30 november 2007

Scholieren staken best tegen de overheid (vrijspreker.nl)















Op vrijspreker.nl is onderstaande opiniebijdrage terug te vinden. De scholieren protesteren tegen de "twaalf jaar gevangenisstraf", maar zouden moeten inzien dat de ware oorzaak van de malaise in het onderwijssysteem de overheidsinterventie in onderwijs is. Verplichte lectuur in een tijd van ouders die moeten kamperen voor de schoolpoort en andere socialistische wensdromen die werkelijkheid worden...

In de Sowjet-unie stond een schoenenfabriek. Deze fabriek draaide volgens de goede oude Sowjet-methodiek, precies volgens de 5-jarenplannen. Elke vijf jaar kreeg de fabriek gedetailleerd te horen hoeveel men moest produceren. In het plan voor deze fabriek stond dat men per jaar 100.000 schoenen moest maken. De directeur had al snel door dat de makkelijkste manier om zo veel schoenen te maken eenvoudig was: hij besloot voortaan alleen nog maar linkerschoenen te maken.

Dat scheelde de helft van de machines, was véél efficiënter, en zodoende haalde men de planning vijf jaar achter elkaar. De magazijnen vulden zich met linkerschoenen, maar geen mens die daar over zeurde, de planning werd immers gehaald. De directeur-kameraad werd al snel bevorderd, kreeg de gouden tractor opgespeld van de locale partijbons, kortom: iedereen tevreden. Behalve de lange rijen wachtenden voor de schoenenwinkels, waar geen fatsoenlijk paar schoenen te krijgen was.



Ik moest aan deze (waargebeurde) anekdote denken toen ik keek naar de scholierenstaking. Socialistisch Nederland werkt met dezelfde soort plannen als het gaat om het onderwijs. Hier moeten geen 100.000 schoenen worden geproduceerd, maar leerlingen moeten 1.040 uur in een klaslokaal zitten. De scholen regelen dit wel, maar niet op de manier die men in Den Haag had bedacht.


Leerlingen worden opgesloten in lokalen zonder enige vorm van les te krijgen, om maar hun huiswerk te maken. Uit het woord huiswerk zou je al kunnen afleiden dat het thuis gemaakt zou moeten worden, maar die diepere gedachten zijn niet aanwezig uiteraard. De overheid vraagt 1.040 uur, ze krijgt 1.040 uur. Targets SMART stellen (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden), dat is een kunst die men in Den Haag niet verstaat.
Men formuleert een doelstelling die kiezers oplevert, of die enkele mede-politici die ook geen flauw benul hebben tevreden stelt, en men gaat er voor. Dat deze wijze van ‘regeren’ uiteindelijk tot ellende leidt is in de volledige maatschappij zichtbaar.


Ondertussen houdt men in Den Haag parlementaire onderzoeken naar waar het nou mis is gegaan in het onderwijs. Hele hordes onderwijsdeskundigen, agogen, doorgeleerde types, vernieuwers, antivernieuwers en politici spelen hun rol in dit toneelstukje, waarvan de uitkomst nu natuurlijk al duidelijk is: niemand is verantwoordelijk. Die drie woorden worden ‘samengevat’ in een honderden pagina’s dik rapport, waarna alles weer bij het oude blijft. En wéér zijn er een aantal diepe Haagsche bureauladen die hun broodnodige opvulling gaan krijgen.
De werkelijke oorzaak van de ellende in onderwijsland (en in justitieland, zorgland en verkeersland, om er maar een paar te noemen) is de macht van de overheid. Niets meer en niets minder. Er is nog nooit een onderzoek nodig geweest naar waar het nou mis is gegaan bij de supermarktvernieuwing. Nooit was er een onderzoek nodig naar de autovernieuwing. Naar de televisievernieuwing, de computervernieuwing, de consultancyvernieuwing, alles ging en gaat prima. Met incidenteel wel blunders, zoals de ombouw van de Edah naar de Konmar-formule, maar de markt loste dat allemaal snel en prima op.


Het geheim van al deze vernieuwingen? Ze gingen geleidelijk, en zonder sturing van bovenaf. Dit in tegenstelling tot al die onderwijsvernieuwingen die in één klap werden opgelegd door een overijverige minister of staatssecretaris. En dit is nu eenmaal onvermijdelijk in een systeem dat top-down geregeerd wordt.In een normale, dat wil zeggen niet-socialistische, maatschappij zouden scholen gewoon bedrijven zijn. Zoals supermarkten, autodealers en het LOI. Bedrijven dus die zelf wel kunnen bepalen in hoeverre hun product, in dit geval het leveren van scholing, voldoet aan de wensen van de consument. Zodra de leerlingen niet meer komen, zodra de werkgevers de afgestudeerden niet meer wensen aan te nemen, zodra ouders zich laten horen, juist dan is er sprake van een noodzaak tot vernieuwing. Waarbij iedere school voor zich kan bepalen of en hoe het gaat vernieuwen. Een particuliere school als instituut Blankestein (http://www.inbl.nl/) weet prima wat ouders en leerlingen wensen, en speelt daar dus op in. Resultaat? Fantastisch onderwijs tegen een hoge prijs. Het vernieuwende van Blankestein is simpel: terug naar oude waarden en normen.


En daar komen we op een pijnlijk punt: particulier onderwijs wordt als ‘duur’ ervaren, en ‘dus’ slecht voor de ‘armen’. Onzin natuurlijk, de Aldi en Lidl leiden ook een prima bestaan, dus er zouden ook goede scholen komen voor minder rijken. Slechter dan de huidige staatsscholen zouden deze in ieder geval niet kunnen zijn. Commercieel geproduceerde producten hebben namelijk de neiging steeds beter en voordeliger te worden. Daar waar voor overheidsproducten precies het tegenovergestelde geldt. Wie een tegenvoorbeeld heeft mag het hieronder plaatsen.
Het is te hopen dat al die scholieren bovenstaande gaan beseffen. Het ligt niet aan hun school, aan hun docenten of aan hun directeuren. Nee, het ligt aan het socialistische systeem. Daar waar de overheid zaken gaat regelen gaat het fout. Altijd en overal. Als de scholieren dat nu eens zouden gaan inzien, dan is er nog heel veel hoop voor de toekomst.


Labels: , ,

Read more...

29 november 2007

Gennez en de herfinanciering van de zorgverzekering

Elke Vlaming ouder dan 25 moet jaarlijks zo’n 25 euro betalen als bijdrage in de zorgverzekering. Dat is een verplichting. Vergeet het feit dat “verzekering” een vrijwillig iets is, vergeet het feit dat de beslissing of ze zichzelf verzekering door de mensen zelf moet worden genomen, eigenlijk is de zorgverzekering gewoon een extra bijkomende belasting om de sociale zekerheidskas te spekken. (Een en ander is wat gecompliceerder omdat de zorgverzekering enkel in Vlaanderen bestaat.)

Tegen deze verplichte “verzekering” kwam al snel reactie. Liberalen hekelden de verplichting om te betalen en het feit dat deze “verzekering” volledig door de staat gebeurde. Socialisten vonden dat de bijdrage deel moest uitmaken van de sociale zekerheid. Nu onderneemt Caroline Gennez actie, op basis van een oud voorstel van Steve Stevaert. Ze wil de mensen die een klacht opliepen voor het niet betalen van de zorgverzekering hun schuld kwijtschelden en het premiesysteem, wat eigenljk een extra forfaitaire belasting is, afschaffen. De zorgverzekering zou dan via “algemene middelen” worden betaald.

Natuurlijk is er eigenlijk geen verschil tussen algemene middelen en individuele belastingen. Voor de belastingbetaler in het algemeen wordt het een nul-operatie. Maar het past wél perfect in de socialistische logica. Door de zorgverzekering niet in vraag te stellen maar de financiering publiek te maken, wil Gennez eigenlijk af van de forfaitaire premies. Zo wordt ook de zorgverzekering de facto betaald volgens de “progressieve” belasting en betalen veelbetalers dus ook voor minderverdieners.

De zorgverzekering werd sowieso al door progressieve belastingen betaald. 25 euro per persoon per jaar is natuurlijk niet voldoende om de kosten van hulpbehoevende bejaarden te dekken. Eigenlijk was de forfaitaire bijdrage gewoon een extra belasting, en was het ermee betalen van de zorgverzekering een marketingstunt om het wat positiever voor te stellen.

Het voorstel van Gennez is niet zo slecht. Het ontlast de administratie, verminderd de hoeveelheid extra paperassen die mensen over- en weersturen, en geeft ruiterlijk toe wat we al lang wisten, namelijk dat de zorgverzekering gewoon een extra verplichte belasting is.

Maar een beter systeem was geweest dat men de inning van de zorgverzekering aan de privé had gelaten, en het betalen ervan vrijwillig had gemaakt. Dan zouden enkel de mensen die het interessant vonden ervoor betaald hebben, en zouden uiteraard enkel zij ervan kunnen genieten. Het probleem van ons sociaal systeem is niet de universele dekking, maar de universele inhoud. Ons systeem is geen basis-sociale zekerheid en gezondheidszorg, maar een allesomvattend pakket. Dat kan onze economie gewoon niet dragen. We moeten overwegen om de sociale zekerheid en de gezondheidszorg terug te schakelen naar een basisverzekering waarbij mensen de kans krijgen om zich privé bijkomend te verzekeren. Dan kunnen we bijdragen en belastingen laten zakken, krijgt onze economie meer schwung en door de toegenomen welvaart zal ons systeem zelfs minder en minder nodig zijn.

Labels: ,

Read more...

28 november 2007

Over programma's en postjes, en Wilfried Martens (Hoegin)

cd&vIk kan het ook niet helpen, maar wanneer oude Belgische krokodillen zoals Wilfried Martens en Mark Eyskens zich doodergeren aan de houding van de N-VA, blijf ik met de indruk zitten dat die partij op dit ogenblik correct handelt. Maar de uitspraak van Wilfried Martens op het VTM-nieuws over de keuze van Yves Leterme voor het premierschap spreekt wel boekdelen.

Bij De Standaard wordt Wilfried Martens als volgt geciteerd:
Yves Leterme heeft ook de keuze gemaakt om premier te worden, maar zoals de N-VA zich nu gedraagt, maakt ze dit praktisch onmogelijk.
Dat is natuurlijk het verschil tussen de CVP en de N-VA: de ene partij wil de postjes gebruiken om een politiek programma te kunnen uitvoeren, terwijl de andere blijkbaar eerder het politieke programma als een middel ziet om de postjes te kunnen veroveren. De vraag is nu alleen nog wat de CD&V hierover werkelijk denkt.

Labels: , ,

Read more...

Niet alles geloven dat in de gazet staat, Van De Looverbosch! (victa placet mihi causa)

.
Wellicht zoals u, lezer, heb ik erg te doen met onze Vlaamse journalisten. Het moet geen pretje zijn als er werkelijk niéts wil verlopen zoals je het, van lang voor de verkiezingen, jezelf had verbeeld. Onze voltallige corporatie van journalisten – of losse groep, want er horen ook politicologen en dergelijken bij – had simpelweg geen idee over de inzet van de laatste verkiezingen. Debatten mét inhoud opzetten, over dingen die er echt toe doen, was hun devies en fierheid. Niks geen schijnproblemen.
Nu kronkelen onze experten van de pijn. In hun commentaren hebben ze zich intussen al wat aangepast, met de nodige scheuten en krampen.
En al blijft het lelijk, wie zou er geen begrip voor hebben als deze jongens nu hun eigen kronkelingen willen projecteren op de Vlaamse onderhandelaars? Want die onderhandelaars zijn weliswaar bereid om heel veel, maar blijkbaar niet om álles wat ze aan de kiezer hadden beloofd weg te gooien. Ook niet op herhaald commando van Vandermeersch, Van der Kelen, Desmet of Van De Looverbosch.

Laatstgenoemde was vanavond weer bijzonder meelijwekkend. Zoals wij allemaal weten, Van De Looverbosch besluit zijn dagelijkse praatjes graag met een temerige spitsvondigheid. Daarmee stelt hij te hoge eisen, niet enkel aan ons, maar ook aan zichzelf. Zodanig hoog dat zijn bijna aangeboren zin voor journalistieke kritiek er soms onder lijdt.

Voici une histoire qui doit intéresser tout lecteur de bonne humeur.
De grap draaide om een commentaartje in de Soir, waarin “de laatste stelling van Fermat”, zijnde de beroemde Franse advocaat en wiskundige, ter sprake kwam. Marc Van De Looverbosch moet dat gelezen hebben.

Niks marcheert er nog in de vaderlandse politiek, meent Van De Looverbosch, en diegenen die beweren dat zij een oplossing hebben, zijn al even gek als Fermat die ook beweerde dat hij een oplossing had voor de vergelijking X tot de derde, plus Y tot de derde, is gelijk aan Z tot de derde, terwijl niemand anders die oplossing ooit heeft gezien.

Helaas voor onze journalist: Fermat heeft natuurlijk nooit iets dergelijks beweerd, zoals hier al eerder te lezen stond.
Fermat had, als wel meer geniale wiskundigen, de gewoonte om zijn bewijzen niet helemaal uit te schrijven, en enkel de hoofdlijnen aan te geven. Al zijn stellingen werden naderhand wel bewezen, op zijn aanwijzingen. Behalve één. Die bleef een raadsel.
Van De Looverbosch babbelt de Soir na, en meent dat die stelling over derde machten handelt, maar ze ging over n-de machten. Een algemene oplossing voor derdegraadsvergelijkingen was trouwens al geleverd door Cardano. Maar Fermat beweerde daarbij nog eens het omgekeerde van wat Van De Looverbosch had menen te mogen verstaan. Fermat zei dat er in gehele getallen géén oplossing voor de vergelijking bestond, van zodra de macht "n" groter was dan twee. Nu vermoedden alle wiskundigen van zijn tijd dat ook al, maar Fermat zei een bewijs te hebben. Alleen was de marge op zijn blad te klein om het uit te schrijven.

En ter inlichting, beste Van De Looverbosch: met oneindig ingewikkelde computer*berekeningen werd de "laatste stelling van Fermat" recent wel degelijk bewezen, na meer dan driehonderd jaar.
Zo lang zal de laatste stelling van België ons niet laten wachten.
____________

P.S. In De Standaard van 3 december – dezelfde dus waarin Tony Mary (de beroemde manager op rust) aankondigde dat hij, volgend jaar, een Belgische Beweging zou oprichten, en zichzelf daarbij in één adem belachelijk maakte met het zinnetje: "Ik heb al tientallen mensen opgebeld, die me de raad geven dat ik het moet doen."
Zélf mensen bellen, die je dan de raad geven dat je iets moét doen?
Allei ket, bel mij dan, en ik zeg je evengoed dat je het moét doen – in die Standaard dus maakte de journalist Tom Ysebaert een opmerking over de CD&V: "Ze voelen zich sterk omdat de Vlaamse publieke opinie radicaliseert." Tom Lanoye, uitmuntend commentator (hij lijkt wel een politieke GPS te bezitten) antwoordde hierop:
"Dat is wishful thinking en propaganda. De verkiezingsdebatten van juni draaiden niet om de staatshervorming."
Nee, inderdaad TomTom, die debatten gingen daar niet over, maar die gingen dan ook enkel over thema's die de journalisten, spindoktoren en politicologen tevergeefs op de agenda wilden krijgen...

_____________
* zie de commentaar hieronder.
.

Labels: , , , , ,

Read more...

27 november 2007

De zieke man van West-Europa (Vincent De Roeck)

Enkele weken geleden werd het nieuwe “Global Competitiveness Report” van het Wereld Economisch Forum vrijgegeven. 131 landen werden in dit rapport op basis van hun internationale concurrentie- kracht gerangschikt. De stand van zaken in België is er volgens het WEF één van continue status quo, en dat is zeker géén goede zaak, hoewel België dit jaar wel vier plaatsen wist te klimmen in de index tot op de 20ste plaats. België kon “profiteren” van (nog) slechtere prestaties in andere Zuid- en niet-Europese landen, maar hoort op concurrentievlak nog steeds bij die (arme) Mediterrane landen. België moet niet enkel de VS en Canada, maar ook alle Scandinavische landen laten voorgaan. Ook in vergelijking met onze buurlanden presteert België ondermaats. Duitsland prijkt op 5, het VK op 9 en Nederland op 10. De “zieke man van Europa” Frankrijk klopt ons zelfs met zijn 18de plaats. Deze gegevens zijn zéér onthutsend omdat ze een allesbehalve positief beeld van de Belgische concurrentiekracht en dito economie geven.

Een recent artikel van mij over de noodzaak van een liberaal economisch beleid, kan je hier vinden.

Natuurlijk is het niet allemaal miserie in België. Ook dat blijkt uit het rapport. Ons onderwijs, ofschoon té goedkoop volgens de OESO, scoort zéér hoog in de rankings, net als onze infrastructuur en onze graad van “sofisticering” (automatisering, efficiëntie, rendement van kapitaalinvesteringen, …), maar in tal van domeinen neemt het negatieve de bovenhand op deze concurrentievoordelen. Belgische ondernemers sakkeren op de stroeve arbeidsregels, de ingewikkelde belastingsystemen, de inefficiëntie van de overheid, de bureaucratische rompslomp, de gebrekkige juiste kwalificaties van het personeel en, natuurlijk, de veel té hoge belastingvoeten. Deze verzuchtingen komen ook aan bod in het rapport. Volgens het WEF zijn de grootste knelpunten in België de rigiditeit van de arbeidsmarkt, de belastingdruk, de kwaliteit van het overheidsapparaat en de torenhoge Belgische staatsschuld.

Een interessant artikel van Evert Gruyaert over de negatieve gevolgen van subsidiepopulisme op de economie, vind je hier.

Het gerenommeerde onderzoeksinstituut IDW gaf in dezelfde week als het WEF ook een rapport vrij. Daarin gaf het aan dat de uurloonkosten van een gemiddelde Belgische arbeider 8,4% hoger liggen dan het gemiddelde in Duitsland, Frankrijk en Nederland. VBO-topman Pieter Timmermans bond er ook geen doekjes rond en wees onmiddellijk op de grote verantwoordelijkheid van de vakbonden in deze materie. Hij verklaarde kort na het verschijnen van beide rapporten onverbloemd het volgende:
Ons land scoort qua concurrentiekracht minder goed dan onze directe concurrenten. (…) De vakbonden die de loon- en andere handicaps blijven ontkennen, zijn de molensteen om de nek van de Belgische werkgevers.
En ook Rudy Aernoudt gaf zijn kijk op deze rapporten, maar hij behield wel zijn gekende positieve ingesteldheid. Gesterkt door de economische realiteit in Europa, met nog amper 3,5 miljoen werklozen in Duitsland en een eizona volledige tewerkstelling in Vlaanderen om maar twee voorbeelden te noemen, doet Aernoudt een pleidooi voor een ideologische kentering. Hij wil de vakbonden en de marktrigiditeit aanpakken.
Socialistisch minister Peter Vanvelthoven stelt dat ondernemers lui zijn en dat ze meer moeten aanwerven en opleiden. Hoogst eigenaardig is dat, op een moment dat de ondernemers schreeuwen om meer arbeidskrachten om hun groei te realiseren (…) Het recht op werk werd definitief verworven in 1831 op het syndicaal congres van Lyon. Het is dat recht dat werklozen zouden moeten kunnen realiseren, en daarom moeten de syndicaten hun rol herdefiniëren. Het wordt ook tijd dat zij de vertegenwoordigers van werkenden en van het recht op arbeid worden.
In tegenstelling tot de Belgische overheden of het tot onfeilbaar en heilig opgehemelde “maatschappelijk middenveld”, zijn de economen en analisten in België het wel eens over de échte problemen van de Belgische economie. Geleidelijk aan zou er toch ook iets van deze kant door moeten sijpelen in de echelons van onze financiële overheid, maar zo ver zijn we klaarblijkelijk nog niet. Vorige week maakte de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) zijn nieuwste cijfers bekend over de Belgische loonhandicap tegenover die van onze buurlanden. Het rapport van de CRB had meer iets weg van een zegebulletin dan van een weloverwogen en evenwichtig rapport. Tussen 1996 (wanneer de “loonnorm” ingevoerd werd) en 2006 verloor België 1,2% terrein tegenover zijn buurlanden, en tussen 2006 en de prognoses van 2008 “slechts” 0,4%. Deze gegevens waren voor de CRB voldoende om de loftrompet af te steken over het geleverde werk. Men kan de woorden “een uitstekende prestatie” zelfs letterlijk terugvinden in dat rapport.

Ik heb ook vroeger al eens een tekst geschreven over de nefaste invloed van vakbonden op de economie.

Maar de CRB slaagt de bal compleet mis, zoals ook de kersverse Trends-hoofdredacteur Guido Muelenaer terecht opmerkt in zijn column “Schaf de automatische indexering af”. Volgens Muelenaer heeft de OESO immers nieuwe cijfers in voorbereiding waaruit zou blijken dat de reële loonhandicap in België niet tot 0,4% zou dalen tegen 2008, maar gewoon constant zou blijven op een verder verlies van 1,2%. Volgens de OESO wordt de loonnorm in België met 0,3% overschreden en is ook de hoog oplopende inflatie inzake een boosdoener. Muelenaer trekt aan de alarmbel omdat België (nog) meer geraakt kan worden door de toenemende inflatie. België is immers het enige land in West-Europa waar de inflatiestijging automatisch wordt doorgerekend in de lonen. Ook Guido Muelenaer valt in die materie de vakbonden aan.
Door de vakbonden trappelt elk nieuw hervormingssysteem ter plaatse. Zij willen koste wat het kost de heilige koe van de automatische indexering behouden, met alle funeste gevolgen van dien. (…) Elke loonkostenverlaging doet de vakbonden steigeren. Wie kan het een werkgever straks ten kwade duiden als hij hier de sleutel in de deur omdraait en gaat ondernemen in het buitenland?
Wil België zichzelf opnieuw economisch verheffen, dan zal het zich eens grondig moeten bezinnen over zijn prioriteiten op beleidsvlak en over de échte kerntaken van de overheid. Het populisme van zogenaamde pensioen- en uitkeringverhogingen moet eindelijk eens wijken in de hoofden van de politici voor gezond verstand en ingrijpende maatregelen op vlak van arbeidsmarktbeleid. De vakbonden moeten bepalen aan welke kant ze nu eigenlijk staan, en de overheid moet zichzelf drastisch saneren. De staatsschuld moet aan een veel hoger tempo afgelost worden en de reserves voor de vergrijzing moeten opzij gezet worden, buiten de algemene middelen. De deelstaten die in het geld zwemmen moeten ook hun verantwoordelijkheid nemen in plaats van zichzelf via subsidies allerhande - op korte termijn dan toch - "geliefd" te maken. Het CAO- en indexeringsmechanisme moet herbekeken worden, de arbeidsmarkt moet véél flexibeler zijn en, last but not least, de belastingen moeten drastisch én lineair omlaag. Hervormen we de boel niet, dan zal België blijven wegglijden in de internationale vergelijkingen en zullen we de zieke man van West-Europa blijven. Een uitstekende prestatie, niet waar?


Meer economische rapporten op www.weforum.org.
Meer teksten van Vincent De Roeck op www.libertarian.be.

Read more...

25 november 2007

Federale crisis relatief goedkoop en snel terugverdiend (Hoegin)

Guy QuadenQuaden, Guy, gouverneur van de Nationale Bank van België (NBB) waarschuwt dat de huidige crisis 2,5 miljard euro kost. Reden hiervoor is dat er te weinig gespaard wordt op federaal niveau, en er dus twee jaar verloren gaan om de vergrijzing voor te bereiden. Op het eerste zicht lijkt dit misschien wel duur, maar vergeleken met de diefstal, pardon, solidariteit in de Sociale Zekerheid is deze crisis voor Vlaanderen mogelijk een goede investering.

Zeggen dat de crisis 2,5 miljard euro kost is gemakkelijk gedaan, en aangezien dit ontegensprekelijk veel geld is, wordt meteen ook de indruk gewekt dat dit duur is, lees: niet te verantwoorden veel geld. De fundamentele boodschap van Guy Quaden (voor alle duidelijkheid: hij heeft een PS-achtergrond) is natuurlijk dat deze crisis te lang aansleept –in september kwam hij trouwens al eens met identiek dezelfde boodschap– en dat de Vlamingen met hun eisen voor een staatshervorming maar beter inbinden. Of zou dit een verholen oproep aan de Franstaligen geweest zijn om hun verzet tegen de staatshervorming op te geven zodat snel werk kan gemaakt worden van het sociaal-economische luik in de onderhandelingen? Ik durf het te betwijfelen.

Elke euro die deze crisis kost is er natuurlijk één te veel, dat wil zeggen: wanneer er tegenover die euro geen tegenwaarde geplaatst kan worden. Maar verdelen we de schuld evenredig, dan vallen slechts 1,5 van die 2,5 miljard euro op de schouders van Vlaanderen, gespreid over twee jaar. Dat is natuurlijk veel geld dat goed gebruikt kan worden om de gevolgen van de vergrijzing voor te bereiden, maar anderzijds moeten die 0,75 miljard euro (per jaar dus) vergeleken worden met wat er zonder hervormingen in de Sociale Zekerheid elk jaar reeds van Vlaanderen naar Wallonië vertrekt: een dikke 10 miljard euro.

Ik zou dus wel eens van Guy Quaden willen weten waarom we geschokt moeten zijn over de kosten van deze crisis, maar langs Vlaamse zijde vooral niet moeilijk mogen doen wanneer een bedrag dat een veelvoud groter is elk jaar naar Zuiden vertrekt, zonder dat we zelfs nog maar mogen weten over hoeveel geld het precies gaat, laat staan zouden mogen vragen of dat geld ginder wel goed besteed wordt, want dan krijgen we prompt het verwijt van egoïsme naar het hoofd geslingerd. Over een klein dankwoordje en een beetje respect –voor de taalgrens bijvoorbeeld– heb ik het dan nog niet.

Als dus de Vlamingen het been toch maar blijven stijf houden en hun verkiezingsbeloftes nakomen, en hierdoor uiteindelijk voor enkele hervormingen in de Sociale Zekerheid zouden kunnen zorgen waardoor de scheeftrekkingen gehalveerd worden, dan mag deze crisis rustig nog anderhalf jaar blijven aanslepen zonder dat we ons zorgen hoeven te maken. Volgens Guy Quaden zal de crisis dan 1,5 miljard euro gekost hebben, en ach, laat Vlaanderen de hele rekening van 2,5 miljard euro voor zich nemen, binnen het half jaar zal die crisis al ruim terugverdiend zijn door de vermindering in de geldstromen naar het Zuiden.

En als we even mogen dromen: als deze crisis tot gevolg zou hebben dat Vlaanderen op 11 juli 2008 onafhankelijk zou worden met als neveneffect een volledig einde van die geldstromen, dan zou de volledige crisis al terugverdiend zijn vóór het einde van de schoolvakantie. Misschien eens iets waar ze op de partijraad van de N-VA over zouden moeten nadenken.

Met dank aan Guy Quaden voor de inspiratie.

Labels:

Read more...

24 november 2007

Levensbeschouwelijke visies op staat, recht en civil society

Voor de geïntereseerden heb ik een bijgewerkte versie van mijn syllabus "Levensbeschouwelijke visies op staat, recht en civil society" op het net geplaatst. Er zijn enkele nuances aangebracht en voorbeelden toegevoegd. Voor wie het hoofdstuk over secularisme/laïcisme als levensbeschouwing leest,wil ik er nogmaals de nadruk op leggen dat het hier niet gaat om de beschrijving van de vrijzinnigheid in zijn diverse stromingen, maar van een bepaalde versie ervan, die een coherent wereldbeeld heeft ontwikkeld dat ook vandaag effectief wordt verdedigd en uiteengezet. Net zoals de beschrijving van het rooms-katholicisme helemaal niet inhoudt dat alle of zelfs maar de meeste katholieken zich dat wereldbeeld eigen hebben gemaakt.
Read more...

23 november 2007

Hoe men de N-VA-vis probeert te verdrinken (Hoegin)

Het lijkt erop dat het lot van oranje-blauw één dezer dagen beslecht zal worden: zal Yves Leterme erin slagen N-VA en cdH dicht genoeg bij mekaar te brengen, zodat dan toch nog een nieuwe Belgische regering gevormd kan worden voor het einde van het jaar, of rest hem niets anders nog dan zijn opdracht terug te geven aan Albert II? Cruciaal daarbij is of N-VA toch over de brug gelokt zal kunnen worden met voldoende garanties voor een staatshervorming zonder dat cdH enige garanties op een staatshervorming hoeft te geven.

Het laatste is essentieel voor deze regeringsvorming, en tegelijkertijd de kwadratuur van de cirkel. Het betekent immers dat één van de twee partijen uiteindelijk fundamenteel zal moeten toegeven: ofwel moet cdH dan toch maar garanties geven voor een staatshervorming, ofwel moet N-VA die garanties opgeven. De constructie van een Conventie die Herman van Rompuy en Armand de Decker in mekaar geknutseld hebben moet voor dit probleem een oplossing kunnen brengen.

Vanuit Vlaams standpunt is het echter duidelijk dat zo'n Conventie vooral een aquarium lijkt te zijn om de dikke vis van de N-VA in te verdrinken. Lees de schetsen er maar eens op na: volgens de ene zouden er veertig politici lid worden van de Conventie, volgens Elio di Rupo van de PS zelfs 58. Eén argument om de Conventie toch maar te beperken tot veertig leden zou zijn dat op die manier Lijst Dedecker buiten die Conventie gehouden zou kunnen worden, terwijl een intentieverklaring ervoor zou moeten zorgen dat ook het Vlaams Belang aan de deur moet blijven staan. Pottenkijkers die te veel details over het gemarchandeer naar buiten zouden kunnen brengen zijn dus duidelijk niet gewenst. Over het democratisch gehalte van die Conventie wil ik het daarbij zelfs niet hebben.

Uit de manier waarop deze Conventie in de pers voorgesteld wordt, is het trouwens duidelijk dat alles er klaargemaakt wordt om er maandenlang oeverloos te kunnen palaveren. Met veertig politici die er uitgebreid hun zeg zullen kunnen en willen doen, en desnoods zelfs zullen moeten doen, kan dat inderdaad geen probleem zijn. Bovendien is er dan nog een College dat door enkele Belgische fossielen bemand zou moeten worden, waarschijnlijk om ervoor te zorgen dat als er dan toch één of ander al te on-Belgisch voorstel door de mazen van het net zou kunnen glippen, dat in het College deskundig de nek omgedraaid kan worden. Stel je bijvoorbeeld eens voor dat een meerderheid in die Conventie zou voorstellen dat in Brussel-Halle-Vilvoorde de Grondwet gerespecteerd zou moeten worden…

Het is dan ook niet moeilijk om even een blik in de toekomst te werpen om na te gaan hoe deze Conventie zal fungeren. Stel immers dat de N-VA zou instemmen met deze constructie, dan is het duidelijk dat de regering-Leterme I pas ergens in de loop van december de eed zal kunnen afleggen, en die Conventie niet van start zal kunnen gaan voor het einde van het jaar. Daarna zijn er de nieuwjaarsrecepties, en zal het al snel midden of eind januari zijn vóór een eerste vergadering plaats zal kunnen vinden. Veel zal er tijdens die eerste vergadering trouwens niet kunnen gedaan worden: wat toespraken en verklaringen over verwachtingen, intenties en hoop, misschien al wat gebakkelei over de formuleringen in het mandaat van de Conventie, en als het wat meezit misschien zelfs een akkoord over een vage agenda. Waarbij «vaag» misschien wel het sleutelbegrip zal zijn.

Gaat die Conventie vervolgens wekelijks vergaderen? Het zal al februari zijn eer er eindelijk eens inhoudelijk gedebatteerd zal kunnen worden, vervolgens is er een krokusvakantie en daarna een paasvakantie, en of er dus nog maar een begin van een voorstel voor een staatshervorming uit de bus zal kunnen komen vóór de zomer van 2008 is dus hoogst twijfelachtig. Als de Conventie überhaupt al meer dan twee-drie keer zal samenkomen, want de PS zal ongetwijfeld niet veel excuses nodig hebben om de oranje-blauwe regering een ferme pee te stoven door de stekker uit de Conventie te trekken. Gaat de N-VA zich dan uit die federale regering terugtrekken, op een ogenblik dat de verf of het behang in het kabinet van Minister Bart de Wever nog niet helemaal droog is? Daar gaat veel volk naar komen kijken.

En er is trouwens de PS alleen niet. Wie de grijns van Charles Michel heeft gezien toen hij verleden zondag in De Zevende Dag zijn hoop op een staatshervorming vóór die zomer van 2008 kwam uitspreken, weet eigenlijk al genoeg. Had iemand hem ingefluisterd dat hij zijn verhaal met de glimlach moest brengen, en was die grijns het beste wat hij kon presteren? Of kon hij die grijns gewoonweg niet onderdrukken omdat hij zelf amper kon geloven dat die onnozele Vlamingen zo mak –en vooral ook beleefd– lieten belazeren door hem? De garanties die hij daar kwam afleveren waren in ieder geval minder waard dan de intentieverklaringen die sp.a en de toen nog VLD aan Yves Leterme leverden in 2004 bij de vorming van de Vlaamse Regering: minder dan niets dus. Als de MR (en het FDF!) de boel in die Conventie zelf mee helpen blokkeren, kan hem niets verweten worden, want meer dan wat hoop had hij uiteindelijk niet toegezegd. En hoop is een goedkope belofte, zeker in de politiek. Hij kan net zo goed morgen komen vertellen dat hij ook hoopt dat de Arabieren volgend jaar gratis olie aan België komen leveren en dat de zon alle dagen zal schijnen.

De vraag is dus wat de N-VA zal doen: uiteindelijk toch maar toegeven en instemmen met een regering zonder enige handvaste garantie op een staatshervorming (of misschien wel eerder een garantie op geen staatshervorming?), of het been stijf houden en de Belgische zwarte piet toegespeeld krijgen voor het mislukken van de federale regeringsformatie? Met het hierboven geschetste scenario moeten de leden van de partijraad wel op hun kop gevallen zijn om in te stemmen met oranje-blauw, tenzij ze er puur persoonlijk belang hebben. Niet dat ik hen van postjesjagerij zou willen beschuldigen moesten ze een regeringsakkoord toch goedkeuren, maar ze moeten dan wel beseffen dat in 2009 het feest onherroepelijk voorbij zal zijn. Bij Lijst Dedecker en Vlaams Belang zouden ze zich ongetwijfeld in de handen wrijven.

Labels: , , , , , ,

Read more...

"Om niet te delen in haar zonden" (Op. 18, 4). Beschouwingen over de rechtvaardiging van secessie bij aantasting van de "vrijheit hunder constitutien"

Dit is de voorlopige tekst - zonder voetnoten - van mijn Openingsrede op de plechtige openingszitting van de balie te Oudenaarde op 16 november 2007. De tekst met voetnoten is te vinden op storme.beEen verslag ervan door John De Wit in de Gazet van Antwerpen luidt: "Storme: "Cassatie levert basisrechten over aan vreemde heersers""

Het kan geen toeval zijn dat U mij laat spreken op een 16e november ....

Op 16 november 1813 brak in het Vlaamse land de opstand uit tegen de Franse bezetting, één dag na Amsterdam en Den Haag, en maakte ons land zich weer los van Frankrijk.

Op 16 november 1776 erkende de Republiek der Verenigde Provinciën, dit zijn de Staatse Nederlanden, als eerste land ter wereld de onafhankelijkheid van de Verenigde Staten van Amerika, die in opstand waren gekomen tegen de Britse Kroon en op 4 juli van dat jaar hun onafhankelijkheid hadden uitgeroepen door middel van de roemrijke Declaration of Independence .

Slechts enkele dagen voor de 16e november, op 8 november 1576 werd de Pacificatie van Gent ondertekend als een bondgenootschap tussen de verschillende opstandige provincies der Spaanse Nederlanden. Dit leidde tot het handvest voor de regering van aartshertog Matthias als landvoogd (17 december 1577) tot de Unie van Utrecht (23 januari 1579) als "Particuliere Unie van vlaamse provincies ", tot de Akte van Verlatinge (26 juli 1581) , waarbij Filips II vervallen werd verklaard van de troon, en zo tot de succesrijke Republiek van de Verenigde Provinciën (in het Latijn Confoederatio Belgica).

Nog interessanter zijn de gebeurtenissen van en na 16 november 1789 , vlak na de slag bij Turnhout. Op die dag werd te Gent een patriottisch comité gevormd, ook Comité van de Verenigde Staten genoemd, dat in opstand kwam tegen de keizer-koster Jozef II en met de hulp van patriotten uit het leger van generaal Jan Andries vander Mersch die nacht nog de keizersgezinden uit de stad verdreef.

Een van de patriotten was een illustere zoon van deze stad Oudenaarde, Jan Jozef Raepsaet, advocaat bij de Raad van Vlaanderen en griffier van de kasselrij Oudenaarde . Hij was samen met Charles Joseph de Graeve de belangrijkste auteur van het "Manifest van de provintie van Vlaenderen ". De Graeve, voormalig advocaat en magistraat in de Raad van Vlaanderen, had in 1787 reeds een Memorandum opgesteld betreffende de fundamentele wetten en gebruiken van het graafschap en kort tevoren een ontwerp-Manifest geschreven om de talloze grieven te manifesteren bij de keizerlijke regering in Brussel, en wel geschreven in Franse alexandrijnen .

Toen de Staten van Vlaanderen, het parlement van het graafschap Vlaanderen, dat hoofdzakelijk bestond uit afgevaardigden van de lokale besturen, op 22 november 1789 in het Stadhuis te Gent beslisten om de Vlaamse onafhankelijkheid uit te roepen, werd De Graeve benoemd tot raadspensionaris van de Staten van Vlaanderen. De Graeve en Raepsaet kregen de opdracht die uitroeping van de Onafhankelijkheid te rechtvaardigen in een Manifest. Dat werd plechtig voorgelezen op de Vrijdagmarkt te Gent op 4 januari 1790 . Intussen was op 30 november reeds een Plan opgesteld voor een Confederatie met andere opstandige provinciën. In uitvoering daarvan werd op 11 januari 1790 het Tractaet van Vereeninge gesloten met Brabant en de andere Zuidelijke Nederlanden, waarbij alle federale instellingen waren afgeschaft en enkel een confederatie overbleef, slechts bevoegd voor de munt, defensie en buitenlandse zaken.

Tussen de meeste van deze separatistische gebeurtenissen is er bovendien een ideële band, een lijn bestaande uit juridische teksten die gaat van de Pacificatie van Gent, Unie van Utrecht en Akte van Verlatinge naar de Declaration of Independence en Articles of Confederation (1777) en vandaar terug naar de Manifesten van Vlaanderen, Brabant en andere. Juristen hebben nu eenmaal de goede of slechte gewoonte om hun beslissingen te rechtvaardigen op basis van eerdere rechtsteksten, en zo zien we dat de Declaration of Independence geïnspireerd is door de Akte van Verlatinge en het Manifest van Vlaanderen bijna letterlijk passages overneemt uit de Declaration of Independence. Zo zien we dat de amerikaanse Articles of Confederation (1777) duidelijk geïnspireerd zijn door de Unie van Utrecht en op hun beurt duidelijk het Tractaat van Vereeninge hebben geïnspireerd . En mocht U vragen waarom ik de Belgische onafhankelijkheidsverklaring van 4 oktober 1830 niet vernoem, dan moet ik U melden dat de opstandelingen van 1830 het in tegenstelling tot de genoemde voorbeelden, niet nodig hebben gevonden om hun opstand en separatisme formeel in een dergelijke verklaring te rechtvaardigen; die opstand was allicht niet toevallig begonnen met de Stomme van Portici veeleer dan met Guillaume Tell, ou la révolution de la Suisse die in 1789 bij ons furore maakte . De Grondwet van 1831 anderzijds, op vele vlakken een bewonderenswaardig document, steekt duidelijk af tegen de genoemde gebeurtenissen doordat er van federalisme noch confederalisme enige sprake is.
Juridische structuur

De aangehaalde Verklaringen of motiveringen zijn in zekere zin allemaal in de vorm van een vonnis of arrest geschreven: ze bevatten allemaal het stellen van fundamentele rechtsbeginselen als uitgangspunt, een lijst van grieven waaruit de schending van die beginselen blijkt, en een beschikkend gedeelte waarmee de gevolgen van die schending worden uitgesproken. Minstens het Plakkaat van 1581 is bovendien voorafgegaan door een pleidooi, de Apologie van Willem van Oranje uit 1580. De structuur van onze rechtspraak lijkt zo toch een vrij universele vorm te zijn voor rechtvaardiging van belangrijke beslissingen. Ook belangrijke wijsgerige werken uit de moderne tijd, zoals de Kritik der reinen Vernunft van Immanuel Kant , moeten begrepen worden als een vonnis, zij het door het tribunaal van de rede; recente wijsgerige literatuur toont ons dat Kant daarbij in sterkere mate een juridische en geen louter filosofische wijze van argumenteren gebruikt dan traditioneel wordt gedacht . En Thomas Jefferson beschouwde zijn onafhankelijkheidsverklaring als een "appeal to the tribunal of the world for our justification" .

Grieven

Laat mij even de grieven bekijken, en U uitnodigen erover na te denken of dergelijke grieven vandaag misschien ook niet aanwezig zijn.

Beginnen we met de grieven waartegen de Belgische opstand reageerde in 1830-1831, en die blijken uit de Grondwet en de voorbereidende werken ervan. Het gaat onder meer over:
- de inmenging in het onderwijs;
- de inperking van de vrijheid van drukpers en het petitierecht;
- het ontbreken van de juryrechtspraak;
- onvoldoende openbaarheid van de rechtspraak;
- overdreven en onbillijke belastingen;
- onrechtvaardige verdeling van de overheidsfuncties tussen Nederlanders en Belgen .

Kijken we vervolgens naar het Vlaams Manifest van einde 1789. De stelling van rechts- en contractbreuk door de keizer wordt vooral gestaafd met volgende grieven:
- de inmenging in het gerecht. Zo had Jozef II in 1787 (met het keizerlijk edict van 12 maart 1787) de Raad van Vlaanderen en omzeggens alle lokale rechtbanken afgeschaft en vervangen door een gecentraliseerd systeem van rechtbanken, waarbij de rechters door de koning zelf werden benoemd (in plaats van door de lokale overheden, en in grote mate door de rechtscolleges zelf);
- het onttrekken van geschillen aan de natuurlijke rechter;
- de centralisering van de macht, met inperking van de bevoegdheden van de lokale overheden, in het bijzonder op het gebied van rechtspraak;
- de inmenging in de uitoefening van de godsdienst, de liturgie, de feestdagen, enz. en het usurperen van bevoegdheden die traditioneel aan religieuze instellingen toekwamen;
- inmenging in het onderwijs met de invoering van een eenheidsschoolsysteem onder leiding van buitenlanders zonder moraal, zonder kennis, zonder religie;
- de benoeming in openbare functies van buitenlanders die zelfs de taal van het land niet spreken;
- een voortdurende "hagel van nieuwe wetten en verklaringen door kranke hersenen verzind en elkanderen onophoudelyk tegensprekende";
- invoering van bloed- en geldgierige dwingelanden (de fiscalen) die zich ook bezighielden met de repressie van opiniedelicten wat leidde tot veralgemeende toename van wantrouwen en argwaan in de samenleving;
- aantasting van eigendomsrechten;
- de sloping van de vestingen en andere verdedigingswerken waarmee de steden hun veiligheid wensten te verzekeren.

In het Tractaat van Vereeninge luidt het dat "de Reght-stoelen van het Volk wirden omverre geworpen, de Wetten willekeuriglyk verandert ofte verbroke, de Eygendommen, den persoonelyken Vrydom, van den welken de Nederlanders van allen tyden zoo nyd-iverig geweest zyn, en waeren niet meer gedeckt tegens de Grondwet-strydige ondernemingen, de magteloose Wetten swygden voor het sweerd van den Krygs-man, ende de oude gebruycken waeren van alle kanten verminckt ofte wederroepen, eene nieuwe schickinge wird verwisselt tegen de oude, ende vervult door den veranderlyken ende onbepaelden wille van den Vorst, ofte van de gene, die heerschsten in zynen naem ende handelden onder zyn gezag"

Wanneer er einde 1790 o.m. door Raepsaet en De Graeve in Den Haag onderhandeld wordt met de keizerlijke afgevaardigden over een restauratie van het keizerlijk gezag, overhandigden de afgevaardigden van de Staten van Vlaanderen aan de Mercy d'Argenteau een resolutie met een opsomming van minimumeisen . Daaruit haal ik onder meer:
- de eis van een vaste vertegenwoordiging van de Staten van Vlaanderen bij de centrale overheid en niet slechts indirect via België, en
- een verbod voor het openbaar ministerie om deel te nemen aan de beraadslaging van de arresten van de Raad van Vlaanderen.

Gaan we enkele jaren terug in de tijd, dan vinden we als grieven in de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring onder meer dat de Britse overheid:
- geweigerd heeft de door de Amerikaanse provincies gevraagde wetten voor de inirichting van het gerecht goed te keuren en daardoor "has obstructed the Administration of Justice";
- de vastheid van ambt van de rechters niet waarborgde en al evenmin hun inkomen;
- een massa nieuwe instellingen oprichtte en zwermen van ambtenaren gezonden heeft "to harass our people", om de mensen lastig te vallen;
- "has combined with others to subject us to a jurisdiction foreign to our constitution, and unacknowledged by our laws; giving his Assent to their Acts of pretended Legislation";
- de waarborg van de juryrechtspraak ontnam;
- belastingen oplegde zonder de instemming van de belastingplichtigen.

Gaan we nog twee eeuwen verder terug en bekijken we het Plakkaat van Verlatinge van 1581 Daarin wordt aan de vorst verweten:
- dat hij "(...) in stede van zijne ondersaten te beschermen, deselve soeckt te verdrucken, t'overlasten, heure oude vryheyt, privilegien ende oude herkomen te benemen";
- dat hij de inquisitie heeft ingevoerd;
- dat hij vreemden zoals de hertog van Alva tot meesters in't land heeft aangesteld;
- dat hij de Spaanse inquisitoriale wijze van procederen in de rechtbanken invoerde "dierecktelick teghens de previlegien van den lande";
- dat hij het zelfs heeft aangedurfd een belasting van niet minder dan 10 procent in te voeren: "ende ten lesten wesende buyten alle vreese, eenen thienden penninck fortselick willen oprechten op de coopmanschappen ende handtwercken, tot gantsche verderfenisse van den lande".

Ook vinden we in al die verklaringen de uiteenzetting dat men eerst geprobeerd heeft door middel van dialoog en onderhandelingen de centrale overheid te overtuigen, maar dat dit niet tot een opheffing van de rechtsschendingen heeft geleid.
Rechtsgrondslag

Een tweede luik betreft de rechtsbeginselen waarop men zich beroept, preciezer nog de grondslagen van elk gezag van de overheid. Telkens opnieuw wordt eraan herinnerd dat de gevestigde overheid geen doel op zichzelf is, maar een gebonden bevoegdheid heeft en dat zij ook gebonden is aan fundamentele regels die die overheid logisch en historisch voorafgaan en voorrang hebben op de door de politieke overheid genomen beslissingen of gemaakte wetten.

In het Plakkaat van Verlatinge luidt het in een beroemde zin dat "d'ondersaten niet en sijn van Godt geschapen tot behoef van den Prince om hem in alles wat hy beveelt, weder het goddelick of ongoddelick, recht of onrecht is, onderdanig te wesen en als slaven te dienen: maer den Prince om d'ondersaten wille, sonder dewelcke hy egeen Prince en is" .

In de Declaration of Independence luidt het dat "Governments are instituted among Men to secure certain unalienable Rights, among these Life, Liberty and the pursuit of Happiness" en dat zij "derive their just powers from the consent of the governed".

Telkens wordt erop gewezen dat de gewraakte handelingen en beslissingen van de gevestigde overheid een inbreuk zijn op het fundamentele contract tussen de overheid en het volk.

In de akten uit de Nederlanden, 1581 zowel als 1789, wordt dat contract, anders dan bij de antihistorische liberale en socialistische denkers van het contrat social, van Rousseau tot Rawls, niet gegrond op een abstractie, op een theoretische hypothese die vanuit een zogenaamd neutrale rede wordt gefabriceerd, maar op de historische ervaring en historische verworvenheden: men verwijst naar de "Huldinge", de voorwaarden waaronder de vorst is ingehuldigd, de Blijde Inkomste van Brabant uit 1356, de Blijde Inkomste van Jan zonder Vrees als graaf van Vlaanderen in 1402 , het Groot privilegie van 1477 e.d.m . De grieven zelf betreffen ook grotendeels inbreuken op concrete rechten en vrijheden. In het Plakkaat van verlatinge luidt het dat onze landen "van allen tijden zijn gheregeert geweest ende hebben ook moeten geregeert worden navolgdende den eedt by heure Princen t'heuren aencome gedaen, na uutwijsen heurer privilegien, costumen ende ouden hercomen" en dat onze landen "hebbende haren Prince ontfangen op conditien, contrackten ende accoorden" en dat "welcke brekende oock nae recht den Prince van de heerschappye van den lande is vervallen."

De wezenlijke inhoud van dat contract bestaat er dus in om de bestaande "aloude" fundamentele rechten, vrijheden en privilegies te handhaven en te versterken . Het is de schending of de inkrimping of afschaffing van aloude rechten die de opstand, de afzetting van de vorst en de secessie rechtvaardigt. De opstand wordt dus niet gerechtvaardigd door de bedoeling om een "Nieuwe orde" te scheppen, wel om de oude te handhaven of te herstellen. In het Plakkaat van verlatinge luidt het: "volghende de wet der natueren, tot beschermenisse ende bewaernisse van onsen ende den andere landtsaten rechten, privilegien, oude hercomen ende vryheden van ons vaderlant, van het leven ende eere van onse huysvrouwen, kinderen ende nacomelingen". De Unie van Utrecht werd gesloten "tot verdediging van "privileges en costuymen" .

Secessie

In de gegeven voorbeelden gaat het immers niet enkel om een afzetting van een vorst, maar op de eerste plaats om een secessie, een afscheuring, een onafhankelijkheidsverklaring. De opstand is gericht tegen vorsten die als vreemde vorsten worden beschouwd, die proberen om de macht over vele volkeren of landen te centraliseren. De poging om het volk te onderwerpen aan een vreemd recht en/of een vreemde rechtsmacht van de centrale overheid is duidelijk een motief in de Akte van Verlatinge en het Manifest van Vlaanderen, maar ook in de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring.

Het is ook niet toevallig dat het kwaad in de Bijbel vaak gesymboliseerd wordt door de stad Babylon, die door middel van de centralisatie van de krachten de hemel wou bestormen, en dat de veelheid aan talen en volkeren gezien wordt als het wapen tegen deze hoogmoed en deze machtsconcentratie. In de Openbaring van Johannes is Babylon de grote hoer die aan vele wateren zit:

"Babylon, de grote stad, de moeder van de hoeren en de gruwelen van de hele aarde. De wateren waaraan de hoer is gezeten, dat zijn de volken en mensenmassa's en naties en talen" (Op. 17,5).

En het is na die kwalificatie dat een stem uit de hemel zei: ''Trek uit haar weg, mijn volk, om niet te delen in haar zonden en niet getroffen te worden door haar plagen" (Op. 18,4).

De secessie is dan ook niet enkel een recht, het is een plicht geworden. Om niet te delen in de zonden moét het volk secessie plegen. Of zoals de Declaration of Independence zegt: "it is their right, it is their duty, to throw off such Government".

Wel vinden we in geschriften die deze theorieën ontwikkelden van de late Middeleeuwen tot de moderne tijden, discussie over de vraag of het recht van verzet toekwam aan de individuele burgers dan wel aan de "magistratuur", waarmee wel de lokale en regionale besturen zowel als rechtscolleges werden bedoeld. Mijn analyse is dat het telkens ging om een gezamenlijk verzet van volk en magistratuur: de juridische ondersteuning van het volksverzet legitimeerde het verzet door het te motiveren in de vorm van een vonnis, waarbij geldende rechtsregels werden toegepast op politieke feiten, en maakte het in die zin legitiem. De soevereiniteit van het volk wordt niet ontkend, integendeel, maar wel niet uitgeoefend in de wilde vorm van de natuurstaat maar op beredeneerde wijze. Daarbij vinden we telkens ook de idee weer dat de "magistraten" een bijzondere verantwoordelijkheid hebben om te waken over de rechten van het volk tegenover de macht, een verantwoordelijkheid die hen ook het recht en zelfs de plicht tot verzet verschaft . Op de bijzondere taak van met name de hoge rechtscolleges, de Gerechtshoven, kom ik dadelijk nog terug.
Beschikkend gedeelte

Het beschikkend gedeelte van de genoemde Verklaringen hield dan ook in dat de vorst formeel vervallen werd verklaard van zijn territoriale zowel als personele heerschappij en dat de onafhankelijkheid werd uitgeroepen. Het opzeggen van elke medewerking en gehoorzaamheid was in onze landen trouwens uitdrukkelijk voorzien in documenten zoals de Blijde Inkomste en andere akten van Huldinge of aanvaarding van de vorst . Het opzeggen van die band hield ook een terugkeer naar onafhankelijkheid in van elk van de delen van het rijk, dus van alle Provinciën in de Nederlanden van 1581 , van alle kolonies in het Amerika van 1776, van alle Provinciën in de Oostenrijkse Nederlanden van 1789. In Amerika en de Zuidelijke Nederlanden gaat het formeel om onafhankelijkheidsverklaringen van élk van die staten, al sluiten zij kort nadien onder elkaar een confederatie. Die confederatie houdt trouwens precies in dat elk van de lidstaten zijn soevereiniteit behoudt en ten allen tijde uit de Bond kan stappen.

Bij wijze van consequentie werden de burgers ontslagen van hun eed van trouw aan het oude regime en werd de naam of beeltenis van de vorst geschrapt van de munt, de rechterlijke uitspraken e.d.m. Vanzelfsprekend diende aan de vorst ook geen belasting meer te worden betaald; interessant is overigens dat de Blijde Inkomste van Vlaanderen uit 1402 al voorzag dat men in belastingstaking mocht gaan vanaf de 8e dag na een ingebrekestelling aan de vorst. De burgers keerden evenwel niet weer naar een zogenaamde natuurtoestand, maar wel naar de "oude vrijheid" op regionale basis.

Remedies

Rechtsherstel hield ook in dat aan de rechtsschendingen een einde werd gemaakt, de oude vrijheden en de waarborgen daarvoor werden hersteld, en dat instellingen die de inperking ervan hadden veroorzaakt, werden afgeschaft.

Zo werd de rechtsmacht van, als ik zo mag zeggen, supranationale rechtscolleges afgeschaft: de Amerikaanse onafhankelijkheid brak natuurlijk met de rechtsmacht van de rechtscolleges in Engeland. In het Manifest van Vlaanderen wordt de Rechtsmacht van de Grote Raad van Mechelen afgeschaft.

Zo vinden we in de Pacificatie van Gent een amnestie voor alle straffen die wegens religie of opnemen van wapens tegen de koning zijn opgelegd, en een teruggave van dan wel schadevergoeding voor verbeurd verklaarde goederen. Behalve bepalingen over de godsdienstvrijheid vinden we weinig over fundamentele vrijheden en rechtswaarborgen, omdat dit een zaak was van het bestaande recht van de verschillende provinciën. Ook in de Amerikaanse Articles of Confederation vinden we geen bepalingen over fundamentele vrijheden en waarborgen, omdat die een zaak waren voor de afzonderlijke staten; in de Grondwetten van die staten kwamen ze uitvoerig aan bod. Het zou me te ver leiden daar uitvoerig uit te citeren, hoe interessant deze documenten ook mogen zijn.

Dichter bij ons vinden we duidelijke voorbeelden na de Belgische opstand van 1830. Zeer snel, op 16 oktober 1830, werden drie fundamentele decreten uitgevaardigd: tot herstel van de vrijheid van onderwijs, de vrijheid van vereniging en de vrijheid van drukpers en meningsuiting. In deze tijden van toenemende repressie van politieke incorrectheid is het goed even te citeren uit dat laatste decreet:

Toute loi ou disposition qui gêne la libre manifestation des opinions et la propagation des doctrines par la voie de la parole, de la presse ou de l'enseignement, est abolie.

Toute institution, toute magistrature créée par le pouvoir, pour soumettre les associations philosophiques ou religieuses, et les cultes, quels qu'ils soient, à l'action ou à l'influence de l'autorité, sont abolies.

Kort nadien wordt de jury weer ingesteld door de Grondwet van 1831, in het bijzonder voor alle drukpersmisdrijven en alle politieke misdrijven en werden enkele andere concrete waarborgen hersteld of ingevoerd, die zo dadelijk nog ter sprake komen.

Natuurlijk is een nieuw bewind na een opstand of secessie nooit immuun voor machtsmisbruik. Eenmaal het nieuwe regime is gevestigd, zal de verleiding vaak groot zijn om de vrijheden opnieuw in te perken. Ook zullen de ronkende verklaringen over de onafhankelijkheid van de magistratuur vaak gevolgd worden door een nieuwe centralisatie van de rechterlijke macht. Daarom alleen al moet men een duidelijk onderscheid maken tussen de revoluties die resulteerden in een unitaire staat zoals België en diegenen die resulteerden in federale of confederale constructies zoals de Verenigde Nederlanden of de Verenigde Staten van Amerika. Waar de Belgische Grondwet voorbeeldig was wat de rechten en vrijheden betreft en belangrijke waarborgen ervoor, werd de rechterlijke macht binnen de kortste keren onder controle gebracht en werden de rechters sedert dan door de regering benoemd .

Een belangrijke vraag is daarom welke waarborgen er hersteld of ingevoerd werden voor het behoud van de vrijheden en tegen nieuw machtsmisbruik.
De ongeschreven fundamentele wetten en de taak van de rechtscolleges

Uit de zopas gemaakte uiteenzetting over de lijst van de grieven, de rechtsgrondslag voor het oordeel en de remedies kan men enkele krachtlijnen afleiden. Ik zou er de volgende willen uithalen:
- het grote belang van rechtscolleges die onafhankelijk zijn van de centrale overheid en zelfstandig kunnen functioneren vanuit de lokale of regionale gemeenschap;
- de inperking van de bevoegdheid van de politieke machthebbers om het recht te wijzigen;
- de afwijzing van inmenging van de overheid in onderwijs, meningsuiting, religie;
- de afwijzing van gezagsuitoefening door vreemden die de taal van het land niet spreken;
- de bescherming van de individuele eigendom en de lokale collectieve eigendom;
- de verwerping van te hoge belastingen en zonder instemming van de burgers ingevoerde belastingen.

Maar er is ook nog een belangrijke krachtlijn die wat meer tussen de regels te lezen valt en staatkundig en rechtstheoretisch van groot belang is: de overtuiging dat er een "ongeschreven" grondwet is van het land en dat het de taak van de rechtscolleges is om die te handhaven tegen aantastingen ervan door de politieke macht.

Te vaak immers denkt men dat de toetsing van wetten aan de grondwet een uitvinding is van de 19e en 20e eeuw, terwijl het veeleer omgekeerd is, namelijk dat sindsdien de grondwet in handen is gekomen van de politieke instellingen en zij de rechterlijke macht ten dele buiten spel hebben gezet. Men ziet het begin van de judicial review in het beroemde arrest Madison v. Marbury van het Amerikaanse Supreme Court uit 1803 , terwijl dat arrest in een lange traditie stond: het werd voorafgegaan door rechtspraak op het niveau van verschillende van de Amerikaanse States , en gaat terug op een doctrine gemeen aan een reeks Europese tradities, al verschilt de precieze inhoud daarvan natuurlijk wel.

De Amerikaanse rechtspraak stond in de Engelse traditie van "The English Constitution" of nog "The Ancient Constitution" . Volgens deze doctrine zijn de politieke instellingen en de verhoudingen tussen burgers en overheid gegrond op het recht, en met name op the common law, dat in wezen berust op immemorial custom, op aloude gewoonten waarvan de rechtspraak en wetgeving slechts partiële uitdrukkingen en ontwikkelingen zijn. Het zijn de fundamentele regels van dat gewoonterecht die de Engelse polis eerst geconstitueerd hebben en dus de constitutie ervan vormen . De bekendste vertegenwoordiger van deze doctrine is sir Edward Coke , de Engelse chief justice, die in Bonham's case rond 1610 besliste dat de koning niet de bevoegdheid had om in te gaan tegen het common law als supreme law of the land. Enkele van zijn bekendste uitspraken in dit verband luiden:

“The common law is the best and most common birth-right that the subject hath for the safeguard and defense, not merely of his goods, lands and revenues, but of his wife and children, his body, fame and life. . . .
No man ecclesiastical or temporal shall be examined upon secret thoughts of his heart. . . .
the house of an Englishman is to him as his castle.”

In Engeland heeft deze doctrine uiteindelijk op het einde van de 17e eeuw het onderspit moeten delven voor de ook nu nog geldende doctrine van de supremacy of Parliament, doch in de Verenigde Staten haalde de doctrine van de supremacy of law het, die de macht van politieke instellingen beperkt door de bepalingen en rechten van de Grondwet als supreme law of the land . Het is vooral deze Engelse doctrine die ertoe geleid heeft dat het woord "constitution" de moderne betekenis heeft gekregen van lex fundamentalis, de term die alvast in de 18e eeuw frequenter op het Europese continent werd gebruikt . Zij het dat Willem van Oranje reeds in 1580 de hertog van Anjou verzocht landsheer te worden op basis van rechten en vrijheden der onderdanen, de "Vrijheit hunder constitutien" .

In dezelfde tijd als Coke ontwikkelde Hugo de Groot (Lat. Grotius) in zijn werk De antiquitate reipublicae Batavicae, vertaald als Tractaet vande Oudtheyt vande Batavische nu Hollantsche Republique (Leiden 1610) eveneens een doctrine over het gelden van een aloude gewoonterechtelijke constitutie van Holland, met concrete rechten en vrijheden alsook de regel dat de soevereiniteit niet bij de vorst berust maar bij de Raden en Staten van het volk . Grotius aanvaardde wel niet het bestaan van fundamentele wetten die de soevereiniteit van die organen inperkten en verschilde daarin duidelijk van de federalistische school met o.a. Johannes Althusius .

In Frankrijk vinden we de theorie van de "lois fondamentales de la France" reeds in de teksten van de zgn. Monarchomachen en in het bijzonder in het werk Francogallia van Hotman uit 1573 ; de allereerste betekenis van deze wetten was dat zij grenzen bepaalden aan de macht van de koning om wetten te maken. Belangrijk is dat de Franse Parlementen, die zoals U weet de Gerechtshoven waren en geen parlement in onze betekenis, zich minstens vanaf de 16e eeuw ook de bevoegdheid hebben toegeëigend om koninklijke wetten te toetsen aan die lois fondamentales en de afkondiging en toepassing ervan te weigeren wanneer zij daarmee in strijd waren . Enkele van die lois fondamentales werden geformuleerd in een arrest van het Parlement van Parijs uit 1593, waardoor de latere Henri IV van de troon werd gehouden zolang hij zich daar niet bij neerlegde (en zich daartoe bekeerde tot het katholicisme). Die lois fondamentales bevatten de basisregels inzake de troonopvolging en de werking van de monarchie, maar evenzeer de garantie van de diverse privilegies alsook een fundamentele inperking van de koninklijke macht: diens bevoegdheid strekte zich niet verder uit dan het "publieke domein" van de staat en het was hem niet toegestaan wijzigingen aan te brengen aan het privaatrecht, dat bestond uit het gewoonterecht zoals het door de Parlementen zelf werd gevonden, uitgelegd en ontwikkeld . Nog op 3 mei 1788 heeft het Parlement van Parijs in een arrêt de règlement, of juister nog een déclaration , een opsomming gegeven van de meeste lois fondamentales, waaronder ook precies "Le droit des cours de vérifier dans chaque province les volontés du Roi et de n'en ordonner l'enregistrement qu'autant qu'elles sont conformes aux lois constitutives de la province ainsi qu'aux lois fondamentales de l'État".

In Duitsland ontwikkelde zich een gelijkaardige theorie die eveneens "grondwettelijke" rang toekende aan de "Reichs-Herkommen" als een geheel van aloude fundamentele regels met voorrang boven andere rechtsregels .

Net als de Franse Parlementen had ook de Raad van Vlaanderen zich de bevoegdheid toegeëigend om koninklijke ordonnanties niet uit te vaardigen en dus buiten werking te stellen wanneer ze in tegenspraak waren met de gewestelijke of lokale privilegies. Het geheel van die privilegies vormde aldus de constitutie van het graafschap Vlaanderen, of althans een belangrijk stuk ervan. In 1787 hebben de Staten van Vlaanderen een poging ondernomen om deze constitutionele normen in één Memorandum samen te brengen .

Het is ter bescherming daarvan dat de onafhankelijkheid van Vlaanderen is beslist in 1789 en afgekondigd op 4 januari 1790. Daardoor verschilt die revolutie sterk van de Franse revolutie, of minstens van de draai die de Franse revolutie uiteindelijk heeft gekregen - want in de pre-revolutionaire periode was er in Frankrijk een minstens even sterke oud-constitutionele stroming als revolutionaire in de engere zin .

Twee visies op grondwet en toetsing eraan

Het is de machtsgreep van de Franse Revolutie die de genoemde bevoegdheid van de rechterlijke macht heeft afgeschaft, met name expliciet in art. 10 en 11 van de Grondwet van 24 augustus 1790 . Rousseau's theorie van het sociaal contract die hieraan mede ten grondslag ligt, is dan ook radicaal tegengesteld aan de contractuele grondslag van de natie die gehuldigd wordt in de theorie van de ancient constitution: deze laatste is een theorie die de souvereiniteit van politieke organen inperkt en die de voorrang geeft aan de "artificial reason" van de geschoolde jurist die het recht "vindt" in de massa aan precedenten en andere historische bronnen van het recht boven de "natural reason" van de filosoof die redeneert vanuit "eerste beginselen".

Het opstellen van geschreven grondwetten hield trouwens al evenzeer in dat aan de magistratuur de bevoegdheid werd ontnomen om deze constitutie te vinden en te interpreteren. Bovendien hield en houdt dit ook een bijkomend gevaar in, namelijk dat men in de Grondwet allerlei politieke doelstellingen gaat inschrijven op basis waarvan het bestaande recht kan worden opzijgezet. Dit gevaar is des te groter wanneer rechtsregels, in plaats van aan de Grondwet, aan allerlei supranationale regels en internationale rechtsbeginselen en verklaringen worden getoetst, die de nieuwste vorm zijn waarmee aan de aloude nationale constitutie en de aloude rechten en vrijheden afbreuk wordt gedaan.

Vergeten we niet dat de judicial review oorspronkelijk alleen de toetsing kon inhouden van nieuwe politieke beslissingen (wetten e.d.) aan een aloude constitutie, en zeker nooit omgekeerd. Judicial review was een middel "to limit the powers of political bodies" en niet om traditionele rechtsregels door rechters te laten afschaffen. Daarvan is met name in de Verenigde Staten in de 20e eeuw niet veel over gebleven, doordat activistische rechters in de Grondwet allerlei "nieuwe" mensenrechten zijn gaan lezen waaraan dan bestaande regels werden getoetst. Het EHRM is de jongste jaren dezelfde toer opgegaan. De weerstand hiertegen werd treffend verwoord door de huidige Amerikaanse opperrechter Antonin Scalia, en wel als volgt: "the Constitution serves to protect us from and not to adapt us to momentary dominant opinions" . Hetzelfde gevaar dreigt echter ook in Europa, waar aan het EVRM en de Europese Verdragen meermaals een "evolutieve" interpretatie wordt gegeven die ingaat tegen oude rechten en vrijheden.

Meer bepaald zijn er ook vandaag duidelijk verschillende opvattingen over de toetsing van wetten aan hogere rechtsnormen, en met name over de grondslag van die hogere rechtsnormen: al zijn er ook vele posities tussenin, we kunnen toch onderscheiden tussen :
- de ene die de grondslag zoekt in "des principes simples et incontestables" , in "truths we hold to be self-evident" , nl. "de rechten en vrijheid van dé mens" als een stel van rechten die door middel van de natuurlijke rede afgeleid worden uit een ideologisch beeld van de mens in abstracto, en
- een andere die de grondslag zoekt in "het recht en de vrijheden van de mensen", en met name in fundamentele instellingen van het recht die door trial and error doorheen de geschiedenis van een concrete gemeenschap zijn ontwikkeld en niet door de natuurlijke rede alleen kunnen worden begrepen.

Concrete fundamentele waarborgen en hun bedreiging vandaag

In het bijzonder wil ik uw aandacht vragen voor het belang van concrete fundamentele waarborgen, vaak van procedurele of vergelijkbare aard. Van bijzonder belang zijn waarborgen die self-executing zijn, die geen bijzondere procedure of toetsing vereisen om te worden toegepast. De paradox is inderdaad dat de historische ervaring leert dat dergelijke waarborgen weliswaar het product zijn van een complexe geschiedenis, maar hun functie precies maar kunnen vervullen wanneer de toepassing ervan niet complex is, geen afweging vereist aan de hand van vage beginselen zoals het gelijkheids- of evenredigheidsbeginsel.

De grote fundamentele vrijheden, zoals die in de Belgische Grondwet van 1831 door duidelijke bepalingen zonder veel uitzonderingen werden gegarandeerd, staan vandaag sterk onder druk. Ik heb het dan over de vrijheid van meningsuiting, van vereniging, van onderwijs en de vrijheid die voortvloeit uit de private eigendom. Vandaag de dag leren de ketters dat deze vrijheden moeten "afgewogen" worden tegen andere rechtsbeginselen. Daar waar de Belgische Grondwet een veel sterkere bescherming bood aan deze vrijheden dan allerlei internationale verklaringen, heeft het Hof van cassatie deze grondwettelijke vrijheden uitgehold door op een perverse wijze de Grondwet ondergeschikt te maken aan bv. het EVRM. Op die manier worden onze vrijheden overgeleverd aan vreemde heersers.

Die vreemde heersers zijn dan een excuus voor de Belgische wetgever om wetten uit te vaardigen die zelfs loutere opinies zonder meer strafbaar stellen, zoals bv. in art. 21 van de Antiracismewet (zoals vastgesteld bij wet van 10 mei 2007): het loutere verspreiden van denkbeelden "gegrond op rassuperioriteit" is in dit land strafbaar.

De concrete grondwettelijke waarborgen voor deze vrijheden zijn ook maar al te vaak uitgehold door de rechtspraak dan wel door de politieke instellingen.

Daarbij denk ik bv. aan de instelling van de jury voor politieke misdrijven en drukpersmisdrijven. Wat de politieke misdrijven betreft werd de grondwettelijke waarborg van de jury vakkundig uitgehold door het Hof van cassatie en ook door onze parketten duidelijk miskend - zo diende ik eergisteren nog cliënten te verdedigen voor het Hof van beroep die geweigerd hebben te zetelen bij de ongrondwettige verkiezingen van 10 juni van dit jaar en daarvoor manifest uitsluitend politieke bedoelingen hadden - zodat de parketten duidelijk onbevoegd zijn en enkel de assisenprocedure mag worden gevolgd. Wat de drukpersmisdrijven betreft werd deze fundamentele waarborg vooreerst door de rechtspraak uitgehold en vervolgens door het parlement middels de discriminerende afschaffing van de jury voor drukpersmisdrijven "die door racisme of xenofobie ingegeven zijn", een grondwetswijziging die manifest door politieke partijen werd doorgevoerd om een politieke tegenstander te treffen.
Verder denk ik aan de zogenaamde "getrapte aansprakelijkheid" inzake publicaties van meningen, die kort gezegd inhoudt dat voor een onrechtmatige publicatie de auteur, drukker en verspreider niet elk kunnen worden vervolgd, maar de tweede pas als de eerste niet bekend is en de derde pas als de eerste en tweede niet bekend zijn (nu art. 25 Grondwet); een waarborg die verkracht wordt door de antiracismewet die het lidmaatschap van een vereniging die discriminerende meningen verspreidt zelfstandig strafbaar stelt (art. 22 Antiracismewet, zoals vastgesteld door de Wet van 10 mei 2007). Die bepaling is overigens ook een aanfluiting van de vrijheid van vereniging en strijdig met het nog steeds voorrang hebbende decreet van 16 oktober 1830 dat duidelijk stelt dat "la loi ne pourra atteindre que les actes coupables de l'association ou des associés et non le droit d'association lui-même". Ook deze grondwetsverkrachting wordt gemotiveerd met verwijzing naar Europese of supranationale verplichtingen.
Daarbij denk ik ook aan de concrete waarborg van het censuurverbod, d.w.z. de onmogelijkheid om publicatie en verspreiding van geschriften preventief te verbieden. Jammer genoeg heeft dat de rechtspraak er niet van weerhouden om preventieve verboden uit te vaardigen (bv. door middel van stakingsvorderingen) of preventieve maatregelen van overheidsinstellingen te tolereren, waarbij het Grondwettelijk Hof gelukkig art. 25 van de Grondwet wel strikt handhaaft.
Daarbij denk ik ook aan de hoger geciteerde bepaling van het decreet van 16 oktober 1830 op de vrijheid van meningsuiting, volgens hetwelk "Toute institution, toute magistrature créée par le pouvoir, pour soumettre les associations philosophiques ou religieuses, et les cultes, quels qu'ils soient, à l'action ou à l'influence de l'autorité, sont abolies", nu vandaag een reeks inquisitoriale overheidsinstellingen bestaan wiens activiteit, indien al niet hun wettelijke taak, er essentieel in bestaat om meningen te bestrijden die zouden aanzetten tot volgens de heersende ideologie niet redelijk verantwoorde vormen van ongelijke behandeling in het maatschappelijk leven.
Andere belangrijke concrete waarborgen, zoals het recht van antwoord, de exceptie van waarheid die maakt dat er geen misdrijf van laster is, en dergelijke, hebben jammer genoeg geen grondwettelijke verankering; het is m.i. de taak van de rechtspraak om daaraan eenzelfde constitutionele bescherming te geven, zoals het Grondwettelijk Hof dit in beginsel gedaan heeft met het beroepsgeheim van de advocaat - waarover verder meer. Volgens een zuiver positivistische visie op de rechtspraak kan dit niet, maar zolang dit stapsgewijze gebeurt kan dit wel in de visie van het aloude constitutionalisme. Hetzelfde geldt bv. ook voor de uitbreiding van de waarborgen van de drukpers naar andere communicatietechnieken, die in 1831 nog niet bestonden.

Ook andere fundamentele procedurele waarborgen staan vandaag onder druk. De grondwettelijke waarborg van openbaarheid van de rechtspraak en de rechterlijke uitspraak (art. 149 GW) is te weinig concrete realiteit. De grondwettelijke motiveringsplicht wordt regelmatig als hinderlijk bestempeld en er zijn plannen tot inperking ervan onder het eufemisme van een "positieve" motiveringsplicht, zoals nu voorzien in de justitienota van de regeringsonderhandelaars.

Nog een fundamentele waarborg is het recht van elke burger op bijstand van een advocaat en de waarborg van het beroepsgeheim van de advocaat. Dit behoort in onze traditie terecht tot de harde kern van liberties & privileges van de burger. Het Grondwettelijk Hof heeft dat ingezien en het beroepsgeheim constitutionele rang gegeven hoewel het niet in onze geschreven grondwet staat . Maar supranationale en Europese instellingen storen zich daar niet aan en verplichten de Europese lidstaten om dit beroepsgeheim in te perken in een aantal gevallen en de advocaat zelfs te verplichten zijn cliënt te verklikken zonder de cliënt te mogen waarschuwen (o.a. RL 2001/97 van de EU). Het is de plicht van de eigen magistratuur om in zo'n geval onze zelfs ongeschreven constitutie voorrang te geven en te weigeren "to subject us to a jurisdiction foreign to our constitution". We moeten immers jammer genoeg vaststellen dat het niet van de Europese rechters is dat we de nodige rechtsbescherming krijgen, getuige het arrest HJEG d.d. 26 juni 2007 nr. C-305/05.

Ook de toegang tot de rechter wordt door de Europese rechtspraak niet langer gegarandeerd, zoals blijkt uit de rechtspraak inzake de inbeslagname van goederen ingevolge internationale boycots (in casu ex-Joegoslavië) of wegens verdenking van banden met terroristen : het Europees Gerecht van Eerste Aanleg heeft de toegang tot de rechter verworpen in de zaak-Segi (beschikking van 7 juni 2004). In de zaak-Bosphorus oordeelde het EHRM als een ware Pilatus op 30 juni 2005 dat het niet was aangetoond dat het systeem van rechtsbescherming van de EU ter bescherming van fundamentele rechten van burgers tegen beslissingen van de EU manifest onvoldoende was; kort nadien op 21 september 2005 kreeg het EHRM een slag in het gezicht vanwege het Europees Gerecht van eerste aanleg in de gelijkaardige zaak- Yusuf en Al Barakaat : het Gerecht stelde in absolutistische bewoordingen dat beslissingen van de Veiligheidsraad voorrang hebben boven welke andere rechtsregels ook, zowel boven het nationale recht als dat van de Europese Unie en zelfs boven het Europees Verdrag inzake Rechten van de Mens en fundamentele vrijheden. Erger nog, het Gerecht oordeelt dat zelfs wie geen lid is van de Verenigde Naties (zoals de Europese Unie bv.), daaraan gebonden is. In de recentere arresten-Ayadi en Hassan (12 juli 2006) wordt al evenmin rechtsbescherming geboden.

In onze aloude constituties is het verder een fundamentele waarborg dat er zeer strikte voorwaarden gelden voor de uitlevering van eigen burgers aan het buitenland. Ook deze waarborg werd geheel uitgehold door het Europees kaderbesluit van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten dat lidstaten verplicht zelfs eigen burgers uit te leveren voor feiten die in eigen land zijn begaan en daar niet eens een misdrijf hoeven uit te maken (de vereiste van dubbele strafbaarstelling wordt niet meer in alle gevallen gegarandeerd). Het Duitse weekblad Die Zeit had het fijntjes over de gevaren van een delocalisatie van de strafvervolging: "Schon jetzt ist es üblich geworden, des Terrorismus Verdächtigte nach Spanien abzuschieben, weil dort das Machtgefälle zwischen Anklägern und Beschuldigten steiler ist als hierzulande. Die Globalisierung lädt eben nicht nur Lohnarbeit und Kapital dazu ein, sich die günstigsten Standorte zu suchen, sondern offenbar auch die Strafverfolgungsbehörden. Doch was der Ökonomie billig, ist dem Rechtsstaat nicht in jedem Falle recht" .

Het Duitse Bundesverfassungsgericht heeft de moed gehad om n.a.v. een Spaans verzoek tot uitlevering van een Duitser van Syrische afkomst de Duitse omzettingswet ongrondwettig te verklaren ; volgens dat Hof vereist de rechtsstaat dat een vermeend misdrijf in eigen land begaan niét door een vreemd gerecht kan worden beoordeeld, dat een burger voor zo'n gedraging niet mag worden onderworpen aan een strafprocedure in een vreemd land, in een andere taal, met een andere procedure, een cultureel verschillende context en/of een ander strafrecht (overweging 85). Ik hoor sommige van de oude grieven weerkeren. De Belgische omzettingswet van 19 december 2003 daarentegen werd door ons Grondwettelijk Hof in zijn arrest van 10 oktober 2007 onaangeroerd gelaten ingevolge een prejudicieel dictaat van het Europees Hof van Justitie en heeft daardoor de kans gemist om in de Belgische grondwet de nodige waarborgen te lezen.

De bescherming van de eigen burgers door het Duitse Grondwettelijk Hof gaat ook in tegen de bij ons heersende politieke correctheid, volgens dewelke het zelfs verboden is wetswijzigingen voor te stellen die buitenlanders anders zouden behandelen dan Belgen, hoewel onze Grondwet het uitdrukkelijk over de grondrechten van de Belgen en de gelijkheid van de Belgen voor de wet heeft.

Conclusies

Ik zou nog lang kunnen doorgaan over de reële en dreigende inperkingen van onze vrijheden door de huidige politieke instellingen, op Belgisch, Europees en jammer genoeg ook meermaals op Vlaams vlak. Maar wanneer het boek der Openbaring van de grote hoer Babylon zegt "met haar hebben de koningen van de aarde ontucht bedreven" (Op. 17, 2) en "(zij) rijdt op het beest met de zeven koppen en tien hoorns" (Op. 17,7), waarbij "de tien hoorns zijn tien koningen; zij regeren nog niet, maar voor één uur zullen zij koninklijke macht ontvangen, samen met het beest. Zij zijn eensgezind, en hun macht en gezag geven ze aan het beest" (Op. 17, 12-13), dan zien we hierin vandaag toch stilaan de contouren van Europese en andere supranationale instellingen, waarvan onze instellingen te vaak de gewillige uitvoerders zijn. Iets vriendelijker gezegd vormen zij de hedendaagse versie van de keizer-koster die door onze voorouders werd afgezet hier te lande. Het "trek weg uit haar om niet te delen in haar zonden" houdt m.i. dan ook in dat een einde wordt gemaakt aan de kritiekloze overlevering van onze aloude vrijheden aan het supranationale recht. Een van de prioriteiten voor onze juristen vandaag is dan ook weer de voorrang te bekrachtigen van onze constitutie boven het internationaal recht.

Niet alleen schijnt onze rechterlijke macht vandaag niet bereid te zijn de Grondwet voorrang te geven en heeft het Hof van cassatie in een "ondraaglijk licht" arrest de grondwettelijke vrijheden geheel terzijde geschoven omwille van de zogenaamde voorrang van het internationale recht ; ook wanneer het erop aankomt de belangen van de constituerende Gemeenschappen van België , en in het bijzonder de Vlaamse gemeenschap mee te beschermen en het zelfbeschikkingsrecht van die Gemeenschap te ondersteunen, is er nog een lange weg te gaan. Minstens op het niveau van het Hof van cassatie werden we de laatste jaren niet op veel goeds getracteerd, noch wat de vrijheid betreft om voor het eigen volk op te komen, noch wat de garanties betreft voor de tweetaligheid van het gerecht in Brussel. En op de openingszitting van dit jaar werden we getracteerd op een mercuriale van procureur-generaal J.F. Leclerc die waarschuwde tegen pogingen om de sociale grondrechten en sociale verworvenheden uit te hollen via de toekenning van bevoegdheden aan de Gewesten of Gemeenschappen . De creatieve interpretatie van de Grondwet wordt hier dus niet gebruikt om het zelfbeschikkingsrecht van Vlaanderen te beschermen maar om het te verhinderen.
Slotscène

Op 4 januari 1790 trokken de magistraten onder het luiden van de klok 'Triumphante' en van de beiaard van het Belfort in stoet van het Gentse stadhuis naar de Vrijdagmarkt, de plaats waar de graven traditioneel werden ingehuldigd. Er waren niet minder dan 72 rijtuigen nodig voor het vervoer van de overheidspersonen. Ze werden begeleid door de ruiterij in zwart en geel uniform onder leiding van Jan Baptist de Lauretan. In die openbare ruimte werd dezelfde ceremonie uitgevoerd als bij de inhuldiging van de graaf, werd het Manifest voorgelezen door de griffier van de Staten van Vlaanderen , werd dienvolgens de keizer-koster afgezet en werd de Raad van Vlaanderen uitgeroepen tot soeverein hoogste rechtscollege en verklaard dat "alle Jurisdictie van hogere rechtscolleges over Vlaanderen nu en voor alsdan ten eeuwigen dage zal onderblyven". Vervolgens trokken de afgevaardigden naar de Sint-Baafskathedraal waar een Te Deum werd gezongen om de Heer te danken voor de bevrijding .

Anders dan in de Verenigde Provinciën en de Verenigde Staten van Amerika heeft het jammer genoeg niet erg lang geduurd vooraleer buitenlandse troepen, Oostenrijkse en Franse, een einde zouden maken aan dit experiment. En het was in grote mate door de verdeeldheid van de Vlamingen dat dit gebeurde. Wellicht was het ook omdat de nieuwe bestuurders de aloude constitutie te letterlijk en punctueel opvatten en de instellingen er te weinig in geslaagd zijn de nieuwe natie in zijn geheel te representeren.

Maar op zijn minst hebben Raepsaet en de Graeve net zoals de auteurs van het Plakkaat van Verlatinge de historische kans, het Kairós, proberen te benutten en op zijn minst hebben zij, in de traditie van dat Plakkaat, een beargumenteerd juridisch precedent geschreven, een vonnis dat ons ook vandaag moge inspireren.
Read more...

22 november 2007

In Flanders Fields is de 32ste meest invloedrijke weblog in Vlaanderen !

Voortaan zal MetaTale wekelijks de top 100 van meest invloedrijke Vlaamse weblogs op zijn website publiceren. De lijst van MetaTale houdt geen rekening met de thema's en onderwerpen die op de blogs worden besproken en toont enkel een sortering volgens algemene invloed. De MetaTale rapporten gaan zelfs een stap verder en houden bij het berekenen van de "influence ranking" wél rekening met die thema's. Het cijfer tussen haakjes duidt overigens die "influence ranking" aan, op een schaal van 0 tot 25.

In de Gazet van Antwerpen stond vandaag het volgende te lezen:
De weblog van Zattevrienden is de meest invloedrijke in Vlaanderen. Dat is af te leiden uit de Vlaamse top honderd die Metatale heeft opgesteld. Invloedrijke blogs kunnen via het internet anderen tot actie aanzetten. Ze lanceren trends, nieuws en technologieën.

Metatale heeft grondig onderzoek gevoerd naar het webloglandschap in Vlaanderen. Ze indexeerden een aantal sites en lieten er complexe algoritmes op los. De ranglijst is dus op een wetenschappelijke basis samengesteld.

De ranglijst wordt aangetrokken door het weblog van Zatte Vrienden. Plaats twee wordt bezet door Blog.Zog.Org, een weblog van de Gentenaar Michel Vuijlsteke. Plaats drie is voor de West-Vlaming Luc Van Braekel.
De metablog In Flanders Fields scoort zéér goed. IFF is de 32ste meest invloedrijke weblog in Vlaanderen en haalt 17 op 25 als "influence rating". Ook de persoonlijke weblog van IFF-medewerker Luc Van Braekel blijft hoge toppen scheren en eindigt op de 3de plaats in Vlaanderen, met een "influence rating" van 19 op 25.

Read more...

Naar het Grondwettelijk Hof

Op 9 juni, de dag voor de verkiezingen van 10 juni, werden nieuwe wetten (1, 2, 3) van kracht ter bestrijding van discriminatie en racisme. Deze nieuwe wetten, gedateerd op 10 mei 2007, bevatten onder meer bepalingen die de vrijheid van meningsuiting verder beperken. Die bepalingen zijn bovendien zo ruim en zo vaag dat ze à la tête du client kunnen gebruikt en misbruikt worden.

Op 10 juni jongstleden schreef ik daarover:
De voorbije jaren werd de persvrijheid uitgehold: waar persmisdrijven vroeger alleen voor een assisenhof konden beoordeeld worden, is dit niet langer het geval indien er racisme of discriminatie in het spel is. [...] Deze nultolerantie inzake racistische of discriminerende geschriften, en het CGKR dat als alziend oog en aanklager in dergelijke kwesties optreedt, verhoogt mijns inziens het wantrouwen tussen de burgers, fnuikt het vrije debat en tast het vertrouwen van de burger in de overheid aan.
Volgende week dient Matthias Storme in zijn hoedanigheid van advocaat een verzoekschrift in bij het Grondwettelijk Hof (voorheen: Arbitragehof) om deze wetten te laten vernietigen. Hij doet dit in naam van een aantal mede-verzoekers. Ik heb al toegezegd om mee als verzoeker dit verzoekschrift te ondersteunen. Ik doe dat niet omdat ik sta te trappelen om racistische of discriminerende taal te spuien (quod non), maar omdat ik mij principieel verzet tegen de verdere inperking van de vrije meningsuiting.

Wie ook mee wil doen en als verzoeker wil optreden (caveat: dit gaat iets verder dan het ondertekenen van een petitie, u wordt namelijk verzoekende partij in de rechtszaak die wordt aangespannen voor het Grondwettelijk Hof), kan zich tot 27 november met naam, beroep en adres aanmelden bij Matthias Storme: matthias@storme.be
Read more...

Happy Thanksgiving !

Read more...

Een verheven standpunt (victa placet mihi causa)

.
Vroeger was er in Gent jaarlijks een bloemencorso, ik meen de eerste zondag van september. Een beetje zoals in San Remo, maar dat wisten toen enkel diegenen die een televisiepost in huis hadden. Dat het woord corso zelf Italiaans was, wist niemand. Ik dacht dat het gewoon Gents was en vond die stoet iets enigs en ging altijd kijken. Dat deden tot mijn droefenis ook alle andere Gentenaars, Ledebergenaars, St.Amandsbergenaars, Zwijnaardenaars enzovoort, en zo kwam het dat ik nooit veel te zien kreeg. Altijd stond er wel een grote mens in de weg, en mijn standpunt was te laag.
Maar die praalwagens bleven nog een paar dagen opgesteld staan langs het Zuidpark en op het Zuid zelf, en zo konden wij schooljongens onze schade inhalen – meisjes kwamen daar nog niet aan te pas, want die gingen altijd recht naar school en daarna recht naar huis. Wij konden er dus op ons gemak naar kijken en zelfs opkruipen, al hadden wij het gevoel dat dat laatste wellicht verboden was.
Het dient wel gezegd: bij rustige beschouwing vielen die praalwagens enigszins tegen. De helft kleiner dan gedacht, en de meeste van die duizenden azalea's hadden een rossige schijn en verspreidden een weeë geur.

De Belgische betoging van zondag was natuurlijk heel iets anders dan de corso’s waar wij het hier over hebben, maar de cameramensen die er de televisiebeelden van schoten, moeten toch ook klein van stuk zijn geweest. Zij kregen nooit eens een goed uitzicht op die indrukwekkende stoet. Een mensenzee van wel vijftigduizend volgens de politie van Schaarbeek. Cijfer dat door de journalisten van dienst onmiddellijk werd verspreid, want in hun kringen is de slogan de politie, uw vriend buitengewoon levendig.

Spijtig dan dat bij haar eerste bieding de politie zich manifest had miskakt. Ook voor journalisten heeft de belachelijkheid haar grenzen, en twee keer nadenken volstond voor hen om hun eergevoel terug te vinden. De situatie schreeuwde om een Belgisch compromis, want ook flikken zijn mannen van hun woord.
Na enig overleg kwam men tot het cijfer van vijfendertigduizend. Tout le monde content. Weinig betogingen of optochten waarbij het aantal deelnemers zo eendrachtig is vastgesteld.

Door mijn jeugdige ervaringen echter met die enorme bloemenwagens, ben ik geneigd om dat cijfer vijfendertig te zien als een compromis tussen die vijftig, en het getal X dat enkele schuchtere journalisten misschien meenden te hebben gezien.
Zo kom ik op (2x35)-50 = twintigduizend deelnemers. Een cijfer dat trouwens eerder was genoemd, ook op de RTBf. Al spraken in hun onschuld sommigen eerst zelfs van achttien- à twintigduizend. En nog bij wijze van geste was mijn indruk.

Duffe luchtjes kun je op televisie niet laten zien, niemand die dat zou wensen trouwens, en ook de blik van de arend is te veel gevraagd besef ik, maar bij volgende gelegenheden moet het mogelijk zijn om toch één camera een ietsje hoger op te stellen, op een volwassen standpunt?
.

Labels: , , ,

Read more...

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>