘een aanval [waren] op de zelfverklaarde supermacht van de wereld, die werd ondernomen als gevolg van Amerikaanse bondgenootschappen en daden’. Bedenk wel dat de oorlogen in Afghanistan en Irak toen nog niet waren begonnen. Weliswaar heeft Sontag deze opmerking later teruggenomen maar zij illustreert voortreffelijk de westerse neiging de wandaden van anderen uitsluitend te zien als reacties op eigen wandaden. Het Westen heeft altijd ongelijk.

Westerse leiders die zich wel zelfverzekerd opstellen tegen de islam worden verketterd, niet alleen vanuit de moslimwereld maar ook vanuit hun eigen westerse cultuur. Op 12 september 2006 hield paus Benedictus XVI een rede aan de Universiteit van Regensburg. Zijn toespraak ging over Rede en Geloof: een oer-christelijk thema. Hij citeerde daarin de Byzantijnse keizer Manuel II Paleologos, die aan het einde van de 14de eeuw beweerde dat de leer van Mohamed onmenselijk was omdat deze beval zijn geloof met het zwaard te verspreiden. Waarom nam niemand het voor de Paus op toen groot misbaar in de islamitische wereld klonk? Had Manuel Paleologos niet gelijk? Wat wilde Abd-er-Rahman, gouverneur van Spanje, toen hij in 732 bij Poitiers door Karel Martel werd verslagen? Toch op zijn minst de islam verspreiden?

Silvio Berlusconi zei tijdens een bezoek aan Berlijn in september 2001: ‘De westerse beschaving is superieur aan die van de islamitische wereld.’ Interessant waren de reacties hierop. Guy Verhofstadt (destijds premier van België) noemde zijn opmerking ‘gevaarlijk’. Romano Prodi (destijds voorzitter van de Europese Commissie) zei: ‘Wij zijn allen gelijk.’ Louis Michel, de Belgische minister van buitenlandse zaken, noemde de opmerking ‘onacceptabel en in strijd met Europese waarden’.

Het is geenszins mijn bedoeling de Italiaanse premier te verdedigen, maar had hij in feite niet, evenals de paus, gelijk? De enige maatstaf om beschavingen te vergelijken is de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Bij hantering van die maatstaf staat buiten kijf dat de Europese beschaving, na vele eeuwen van gruwelijke daden, ver voor ligt op de islamitische. Het was een politiek wetenschapper uit Koeweit, Ahmed Al-Baghadi, die openlijk zijn instemming met Berlusconi uitsprak: ‘De islamitische samenleving kent geen vrijheid van meningsuiting of burgerrechten. (-) Hoeveel Arabische schrijvers zijn er vermoord of gevangen gezet? (-) Op welke islamitische universiteit kun je vergelijkende theologie studeren?’

Hoe kan worden verklaard dat Europa aan zo’n gebrek aan zelfvertrouwen lijdt dat deze zaken niet gezegd mogen worden?

Wij lijken te zijn vergeten maar Europa is sterk getekend door het christendom en is daarmee fundamenteel anders dan beschavingen die voortkomen uit de islam. De islamitische beschaving kent een schaamte-cultuur, het christendom een schuld-cultuur. Wij zijn allen doordrongen van schuldgevoelens, vooral in protestantse landen. Luister naar de Mattheüspassie van Bach. Het koor, dat wil zeggen het volk, zingt: ‘Ik zal worden gestraft voor wat U (d.w.z. Christus) geleden hebt’ en: ‘U bent geen zondaar, zoals wij en onze kinderen.’ De Ierse dichter Yeats schreef: ‘Kom vestig op mij dat beschuldigende oog, ik dorst naar beschuldiging.’

Het kolonialisme is bij uitstek een thema waarin het westers schuldgevoel tot grote bloei is gekomen. Zo is een van de rechtvaardigingen voor het geven van ontwikkelingshulp aan landen in de Derde Wereld de gedachte dat het Westen schuldig is aan de onderontwikkeling van bijvoorbeeld Afrika. Maar Europa is net zo min verantwoordelijk voor de onderontwikkeling van Afrika als Rome verantwoordelijk was voor de onderontwikkeling van Gallië. De juiste vraag is niet: waarom zijn arme landen arm? De juiste vraag is: waarom zijn rijke landen rijk? Want in het begin waren we allemaal arm. Wie een verklaring zoekt voor de bloei van het Westen moet teruggaan naar de Renaissance of zelfs naar de klassieke Oudheid. Kolonialisme heeft niets te maken met die bloei.

Parallel aan die zelfbeschuldiging ligt in het christendom zelfkritiek en zelfrelativering besloten. Laten we twee passages bekijken uit ‘Het evangelie volgens Mattheüs’. De eerste is: ‘Oordeel niet, opdat er niet over u geoordeeld wordt’ (7:1). De tweede is: ‘Wie zichzelf verhoogt zal worden vernederd, en wie zichzelf vernedert zal worden verhoogd’ (23:12). Volgens Nietzsche kenschetst dit een slavenmentaliteit. Maar ook zonder zover te gaan, is duidelijk dat deze uitspraken, samen met andere als ‘de andere wang toekeren’ en ‘de tweede mijl gaan’, beide afkomstig uit de Bergrede, er niet bepaald toe aanzetten voor zichzelf op te komen.

Misschien is daar een oorzaak te vinden van het hedendaagse gebrek aan zelfvertrouwen dat tot gevolg heeft dat wij ook niet opkomen voor de onzen en alleen vreemde geloven en culturen als onze naasten lijken te beschouwen.

Wie trekt zich het lot aan van christenen in het Midden-Oosten? Tien procent van de bevolking van Egypte is christen (koptisch). Zij worden onderdrukt en leiden een slecht bestaan. De christelijke minderheden in Syrië, Irak en Pakistan worden gediscrimineerd. In Somalië maken islamisten jacht op iedereen die een Bijbel bezit. In Turkije worden christenen belaagd. Geen mens lijkt zich over deze misdaden op te winden. Is dat omdat we het te druk hebben met onszelf? Het christendom lijkt in Europa, op Polen en Ierland na, te zijn uitgebloeid. Maar voor anderen is het niet de lusteloze religie die het nu voor ons is. Zij voelen zich terecht door Europa in de steek gelaten.

De christelijke cultuur van schuld en zelfrelativering leidde 150 jaar geleden daarentegen niet tot een gebrek aan zelfvertrouwen. Integendeel, Europa barstte toen van het zelfvertrouwen, zoals blijkt uit het imperialisme dat voortkwam uit de industriële revolutie. Er is sinds die tijd natuurlijk wel het een en ander gebeurd.

Om te beginnen de Eerste Wereldoorlog, een massale slachting zonder weerga: het breekpunt in de grote burgerlijke cultuur die in de negentiende eeuw had gebloeid en voor zoveel vooruitgang had gezorgd. Het interbellum was de tijd van de grote collectivistische dictaturen: het communisme, het fascisme en het nationaal socialisme. Daarna kwamen Tweede Wereldoorlog en Shoa. Tenslotte de culturele verwarring van 1968 en de jaren daarna met het post-modernisme dat het failliet van alle grote verhalen uitriep en het multiculturalisme dat ons op het hart drukt niet te oordelen, zoals de Bijbel zegt. Alle zekerheden boetten aan kracht in.

De krediet-crisis, de economische druk uit Azië en het ontbreken van een federaal Europa hebben deze gevoelens van onzekerheid natuurlijk versterkt.

Welke rol speelt het Christendom nu, na al deze verschrikkingen? Het metafysisch en dogmatische deel van het christendom, wat men de verticale dimensie ervan pleegt te noemen, is nu definitief uitgehold. Maar de horizontale versie is gebleven. Dat is de Bergrede. Dat is het voorschrift niet te oordelen en nederig te zijn. De Nederlandse journalist Martin Sommer schrijft hierover: “Wij in het Westen leven met een ontkerstende versie van de erfzonde en naarmate we denken dat het geloof langer achter ons ligt, wordt de christelijke boodschap sterker.” (Volkskrant, 2-3-07).

Bij dit alles moet men bedenken dat de kerken geen rol van betekenis meer spelen. Vroeger kaderden zij de radicale aanspraken van de Bijbel in zoals een stenen muurtje de vijver in stand houdt. Vroeger moest men een geloofsbelijdenis ondertekenen, wilde men aan de Vrije Universiteit te Amsterdam studeren: nu komt er een opleiding tot imam. Nu zamelt een rooms-katholieke prelaat in Keulen geld in voor de bouw van de grootste moskee van Duitsland. Hoe kunnen minderheden uit niet-westerse landen integreren in de Europese cultuur als die er niet meer is?

Geldt dit gebrek aan zelfvertrouwen voor iedereen of alleen voor de intellectuele elite? Waarschijnlijk het laatste. Het was de intelligentsia die de ontkerkelijking en het verdwijnen van het christelijk geloof en christelijke cultuuruitingen toejuichte. En het was de intelligentsia die het concept van multiculturalisme als alternatief opdrong en ervan profiteerde.

De vrijheid van meningsuiting ligt aan de basis van onze samenleving. Zij staat onder druk. Wij moeten haar verdedigen. Ik beschouw deze Prijs als een aanmoediging daartoe. Ik ben er dankbaar voor dat ik hem mag ontvangen.


Deze traditionele Gustave de Molinari-lezing werd uitgesproken door laureaat Frits Bolkestein, gewezen EU-Commissaris voor de Interne Markt en gewezen fractieleider van de VVD in de Nederlandse Tweede Kamer, ter gelegenheid van de uitreiking van de Prijs voor de Vrijheid op vrijdagavond 19 maart 2010 in het Crowne Plaza te Antwerpen.

Patricia Ceysens (Open Vld) en Derk Jan Eppink (LDD) spraken elk een laudatio uit. Deze kunnen jullie hier en hier nalezen.

Read more...

Gerolf Annemans over de viering van de Prijs van de Vrijheid en de laureaat Frits Bolkestein

De bijeenkomst - vorige vrijdag - van Libera in het Antwerpse Crowne Plaza hotel had ik met stip ingeschreven in mijn agenda. Libera (ik denk zelfs dat het LIBERA! is, met een uitroepteken zoals bij GROEN!) is een recente fusie van Cassandra, Nova Civitas en WorkForAll, zodat een boeiende mengeling is ontstaan van liberale maar ook conservatieve en Vlaamsgezinde reflexen. De 'Prijs van de Vrijheid' werd er uitgereikt, en met name aan niemand minder dan Frits Bolkestein, die ik in het verleden wegens vele van zijn gedurfde standpunten wel eens met een knipoog 'Blokkestein' heb genoemd.

Wellicht nog op het elan van zijn (ondertussen toch enigszins gefnuikte) poging om bij LDD het debat te lanceren om LDD (opnieuw) te doen opgaan in de VLD, had mijn goede collega Boudewijn Bouckaert (naast een in dit geval superlogische en als altijd briljante Derk Jan Eppink) ook Patricia Ceysens als laudatiospreker geprogrammeerd. Jean-Marie Dedecker zal wel stilletjes gegromd hebben. Het meisje deed uitvoerig haar best om tussen alle 'ikke,ikke,ikke' door uit te leggen hoe belangrijk liberalen wel zijn en hoe belangrijk zij zelf was geweest voor de 'implementatie' in de Vlaamse regering van de dienstenrichtlijn van Bolkestein.

Vervolgens kwam de laureaat zelf. Ik vreesde even een kort ogenblik dat na Ceysens ook van zijnentwege een economische en technische toespraak zou volgen over de lotgevallen van de dienstenrichtlijn en het belang van liberalen voor onze economie. Gelukkig en tot mijn opluchting was dat geenszins het geval. De intellectuele reus Bolkestein sprak over het belang van vrijheid voor onze Westerse cultuur en dus over de Islam en de moslims. Zijn toespraak is een toespraak die ik zelf had willen (hebben) kunnen schrijven en houden. Duimen en vingers! En ook een stille binnenpret. Want van het begin tot het eind was het een toespraak die het meer dan perfect logisch maakte dat ik tussen al die liberalen mijn avond had doorgebracht.

Ik wens Libera! geluk te wensen met deze startavond en ik wens hen ook veel succes in de toekomst. De 'Gustave de Molinari'-toespraak van Bolkestein kunnen jullie hier integraal nalezen. Een aanrader.


Gerolf Annemans
Fractieleider Vlaams Belang
Kamer van Volksvertegenwoordigers

Patricia Ceysens (Open Vld) en Derk Jan Eppink (LDD) spraken elk een laudatio uit. Deze kunnen jullie hier en hier nalezen.

Read more...

20 maart 2010

De Prijs van de Vrijheid:de Bolkestein-paradox

Waarom een libertariër over “christelijke waarden” uitweidt

Gisteren had in het Crowne Plaza Hotel te Antwerpen de uitreiking plaats van de Prijs van de Vrijheid, ooit een initiatief van de liberale denktank Pro Civitas, die twee jaar geleden nog Urbain Servranckx alias Urbanus huldigde, met ondergetekende als hulderedenaar. Heden hebben de “klassiek-liberalen” van Cassandra (de aan lager wal geraakte drinktank van LDD), het aloude Nova Civitas, en het tamelijk schimmige Work For All zich verenigd in Libera! Vooral willen zij samen het echte, diepblauwe liberalisme in ere herstellen, als doctrine van het pur sang kapitalisme, zich duidelijk onderscheidend van het warrige linksliberalisme à la Verhofstadt. Lauraat van de avond was Frits Bolkestein, gewezen EU-commissaris voor de interne markt. Europarlementslid Derk Jan Eppink, lid van het LDD-partijbureau, mocht de laudatio uitspreken.

Om kwart na zes, het uur van aanvang volgens de uitnodiging, stonden zowat vijf mensen in de ontvangsthal te drentelen, waaronder uw dienaar. Waarom toch altijd op tijd willen zijn? Dit wordt een flop van jewelste, dacht ik, vergetende dat libertariërs er ook elk een persoonlijk tijdsbesef op nahouden: tegen 19h was iedereen present, zo’n paar honderd man, en kon het feest beginnen. Luk Van der Kelen, commentator van Het Laatste Nieuws, moest de “tafelrede” houden maar had zijn kat gestuurd, wellicht in het besef dat dit gebeuren wat al te sterk een LDD-stempel droeg, met de springerige Boudewijn Bouckaert als bezieler.
De laureaat zelf dan. We kennen Frits Bolkestein uiteraard allemaal als de architect van de Europese dienstenrichtlijn uit 1999 die zijn naam draagt, en die een drastische deregulering van de dienstensector (arbeid, maar ook onderwijs, gezondheidzorg, cultuur…) in de EU aanbeveelt. Links is blijven wijzen op de keerzijde van deze medaille: als het vrije-concurrentie-principe wordt ingevoerd in sectoren zoals onderwijs en gezondheidszorg, dan gaan we naar Amerikaanse toestanden waar je een ziekenhuis gewoon niet meer binnengeraakt zonder geldige betaalkaart: ze laten je gewoon op de stoep creperen. Dat deregulering niet zomaar tot kwaliteitsverbetering leidt, weten ze in Engeland ook, sinds de privatisering van de spoorwegen het aantal dodelijke ongevallen drastisch deed stijgen. En een onderwijssysteem waar de overheid niets in de pap te brokken heeft (en dus bv. ook geen hoofddoekenverbod kan opleggen…), gesponsord door Microsoft, Het Laatste Nieuws en koekjes van Prince,- ik mag er niet aan denken.
Soit, leve de concurrentie dus, in het liberalisme staat het individu centraal, en iedereen moet het maar zien te redden, met zo min mogelijk sociale vangnetten. Take it or leave it, het is een filosofie zoals een ander.
Maar wat bleek nu gisteren tot onze verrassing? Dat die ouwe Frits, door Libera! vooral gelauwerd omwille van die beruchte richtlijn, het vooral had over de superioriteit van onze Christelijke cultuur en de daaraan verbonden waarden zoals… mededogen, verdraagzaamheid, bescheidenheid,- inbegrepen de Christelijke erfzondemoraal en het idee dat we hier op aarde vooral rondlopen om schuld af te betalen. Uit gesprekken achteraf bleek ik niet de enige te zijn die hier een spreidstand ontwaarde bij de hoogbejaarde professor economie. Even haalde hij Nietzsche tevoorschijn, als doodgraver van de Christelijke Sklavenmoral, maar even later kwamen we weer uit op de Bergrede uit het Mattheüs-evangelie, het meest ethische luik van het Nieuw Testament, en vooral opgebouwd rond de noties naastenliefde, onbaatzuchtigheid, het aanbieden van de andere wang…
De consistentie was helemaal zoek, toen Bolkestein ook nog eens het anti-islamverhaal wilde inpassen in de neoliberale premisse, waardoor ineens het idee ontstond dat een gedereguleerde economie moest geleid worden door een ethisch-dirigerende overheid, in naam van een Christelijke leidcultuur… die vooral tolerantie predikt. Men kon op dat moment vele hersenen horen kraken.
Want alle drie afzonderlijk zijn ze perfect consistent: het liberalisme, het christelijk solidarisme, en het anti-islamdiscours à la Wilders. Maar zet ze alledrie samen, en je krijgt een ideologische hutsepot van jewelste, die ik van een helder denker niet verwachtte.
Wie in al haar stupiditeit de Bolkesteinparadox genadeloos ontmaskerde, was Patricia Ceysens, Vlaams parlementslid, ondervoorzitter van de VLD en meter van Kai-Mook, de in de Antwerpse zoo geboren baby-olifant. Hoe meer ze tetterde over het ontsluiten van de markten en de grote voordelen van het vrije ondernemersschap, des te duidelijker werd het spagaat van de laureaat: men kan niet de vrijheid verabsoluteren én een discours van waarden en normen houden. Zowat elke liberale denktank, van het Verhofstadt-vehikel Liberales tot Libera!, probeert een ethische dimensie aan het liberalisme te breien, dikwijls met de filosoof Karl Popper als passé-partout. Maar la Ceysens demonstreerde, in haar ééndimensioneel gekakel, genadeloos dat de totale vermarkting ook de totale nivellering inhoudt, een geïnfantiliseerde wereld als speeltuin-zonder-regels, en dat een universum van de algehele verwisselbaarheid en uitwisselbaarheid op geen enkel ethos kan steunen, behalve op het cynisme, als een expressie van de posthumanistische ontnuchtering.
Vraag blijft dan: was het sublieme maar complexe vertoog van professor Bolkestein een pareltje van cynisme, het motto indachtig dat het vrije verkeer van goederen, diensten en personen ook uitzicht biedt op een postmoderne mix van onsamenhangend ideeëngoed? Of, bespeuren we hier toch een schuldcomplex dat de mercantiel-practische handelsgeest van het vrije gewin moet compenseren, naar calvinistisch model? Of… is dit tenslotte een pijnlijke manifestatie van de hersenverweking die ons allemaal te wachten staat als we oud genoeg worden? Uit respect voor de laureaat mik ik op de tweede mogelijkheid: Frits Bolkestein heeft last van nachtmerries. Zijn economisch model veroorzaakt zoveel menselijke schade,- en dat beseft de professor en ex-EU commissaris heel goed- dat de geproduceerde ongelijkheid de winnaars met een schuldgevoel opzadelt. Daar komen vervolgens de normen-en-waarden te hulp: zelf-restrictieve regels (die uiteraard ook weer overtreden worden, zoals deze van de “tolerantie”) die men zich oplegt zoals een boeteling zichzelf geselt. De bergrede was dus niét zomaar een zijsprongetje: Bolkestein heeft de religie nodig om zijn meritokratisch wereldbeeld in evenwicht te houden. Het kan leiden –hoeft niet- tot een echte persoonsverdubbeling, een Jekyll & Hyde syndroom.
De wanhopige zoektocht naar een ethisch fundament voor de vrije markt brengt mensen dus op ideeën, dat is alvast een pluspunt. De nieuwe denktank zal er zijn handen aan vol hebben. Hoe zat dat trouwens ook weer met het strenge protestantisme en de fameuze Hollandse koopmansgeest? Het Calvinisme (dat hier overigens sterk verwant is met de Joodse levensfilosofie) vertrekt van de onuitwisbare erfzonde, die ons verplicht tot hard werken, waarvan je echter rijk kunt worden en de anderen dus armer, hetgeen het individueel ethisch deficit doet toenemen, quod erat demonstrandum: we willen het goede, maar doen het kwade. Ergo: de mens is zondig, moet hard werken en zijn centen opnieuw investeren in plaats van ze in allerlei levensgeneugten te laten verdampen. Deze vicieuze cirkel is de oplossing van de Bolkesteinparadox. Het is eigenlijk een handig ding, waardoor men zichzelf een enorme vrijheid toeëigent, in het besef dat er achteraf moet betaald worden. Het is een verhaal van gespletenheid, van zondiging en zelfkastijding. Van deregulering én zich onderwerpen aan normen. Van de hoerenloper die ’s zondags met zijn vrouw en kinderen naar Walibi gaat. Van predatorsinstinct versus tristitia post coitu. Kortom: van het rechtsliberalisme dat tegelijk vrijheid opeist en ze weerom inperkt. Ene Bernard Mandeville, peetvader der libertariërs, heeft uit die dubbelheid zelfs een transsubstantietheorie gebrouwen, volgens dewelke individuele, aangeboren ondeugden juist de bron zouden vormen van maatschappelijk welzijn (“private vices, public benefits”). Als je dat gelooft, is het natuurlijk gemakkelijk om de slechterik uit te hangen.
Enfin, ongewild heeft Bolkestein aangetoond hoe moeilijk het begrip vrijheid concreet is in te vullen, zeker als je dan nog eens het vrijemarktprincipe koppelt aan het principe van de vrije meningsuiting. Een gevaarlijke link, die Voltaire al had opgemerkt: als je alle meningen toelaat, zal alleen de sterkste overleven,- deze dus met de meeste macht, hetzij door manifest geweld, hetzij verbaal, door opleiding, sociaal, financiële middelen, mediatiek.
Dat is overigens de oorzaak van de (ook weer door Bolkestein vervloekte) political correctness en het mainstream-denken: de commercialisering van de media hebben niet tot diversiteit geleid maar, integendeel, tot een smakeloze eenheidsworst.
Maar de humor van Eppinck en de vertoning van Ceysens maakten veel goed. Ook de schuimwijn en de hapjes mochten er zijn. Weliswaar à 25 Euro,- wie ook bij het diner wou aanschuiven moest 75 Euro afdokken. Vrijheid heeft zijn prijs. Want voor niets gaat de zon op, daar waren de klassieke liberalen dan weer wél onnoemelijk consequent.



Johan Sanctorum
Read more...

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>