28 november 2007

Niet alles geloven dat in de gazet staat, Van De Looverbosch! (victa placet mihi causa)

.
Wellicht zoals u, lezer, heb ik erg te doen met onze Vlaamse journalisten. Het moet geen pretje zijn als er werkelijk niéts wil verlopen zoals je het, van lang voor de verkiezingen, jezelf had verbeeld. Onze voltallige corporatie van journalisten – of losse groep, want er horen ook politicologen en dergelijken bij – had simpelweg geen idee over de inzet van de laatste verkiezingen. Debatten mét inhoud opzetten, over dingen die er echt toe doen, was hun devies en fierheid. Niks geen schijnproblemen.
Nu kronkelen onze experten van de pijn. In hun commentaren hebben ze zich intussen al wat aangepast, met de nodige scheuten en krampen.
En al blijft het lelijk, wie zou er geen begrip voor hebben als deze jongens nu hun eigen kronkelingen willen projecteren op de Vlaamse onderhandelaars? Want die onderhandelaars zijn weliswaar bereid om heel veel, maar blijkbaar niet om álles wat ze aan de kiezer hadden beloofd weg te gooien. Ook niet op herhaald commando van Vandermeersch, Van der Kelen, Desmet of Van De Looverbosch.

Laatstgenoemde was vanavond weer bijzonder meelijwekkend. Zoals wij allemaal weten, Van De Looverbosch besluit zijn dagelijkse praatjes graag met een temerige spitsvondigheid. Daarmee stelt hij te hoge eisen, niet enkel aan ons, maar ook aan zichzelf. Zodanig hoog dat zijn bijna aangeboren zin voor journalistieke kritiek er soms onder lijdt.

Voici une histoire qui doit intéresser tout lecteur de bonne humeur.
De grap draaide om een commentaartje in de Soir, waarin “de laatste stelling van Fermat”, zijnde de beroemde Franse advocaat en wiskundige, ter sprake kwam. Marc Van De Looverbosch moet dat gelezen hebben.

Niks marcheert er nog in de vaderlandse politiek, meent Van De Looverbosch, en diegenen die beweren dat zij een oplossing hebben, zijn al even gek als Fermat die ook beweerde dat hij een oplossing had voor de vergelijking X tot de derde, plus Y tot de derde, is gelijk aan Z tot de derde, terwijl niemand anders die oplossing ooit heeft gezien.

Helaas voor onze journalist: Fermat heeft natuurlijk nooit iets dergelijks beweerd, zoals hier al eerder te lezen stond.
Fermat had, als wel meer geniale wiskundigen, de gewoonte om zijn bewijzen niet helemaal uit te schrijven, en enkel de hoofdlijnen aan te geven. Al zijn stellingen werden naderhand wel bewezen, op zijn aanwijzingen. Behalve één. Die bleef een raadsel.
Van De Looverbosch babbelt de Soir na, en meent dat die stelling over derde machten handelt, maar ze ging over n-de machten. Een algemene oplossing voor derdegraadsvergelijkingen was trouwens al geleverd door Cardano. Maar Fermat beweerde daarbij nog eens het omgekeerde van wat Van De Looverbosch had menen te mogen verstaan. Fermat zei dat er in gehele getallen géén oplossing voor de vergelijking bestond, van zodra de macht "n" groter was dan twee. Nu vermoedden alle wiskundigen van zijn tijd dat ook al, maar Fermat zei een bewijs te hebben. Alleen was de marge op zijn blad te klein om het uit te schrijven.

En ter inlichting, beste Van De Looverbosch: met oneindig ingewikkelde computer*berekeningen werd de "laatste stelling van Fermat" recent wel degelijk bewezen, na meer dan driehonderd jaar.
Zo lang zal de laatste stelling van België ons niet laten wachten.
____________

P.S. In De Standaard van 3 december – dezelfde dus waarin Tony Mary (de beroemde manager op rust) aankondigde dat hij, volgend jaar, een Belgische Beweging zou oprichten, en zichzelf daarbij in één adem belachelijk maakte met het zinnetje: "Ik heb al tientallen mensen opgebeld, die me de raad geven dat ik het moet doen."
Zélf mensen bellen, die je dan de raad geven dat je iets moét doen?
Allei ket, bel mij dan, en ik zeg je evengoed dat je het moét doen – in die Standaard dus maakte de journalist Tom Ysebaert een opmerking over de CD&V: "Ze voelen zich sterk omdat de Vlaamse publieke opinie radicaliseert." Tom Lanoye, uitmuntend commentator (hij lijkt wel een politieke GPS te bezitten) antwoordde hierop:
"Dat is wishful thinking en propaganda. De verkiezingsdebatten van juni draaiden niet om de staatshervorming."
Nee, inderdaad TomTom, die debatten gingen daar niet over, maar die gingen dan ook enkel over thema's die de journalisten, spindoktoren en politicologen tevergeefs op de agenda wilden krijgen...

_____________
* zie de commentaar hieronder.
.

Labels: , , , , ,

Read more...

31 juli 2007

Stelling 177: over de staat België valt geen serieus woord meer te zeggen (victa placet mihi causa)

.
Nu deze stelling op het bord staat, voelt iedereen wellicht aan dat ze correct is. Een beetje zoals in de klas: tot zelfs de stomste leerling op de laatste bank ziet het voor zijn ogen als twee bepaalde hoeken gelijk zijn, of twee lijnstukken even lang. Maar een gevoel is nog geen bewijs, en onze zintuigen kunnen bedriegen.
Hoe eenvoudiger de stelling, des te ingewikkelder vaak was het bewijs! En de meester stond niet toe dat wij ons er van af maakten met: "ik heb een echt merkwaardig bewijs gevonden, maar mijn blad is te klein en het kan er niet op" ...terwijl dat de beroemdste zin nochtans was van de grote wiskundige Pierre de Fermat: .“j'ai découvert une preuve réellement remarquable, que cette marge trop étroite ne me permet pas de détailler”. Wij mochten zulke dingen niet. Terecht, want het heeft nog ruim drie eeuwen geduurd voor die stelling van Fermat ook echt bewezen was.
Zo lang wachten kan niemand nog, besef ik, maar helaas is een blog te smal voor een sluitend bewijs, en trouwens: het zal een bewijs uit het ongerijmde moeten worden. Wij zullen dus alle mogelijkheden van het tegendeel zorgvuldig moeten uitvlooien, en pas als die allemaal tot tegenstrijdigheden leiden, kunnen wij besluiten tot de geldigheid van onze oorspronkelijke stelling.
.
Dat is een moeizaam proces, maar gelukkig heeft Benno Barnard al een deel van de voorbereidende werken voor zijn rekening genomen. In het prachtige Nederlandse weekblad Opinio, dat verder niets dan goede artikelen heeft, gaat onze man een twistgesprek aan met Derk Jan Eppink. Oordeelt u zelf of u de poging van Barnard goed rekent, want de man probeert iets zinnigs te zeggen over België:

België biedt alle voordelen van een meervolkerenstaat. Wij, inwoners van dit land op de grens van de Germaanse en Romaanse wereld, zijn door zijn ligging, cultuur en geschiedenis ware Europeanen. Ons land is zo groot als zijn talen, waartoe ook het Duits behoort – het strekt zich dus in zekere zin uit van de Waddenzee tot de Pyreneeën, en van de Noordzee tot Polen. Wrijvingen zijn vervelend, maar ze scherpen onze zin voor democratie, wat van de Belgen de beste diplomaten ter wereld maakt. Tegen elkaar aanwrijven is niet altijd onprettig: België heeft ook wel iets van een vrijpartij, met licht sadomasochistische trekken misschien. In elk geval heeft een en ander gemaakt dat de Belgische literatuur en kunst zowel expressionistisch als surrealistisch zijn, en bovenal uitzonderlijk vitaal.

De vereniging B-plus druipt van de ernst, maar ze hebben toch ook een nar in dienst.
__________________________

P.S. .Maar om iets dieper in te gaan op dat laatste, die typisch “Belgische” kwaliteiten van onze kunst: als ik daarover iets wil vernemen dan lees ik, met mijn excuses, nog altijd liever de grote August Vermeylen dan Benno Barnard.

Hier twee uittreksels uit lezingen die die man gaf, niet toevallig in ...1930. Die speeches zijn, behalve bij De Slegte, ook te vinden bij de Bibliotheek der Nederlandse Letteren.

August Vermeylen riskeert wel een schokje te geven aan Benno B-plus, vrees ik:

Geachte Toehoorders, - Het is zeker een zonderling feit, dat, terwijl wij de gebeurtenissen van 1830, met het oog op de algemene kultuur, als een ramp mogen beschouwen, de Vlaamse letterkunde toch ongeveer van dat onzalige jaar 1830 dagtekent. Dat verklaar ik aldus: niet aan de Belgische onafhankelijkheid hebben wij onze letterkunde te danken, maar ondanks de Belgische onafhankelijkheid is zij ontstaan. […]

Vermeylen, als altijd bijzonder erudiet en genuanceerd, heeft het niet over "Belgische kunst", of in dit geval over "littérature belge", maar over "une littérature de Belgique…":

Ce sont celles [ttz. de kwaliteiten die gemeenschappelijk zijn aan meerdere «Belgische» schrijvers, zowel benoorden als bezuiden de taalgrens] que je signalais plus haut comme ‘flamandes’, et spécialement le goût de la couleur (tradition de la peinture!), l'attachement sensuel aux matérialités, qui se combine de surprenante façon au sens du mystère qu'on devine derrière ces matérialités. Si dissemblables qu'ils soient, c'est ce qui unit pourtant Verhaeren, van de Woestijne, Gezelle, Maeterlinck (ces trois derniers nourris d'ailleurs du mysticisme de Ruusbroec). Certains poèmes de van de Woestijne ont exactement la même splendeur de tons et la même concentration torturée que certains poèmes de Verhaeren, comme certains contes de Demolder procèdent de la même vision que certains récits de Timmermans, comme Baekelmans n'est parfois pas loin d'Eekhoud. Les rapports de mentalité sont suffisants pour qu'on puisse parler d'une littérature de Belgique. Mais pour qui voit toutes les nuances de la réalité, le danger serait ici de donner à cette littérature ‘belge’ un caractère national trop strictement délimité.
.

Labels: , , , , ,

Read more...

<<Oudere berichten