28 augustus 2013

Pervers categorisch denken en spreken


Dat taal een belangrijk wapen is in politieke en ideologische strijd weten we natuurlijk al sinds de oudheid. Toch wil ik hier kort wat licht laten schijnen over een specifiek mechanisme van misleiding dat vandaag schering en inslag is, en dat we categorisch taalgebruik kunnen noemen: meningen of handelingen die in vele opzichten zeer uiteenlopend zijn maar vanuit een zeer specifiek perspectief een gemeenschappelijk kenmerk hebben, worden steevast in één categorie ondergebracht en wel onder de noemer van het meest verwerpelijke uit die categorie. Vele termen voor verwerpelijke gedachten of of gedragingen worden bewust overgedragen op andere gedachten en gedragingen om die als even erg te kunnen bestempelen en te eisen dat de strijd ertegen even hard wordt gevoerd.

Bij sommige voorbeelden is er nog een redelijk verband, zoals de uitbreiding van het begrip “geweld” naar psychisch geweld”, hoewel dat laatste dan zo ruim wordt gebruikt dat elke proportie wel zoek geraakt. Een evident voorbeeld is de term discriminatie, die het mogelijk maakt elk niet correct gemotiveerd onderscheid maken in dezelfde categorie van verwerpelijkheid te steken. Wanneer men een moord, foltering, geweldpleging, diefstal, enzovoort niet meer op de eerste plaats zo noemt, maar op de eerste plaats bestempelt als racisme, seksisme, homofobie, enzovoort, dan zegt me daarmee eigenlijk dat enerzijds een identieke daad als moord, foltering enz. met een ander oogmerk minder erg is, en anderzijds dat elke racistische, seksistische, enz. gedraging tot dezelfde categorie behoort en dus in wezen even erg is als die moord. 

Meer nog: het etiket wordt gebruikt opdat de toehoorder niet meer zou durven vragen wat er eigenlijk precies gebeurd is: de beschuldigde is veroordeeld nog voor men de feiten kent. Als iemand eenmaal “dader” is (bv. pedofiel) en een andere “slachtoffer’, dan is daarmee blijkbaar alles gezegd en wordt het obsceen geacht om nog nuances te maken en niet alles op een hoop te gooien. Want jawel, er zijn gradaties van geweld, gradaties van pedofilie, gradaties van homofobie, en het is pervers ze telkens onder één noemer te brengen, zoals het pervers is om de zogenaamde besnijdenis van meisjes met dezelfde term te benoemen als die van jongens.  Die gradaties verwerpen als ‘relativering’ is niet minder categoriek dan  de uitroep ‘fraude is fraude’ - of ‘misdrijf is misdrijf” - en de stelling dat elk misdrijf even hard moet vervolgd worden. Zero-tolerantie alom ! Waarom niet ineens de doodstraf in plaats van een GAS-boete ?

Vergelijkbaar misbruik is er ook te vinden met termen als nationalisme of (anti)-verlichting: al wie op minstens één punt een nationalistisch credo deelt wordt op één lijn gesteld met de slechtste vertegenwoordiger van die categorie, en al wie ook maar op één punt afwijkt van een bepaalde definitie van verlichting is  dus ontmaskerd als de anti-verlichting in vlees en bloed.

En tot slot, eerlijk is eerlijk: het is ook misleidend om over ‘de’ monarchie en ‘de’ republiek te spreken, alsof het democratiegehalte van een staatsvorm op de eerste plaats daarvan afhangt.  Laat ons dat categorisch denken bestrijden, zij het toch ook met nuance.
Read more...

27 augustus 2013

BHV: De Vlaming betaalt (Hoegin)

Verleden week bracht de krant De Tijd de resultaten van de werklastmeting in het gerechtelijk arrondissement Halle-Vilvoorde. Niet echt een primeur, want de resultaten waren eind juni ook al eens uitgelekt. Uit het KPMG-rapport blijkt echter wat iedereen eigenlijk al lang wist, namelijk dat de gehanteerde 80F/20N-verdeling voor de benoeming van de rechters langs geen kanten klopt. Iedereen, behalve de institutionele partijen natuurlijk. Die gaven deze keer eerst niet thuis, om vervolgens doodleuk te verklaren dat er eigenlijk geen probleem is. Wel een beetje merkwaardig dat diezelfde institutionele partijen de Franstaligen echter niet met de cijfers van het bewuste rapport willen confronteren, om hen niet te «bruuskeren». Als er echter één ding zeker is, dan wel dat de Vlaming alweer zal mogen betalen. Bij het kabinet van staatssecretaris Servais Verherstraeten was men er in ieder geval als de kippen bij om onmiddellijk al tegemoetkomingen… voor de Franstaligen klaar te stomen.

Bij de «splitsing» (eigenlijk een ontdubbeling zoals de Franstaligen eisten, en geen splitsing zoals de Vlamingen vroegen) van het gerechtelijke arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde werd overeengekomen dat de rechters in Brussel voortaan in een verhouding 80F/20N benoemd zouden worden. Het zou de voormalige minister van Justitie Stefaan de Clerck geweest zijn die verantwoordelijk is voor de foute verdeelsleutel, maar het feit alleen al dat aan Vlaamse zijde niemand openlijk verantwoordelijk wil tekenen voor die verdeelsleutel zegt genoeg. Veel verder dan «dit is nu eenmaal het resultaat» en «meer zat er niet in» geraakt men daar niet, en dus berust men maar in de feiten. Voldongen feiten kan men zelfs stilaan zeggen, want de Nederlandstalige uitloop bij de Brusselse rechtbanken kwam onmiddellijk na het akkoord al meteen op gang.

In het akkoord werd wel een klein veiligheidsventieltje ingebouwd: de cijfers zouden later aangepast worden aan de resultaten van een werklastmeting, en dus was er voor de Vlaamse partijen geen vuiltje aan de lucht. De Franstalige partijen noteerden vooral dat de verdeelsleutel 80F/20N binnen was, en dat het daar dan ook wel zou bij blijven.

Methode van de schuif

Het zal de lezer wel niet verwondering dat de bestelling van de werklastmeting nogal wat voeten in de aarde had. Maar wonder boven wonder, ze kwam er uiteindelijk toch, en wat misschien wel een unicum in de Belgische geschiedenis moet zijn: de Vlamingen hoefden er niet eens extra voor te betalen. Meer zelfs, eens de studie bij KPMG besteld, werd ze nog uitgevoerd ook, en de resultaten samengevat in een rapport. Om vervolgens in de schuif van staatssecretaris Servais Verherstraeten te belanden, en daar ook te blijven liggen.

Waarom bleef dat beruchte KPMG-rapport zo lang in de schuif van Servais Verherstraeten liggen? Volgens de geruchten omdat men de Franstalige partijen dus niet wou «bruuskeren» met de resultaten. En dat is op z'n minst toch een merkwaardige gang van zaken. Als er immers één zijde is die zich door de cijfers in dat rapport gebruuskeerd zou moeten voelen, dan toch wel de Vlaamse. Het is nu immers voor iedereen duidelijk dat de oorspronkelijke 80F/20N-verdeelsleutel niets anders dan een geval van platte oplichterij was. In een normale wereld zouden het dan de Vlamingen moeten zijn die verontwaardigd reageren, en de Franstaligen vervolgens met tegemoetkomingen op de proppen moeten komen. Morele schadevergoeding heet zoiets in juridisch jargon.

Belgische meerwaarde

Niet zo in België anno 2013, dat volgens de institutionele partijen nog steeds een meerwaarde betekent voor Vlaanderen. Daar zijn het immers de Franstaligen die verontwaardigd reageren op de resultaten van het rapport, en de Vlamingen die al onmiddellijk de portefeuille bovenhalen om nog eens te mogen betalen. Vooral straf is dat de Franstaligen niet alleen de resultaten van het rapport van de hand wijzen, maar ook de gebruikte methode, en bovendien uitschreeuwen dat de vertaling van het rapport een belediging voor de Franse taal zou zijn. Nog goed dat de Belgische staat nooit een rapport, wettekst of mededeling heeft afgeleverd die als een belediging aan het adres van de Nederlandse taal opgevat kon worden!

Ik vraag mij trouwens af wat dat precies wil zeggen: een te Vlaamse methode om de werklast te meten. Is het soms zo dat Vlaamse dossiers in Franstalige ogen fundamenteel minder wegen? Of hebben Franstalige rechters voor hetzelfde werk een beetje meer denkwerk nodig, kwestie van hun nobele Franstalige hersenen niet te zeer te pijnigen? Dat geen enkele Vlaamse krant bij die Franstalige politici wilde informeren hoe dat precies in mekaar zat!

«Trotse» Wouter Beke niet thuis

De reactie van de Vlaamse institutionele partijen was bijzonder treffend: men gaf gewoonweg niet thuis. Ik kan de lezer overigens aanraden eens in het archief van DeRedactie.be te duiken en er de zoekterm «BHV» in te tikken. De lijst met hoera-interviews, en dan in het bijzonder van de «trotse» Wouter Beke, zijn om van te smullen. En ook de titel van de 11 juli-boodschap van Wouter Beke in 2012, vlak voor de goedkeuring van het akkoord, kon tellen: «Voortaan moeten de speeches niet meer gaan over BHV».

Mij viel vooral op hoe de media op hun beurt reageerden op de afwezigheid van enige reactie bij de institutionele partijen: niet. Het illustreerde nog maar eens het probleem met de «Vlaamse» media: op cruciale momenten, wanneer blijkt dat een communautair akkoord op een ronduit criminele manier nadelig is voor de Vlamingen en de institutionele partijen met de broek op hun enkels gesnapt worden, pleegt wat de vierde macht zou moeten zijn weer eens schuldig verzuim. Geen enkel medium met een beetje plichtsbesef tegenover de eigen gemeenschap zou toelaten dat één van die vier institutionele partijen de ene dag niet thuis zou kunnen geven, om vervolgens een dag later al doodleuk over een ander thema geïnterviewd te worden zonder ook maar één lastige vraag. Zo láát men die vier institutionele partijen met hun crimineel bedrog wegkomen, en die institutionele partijen weten dat maar al te goed.

Franstalig geheugenverlies

Ook het opmerkelijke feit dat men de eerste dag niet wou te reageren, om zich vervolgens de tweede dag dan toch plots te herinneren dat er helemaal niet opnieuw onderhandeld dient te worden, werd nergens in de media wat meer belicht. Zou de stelling dat de resultaten van de werklastmeting automatisch de 80F/20N-verdeelsleutel teniet doen werkelijk kloppen? Merkwaardig dat de Franstaligen zich zoiets uitdrukkelijk niet kunnen herinneren. De lezer zal wel weten wat dat betekent: de Vlamingen zal betalen. Het is immers best mogelijk dat zowel de letter als de geest van de wet de Vlaamse partijen gelijk geeft, het zal uiteindelijk toch de Franstalige interpretatie zijn die uitgevoerd wordt. Vraag het maar eens na in de faciliteitengemeenten…

Maar ook minister van Justitie Annemie Turtelboom schijnt zich geen automatisch mechanisme in het akkoord te kunnen herinneren. Zoals we ['t Pallieterke] op 10 juli al schreven, stelde Vlaams Belanger Bart Laeremans haar immers op 4 juli al een kritische vraag over de eerste lekken van het KPMG-rapport. Haar antwoord, en let op de voorwaardelijke wijs wat de beslissing betreft, luidde als volgt: «Het monitoringcomité, dat is samengesteld uit de premier, de twee staatssecretarissen bevoegd voor institutionele hervormingen en de acht partijvoorzitters, zal op basis van die definitieve en gevalideerde resultaten beslissen of de kaders moeten worden aangepast.» Eén Franstalige partijvoorzitter die dwars ligt, en de kaders worden dus helemaal niet aangepast.

Zijn Vlamingen mensen?

Maar ten gronde: wat voor onzinnig akkoord was dat eigenlijk? Hoe is het mogelijk dat het aantal benoemingen van rechters afhankelijk is van één of andere onderhandelde verdeelsleutel, en niet van de reële werklast zonder meer? Dat daarvoor een werklastmeting in het akkoord ingeschreven diende te worden is op zich al een straf verhaal, maar het strafst van al is toch wel dat de Franstaligen dit blijkbaar als een punt zagen waarop zij zoveel mogelijk buit moesten binnenhalen. Dat zegt veel over hun fundamenteel gebrek aan respect voor de Vlamingen, die zij nog steeds niet voor volle mensen aanzien.

Want het is toch van twee dingen één: ofwel ziet men België als een soort betalingswerktuig waarmee men Franstaligen aan een goedbetaalde baan als rechter kan helpen, behoefte of geen behoefte. Het enige wat dan telt is dat men in Brussel vier keer meer Franstalige dan Nederlandstalige rechters heeft, desnoods om tijdens de uren maar een potje te kaarten als alle dossiers afgehandeld zijn. Ofwel vindt men gewoon niet dat de Vlamingen in Brussel recht hebben op voldoende rechtsbedeling, en is het enige wat telt dat men in Brussel vier keer minder Nederlandstalige dan Franstalige rechters heeft. De Vlamingen moeten, zo een beetje als koeien en ander huisvee, voldoende opbrengen, en voor de rest niet te veel last verkopen. Een paar rechtertjes kunnen er dus wel af, maar niet zoveel dat ze zouden beginnen denken gelijkwaardig aan de Franstaligen te zijn. En laten we eerlijk zijn: met 20% Nederlandstalige rechters waren de Franstaligen dan al zeer breeddenkend, of moeten we soms ook koeienrechters gaan benoemen, quoi?

Franstalige eisen – Vlaamse beden

Zou er trouwens ook maar ergens één enkele Vlaamse politicus gevonden kunnen worden die in Brussel iets anders zou durven eisen dan dat de rechters er benoemd zouden worden in verhouding tot de reële werklast? Was daar verleden week bijvoorbeeld Karel de Gucht niet die bij de N-VA allerlei vreselijk bloedlijnen wist te ontwaren, die nog net niet rechtstreeks naar Auschwitz leidden? Het moet voor hem toch een koud kunstje zijn om met zijn arendsblik ergens een N-VA'er (of, horresco referens, een Vlaams Belanger!) op te dissen die in Brussel een verdeelsleutel zou willen eisen om er zelfs nog maar een half procentje teveel Vlaamse rechters te benoemen? Ter vergelijking: zelfs de meest welwillende Belgischgezinde Franstalige politicus zou het nog niet invallen de Vlamingen in Brussel toe te staan wat eigenlijk de normaalste zaak van de wereld zou moeten zijn: een eerlijke verdeling. Misschien moet mensenrechtenspecialiste Eva Brems zich daar maar eens op toeleggen, in plaats van zich te gedragen als een moslima- en holebirechtenactiviste.

Dit artikel verscheen op 14 augustus 2013 in 't Pallieterke.

Labels: , , , , , , ,

Read more...

15 augustus 2013

Een Texaans cowboyverhaal (Hoegin)

In een openhartig interview met Knack deed topeconoom Ivan van de Cloot van de denktank Itinera er verleden week zijn beklag over dat hij bedreigd zou worden. Hij diste daarbij een nogal plastisch verhaal op van hoe een «topminister» tijdens de recentelijke exportmissie naar Houston zou gezegd hebben dat iedereen die kritiek op het ACW had gegeven aangepakt zou worden. In bepaalde kringen werd onmiddellijk moord en brand geschreeuwd, maar is het in de Belgisch/Vlaamse modelstaat wel zo uitzonderlijk dat iemand bedreigd of zelfs gebroodroofd wordt omwille van zijn mening?

Voor de lezers die het interview niet gelezen hebben citeren we even de passage in het Knack-interview waarin Ivan van de Cloot beschrijft wat er zich in Houston zou hebben afgespeeld:
Onlangs reisde er een belangrijke Vlaamse handelsmissie naar de Verenigde Staten. Ik was er niet bij, maar achteraf kreeg ik volgend bericht van wat er gezegd is. (neemt een papier en schraapt de keel): “Op de exportmissie in Houston vertelde een topminister aan de journalisten dat iedereen die kritiek had gegeven op het ACW, één voor één zouden worden aangepakt. En terwijl hij dat vertelde, maakte hij van zijn hand een revolver en schoot hij.”
De George Clooney uit Puurs

Zoals Knack zelf opmerkt namen Vlaams minister-president Kris Peeters en minister Hilde Crevits deel aan die handelsmissie. Wij zouden verder willen opmerken dat Ivan van de Cloot toch het mannelijk persoonlijk voornaamwoord «hij» gebruikt, en niet het vrouwelijke «zij», al kan «hij» in deze context natuurlijk ook geslachtsneutraal gebruikt zijn. Maar zelfs los daarvan hoeven we in tegenstelling tot Doorbraak.be geen vijf journalisten off the record op te bellen om ons net iets levendigers een Kris Peeters voor te stellen die met zijn wijsvinger pief-poef-paf doet dan een Hilde Crevits. Dat Kris Peeters net iets beter op George Clooney lijkt dan Hilde Crevits speelt daarbij natuurlijk niet in zijn voordeel. Anderzijds weet je natuurlijk nooit waartoe Hilde Crevits in staat is na het nuttigen van een sherry of twee–drie in een lokale saloon…

Eén voor één aanpakken

Maar laten we eerlijk zijn: een politicus die dissidente stemmen het zwijgen wil opleggen, sinds wanneer is dat nieuws in België? Laat staan een «politieke bom»? Was het soms niet precies met dat doel voor ogen dat eind vorige eeuw een bepaald centrum werd opgericht, en zelfs de wetgeving werd aangepast? «Eén voor één aangepakt», het had zelfs in de oprichtingsakte kunnen staan.

Waar was trouwens de verontwaardiging van Ivan van de Cloot toen enkele weken geleden de vakbonden nog eens de kieslijsten van het Vlaams Belang tegen hun ledenbestanden hielden, kwestie van ze te kunnen zuiveren van onreinen?

We kunnen Ivan van de Cloot trouwens aanraden nog eens na te lezen hoe het Roger van Houtte bij Gazet van Antwerpen verging toen de socialisten daar eindelijk de macht volledig in handen hadden. Of eens af te spreken voor een goed gesprek met Frank Thevissen. Die is immers ervaringsdeskundige over hoe «vrij» die Vrije Universiteit van Brussel wel was toen de Open Vld niet langer voldoende hoog scoorde in De Stemmenkampioen.

En sommige lezers zullen zich misschien nog Herman de Bode herinneren, al iets dichter bij het werkveld van Ivan van de Cloot. In 2005 werd Herman de Bode bij McKinsey Benelux zachtjes naar de uitgang begeleid wegens zijn ondertekening van het zogenaamde Warandemanifest Manifest voor een zelfstandig Vlaanderen in Europa. Ja, McKinsey Benelux had ook Franstalige klanten, en dus lag enig Vlaams cijferwerk nogal gevoelig. O ja, Herman de Bode zit vandaag in de Raad van Advies van Itinera. Dat kan dus niet moeilijk zijn om één en ander eens intern door te praten…

Belastinginspecties

Overigens kan een eventuele Kaltstellung op meer dan één manier uitgevoerd worden. Iemand als een Barack Obama, winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede in 2009 en als een ware Mandela 2.0 reeds lang vóór zijn nominatie uitgeroepen tot een levendige heilige, weet het subtieler aan te pakken. Een paar gerichte belastinginspecties bijvoorbeeld, zoals een aantal denktanks en andere organisaties gelieerd aan de Republikeinse partij mochten ondervinden, kan ook al wonderen doen. Maar we willen minister van Fraudebestrijding John Crombez niet op gedachten brengen…

«Potentiële politieke bom»

Het Texaanse cowboyverhaal dat Ivan van de Cloot in Knack liet optekenen is dus niet zo heel bijzonder, maar het spreekt natuurlijk wel enigszins tot de verbeelding. Interessanter zijn echter de reacties erop.

Zo verwonderen we ons toch wel een beetje over de verbazing die bij de redactie van Doorbraak.be heerste. Zij vonden het immers merkwaardig dat «deze potentiële politieke bom» om half negen 's ochtends nog steeds niet opgepikt was door de nieuwssites van de VRT, De Standaard of De Morgen. De volgende dag was men er nog eens verbaasd, omdat het verhaal in de «grote media» uiteindelijk niet meer aandacht gekregen had dan hier en daar een klein stukje, en een bijzonder smalend cursiefje in De Standaard. Tja.

Ivan van de Cloot fungeert in het Dexia-dossier zo een beetje als een luis in de pels van het establishment. In het bijzonder het ACW wil dit potje zoveel mogelijk gedekt houden, en is dus niet gediend met een topeconoom die steeds weer de puntjes op de i komt zetten. Daar probeert men hem dan ook weg te zetten als een moderne Cassandra, maar net zoals bij Cassandra hebben de onheilsvoorspellingen van Ivan van de Cloot nogal eens de neiging uiteindelijk toch uit te komen.

Di Rupo II

Zoomen we nu even uit. Met zijn onheilsvoorspellingen doorprikt Ivan van de Cloot de geruststellende praatjes van onder meer minister van Financiën Koen Geens over Dexia. Daarmee ondergraaft hij de geloofwaardigheid van de CD&V, en we hoeven er geen tekening bij te maken welke partij daarvan het meest zal kunnen profiteren: de N-VA. De huidige federale regering zal Ivan van de Cloot wel nooit echt in gevaar kunnen brengen, maar een gedestabiliseerde CD&V is geen goed nieuws voor wie na de verkiezingen van 2014 liefst van al Elio di Rupo en zijn «institutionele» coalitie een bisnummer wil zien opvoeren.

We hebben zo een vermoeden dat het gros van de journalisten bij De Morgen, De Standaard en de VRT vooral in dat laatste kamp te vinden is, en Ivan van de Cloot ook maar een beetje vervelend vindt. En dat dus niet alleen omdat hij telkens weer met allerlei moeilijk begrippen en rode cijfertje komt zwaaien. Niet dat men bij De Morgen, De Standaard of de VRT ooit veel sympathie heeft gekoesterd voor de CD&V, maar toch maar liever die partij om Elio di Rupo ook na 25 mei 2014 in het zadel te houden dan, stel je voor, de N-VA.

B/V-breuklijn

En dus hoeft het ook niet verwonderen dat geen enkele journalist zich de episode uit Houston kan herinneren. De opwinding over de hele zaak–Van de Cloot volgt gewoon netjes de V/B-breuklijn, zowel in de traditionele media (kranten, TV, radio) als op sociale media zoals Twitter en Facebook.

Bij de traditionele B-journalisten is de kwestie vermoedelijk niet eens dat men zich de Texaanse episode niet dúrft te herinneren, uit vrees voor de toorn van Kris Peeters, Hilde Crevits of de rest van de CD&V of ACW. Daar lacht men gewoon in zijn vuistje, ongeacht of het verhaal nu waar is of niet. Dat bleek ook duidelijk uit het venijnige stukje in De Standaard, waar men het maar net goed vindt dat Ivan van de Cloot niet alleen de boodschap heeft ontvangen, maar zich ook op een belachelijk gemakkelijke manier te kijk heeft gezet als een hopeloos paranoïde man. En dus ook erg geloofwaardig als hij nog eens de ondergang van heel België voorspelt omwille van Dexia.

Dit artikel verscheen op 7 augustus 2013 in 't Pallieterke.

Aanvulling: Terzake nodigde deze maandag dan toch Ivan van de Cloot uit voor een gesprek, met als tegenpartij Yves Leterme. Zoals Doorbraak.be terecht opmerkt zorgde die laatste er voor de perfecte bliksemafleider, door er zich te laten ontvallen dat hij «geen goesting» had om mee te doen aan de verkiezingen van 2014. Over de inhoud van het debat werd sindsdien maar bitter weinig meer vernomen in de traditionele media. Wat de «goesting» van Yves Leterme betreft laten we het aan de lezer over om te oordelen of dat iets is waar hij zelf is opgekomen, dan wel dat Wouter Beke of iemand anders uit de CD&V-top hem dat eindelijk dan toch in zijn hoofd heeft kunnen prenten. We merken wel op dat, voor iemand die alleen nog maar internationale «verantwoordelijkheden» nastreeft en liever niets meer te maken heeft met lokale, Belgische politiek, hij amper enkele weken geleden nog toch wel bijzonder snel vanuit Parijs naar diezelfde Terzake-studio's wist te sporen de dag dat koning Albert II zijn abdicatie afkondigde. Maar misschien had Yves Leterme die dag toevallig vrij en was hij daarom eens voor een enkele keer in de buurt van Brussel?

Labels: , , , , , , , , , , , ,

Read more...

14 augustus 2013

De Morgen veroordeeld (met d)



 

 

“Eigen folk eerst”, zo luidde de titel van een stuk van Douglas de Coninck en Jeroen de Preter in de Morgen (22-2-2003) over zangeres Soetkin Collier en het Vlaamse folkmilieu. Het is een ouderwets stuk “antifascistische” fichenbakjournalistiek. Ondanks de mythomane reputatie van dat hele genre, en van Douglas de Coninck als man van de X-dossiers, bevat het artikel wel wat juiste observaties.

Terecht stellen zij dat België en Soetkin zelf heel wat blamage bespaard gebleven is door de waarschuwing van de Staatsveiligheid aan de regering, waarin Soetkin een “militante van extreemrechts” heette. Daardoor werd zij voor het Eurosong-optreden van haar groep Urban Trad gewraakt. Als dat niet gebeurd was, zou de internationale pers er in de dagen vóór het songfestival zeker op uitgekomen zijn en dan was het schandaal niet te overzien geweest. Hier weet iedereen dat “extreemrechts” een holle codeterm is voor flamingantisme (de in het artikel genoemde NSV-acties waarvoor Soetkin in de Rijkswachtcombi terecht gekomen was, betroffen geen “racistische”, maar klassiek Vlaamse thema’s), maar in het buitenland zouden er onverbiddelijk krantenkoppen gevolgd zijn van het type: “Soetkin de SS-wolvin”.

Het artikel illustreert ook de sovjetisering van België. Om aanvaardbaar te worden moeten mensen van “foute” komaf openbaar hun ouders aanvallen. De interviewers hadden Soetkin zover gekregen: ”Ik heb twee fantastische ouders, maar ze hebben een foute ideologie. Ik verafschuw alles wat racistisch en fascistisch is. Ik heb in 1996 gebroken met dat duistere verleden.” Waarmee ze terloops haar ouders van racisme en fascisme beschuldigde, als een roodgardiste tijdens de Culturele Revolutie.

Met die knieval voor haar vervolgers trad zij, zo leren we nog, in de voetsporen van Jorunn Bauweraerts en Annelies Brosens, die haar kort na de doorbraak van hun folkensemble  Laïs op Dranouter 1996 uit de groep gezet hadden. Eens een carrière buiten het kleine Vlaamse milieu wenkte, was een aangebrand groepslid niet langer gewenst. Vooral omdat die anderen, volgens de auteurs, precies hetzelfde soort verleden torsten: ”Gouden stemmen met zwart timbre.”

De Laïs-zangeressen hebben in een uitvoerig recht van antwoord de reeks feitelijke onjuistheden en lage insinuaties in het artikel aan de kaak gesteld, inbegrepen een getuigenis dat valselijk in de mond van pater Luc Versteylen gelegd zou zijn. Hun wederwoord besloot met de hartenkreet: “En wat met geen woorden, ook niet met dit recht van antwoord, recht te zetten valt: er werden met dit artikel mensen op de meest schandelijke manier persoonlijk aangevallen, gekwetst en voor de rest van hun leven gebrandmerkt. Onvergeeflijk.”

Toch hebben de auteurs het gedrag van Laïs tegenover Soetkin terecht gesitueerd binnen een welbekende wetmatigheid: je kunt je als gedoodverfd “fascist” alleen dedouaneren door weer anderen van “fascisme” te beschuldigen.

Dat tragikomische doorspelen van de extreemrechtse zwartepiet teistert nog steeds dat milieu --, zie bv. hoe in de Wallonië als “extreemrechts” gebrandmerkte N-VA (in La Dernière Heure, 4-11, noemt Richard Ruben, amuseur, Bart de Wever een “néo-fasciste” en “revisionniste”) zich des te feller tegen het VB afzet. Daar hebben de auteurs de vinger op een reële wonde gelegd, en zelfs zonder hun leedvermaak te laten blijken.

 

Schuld door associatie

Maar in hun Sippenhaftung-oefening tegen de familie Collier hebben zij wel een fout gemaakt. Soetkins vader Ivo Collier was een tijd uitbater van herberg De Leeuw van Vlaanderen, en daar, zo jagen zij de lezer de daver op het lijf, was “een postorderbedrijfje gevestigd voor wie zich wilde verdiepen in de werken van Grote Denkers die het bestaan van de nazi-concentratiekampen betwistten, zoals Alain de Benoist”. Maar die man, meesterdenker van de Franse Nouvelle Droite, behoort helemaal niet tot het ontkennersmilieu. De echte ontkenners verschaffen daarover graag duidelijkheid, bv. Robert Faurisson op zijn webstek, april 2004: ”Tussen de honderden publicatietitels merkt men één ding op: de Nouvelle Droite negeert het revisionisme volledig, en zegt nooit iets dat de joden zou kunnen ergeren.”

Ik zeg niet dat De Coninck en De Preter liegen, het is immers best mogelijk dat zij hun bewering in blind vertrouwen overgenomen hebben uit “antifa”-bronnen die het net van hun fascismebeschuldigingen zo breed mogelijk uitwerpen. Die zadelen hun gedesinformeerde lezer dan wel op met het risico van schuld aan laster en eerroof bij overname van de beschuldigingen. Een gevolg van de strafbaarstelling van revisionisme is immers dat de valse aantijging van revisionisme op haar beurt óók strafbaar is. In ieder geval, hun bewering was niet de waarheid en dat heeft hun rechtsvervolging vanwege Alain de Benoist opgeleverd. Tijdens hun proces konden zij geen beter “bewijs” aanvoeren dan het feit dat hij in media gepubliceerd heeft waarin ook holocaustontkenners aan het woord kwamen: het bekende lasterprocédé  van ”schuld door associatie”. Het Hof van Beroep te Brussel vonniste op 4 mei 2010 ten voordele van klager de Benoist: ”De journalist begaat een fout wanneer hij zonder over een objectief controleerbare bron te beschikken, iemand beschuldigt van het aankleven van een ideeëngoed dat  door de wet als een misdrijf wordt beschouwd.” Het Hof veroordeelde de lasteraars tot de symbolische één euro schadevergoeding.

 

Zwijgen als vermoord

De rechters putten zich echter uit om de pil voor De Morgen te vergulden. De geëiste publicatie van het arrest in DM werd niet toegekend, omdat de feiten al te lang geleden zouden zijn en het lezerspubliek zich de zaak niet herinnert. Alsof zeven jaar in de Belgische rechtspraak zo’n abnormaal lange duur tussen feiten en vonnis zou zijn. Zij kenden ook geen financiële compensatie toe, omdat de toegebrachte morele schade niet te becijferen zou zijn. Laat die welgedane rechters eens om een job gaan solliciteren met op hun voorhoofd het brandmerk ”negationist”, ze zullen gauw inzien dat de concrete financiële schade die laster toebrengt, alleen onbecijferbaar is in de zin van: onoverzienbaar groot. Alain de Benoist, inmiddels 66, heeft zich een leven lang door laster en uitsluiting heengeslagen, zodat een leugen in De Morgen voor hem nu niet veel verschil meer zal maken, maar dat moet hem het recht op een tastbare schadevergoeding niet ontnemen.  Bovendien verhoogt een voelbare straf voor misdadigers de kans dat ze hun misdaad niet zullen herhalen.

In ieder geval, De Morgen heeft een veroordeling opgelopen voor dat waarin die krant sedert de zaak Notaris X altijd al uitgeblonken heeft. Het vonnis is een half jaar oud, maar bij mijn weten heeft dit belangrijke nieuwsfeit, behalve het vakblad Nieuw Juridisch Weekblad, nergens de media gehaald. Zijn zij te passief geworden om het gerechtelijk nieuws op te volgen, of is dit een geval van solidariteit met collega’s die door de gevolgen van hun beroepsfouten ingehaald worden? Van De Morgen zelf kan die discretie ons niet natuurlijk verbazen. Hoewel, nu de BBC aan Bob Geldof haar verontschuldigingen aangeboden heeft wegens onjuiste berichtgeving over de bestemming van zijn “Live Aid”-fondsen, is het ook voor onze ochtendkrant tijd om openlijk haar spijt te betuigen aan de Benoist en aan de talloze anderen die zij door laster schade toegebracht heeft.

 

('t Pallieterke, 10 november 2010)

 

Labels: , , , , ,

Read more...

9 augustus 2013

Moordwapens en dooddoeners




(Gazet van Antwerpen, 17 aug 1991?)

De moordaanslagen op de Italiaanse en Japanse vertalers van Salman Rushdies De Duivelsverzen zijn gepleegd door het soort terroristen dat om resultaat geeft, niet om publiciteit: er is nog geen opeising. Maar de Japanse moslims hebben de dood van de Japanse vertaler toegejuicht en gezegd dat dit in ieder geval Gods straf is, ongeacht of de eer voor de moord aan een moslim toekomt. De Nederlandse vertaalster is ondergedoken.

Nederlandse intellectuelen hebben geëist dat hun regering de betrekkingen met Iran pas zou herstellen zodra het doodvonnis over Rushdie formeel ingetrokken is. Op een reactie van de Vlaamse intellectuelen heb ik vergeefs gewacht. Na drie jaar heeft niet één van hen het denkwerk gedaan waar de Rushdie-zaak om vraagt.

De schrik zit erin, en vooral: er rust een politiek taboe op islamkritiek. Men mag de vraag of de islam de moord op critici van de Profeet rechtvaardigt, alleen stellen als men ze in dezelfde adem ontkennend beantwoordt. Kritische onbevangenheid tegenover de islam stuit niet alleen op moordwapens van mujahedîn, maar ook maar ook op de dooddoeners van onze weldenkenden: “uit de context gerukt” (noem eens een context waarin moord een daad van verdraagzaamheid wordt), “racisme” (alsof de islam een ras is), “vooroordeel” (alsof Rushdie zelf geen geboren moslim was).

In een gesprek met Lieve Joris (De Morgen, 13 juli) zuchten Arabische intellectuelen dat hun cultuur nog steeds geen Voltaire heeft voortgebracht. Wat mij meer verontrust, is dat ook Europa geen Voltaire meer heeft, geen vrijdenker die de waarheid durft zeggen over “Mahomet ou le fanatisme”.

Gelukkig draaien de Rushdie-vervolgers zelf niet zo rond de pot. Maulana Mohsin Usmani Nadwi betoogt in zijn boekje Ahânat-i rasûl ki sazâ (Oerdoe: ”De straf voor het beledigen van de Profeet”, Delhi 1989) wat elke oprechte islamkenner had kunnen vertellen: het voorbeeld van de Profeet zelf rechtvaardigt de moord op diens critici. Er waren in het toenmalige Arabië dichters die met spot- en hekeldichten hun multiculturele samenleving (sabiërs, nabateeërs, joden e.a.) tegen Mohammeds totalitaire machtsgreep verdedigden. Zij waren geen “bevooroordeelde racisten”, maar tijd- en volksgenoten die Mohammed eerstehands kenden en in hem “bezetenheid” en een gevaarlijke grootheidswaan ontwaarden. Mohammed liet hen één voor één door sluipmoordenaars ombrengen.

De profeet gaf opdracht om met leugen het vertrouwen van de dichter Ka’b b. Asjraf te winnen en hem vervolgens te vermoorden. Toen de stokoude dichter Abû Afak bezong hoe een befaamde clan door Mohammed tot tweedracht en rampspoed gebracht was, vroeg Mohammed zijn mannen: ”Wie rekent af met deze schurk?” Eén van hen ging ‘s nachts naar de dichter toe en stak hem neer. De dichteres Asmâ b. Marwân hekelde deze moord. Mohammed vroeg zijn mannen: ”Wie bevrijdt mij van Marwâns dochter?” Eén van hen vermoordde haar diezelfde nacht. Ook sommige niet-literaire tegenstanders werden omgebracht, onder wie de bejaarde joodse leider Sallâm Abû Râfi (met een precedent voor de moord op Sjapoer Bachtiar). En toen de stad Mekka zich aan Mohammed overgaf, na de toezegging dat wie geen weerstand bood ongemoeid zou blijven, liet hij toch een tiental bekende critici doden.

Wat was er zo erg aan Rushdies boek? Het bevat fiction die slechts onrechtstreeks naar de islamgeschiedenis verwijst, via de namen van enkele karakters, zoals Mahound, Mohammeds scheldnaam in middeleeuwse pamfletten. Rushdie kan moeilijk ontkennen dat hij hiermee naar de non-fiction wereld knipoogt, net als met de bordeelscène waarin de hoeren naar Mohammeds vrouwen genoemd zijn. Hij spot met Mohammed, terwijl toch een Perzisch spreekwoord zegt: ”Je mag grappen maken over God, maar wees voorzichtig met Mohammed.”

Minder opgemerkt dan deze oneerbiedigheden is Rushdies toespeling op Abû Sufyân, de leider van de Mekkaanse heidenen, en diens vrouw Hind, de pasionaria van het verzet tegen Mohammeds subversie van hun pluralistische samenleving. Hiermee heeft Rushdie heel terloops de aandacht getrokken op een nooit gehoorde en veel belasterde betrokkene: de oorspronkelijke Arabische cultuur die er niet meer is om zich te verdedigen .

Toen de Mekkanen tegen Mohammeds overmacht niet meer opkonden, kozen zij de overgave (“islam”) als minste kwaad, want zij waren pragmatici en wensten geen martelaarschap. Abû Sufyân werd het prototype van de mensen die zich onder druk tot de islam lieten bekeren, zoals recent Rushdie zelf en zoals de meeste islambekeerlingen in de geschiedenis.

Het is merkwaardig dat christenen en vrijzinnigen vandaag de laster tegen deze vermoorde cultuur klakkeloos overnemen om de islam in een beter daglicht te stellen, bv. met de onjuiste maar veelgehoorde bewering: ”De positie van de vrouw in de islam is niet ideaal, maar toch een grote vooruitgang tegenover de vóór-islamitische tijd.” Nu men de islam tot begunstigde van de multiculturele samenleving wil maken, moet men een draai geven aan het historisch feit dat de islam in Arabië en Centraal-Azië de bestaande pluralistische beschavingen vernietigd heeft.

De titel De Duivelsverzen verwijst naar de “geopenbaarde”  verzen die Mohammed achteraf aan de duivel toeschreef, wat het onbetrouwbare karakter van de hele Qu’rân-openbaring illustreerde. Bevoorrechte getuigen, zoals Mohammeds secretaris en enkele van zijn vrouwen, vonden zijn “openbaringen” doorgestoken kaart. De Duivelsverzen ondermijnen dus de kern van de islam: het geloof dat Mohammed Gods zegsman was. Zij zijn dan ook erg hinderlijk voor degenen die een sussende oppervlakkigheid jegens de islam propageren en met dooddoeners de fundamentele kritiek willen smoren waar de Rushdie-zaak ons toe verplicht.

Labels: , , ,

Read more...

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>