22 oktober 2020

Pauwgedrag

 

 

Pauwgedrag

 

De elite onderscheidt zich

 

 

Aanleiding voor dit stukje is een onverwachte observatatie in de VS: een van oudsher cultureel conservatieve en sterk door het linkse beleid van affirmative action benadeelde groep schuift gestadig op in de richting van het favoriseren van precies dat nadelige beleid. (Rob Henderson: “Why young Asians are now woke”, UnHerd, 12 Okt. 2020) Indien juist, past dit in een breder toepasselijke wetmatigheid.

 

 

Aziaten van rechts naar links

 

Aziatische inwijkelingen vertonen een veelzeggend patroon tegenover de woke dogma's: ze zijn er doorgaans tegen. Zij die inwijken en onderaan de ladder beginnen, zijn veeleer rechts: ze geloven in hechte families, tradities, hard werk, hard studeren en presteren; en niet zeuren. Velen van hen zijn vanuit ervaringen in hun thuisland ook militant anti-communist en daarom trouw Republikein. Men zal zich de rassenrellen in Los Angeles 1992 herinneren, na de gerechtelijke vrijspraak voor politiemannen die de zwarte taxichauffeur Rodney King hadden mishandeld: de relschoppers vielen toen de winkels aan die Koreanen middenin Afro-Amerikaanse wijken gevestigd hadden. Dat soort Aziaten die naarstig de Amerikaanse droom najoegen, en die slachtoffer werden van een politieke twist waar zij geen enkele schuld aan hadden, werden op slag de lievelingen van rechts.

 

Deze Aziaten zijn tegen de "positieve" rassendiscriminatie: uit beginsel, maar vooral omdat dat beleid henzelf als best-presterende groep het meest benadeelt. Inderdaad, ter compensatie voor de slavernij bevoordeelt de positieve discriminatie niet alleen de afstammelingen van slaven, maar ook Latino's en recente Afrikaanse inwijkelingen; en benadeelt zij niet alleen afstammelingen van de destijdse blanken (onder wie vele niet-slavenhouders en afschaffingsactivisten) maar ook recente blanke inwijkelingen, zelfs uit landen die nooit slaven hebben gehad, en in de universiteitsrecrutering vooral de schrandere en schoolse Aziaten. Zij zouden op grond van eigen prestaties zeer oververtegenwoordigd kunnen zijn in de topuniversiteiten, maar worden in hun numerieke groei beperkt door de regstellende rassendiscriminatie. (In Silicon Valley zijn er scholen met feitelijk alleen blanken en Aziaten, waar die affirmative action nu eens in het voordeel van de blanken werkt, want in academisch opzicht zijn zij gemiddeld minder goed dan de Aziaten.)

 

Maar naarmate de Aziaten hoger klimmen, en het restaurant of de wasserij van hun ouders achter zich laten, worden zij linkser, meer woke, maar Democraat. (Uitzondering hier zijn de hindoes, die momenteel juist van de Democraten naar de Republikeinen aan het overlopen zijn, net als in het VK, waar zij rond 2015 massaal Labour voor de Tories geruild hebben, wat hen overigens drie prominente ministerposten in BoJo's regering opgeleverd heeft.) Dat soort Aziaten is nu desgevraagd ook pro-rassendiscriminatie, ook al benadeelt die hun jongere broers die nog aan hun toegangsexamen moeten beginnen en daarin voor dezelfde toelating veel beter moeten presteren dan hun zwarte leeftijdsgenoten.

 

Blijkens onderzoek verkiezen zij desondanks links omdat zij ervaren dat dat bij het waardenpatroon van de elite behoort. Daar waar de zwarten en latino’s via rassendiscriminatie gewoon hun eigenbelang najagen, zoals mensengroepen al sinds het Stenen Tijdperk gedaan hebben, doet de blanke elite de eigen groep bewust kwaad door haar te steunen. Opklimmende Aziaten verinwendigen dat waardenpatroon, hoewel het bij hen nog dieper in het vlees van de eigen groep snijdt.

 

 

Pauw

 

Dat lijkt onredelijk, maar evolutionair-psychologisch is er daarvoor toch een verklaring. De blanke en in hun zog de opkomende Aziatische elites doen aan pauwengedrag. Met zijn kleurige staart maakt de pauw op wijfjes meer indruk en verwerft hij dus in de strijd met zijn soortgenoten een voortplantingsvoordeel, hoewel die door zijn zwaarte in de strijd voor de overleving tegen roofdieren een nadeel is. Als een pauwhaan het met dezelfde kleinere en doffe staart van de pauwhen zou doen, zou hij zich sneller in veiligheid kunnen brengen maar voor voortplantingspartners minder aantrekkelijk zijn. Daarom vertonen elites soms gedrag dat voor de eigen soort nadelig is: de zwakkere exemplaren zullen daaraan bezwijken, alleen de alfa’s kunnen zich deze zelfbenadeling veroorloven.

 

Aldus zoekt in een mensengroep de elite zich van het gemeen te onderscheiden door een beleid dat op het eerste gezicht in haar eigen nadeel is -- maar nog meer in het nadeel van het gewone volk. De minder gesofistikeerde groepen jagen hun eigenbelang na door andere groepen te benadelen, ook met oneigenlijke middelen zoals rassendiscriminatie, maar deze gesofistikeerdere elites dienen evenzeer hun eigenbelang, niet ten nadele van andere groepen maar ten nadele van de minder bevoorrechte groepsgenoten. Overigens is het geen blijk van respect jegens de andere groepen als men hen instrumentaliseert tot hulptroepen in de échte strijd, namelijk die tegen de eigen groepsgenoten. 

 

Een suïcidaal beleid is elitair, want de elite kan zich dat veroorloven. Zo kan een veruit superieure tweekamper met zijn ongenaakbaarheid pochen door onnodige risico's te nemen, zoals toen bokser Mohammed Ali tegen de Vlaming Jean-Pierre Coopman ostentatief zijn tandbeugel (die bij een gelijkere strijd voor boksers levensnoodzakelijk is) uit zijn mond nam.

 

Als de uitgedaagde nadelen zich voordoen, is het toch vooral de lagere klasse die de prijs betaalt. Voorbeeld bij uitstek is het immigratiebeleid. Dat is veel nadeliger voor de volksklasse, die de gevolgen ondergaat, dan voor de elite, die het oplegt, propageert, en ermee pronkt. De Europese kapitaalbezitters verhoogden hun eigen winsten door via gastarbeid de lonen te drukken, ten nadele van de inheemse arbeidersklasse, zowel door stagnatie van de lonen als door de verloedering van hun woonwijken. Dat pauwengedrag blijkt een algemene regel voor elites te zijn, toch als zij hun spontaan egoïsme laten voorgaan op hun verantwoordelijkheidszin tegenover het geheel.

 

 

Labels: , , ,

Read more...

5 oktober 2020

Onze meervoudige identiteit

  Weinig begrippen zijn vandaag moeilijker te vatten en meer omstreden dan het begrip identiteit. Enerzijds vereist een natie om werkzaam te zijn dat de leden ervan zich er tot op zekere hoogte mee identificeren, met name door middel van klassieke ingrediënten zoals taal, gemeenschappelijke geschiedenis, religie, gemeenschappelijke overtuigingen over eerbaarheid en fatsoen. Tegelijk wordt daartegen opgeworpen dat mensen zich op vele wijzen identificeren met andere personen en andere kenmerken, dat ze zich identificeren aan de hand van een beroep, een familie, een geslacht, een hobby, een afkomst, een woonplaats, een familiale status, een leeftijd, een politieke overtuiging e.d.m. Hoe verhoudt zich dat ? Is daar geen contradictie ? In een normale moderne samenleving spelen wij juist allemaal meerdere rollen spelen. Een familiale rol, een rol in het verenigingsleven, een professionele rol, een politieke rol als kiezer, een rol als buurman. In die verschillende rollen, waar wij uiteenlopende ervaringen hebben, herkennen wij onze ervaringen in die van anderen, gaan wij ons dus identificeren met mensen met wie we een zekere lotsverbondenheid hebben. En dat is maar goed ook, zo werkt een gezonde samenleving. Het gaat hier om vormen van diversiteit die noodzakelijk zijn voor een moderne samenleving; leeftijd, geslacht, familiale status, beroep, politieke diversiteit, enzovoort.

 

Ten onrechte leidt men daaruit wel af dat elke vorm van diversiteit een meerwaarde is. Weliswaar wordt een veelheid van identificaties maar problematisch op het ogenblik dat zij leidt tot conflicterende loyaliteiten op die vlakken waar loyaliteit belangrijk is. Maar de identificatie die nodig is om een politieke gemeenschap te vormen betreft niet alle facetten van het leven. Je kan perfect met mensen een politieke gemeenschap vormen, en bereid zijn om belastingen te betalen, terwijl je op heel veel zaken die niet relevant zijn voor die politieke gemeenschap, heel verschillend en heel divers kan zijn en met verschillende categorieën van mensen kan identificeren. Het feit dat ik intellectueel mij misschien het meest verbonden voel met collega's die ergens anders in de wereld leven, meer dan met mijn collega's hier, doet geen enkele afbreuk aan mijn loyaliteit ten aanzien van mijn universiteit en mijn burgerschap in deze samenleving. Zo zijn er vele voorbeelden. 

 

Maar het is daarom nog geen goede zaak wanneer men die rollen en die verbondenheden gaat thematiseren als identiteiten. Vandaag is het claimen van een identiteit in de samenleving vaak een strategie is om zichzelf en dat wil dus zeggen, zijn eigen gedragingen, aan regels en normeringen en debat te onttrekken. Het is een manier om te zeggen: "Het is mijn identiteit; je mag daar niet over discussiëren. Je mag mij daar niet op aanspreken. Ik ben zo, dus je moet mij de les niet spellen en die regels zijn op mij niet van toepassing. Ik moet mij daar niet naar gedragen". Dat is de negatie van de identiteit als verbondenheid: "dit is wat wij samen doen en zo doen wij dat".

 

Onder het mom van liberalisme leidt dat soort identiteitsopbod tot een zeer illiberale samenleving, een samenleving waarin de norm voor de vrijheid van meningsuiting ligt in de mate waarin de toehoorder zich zou kunnen beledigd of gediscrimineerd of op zijn tenen getrapt voelen. De vrijheid van meningsuiting wordt dan bepaald door de graad van gevoeligheid van de toehoorder. Dat heeft natuurlijk ook te maken met, naar een woord van Sloterijk, de pathologie van het toebehoren: omdat veel mensen niet meer weten tot welke culturele gemeenschap ze behoren, of daar niet toe willen behoren, gaan ze een burcht opbouwen, zeggen "mijn identiteit is onaantastbaar en u mag dat niet in vraag stellen, want niet alleen beledigt u mij, maar bovendien en veel erger, u discrimineert mij wanneer u mijn identiteit niet even belangrijk vindt als alle andere en u begaat zelfs een misdrijf".

 

Kortom, er is echt wel een middenweg te bewandelen waarbij diversiteit wordt geëerd waar ze verrijkt, en  we tegelijk onze collectieve autonomie en identiteit opeisen op het niveau waar een natie wel nog mogelijk is waarin iedereen de hogergenoemde rollen kan spelen.


(Deze bijdrage verscheen in Grondvest oktober 2020)


Matthias E. Storme

Read more...

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>