31 augustus 2012

We hebben niet de media die we verdienen (2)

We kregen de laatste weken alweer een emo-lawine van de media over ons heen, nu over de voorlopige vrijlating van Michelle Martin. Gevolg: ook de politici halen hun steekvlam boven: snel wetten wijzigen. Dat allemaal aangewakkerd door ‘de ouders’ wiens verdriet veranderde in onverzoenlijke haat die ze ruim mogen etaleren in de media. Een gevaarlijk pad dat leidt naar een emo-justitie, weg van de rechtsstaat.

De zaak Parweiz Sangari is met moeite voorbij (zie eerder artikel ‘We hebben niet de media die we verdienen’, 29.07.12 ), of de media gooien zich uitgebreid op een nieuw sensatiehoofdstuk, de voorlopige vrijlating van Michelle Martin.

Mark Grammens: ‘Stel dat de vrijlating van Mw Martin niet meer aandacht had gekregen dan die van om het even welke veroordeelde die na verloop van tijd gebruik maakt van de wet-Lejeune om vervroegd vrij te komen, een klein berichtje ergens, en niet, zoals thans, grote koppen op de voorpagina, en natuurlijk, op tv, dagenlang het eerste bericht van de dag gedurende wel twintig minuten, -welnu dus, in dat geval zou niet veel drukte zijn gemaakt rond de vrijlating van Mw Martin, en zou men "de opinie" nauwelijks iets hebben horen zeggen.’ (in Journaal nr. 635, 23 aug. ’12).

Als voorbeeld van die overweldigende steekvlamjournalistiek nemen we nog maar eens de omvang van de berichtgeving in De Standaard over Michelle Martin. We kunnen ervan uitgaan dat het bij de andere krantentitels opnieuw minstens evenveel, zoniet ‘nog veel meer van hetzelfde’ was, blijkbaar dus herhaaldelijk ook het tot 20 minuten durend eerste bericht in het TV-journaal! De Standaard publiceerde afgerond een twintigtal bladzijden reportages en berichtgeving in één maand tijd over de zaak Martin, 2 keer haalde ze bovendien de voorpagina, en in die tijd konden 7 opiniemakers er hun zeg over doen.

Nog Mark Grammens: ‘Tot die opinievorming hebben wel enkele personen die sinds twintig jaar door het leven gaan als "de ouders" bijgedragen door hun inmiddels in onverzoenlijke haat omgezet verdriet om hun dochter, die slachtoffer was van het echtpaar Dutroux, nog eens in alle media te etaleren, en daartoe dus ook de kans te krijgen. De toevallig allebei uit Limburg afkomstige heren Marchal en Lambrecks hebben intussen voldoende media-ervaring opgedaan om ervoor te zorgen dat naar hen wordt geluisterd. Of de politici die hen overladen met blijken van solidariteit, wel goed weten wat ze doen en hoe hun houding aktief de rechtsstaat ondermijnt, zou men hun wel eens willen vragen, maar er is niemand die het doet.’ (in Journaal nr. 635, 23 aug. ’12).

‘Een slachtoffergevoelige justitie investeert in de opbouw van gesprekken tussen dader en slachtofferpartijen’ …

Peter Adriaenssens, kliniekhoofd en hoofddocent kinderpsychiatrie aan het UZ Leuven en directeur van het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling, meent in De Morgen van 4 aug ’12 dat amateurisme de vrijlating van Michelle Martin tekent. Enkele uittreksels:

‘De gepaste straf voor daders als Dutroux en Martin is een complexe opdracht. Twee doelen moeten bereikt worden. In de eerste plaats is er de sanctie, daar zijn transparante wetten voor. Zoals deze dagen genoeg gezegd werd, is het gevaarlijk dat daaraan wijzigingen gebeuren louter op basis van het debat over een zaak. Het tweede doel is dat van bescherming. De bescherming van de slachtoffers en hun families die hersteld moet worden. Wat ze moet toelaten een leefbaar leven terug te vinden. Tenslotte moet ook de samenleving zich opnieuw beschermd voelen….

De kansen op herstel voor slachtoffers en hun familie, en het herstel van het gevoel van de samenleving dat bescherming van alle burgers ernstig genomen wordt, kan enkel bereikt worden door een beleid dat van bij de aanvang mikt op een pakket maatregelen. Fundament dat terugkeert bij ieder onderzoek is dat slachtoffers eerst antwoorden nodig hebben op alle vragen waar ze nog mee zitten, voor je ook maar kan denken aan een begin van vervroegde wat dan ook. Er is deze dagen in vele opinies geschreven dat het lijden van de families nooit zal stoppen. Dat is niet helemaal terecht. Meer zelfs: het komt ons iets te goed uit, want als dat letterlijk zo is hebben de critici gelijk: wat er ook gedaan wordt, voor de families van de slachtoffers zal het nooit goed zijn. Dat is pertinent onjuist. Families kunnen niet tot rust komen en meedenken over wat haalbaar is, als er niet met zorg geluisterd is naar de vragen die hun nog verteren en waarvan de dader meestal de antwoorden op zak heeft. Hoe pijnlijk moet het zijn voor hen in de krant te lezen dat volgens diverse bronnen in de gevangenis en rechters Martin echt spijt heeft en inzicht. Met het woord spijt herstelt niemand. Wel met antwoorden. Moeten zij het niet zijn, de families van de slachtoffers, die dit als eerste hadden moeten horen van haar? Een slachtoffergevoelige justitie investeert in de opbouw van gesprekken tussen dader en slachtofferpartijen. Dat start zo snel mogelijk, in de gevangenis dus, want er moet gerekend worden op een lange langzame weg. Er kan gewerkt worden met advocaten, bemiddelaars of rechtstreeks, er kan gesproken of geschreven worden. Als ze van dichtbij kunnen meemaken of er bij de dader besef van verantwoordelijkheid groeit, vragen waarop men antwoorden wil ook effectief een antwoord kunnen krijgen. Zij moeten haar kunnen vertellen wat het voor hen betekend heeft, door welke hel ze gingen en gaan, zodat ze met eigen ogen zien of er een mens tegenover hen groeit, dan wel iemand die uit juridische handigheid zegt 'ik heb spijt'. …’ (DM, 4 aug ’12).

… Maar wat als de slachtofferpartijen gesprekken weigeren?

Jean-Denis Lejeune, vader van Julie, heeft Michelle Martin nu een handgeschreven brief gestuurd waarin hij de ex-vrouw van Marc Dutroux vraagt naar de omstandigheden waarin zijn dochter om het leven is gekomen. De brief staat woensdag 29 aug ‘12 integraal in Paris Match, de dag nadat Martin vervroegd is vrijgekomen uit de gevangenis van Berkendael. Lejeune verduidelijkt ook dat hij geweigerd heeft mee te werken aan de bemiddelingspoging die Martin gevraagd had. Hij wil vermijden een vraag om verontschuldigingen te moeten aanhoren. (Letterlijk: ‘De beslissing van de strafuitvoeringsrechtbank zorgt voor emotie en onbegrip. Ik heb zin om te janken, om de onrechtvaardigheid van die beslissing uit te schreeuwen. Je hebt in het kader van een mogelijke bemiddeling gevraagd om mij te zien. Maar waarom? Om je te verontschuldigen of om ons jarenlange lijden met eigen ogen te zien?’) (* - sie onderaan een noot, toegevoegd op 01.09.12)

Het verhaal van Adriaenssens is zinvol, maar gezien de onverzoenlijke haat van ‘de ouders’ is ze op de zaak van de voorlopige vrijlating van Martin moeilijk toepasbaar. Een publicatie in Paris Match, waarin duidelijk staat dat Lejeune een ontmoeting met Martin weigerde, is wel heel iets anders dan wat Adriaenssens bedoelt met ‘een slachtoffergevoelige justitie die investeert in de opbouw van gesprekken tussen dader en slachtofferpartijen’.

Haat vervangt rouw bij ‘de ouders’

Nog Mark Grammens: ‘Het is niet omdat men begrip heeft voor de haatgevoelens die bij de heren Marchal en Lambrecks en bij de Franstalige "ouders" de rouw hebben vervangen, dat men hen op hun weg mag volgen.’ (in Journaal nr. 635, 23 aug. ’12).

Ondermeer Bart Eeckhout, chef van het magazine M van De Morgen, volgt hun weg echter wel in een opiniestuk van 20 aug ’12 in De Morgen, de dag na een betoging in Brussel op zondag 19 aug ’12 ‘voor een hervorming van justitie’. Titel: ‘Heeft niemand de ouders van de slachtoffers voorbereid op de vrijlating van Martin?’. Enkele uittreksels:

‘Dat een tweede Witte Mars er niet in zat, ondanks de felle mediadruk in dit debat, was natuurlijk al langer duidelijk. Het had evenwel nooit zover mogen komen dat de ouders van de slachtoffers van Marc Dutroux zich opnieuw op kop van een betoging moesten zetten. Het had nooit zover mogen komen dat hun verdriet en frustratie nog versterkt konden worden door een matige opkomst van medestanders. Niet de vervroegde voorwaardelijke vrijlating van de ex-vrouw van Dutroux is de grote fout die gemaakt is, wel het gebrek aan begeleiding voor de nabestaanden van de slachtoffers bij dat onvermijdelijke moment…

Het probleem is evenwel dat blijkbaar niemand de ouders van de slachtoffers een beetje voorbereid heeft op dit moment. Dat is extra zuur omdat het in ruime mate te danken is aan diezelfde ouders, wanhopig in hun dwaaltocht binnen de burcht Justitie en koppig in hun eenzaam verzet, dat slachtoffers enige erkenning hebben gekregen in de rechtsprocedures van dit land. Die bekommernis om het slachtoffer eindigt nu blijkbaar op de laatste procesdag. Ook naderhand, in de lange weg naar verwerking en misschien zelfs verzoening, mogen slachtoffers evenwel niet aan hun lot worden overgelaten. Een andere aanpak was mogelijk geweest. Men had de ouders een stem kunnen geven in de strafuitvoeringsrechtbank en vertellen dat rechtspraak niet enkel draait om wraak. Die elementaire vorm van medeleven blijft ontbreken in ons gerechtelijk apparaat. Opnieuw moet dat blijken uit het pijnlijke wedervaren van dezelfde ouders van dezelfde vermoorde kinderen, die in deze zaak voor voldongen feiten zijn geplaatst. In plaats van tegen elkaar op te bieden met stoere uitspraken over niet-samendrukbare straffen, zouden de bevoegde ministers zich beter engageren om justitie eindelijk een menselijk gelaat te geven.’

Di Rupo belooft strenge voorwaarden bij invrijheidsstelling

‘De ouders’, gesteund door de media, vinden rechtstreeks toegang tot de politici, om ze met hun haatgedachten te bewerken. Zo heeft justitieminister Turtelboom op zondag 19 augustus ‘de ouders van de slachtoffers van Marc Dutroux’ ontvangen, en daarna was eerste Minister Elio Di Rupo aan de beurt, die op vrijdag 24 aug ‘12 Jean-Denis Lejeune en Paul Marchal ontving. De ontmoeting was zeer constructief en openhartig, meldt het kabinet van de premier. Volgens het kabinet begrijpt Premier Di Rupo de emoties van de families en de bevolking. Hij wijst erop dat, sinds de zaak-Dutroux, bij politie en Justitie een belangrijke reeks hervormingen zijn doorgevoerd. Maar het werk is niet af, volgens de premier. 'De hervorming van Justitie moet voortgezet worden, onder meer om beter tegemoet te komen aan de vragen en verzuchtingen die de families van de slachtoffers recent hebben geuit.'
De premier beloofde de ouders dat zijn regering zeer snel werk zal maken van het volgende:
- De wettelijke voorwaarden voor voorwaardelijke invrijheidsstelling zullen verstrengd worden voor zeer ernstige misdaden met de dood tot gevolg (ten minste tot de helft van de straf bij een veroordeling tot 30 jaar of levenslang en tot ¾ van de straf in geval van recidive)
- De gevallen waarin er een zwaardere straf wordt toegekend wegens recidive zullen worden uitgebreid.
De premier beloofde de families op de hoogte te houden van de vorderingen in de dossiers.

Alle partijen springen op de emo-kar

Woensdag 29 augustus verneemt men dat ondertussen alle partijen een snelle verstrenging van de wet op de voorwaardelijke vrijlating willen doorvoeren, nog voor het einde van het jaar. Alle politieke partijen, zowel uit de regering als de oppositie, zijn het erover eens dat voorwaardelijke vrijlating voor zware misdrijven strenger moet worden gereglementeerd. Ook aan de voorwaarden voor de invrijheidstelling zou worden gesleuteld. Zeker als er, zoals in het geval van Michel Martin, grote maatschappelijke beroering onstaat. Willen ze dan tezelfdertijd a.u.b. ook het budget voor het gevangeniswezen verhogen, om niet nog meer overbevolking te krijgen in de gevangenissen? Of blijft het bij een steekvlamwet, om de kranten te halen?

De media schieten naar de politici

De vervroegde vrijlating van Michelle Martin staat centraal in zowat alle krantencommentaren in de kranten van 29 aug ‘12. Allemaal tonen de opiniemakers ‘medeleven en begrip voor de harde strijd die de nabestaanden van Dutroux' slachtoffers leverden’. Net zoveel onbegrip is er echter voor het "populisme" dat de voorbije dagen opgang maakte in politieke hoek. Weer schiet Wouter Verschelden, hoofdredacteur van De Morgen, de hoofdvogel van kromme kommentaar af, met zijn stelling dat een deel van de media welliswaar de populistische toer was opgegaan, maar dat dit ‘hoogstens ergerlijk, maar niet schadelijk’ is. Daarentegen zou de populistische houding van de politici wel schadelijk zijn. Uit zijn artikel:

‘De zaak van Michelle Martin in eigen land verloopt even symptomatisch, als het gaat over de rechtsstaat in dit land. Dat een deel van de media in de zaak Martin de populistische toer op gaat, is hoogstens ergerlijk, maar niet schadelijk. De populistische houding van leidingevende politici is dat wel. In plaats van vooraan op het dek te gaan staan om in een storm klaar en helder de zaak van Michelle Martin uit te leggen aan de bevolking, hebben politici het alleen maar over 'het aanpassen van de wet', zodat 'dit soort monsters' nooit meer kan vrijkomen." (De Morgen, 29 aug ’12. titel: ‘Het is wrang te zien hoe weinig volwassen de politiek in dit land omgaat met beslissingen van het eigen justitieapparaat’).

In het vorige artikel over ‘We hebben niet de media die we verdienen’, had ik het erover dat Wouter Verschelden het erg bakte en van enig excuus i.v.m. de berichtgeving over Parweiz Sangari niets wou weten: ‘meer nog: het was weer allemaal de schuld van de beleidsmakers, en met scoringsgedrag van de media had dat allemaal niets te maken. Een schaamteloze goedkeuring van steekvlamjournalistiek. Dat belooft voor volgende uitschieters.’

Die hebben we een maand later dus al.

En het wordt er niet beter op.

Want: zijn de media vooraan op het dek gaan staan om klaar en helder de zaak van Michelle Martin uit te leggen aan de bevolking? Wel integendeel! De Standaard brengt als zeer grote kop over een betoging tegen de komst van Martin naar Malonne, waarin de krant bericht dat er ‘veel woede’ was, ‘maar weinig volk’: ‘Angst bij de nonnen zit er in’ (DS 4 aug ’12). Geen afkeuring, alleen een banale sfeer-reportage. Juist de overvloedige, niet eindigende emo-berichtgeving van de media, heeft de politici onder druk gezet om met steekvlampolitiek te reageren. De oorzaak van al die steekvlamjournalistiek en –politiek zijn het verdriet van ‘de ouders’, dat met de jaren omgezet is in onverzoenlijke haat, waarvoor ze zeer ruim plaats krijgen in de media. Als het aan hen ligt, zouden nabestaanden van slachtoffers meebeslissen of en wanneer iemand voorwaardelijk in vrijheid gesteld wordt, minstens in beroep kunnen gaan tegen een rechtelijke beslissing. Een gevaarlijk pad dat leidt naar een emo-justitie, om niet te zeggen ‘lynch-justitie’, weg van de rechtsstaat.

De verantwoordelijkheid van de media is hierin verpletterend. Maar ze wassen alweer hun handen in onschuld. We hebben dus nog steeds niet de media die we verdienen.

Uitsmijter: een ontoerekeningsvatbaar parlementslid

Vlaams parlementslid Jurgen Verstrepen (ex-VB, ex-LDD) doet dinsdagavond 28 aug ’12 krasse uitspraken op Twitter in verband met de vrijlating van Michelle Martin: 'Als we samen leggen, dan kunnen we toch een Albanees vinden én betalen die Michèle Martin neerlegt.'

Marketeer en consultant Guido Everaert hierover in De Morgen, 30.08.12: ‘Dan heb je zo'n Jurgen Verstrepen die een stommiteit uitkraamt en zich nadien kleintjes verschuilt achter een zwak 'ik wou het debat aanzwengelen'. Welk debat? Over de legitimiteit van huurmoord en/of het in eigen handen nemen van het recht? Geef gewoon toe dat je 't fout doet, dat je wil choqueren of goedkoop scoren.’

Een lid van een wetgevend orgaan roept op tot moord! Zo’n man zou onmiddellijk zijn mandaat van Vlaams volksvertegenwoordiger moeten neerleggen, als hij nog een klein beetje logisch verstand heeft. Quod non, gezien zijn twitter.

(*) Noot toegevoegd op 01.09.12

Uit een interview met professor Thierry Moreau van de UCL, advocaat van Martin, in De Standaard van zaterdag 1 sept:

"Ik denk dat veel van de mensen die zo hevig reageren in hun eigen leven zware problemen hebben waarvoor ze een uitlaatklep zoeken. Ze zoeken een zondebok. Zoals bij de heksenverbrandingen in de middeleeuwen.
Michelle Martin is een heks van de moderne samenleving. In onze tijd – het spijt me dat ik het moet zeggen – worden die haatgevoelens dan ook nog eens versterkt door de media. In naam van de emotie wordt van alles gezegd en geschreven dat niets meer te maken heeft met de realiteit....
Zij wil met behulp van justitieassistenten graag samenzitten met de ouders om te antwoorden op alle vragen die ze hebben. Misschien zijn er nog vragen waarop ze kan antwoorden. De ouders hebben dat aanbod altijd afgewezen, wat uiteraard hun goed recht is. "
Read more...

29 augustus 2012

Controlerechten van de burger stoemelings afgeschaft in Vlaanderen



Wat we zelf doen, doen we duidelijk niet altijd beter. Een manifest voorbeeld vinden we in de wijziging van het gemeentedecreet en provinciedecreet (1) door het Vlaams Parlement, waarbij een van de oudste waarborgen van de burger tegen nalatigheid van het lokale bestuur sneuvelt.  

Het betreft de mogelijkheid voor een inwoner van een gemeente om op eigen kosten rechten van de gemeente voor de rechter geldend te maken wanneer het gemeentebestuur dat niet doet. Deze mogelijkheid is bijna zou oud als de Belgische staat, al golden er destijds wel bepaalde beperkingen. We vinden de mogelijkheid reeds in de oude Gemeentewet van 1836 (2). Het Belgische voorbeeld vond navolging in Frankrijk (1837)(3), Luxemburg (1843)(4) en Nederland (1851)(5). Destijds diende de burger wel toestemming te hebben van een hoger bestuur (met name de provincie). Deze beperking werd afgeschaft in de nieuwe Gemeentewet van 1988. Na de regionalisering van de wetgevende bevoegdheid inzake lokale besturen in 2002 was het Vlaams Parlement aanvankelijk wel voorbeeldig: de mogelijkheid werd ook ingeschreven in de Provinciedecreet waardoor inwoners van een provincie ook namens de provincie konden procederen. Dit werd verder ook mogelijk gemaakt voor rechtspersonen met zetel in die gemeente of provincie (6). In Wallonië werd de regel ongewijzigd overgenomen in de nieuwe Code de la démocratie locale et de la décentralisation (7).

Nu blijkt echter dat politici burgers maar dergelijke rechten gunnen zolang ze ze vooral niet gebruiken. De jongste jaren is de genoemde techniek immers een stuk populairder geworden. Burgers zijn vaker - op eigen kosten - gedingen gaan voeren die de politieke meerderheid van een gemeente weigerde te voeren. De techniek werd bv. gebruikt om namens de gemeente een strafklacht met burgerlijke partijstelling in te dienen waar het bestuur van de benadeelde gemeente weigerde dat zelf te doen. Ze werd gebruikt om onwettige overheidsbeslissingen die een gemeente benadelen aan te vechten waar de zittende meerderheid dat niet wil, bv. ook een bouwvergunning. 

Dat burgers op eigen kosten een onwettige benadeling van een gemeente aanklagen en proberen ongedaan te maken voor de rechter was er blijkbaar teveel aan. Niet toevallig waren het parlementsleden van Open VLD die het initiatief namen met een amendement bij de lopende aanpassing van het gemeentedecreet. De meerderheidsfracties lieten zich niet onbetuigd en dienden op hun beurt amendementen in om zowel op gemeentelijk als op provinciaal vlak dit recht van de burger af te schaffen, behalve bij ernstige milieuschade. De argumenten zijn potsierlijk: er zou nu een beter evenwicht komen tussen de inspraakmogelijkheden van de burger en het algemeen belang. Men verzwijgt daarbij dat zo’n procedure door een burger maar slaagt wanneer er een onwettigheid is begaan, aangezien de rechter alleen de wettigheid en niet de opportuniteit mag beoordelen.  Onze volksvertegenwoordigers gaan er dus van uit dat het in het algemeen belang is om onwettigheden in stand te houden wanneer de zittende politieke meerderheid dat liever zo houdt. Of nog: anders dan in 1836 zou de burger nu veel meer andere mogelijkheden om het gemeentebestuur te controleren, zodat dit recht overbodig is geworden. De waarheid is dat het afgeschaft wordt niet omdat het overbodig was, maar omdat het blijkbaar zo weinig overbodig was dat het steeds meer werd gebruikt. Opnieuw zegeviert de opvatting dat democratie ertoe gereduceerd wordt dat een burger eenmaal om de zoveel jaar een bolletje mag inkleuren en zich voor het overige vooral niet mag moeien met wat de verkozen politici vervolgens uitspoken. 

---------------------------------------------------

 (1) Art. 64 van het Decreet van 29 juni 2012 tot wijziging van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, B.Staatsblad 08/08/2012, bl. 46359 c.q. art. 59 van het Decreet van 29 juni 2012 tot wijziging van het Provinciedecreet van 9 december 2005, B.Staatsblad 03/08/2012, bl. 45990
(2) Art. 150
(3) Artikel 49 van de Gemeentewet van 18 juli 1837: “Cependant tout contribuable inscrit au rôle de la commune a le droit d’exercer, à ses frais et risques, avec l’autorisation du conseil de préfecture, les actions qu’il croirait appartenir à la commune ou section, et que la commune ou section, préalablement appelée à en délibérer, aurait refusé ou négligé d’exercer. La commune ou section sera remise en cause, et la décision qui interviendra aura effet à son égard”. Nu Artikel L2132-5 Code général des collectivités territoriales
(4) Nu art. 85 Loi du 7 novembre 1996 portant organisation des juridictions de l'ordre administratif : « Un ou plusieurs habitants peuvent, à défaut du collège échevinal, ester en justice au nom de la commune, moyennant l'autorisation du ministre de l'Intérieur, en offrant, sous caution de se charger personnellement des frais du procès et de répondre des condamnations qui seraient prononcées. Le ministre de l'Intérieur est juge de la suffisance de la caution.
La commune ne peut transiger sur le procès sans l'intervention de celui ou de ceux qui ont poursuivi l'action en son nom.
En cas de refus, un recours est ouvert auprès du Tribunal administratif. »
(5) artikel 143, lid 3 Gemeentewet 29 juni 1851“elke ingezetene kan, daartoe volgens artikel 194 gemachtigd, ten zijnen laste, namens de gemeente een eis in rechte doen, die volgens zijn mening in het belang der gemeente behoor de te zijn gedaan”
(6) De tot deze zomer geldende tekst luidde dan ook voor de gemeenten: 
"Als het college van burgemeester en schepenen of de gemeenteraad niet in rechte optreden, kunnen een of meer inwoners in rechte optreden namens de gemeente, mits zij onder zekerheidstelling aanbieden om persoonlijk de kosten van het geding te dragen en in te staan voor de veroordeling tot schadevergoeding of boete wegens tergend en roekeloos geding of hoger beroep die kan worden uitgesproken.
Dit recht staat ook open voor de rechtspersonen waarvan de maatschappelijke zetel in de gemeente is gevestigd.
De gemeente kan over het geding geen dading aangaan of er afstand van doen zonder instemming van degene die het geding in haar naam heeft gevoerd".
"Un ou plusieurs habitants peuvent, au défaut du (collège communal), ester en justice au nom de la commune, en offrant, sous caution, de se charger personnellement des frais du procès et de répondre des condamnations qui seraient prononcées.
La commune ne pourra transiger sur le procès sans l’intervention de celui ou de ceux qui auront poursuivi l’action en son nom". 



Read more...

28 augustus 2012

De halvemijlsaftocht (Hoegin)

Het gemeentebestuur van Sint-Genesius-Rode besloot verleden week dat er dit jaar in haar gemeente geen start- en aankomstplaats georganiseerd zal kunnen worden voor wat voorlopig de laatste Gordel zal zijn. Een paar dagen later volgde het gemeentebestuur van Linkebeek door een wandelroute over haar grondgebied te verbieden, zogezegd omdat de veiligheid niet verzekerd kon worden. Deze twee Franstalige pesterijen stuurden niet alleen de organisatie van De Gordel in de war, maar brachten ook twee Vlaamse partijen in een lastig parket: de N-VA, omdat die partij zelfs als lid van de Vlaamse regering haar belofte niet kan waarmaken het verschil te kunnen maken, en de CD&V die de pseudo-splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde nog steeds krampachtig tracht te verkopen als een grote Vlaamse overwinning.

Laat ons eerst eens kijken naar de reacties bij de andere Vlaamse partijen. Of zoals in het geval van Open Vld, sp.a en Groen: de afwezigheid daarvan. Bij Groen ligt het ongetwijfeld aan de complete desinteresse gekoppeld aan een stuitende onkunde wanneer het over communautaire kwesties gaat. Respect voor de taal en politieke autonomie zijn misschien goed voor Tsjetsjenen, Palestijnen, Oeigoeren en misschien enkele stammen diep in het Amazonewoud, maar in Noord-België wil Groen vooral niet moeilijk doen.

Ook bij de sp.a, waar partijvoorzitter Bruno Tobback anders van zijn hart niet bepaald een moordkuil maakt, was het oorverdovend stil. Dat betekent echter niet dat we het socialistische standpunt ter zake niet zouden kennen. Als het aan Bloso-voorzitter Carla Galle had gelegen zou zelfs de vorige editie van De Gordel niet plaatsgevonden hebben, was er maar op tijd een «globaal communautair akkoord» gekomen. Ook voor de sp.a is al dat Vlaams gedoe immers maar een vervelende zaak die al te vaak de macht en vooral de postjes in de weg staat. Hoe sneller men zich daar zou kunnen omvormen tot een reguliere regionale afdeling van de PS, hoe liever.

En ook het standpunt van de Open Vld is genoegzaam bekend. Partijvoorzitter Alexander de Croo wou de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde nog wel aangrijpen als een gelegenheid om de stekker uit de regering–Leterme II te trekken. Maar verder valt men daar nog liever dood dan betrapt te worden op het zwaaien met een Vlaamse vlag, of zelfs nog maar verdacht te kunnen worden van het innemen van of een beetje sympathie voor een Vlaams standpunt. Ook wat hen betreft mocht die vervelende Gordel al enkele jaren geleden afgeschaft worden.

Dan zit Vlaams Belang in een veel gemakkelijkere positie. Het valt immers moeilijk te ontkennen dat de partij vandaag over de volle lijn gelijk krijgt: de Franstaligen houden in de Vlaamse Rand meer dan ooit huis alsof ze al een volwaardig deel van het Brussels Gewest zijn geworden, en de participationistische N-VA slaagt er vanuit de Vlaamse Regering niet in die trend ook maar een halve graad in een Vlaamsere richting om te buigen. Het probleem van het Vlaams Belang is dat zij slechts kan toekijken vanaf de zijlijn, zonder dat de partij voor haar correcte analyse ook maar één ons krediet krijgt van de media.

Over de media gesproken, het valt op dat zij zich de laatste dagen uitdrukkelijk beperkt hebben tot het registreren en weergeven van de feiten, maar zeker geen standpunt innamen. Sereniteit, en vooral niets op de spits drijven lijkt wel het devies in deze tijden van lokale verkiezingscampagnes. Is men soms bang dat al te veel kiezers hun conclusies zouden trekken, en in oktober wel eens op de «verkeerde» partijen zouden durven stemmen? Dat een Elio di Rupo het zelfs bestond om Vlaanderen nog eens goed te schofferen door zijn «spijt» over het incident uit te drukken, maar verder alles rustig blauwblauw liet en bovendien waarschijnlijk nog eens goed in zijn vuistje lachte, dat was voor hen alvast geen reden om eens een Vlaams puntje op de Belgische i te zetten. Als de media in hun berichtgeving al eens iets laten doorschemeren dat van ver op een standpunt of een mening zou kunnen lijken, dan in de eerste plaats nog leedvermaak om de moeilijke positie van de N-VA. Vindt men geen stok om de hond te slaan, dan volstaat vaak al het plezier een twijgje in de hand te hebben.

En zo kon er in de media dus ook geen kritisch geluid opgevangen worden over de ongelooflijk hypocriete houding die de CD&V in deze zaak aanneemt. In Vlaams-Brabant zou alles nu peis en vree zijn sedert de onnoemlijk grote Vlaamse overwinning die geboekt werd met de «vrij zuivere» splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde. Twee Franstalige gemeentebesturen toonden echter op afdoende wijze aan dat de nederlaag compleet is, want de Vlaamse regering heeft in de Rand duidelijk niets meer te zeggen. Zelfs een eenvoudige familiale sportmanifestatie kan er niet meer georganiseerd worden zonder dat er eerst een fiat afgekocht dient te worden van de Franstaligen.

Meer zelfs, in CD&V-kringen wil men de spot met de Vlaamse kiezer zelfs zover drijven dat partijvoorzitter Wouter Beke en politieke has been Eric van Rompuy al aankondigden komende zondag burgerlijk ongehoorzaam te zullen zijn in Sint-Genesius-Rode. Ze gaan er –hou je vast– stoppen om «Europees president» Herman van Rompuy op te pikken. Mooie zaak is dat: wel een «Europees president» leveren met ondertussen al de pretentie van de vadsigste keizer-god die de wereld ooit gekend heeft, en een loon groter dan dat van de Amerikaanse president, maar een start- en aankomstplaats voor een Vlaamse sportmanifestatie op Vlaams grondgebied afdwingen zit er wel niet in bij deze staatsmannen die de hele wereld ons zou benijden. Het is dan ook onduidelijk of de burgerlijke ongehoorzaamheid van het trio een volle vijf minuten van politieke moed uitgehouden zal worden, of dat het beperkt zal blijven tot slechts een twee seconden voetje aan de grond vooraleer men schichtig weg zal fietsen richting Alsemberg…

Laten we het maar zeggen zoals het is: als men bij de CD&V ook maar een greintje schaamte zou bezitten, dan bleef men dit jaar weg van die Gordel. Of nam men deel in een boetekleed–een T-shirtje van ARCO bijvoorbeeld, met als opschrift «De Zes voor een handvol euro's verkocht».

Maar wat moeten we ondertussen denken van de N-VA? Veel kracht of verandering valt er daar blijkbaar niet te bespeuren wanneer de Franstaligen nog eens de oorlogstrom roeren op tot nader order nog Vlaams grondgebied. En ik schrijf «tot nader order», want minister van Sport Philippe Muyters blies opvallend snel de aftocht. Ach ja, van Sint-Genesius-Rode naar Alsemberg is het maar 850 meter, een dikke halve mijl, maar qua symboliek kan deze aftocht wel tellen. Men wil bij de N-VA nog wel Vlaams zijn, maar het mag ook niet te veel kosten. De obsessie om toch maar binnen de lijntjes te kleuren is zo groot dat men voor alle zekerheid zelfs vijf centimeter van de rand afblijft. Of 850 meter als het moet. In ieder geval ging het zelden zo snel van de kracht van verandering naar de zwakte van de aftocht.

Van enige toepassing van de Maddens-doctrine was in ieder geval geen sprake. De smeekbede om een federale regeringscommissaris, nota bene bij minister van Binnenlandse Zaken Joëlle Milquet, partijgenote van de Rodense burgemeester Myriam Delacroix-Rolin, maakte alvast niet veel indruk. We kunnen het toevoegen aan het rijtje van verbrackingssymptomen van de N-VA, zoals bijvoorbeeld ook de weigering om te filibusteren tegen de stemming van het eerste luik van de staatshervorming omdat anders de zomervakantie van meerderheid en oppositie in het gedrang kwam, en de –op enkele symbolische stemmen na– afkeuring van een Vlaamse belangenconflict tegen dat eerste luik in het Vlaams Parlement.

Over verbracking gesproken: verleden week liet Jan Jambon in een interview met Le Vif/L'Express optekenen het niet meer luidop over Vlaamse onafhankelijkheid te willen hebben. In Vlaanderen zou er volgens hem toch maar dertig procent separatisten te vinden zijn, en de partij wil «democratisch» blijven. Dit is opmerkelijk, en wel om twee redenen. Waar haalt Jan Jambon het cijfer dertig procent vandaan? Uit zowat alle rechtstreekse peilingen –en dus niet de als wetenschappelijke studies verpakte rookgordijnen die soms opgevoerd worden in de media– blijkt immers ongeveer de helft van de Vlamingen liever vandaag nog dan morgen in een Vlaamse republiek te willen wonen. Maar bovendien, sinds wanneer is het ondemocratisch dat een partij opkomt voor haar eigen eerste programmapunt, wars van wat de publieke opinie daar over zou denken? Het is alsof Groen zich zou neerleggen bij nucleaire energie omdat slechts dertig procent van de Vlamingen het zou zien zitten deze winter de papieren krant bij kaarslicht te lezen. Als er dus iets ondemocratisch is, dan wel dat een partij haar standpunt verwatert onder druk van een gepercipieerde meerderheid tegen. Dan kan men immers net zo goed overschakelen naar een éénpartijsysteem, en hoeven we straks zelfs geen lastige verkiezingen meer te houden. De schrik om in 2014 opnieuw uit de Belgische salons geweerd te worden zit er blijkbaar dieper in dan de schrik voor de Vlaamse kiezer. En, ach ja, waar is de tijd dat Jan Jambon een vooraanstaand lid was van de VVB?

De enige die zich dankzij zijn lange staat van dienst binnen de N-VA toch nog een beetje een Vlaamse reflex en wat voeling met de Vlaamse Beweging kan veroorloven was blijkbaar minister van Binnenlandse Zaken Geert Bourgeois. Vrijdag liet hij dan ook de beslissing van het Rodense gemeentebestuur nietig verklaren, en maandag die van Linkebeek. Zal het echter veel uitmaken? Dat de start- en aankomstplaats naar Alsemberg verhuist lijkt intussen al definitief. Zondag weten we in hoeverre de wandeling door Linkebeek zal kunnen doorgaan.

Labels: , , , , , , , , , ,

Read more...

Een Egyptische christen over de Arabische Lente (vpmc)

.
De journalist Gauthier Rybinski van France24 ontvangt de jezuïet Henri Boulad, en vraagt hem wat hij denkt van de Egyptische verkiezingen, en van de verhouding tussen islam en democratie. Boulad is van Syrisch-Italiaanse afkomst, in Egypte geboren in 1931, en hij heeft er ook altijd gewoond, op zijn studietijd in Frankrijk en de VS na. Nu vrees ik dat de man niet denkt zoals de doorsneejournalist hier het graag heeft, maar enige expertise zal onze journalist hem toch niet kunnen ontzeggen, ook niet als hijzelf eens op het Tahrirplein heeft gestaan, en daar een Egyptische iPadbezitter zijn verhaal heeft horen doen in het Engels.

Boulad kijkt uit naar wat de moslimbroeders en president Morsi zullen presteren. Want wat Morsi ook vertelt over democratie en dergelijke, en wat bij sommigen erin gaat als gesneden brood, hij gelooft het niet. Als theoloog en nog meer als Egyptische christen kent hij de islam grondig, met alle tactieken en valstrikken. Volgens hem is de islam onverenigbaar met de democratie. Ja, de man is niet politiek-correct.
Hieronder de transcriptie en de vertaling, maar eerst een paar termen die Boulad zomaar gebruikt:

Ulema ( علماء; meervoud van عالِم Ālim “geleerde”)
Tafsīr ( تفسير‎ “interpretatie”)
Taqiyya ( التقية “vrees, verdediging”)
Muʿtazilah ( المعتزلة‎ “isolationisten”)
Ijtihād ( اِجْتِهاد “denkoefening”)



Comment qualifier politiquement le fondamentalisme musulman en Egypte aujourd’hui ?
Le fondamentalisme musulman se veut être un retour aux sources de l’islam, c’est-à-dire à l’islam médinois, qui a été l’islam reconnu, accepté par les ulémas de toutes les confessions de l’islam sunnite et qui est en train de gagner le monde entier à travers la Confrérie des Frères musulmans.

Le monde entier, c’est-à-dire le monde arabo-musulman, ou l’ensemble du monde ?
Le monde arabo-musulman dans une première étape, l’Europe dans une deuxième étape, le Canada et les Etats-Unis dans une troisième étape, et puis le reste. En d’autres termes, le plan des Frères musulmans et des islamistes de façon plus large, est une reconquête du monde, ou une conquête du monde à l’islam.

Cette conquête, elle passe par une régression, par quelque chose finalement de réactionnaire sur un certain nombre de principes, ou bien est-ce que c’est un islam nouveau ?
Non ce n’est pas un islam nouveau, c’est l’islam le plus pur, le plus traditionnel qui soit…

Le plus pur c’est ambigu comme terme.
Le plus pur, c’est-à-dire tel que l’islam s’est défini au dixième siècle, en refusant trois principes fondamentaux: que le coran est incréé, et non créé, alors que les philosophes de l’époque, les mutazilites, avaient opté pour un coran créé; deuxième option, que les versets médinois qui sont des versets appelant à la guerre à la violence et à l’intolérance, remplacent les versets mecquois, qui étaient des versets mystiques et religieux et ouverts.

Là, ça veut dire par exemple que les musulmans au pouvoir en Egypte sont pour la première option de ce que vous venez de dire, c’est-à-dire qu’il y a cette interprétation [absolument...], on va dire violente, des effets du coran?
Fondamentalement. Fondamentalement, mais comme en islam il y a le principe de la taqiyya, la taqiyya c’est cette technique ou cette stratégie de mensonge, de duplicité, pour tromper l’autre si c’est pour le bien de l’islam. Et donc, c’est non seulement un droit, c’est un devoir pour tout musulman, pour atteindre son but, qui est l’islamisation du monde, de mentir, de tromper l’autre, et ceci en toute, en toute impunité si je puis dire.

Et ça veut dire donc que pour vous il n’y a pas d’islam qui puisse s’accommoder de la démocratie? On pense souvent à la Turquie quand on dit cela. Est-ce que c’est une vue de l’esprit?
C’est une vue de l’esprit. L’islam, l’islam turque est provisoirement, disons tolérant, ouvert, mais, il y a incompatibilité totale entre islam et démocratie, incompatibilité totale entre islam et laïcité. Et les musulmans qui sont pour la démocratie et la laïcité, trahissent l’islam, tel que le proclament les fondamentalistes.

Mais en même temps ils restent musulmans profondément, quand même.
Ils restent musulmans, mais ce n’est pas l’islam orthodoxe. C’est un islam à la sauce, moderne. C’est peut-être le seul compatible avec la modernité, mais lorsque, c’est là que l’islam est dans l’impasse. J’avais comme titre de conférence l’année dernière: «L’islam peut-il se réformer sans se dénaturer?» L’islam peut-il se moderniser sans se dénaturer? Je mets ça sous forme de question, mais pour moi la réponse est: il ne peut pas. Il ne peut pas demeurer islam sans se dénaturer.

Donc ce que vous dites, c’est que finalement l’islam originellement a dans ses entrailles, le fondamentalisme que l’on connaît aujourd’hui?
Absolument.

Et qu’il n’y a pas d’exceptions?
Il y a des exceptions, mais qui sont des dérives par rapport à l’islam qui s’est toujours voulu ce que je viens de dire. Le combat se joue au dixième siècle à peu près, n’est-ce pas. Donc je vous disais: coran incréé donc intouchable, deuxièmement versets médinois remplacent, abrogent les mecquois. Et troisième option: interdit de réfléchir après le dixième siècle, c'est ce qu’on appelle la fermeture de la porte de l’ijtihād. Et tous les musulmans intellectuels qui ont tenté une réforme de l’islam, se sont faits 
eux assassinés, ou mis à l’écart, ou condamnés. Dont nous avons un grand nombre de cas. 

L’occident face à cela, vous trouvez qu’il se comporte en instance critique, ou bien craintive, ou bien est-ce qu’il y a la réparation d’un complexe colonial vis-à-vis d’anciens territoires, ou on accepterait l’islamisme au nom de la différence ou du respect à la différence des peuples?
L’occident a un complexe de culpabilité par rapport au passé et cherche à racheter cela. Et dès que, au nom de ses propres principes de démocratie et de liberté il combat l’islamisme, il se fait taxer d’islamophobie. L’islamophobie, c’est la nouvelle arme des Frères musulmans actuellement en occident, pour pénétrer comme dans du gâteau, n’est-ce pas. Et à mon avis, à mon avis l’occident est d’une naïveté monumentale, par rapport à ce qui se passe actuellement. Cette infiltration progressive de l’islam en occident, qui est un plan clair comme le jour, mais que beaucoup ne veulent pas voir, pour ne pas se faire traiter…

Comment est-il si clair ce plan? Parce que, au fond vous êtes en train de me décrire un mouvement de type fascisant, le fascisme vert. C’est un peu ça que vous me décrivez.
Absolument. Mais, allez écouter les discours dans les mosquées le vendredi à travers tout le monde arabe et musulman. Écoutez ! Écoutez ce qu’ils disent, n’est-ce pas. N’écoutez pas ce qu’on vous dit autour de tables rondes à Paris ou à Washington, n’est-ce pas. Écoutez ce qu’ils disent. Ils disent: notre projet est de conquérir le monde par tous les moyens, n’est-ce pas, et les occidentaux sont assez gentils, assez naïfs pour croire les propos que nous leur tenons. C’est pour ça que le discours de Morsi en ce moment, disant, on aura… je suis le chef de tous les Égyptiens, ne craignez rien, démocratie, laïcité… mais c’est pas possible, ça ne va pas ensemble, n’est-ce pas.

C’est inconsubstantiel finalement, vous dites.* De manière intrinsèque l’islam n’est pas perméable à une forme de modernité qui est la démocratie.
Non.

Absolument pas ?
Non. L’islam tel qu’il s’est choisi, tel qu’il s’est voulu. Qu’il y ait des musulmans qui pensent comme ça, par exemple un Abdennour Bidar, ou [xxx], ou d’autres, n’est-ce pas, qui, qui veulent promouvoir l’islam moderne, l’islam démocratique, l’islam républicain: ils sont de bonne foi, et ils voient que c’est la seule issue, la seule possibilité. Mais ils se font condamner par les autres. Et qui a raison? Mais, ce sont les autres, qui disent : tu n’es pas fidèle aux principes de l’islam.

Euh, alors, je parlais de l’occident. Il y a deux attitudes, il y a une attitude une précédente qui consistait finalement à ne pas remettre en cause des régimes autocratiques, despotiques, par la peur justement de l’islamisme, et maintenant vous craignez que l’on soit trop tolérant, trop laxiste vis-à-vis de l’islamisme tel qu’il se présente aujourd’hui?
Peut-être c’est la seule issue pour que l’islamisme fasse tomber le masque n’est-ce pas. Peut-être que, il faut qu’il passe par la prise de pouvoir, et montre son incapacité à gérer une société avec sa charia, qui n’a aucune réponse à apporter aux problèmes contemporains, pour que finalement on se dise, bon, voyez. Mais, la preuve c’est en Égypte-même. Le passage… ils ont perdu cinquante pourcent de leurs voix, entre les législatives et le présidentielles.

Et ça, vous dites, c’est le résultat de l’usure déjà, du pouvoir?
Non, c’est le résultat du fait que les Égyptiens ont démasqué ces islamistes en disant : ils nous mentent. Et leurs pseudo-solutions ne sont pas des solutions. C’est pour ça qu’ils ont perdu une crédibilité considérable entre les législatives et le présidentielles. Par conséquent moi je pense que, d’une certaine manière l’accession de Morsi à la présidence est une bonne chose. Pourquoi? Parce que elle va permettre de voir au jour ces gens-là, dans leur absence de solutions à des problèmes réels concrets.

Donc, bas le masques !
Oui, bas les masques, et montrez-nous ce que vous pouvez faire. Heu, c’est pour ça finalement que j’étais assez content de la victoire de Morsi, parce que la victoire de Shafik aurait amené une guerre civile pratiquement, des massacres, des, des, bon. Maintenant montre ! Tu voulais le pouvoir, tu as le pouvoir. Montre-nous ce que tu sais faire. Alors, on verra. Évidemment nous sommes dans l’incertitude totale, mais au moins les choses sont claires, et on va vers un examen, un test de vérité, ce que j’appellerais.

Est-ce que il y a une alternative à ce fondamentalisme? Une alternative politique je veux dire, aujourd’hui en Égypte.
Non. Non, la démocratie n’est pas une alternative parce qu’elle est refusée par les autres. Ils vont s’accrocher, ils vont lutter, ils seront jetés en prison, ils seront torturés, mais ils continueront leur combat. Ce sont des irréductibles, les islamistes sont des irréductibles. Appelez ça Frères musulmans ou salafistes, c’est du pareil au même, n’est-ce pas. C’est-à-dire que, c’est une chose, ils sont, c’est un fascisme, c'est-à-dire, une idéologie totalitaire, n’est-ce pas, qui refuse toute autre alternative et tout autre perspective, autre que la leur. Alors, euh, et l’occident, l’occident est très mal armé pour faire face, parce que, il ne veut pas écouter d’autre voix que la sienne. Nous, chrétiens d’orient qui ont vécu ça, moi en 1860 mon grand-père a échappé à un massacre de vingt mille chrétiens à Damas. Bon. Nous avons ça dans notre chair. J’ai rencontré encore ces derniers jours deux anciens, deux arméniens qui ont échappé au génocide. Celui qui a vécu une réalité, peut en parler en connaissance de cause. En occident, nous sommes en des catégories abstraites, et dans un politiquement correcte qui est en train de vous tuer.

* (in)consubstantiel: de journalist gebruikt een term uit de theologie (zowel katholiek als protestants), waarmee de eenheid van de Drievuldigheid wordt aangeduid, of de gelijktijdige aanwezigheid in brood en wijn, van het lichaam en bloed van Christus: wezenseen.


Waar kunnen we politiek gesproken het moslimfundamentalisme vandaag in Egypte plaatsen?

Het moslimfundamentalisme wil een terugkeer zijn naar de bronnen van de islam, dus de islam van Medina, die ook de islam is die erkend en geaccepteerd wordt door de oelema van alle strekkingen in de soennitische islam, die met de Moslimbroederschap bezig is om de hele wereld te veroveren.

De hele wereld, bedoelt u dan de Arabisch-mohammedaanse wereld, of de wereld in zijn geheel?
In een eerste fase de Arabisch-mohammedaanse wereld, Europa in een tweede fase, Canada en de Verenigde Staten in een derde, en vervolgens de rest. Anders gezegd, het plan van de Moslimbroeders en meer algemeen van de islamisten, is een herovering van de wereld, of een verovering van de wereld voor de islam.

Die verovering, gaat die gepaard met een regressie, met een uiteindelijk reactionaire houding
wat betreft een aantal principes, of is het een nieuwe islam?
Nee, het is geen nieuwe islam, het is de meest pure, de meest traditionele islam die er is…

De meest pure is een ambigue term.
De meest pure betekent, de islam zoals hij zichzelf heeft gedefinieerd in de Xde eeuw, door drie fundamentele principes af te wijzen: dat de koran ongeschapen is, en dus niet gecreëerd werd, terwijl de filosofen van die tijd, de mutazilieten, het bij een gecreëerde koran hielden; tweede keuze: dat de verzen van Medina, die tot oorlog, geweld en onverdraagzaamheid oproepen, de Mekkaanse verzen zouden vervangen, verzen van mystieke en religieuze, ruimdenkende aard.

Dat betekent dus bijvoorbeeld dat de moslims die in Egypte aan de macht zijn, gekozen hebben voor die eerste visie zoals u die daarnet noemde, en dat met andere woorden die interpretatie geldt die [absoluut…], laten we zeggen een gewelddadig effect aan de koran toemeet?
Geheel en al. Geheel en al, maar de islam kent nu eenmaal een principe dat taqiyya heet, en taqiyya is die techniek of strategie van leugen en dubbelzinnigheid, om de ander te bedriegen, als het maar voor het heil van de islam gebeurt. Dat is niet enkel een recht, het is voor elke muzelman een plicht, en dit in complete, totale straffeloosheid om het zo te zeggen.

En dat betekent dus, dat er voor u geen islam kan bestaan die zich in de democratie zou kunnen vinden? Wie dat volhoudt denkt vaak aan Turkije. Is dat een zinsbegoocheling?
Het is een zinsbegoocheling. De islam, de Turkse islam is voorlopig, laten we zeggen tolerant, open, maar er is een totale onverenigbaarheid tussen islam en democratie, een totale onverenigbaarheid tussen islam en de lekenstaat. En de moslims die voor de democratie en voor de lekenstaat zijn, verraden de islam, zoals die door de fundamentalisten wordt verkondigd.

Maar tegelijk blijven ze in hun binnenste toch wel moslims?
Zij blijven moslims, maar dat is geen orthodoxe islam. Het is een islam met een modern sausje. Misschien is het de enige die compatibel is met de moderniteit, maar net daar zit de islam in een doodlopend steegje. Vorig jaar gaf ik een lezing met de titel: “Kan de islam zichzelf hervormen zonder zijn ware aard aan te tasten?” Kan de islam zichzelf moderniseren zonder zijn ware aard aan te tasten? Ik zet dat in vraagvorm, maar voor mij is het antwoord: dat kan hij niet. Hij kan geen islam blijven en tegelijk zijn ware aard aantasten.

Wat u hiermee zegt, is dat per slot van rekening de islam al van bij de aanvang het fundamentalisme in zich draagt, zoals wij het vandaag kennen?
Absoluut.

En uitzonderingen zijn er niet?
Er zijn uitzonderingen, maar dat zijn afwijkingen van de islam, zoals die zichzelf altijd heeft gezien, zoals ik net heb gezegd. De strijd speelt in de tiende eeuw ongeveer, nietwaar. Zoals ik u zei: niet gecreëerde en dus onaanraakbare koran, ten tweede de medinese verzen vervangen de mekkaanse en heffen die op. En de derde keuzerichting: verbod op het kritisch denken zelf, na de tiende eeuw, hetgeen men “de sluiting van de poort van de Ijtihād” noemt. En alle moslims die een hervorming van de islam hebben nagestreefd, zijn ofwel vermoord of opzijgezet, of veroordeeld. Daar is een groot aantal gevallen van bekend.

En het Westen hierbij: vindt u dat het zich als een kritische instantie gedraagt, of bangelijk, of nog dat het gaat om herstelgedrag vanwege een koloniaal complex ten aanzien van vroegere landsdelen, waar men het islamisme wel zou accepteren, in naam van de verscheidenheid, of het respect voor verscheidenheid onder de volkeren?
Het Westen heeft een schuldcomplex over het verleden en wil dat afkopen. En zodra het in naam van zijn eigen principes van democratie en vrijheid het islamisme bestrijdt, wordt dat als islamofobie bestempeld. In het Westen is islamofobie nu het nieuwe wapen van de Moslimbroeders, dat als een mes door de boter gaat, nietwaar. Volgens mij, volgens mij is het Westen reusachtig naïef wat betreft de dingen die er nu omgaan. Die voortschrijdende infiltratie van de islam in het Westen, volgens een plan dat zo helder is als het zonlicht, maar dat velen niet wensen te zien, om niet door te gaan voor…

Hoezo, een plan dat zo helder is? Want in wezen bent u me hier een beweging aan het beschrijven die naar fascisme zweemt, het groene fascisme. Dat is toch ongeveer wat u me beschrijft?
Absoluut. Maar gaat u toch eens luisteren naar de preken in de moskeeën de vrijdag, in heel de Arabische en muzelmaanse wereld. Luister! Luister naar wat ze zeggen, nietwaar. Luister niet naar wat men u vertelt tijdens rondetafelgesprekken in Parijs of Washington alstublieft. Luister naar wat ze zeggen. Zij zeggen: ons project is het, de wereld te veroveren met alle middelen, nietwaar, en de Westerlingen zijn geschikt genoeg, naïef genoeg om de praatjes te geloven die wij hen opdissen. Daarom dat het discours van Morsi, als hij zegt: er komt… ik ben de leider van alle Egyptenaren, vrees niet, democratie, lekenstaat… maar dat houdt geen steek, dat gaat niet samen, toch?

Het is per slot niet consubstantieel, zegt u. Intrinsiek is de islam ondoordringbaar voor een vorm van moderniteit zoals de democratie.
Inderdaad niet.

Absoluut niet?
Nee. Niet de islam zoals hij zichzelf wil zien, en zich heeft gewild. Dat er moslims zijn die er anders over denken, een Abdennour Bidar bijvoorbeeld, of [xxx], of nog anderen nietwaar die de moderne islam willen bevorderen, de democratische, republikeinse islam: zij zijn te goeder trouw, en zij zien in dat het de enige uitweg is, de enige mogelijkheid. Maar zij worden door de anderen veroordeeld. En wie heeft er gelijk? Wel, dat zijn die anderen, die zeggen: je bent de principes van de islam ontrouw.

Euh, goed, ik had het over het Westen. Er komen twee houdingen voor, de vroegere houding die er tenslotte in bestond dat wij geen been zagen in autocratische, despotische regimes, juist door de angst voor het islamisme, en nu vreest u dat we te tolerant zijn geworden, te laks ten overstaan van het islamisme zoals het zich vandaag voordoet?
Misschien is dit de enige mogelijkheid om het islamisme zijn masker te laten afwerpen, niet? Ziet u, misschien dat het langs deze weg van een machtsovername moet gaan, en dan zijn onbekwaamheid laat zien om een samenleving te beheren met zijn sharia, die geen enkel antwoord te bieden heeft op de problemen van vandaag, zodat we tenslotte zeggen, welletjes nu. Maar de echte proef komt er in Egypte zelf. De machtswissel …ze hebben vijftig procent van hun stemmen verloren tussen de wetgevende en de presidentiele verkiezingen.

En dat, zegt u, is nu al het resultaat van de sleet die machtsuitoefening meebrengt?
Nee, dat resultaat kwam er doordat de Egyptenaren die islamisten ontmaskerd hebben en zegden: ze beliegen ons. En hun pseudo-oplossingen zijn geen oplossingen. Daarom zijn ze een groot stuk van hun geloofwaardigheid kwijtgeraakt tussen de wetgevende en de presidentiele verkiezingen. Bijgevolg denk ik dat het in zekere zin een goede zaak is dat Morsi het presidentschap heeft gehaald. Waarom? Omdat dit zal toelaten die mensen duidelijk te zien, in hun onmacht om oplossingen te bieden voor echte concrete problemen.

De maskers af dus!
Ja, de maskers af, en laat ons maar eens zien wat je kunt. Kijk, ook daarom tenslotte kon ik mij met de overwinning van Morsi wel vinden, want een overwinning van Shafik zou in de praktijk een burgeroorlog hebben meegebracht, slachtingen, en , en …ach. Laat nu maar zien! Je hebt de macht gewild, je hebt de macht nu. Laat ons eens zien wat je kunt. Zodus, we zullen zien. Natuurlijk, de onzekerheid is totaal, maar er is tenminste duidelijkheid, en we krijgen nu een toets, een lakmoesproef zou ik willen zeggen.

Is er een alternatief voor dit fundamentalisme? Een politiek alternatief bedoel ik, in het huidige Egypte?
Nee. Nee, de democratie is geen alternatief, want de anderen weigeren die. Zij zullen zich vastklinken, zij zullen vechten, zij zullen in de gevangenis geworpen worden, zij zullen gefolterd worden, maar hun strijd zullen zij verderzetten. Onverzettelijk zijn ze, de islamisten zijn onverzettelijk. Noem ze Moslimbroeders of salafisten, dat is één pot nat ziet u. Ik bedoel maar, dat is een en hetzelfde, het is een fascisme, het is te zeggen een totalitaire ideologie die elk alternatief, elk perspectief afwijst dat verschilt van het hunne.
En dan het Westen. Het Westen is heel slecht gewapend om hieraan het hoofd te bieden, want het wil naar geen andere dan naar zijn eigen stem luisteren. Wij, christenen van het Oosten hebben het meegemaakt, zoals in mijn geval mijn grootvader die in 1860 is ontkomen aan de slachting van twintigduizend christenen in Damascus. Ach, het zit in ons lijf. Laatst zag ik twee oud-strijders, twee Armeniërs die aan de genocide waren ontsnapt. Hij die het in werkelijkheid heeft meegemaakt, kan met kennis van zaken spreken. In het Westen blijft het bij abstracte categorieën, en bij een politieke correctheid, die bezig is u te doden.

.

Labels: , , , , , , , ,

Read more...

23 augustus 2012

Een romantische autobiografie over China



In elke rivier schijnt een maan (Chinese titel: Qian jiang you shui qian jiang yue) is een soort dubbel-autobiografie van VRT-journaliste Veerle de Vos, die ooit Engels doceerde in Wuhan, en van haar Chinese vriendin (en ooit gids en collega) Zhang Luwei. Ze speelt zich af tegen de achtergrond van de langzame opening van China in de vroege jaren ’90.

De afwisselende hoofdstukken door de gastprof en haar Chinese vriendin zijn een goed idee. De tekst leest lekker weg, de lezer verveelt zich niet en wil het vervolg weten. De hoofdstukken die Zhang Luwei schrijft, hebben een Chinees spreekwoord als titel, en de andere hoofdstukken bevatten er ook een aantal. We krijgen een voorbeeld van hoe concrete mensen door de tijdsomstandigheden gekneed worden.

Er staan weinig tot geen fouten in dit boek, al wordt met“Witrussen op de vlucht voor de Revolutie” (p.54) wellicht “Witte Russen”bedoeld, d.w.z. tsaristen, contrarevolutionairen. Wit is in de Chinese elementenleer de kleur van het westen, en werd als zodanig in Rusland door de Mongolen gebruikt, vandaar “Witrussen” voor “westelijke Russen”.

We leren hier wel wat over de Chinese Volksrepubliek. De oude generatie heeft als achtergrond het maoïsme en de Culturele Revolutie, waarin je je leven niet zeker was als je een verkeerde naam had, tot een“bourgeois”-familie behoorde, of gewoon uit de gratie lag bij de partij of één van haar plaatselijke tenoren. Voor de hoofdpersonages is dat echter een herinnering uit de kinderjaren, zij maken vooral de voorzichtige opening onder Deng Xiaoping mee. De democratiebeweging van eind jaren ’80 beroert ook hun campus, al slaagt de regering er goed in om de herinnering daaraan te doen vervagen. We noteren dat de repressie in dit boek de vorm aanneemt van overplaatsing of demotie, niet van een strafkamp of zelfs de doodstraf. De politieke idealen zijn er meteen daarna vervangen door een economisch gebod, nl. van snel rijk te worden. En dat hebben de Chinezen sindsdien gedaan.

Beklemmend voor de westerling is de rol die de overheid in het leven van concrete Chinezen speelde en in zekere mate nog speelt. Zo moet het Chinese hoofdpersonage haar grote liefde laten gaan omdat de regering beslist heeft dat zij op de campus in Wuhan moet blijven, terwijl hij verplicht is, zijn ouders op migratie naar Japan te volgen. Ja, nu is het meer de overheid, maar in oude tijden speelde de familie met haar vele verplichtingen en verlangens dezelfde vrijheidsbeperkende rol. Met Chinees flegma legt de hoofdfiguur zich neer bij het onvermijdelijke en maakt ze het beste van haar leven.

Zij trouwt uiteindelijk met een partijman, die moeizaam maar zeker carrière maakt. Dat hij daarom veel het huis uit is, blijkt maar goed te zijn, want het is de grote liefde niet. Maar blijkbaar houdt de hoofdfiguur zich verder gedeisd, ze heeft alleszins geen hoge dunk van de huizenhoge verliefdheid (gevolg door een jaren durende depressie) bij haar beste vriendin. Als we het verhaal moeten geloven, is partijlidmaatschap en kritiek op het systeem verenigbaar; maar hier houden we het voorlopig op “als”.


Engels

Wat hier echter stoort, is de klemtoon op het belang van het Engels, “de taal van de toekomst”. Het boek is zwijgzaam over de vorming van de Vlaamse auteur, er wordt alleen gezegd dat ze nu voor de VRT werkt. Uit het feit dat ze in China was om op een universiteit Engels te onderwijzen, laat zich afleiden dat het Germaanse of iets dergelijks was. En te vermoeden valt dat de gesprekken waarop dit boek gebouwd is, in het Engels gevoerd zijn; ook die met het Chinese hoofdpersonage, kleine Zhang (of juister de koosnaam“Zhangske”), die met de auteur in aanraking kwam dankzij haar kennis van het Engels, en die uiteindelijk buiten China is gaan werken.

Al goed, ik heb een diploma Sinologie maar ik schrijf vooral in het Engels, wij hebben daar nu eenmaal een voorsprong in, en zelfs onder Vlaamse sinologen ken ik er maar weinig die beter Chinees dan Engels beheersen. Als student reeds schreef ik in het studentenblad Veto tegen de verengelsing van het hoger onderwijs terwijl ik aan de Permanente Onderwijscommissie Oriëntalistiek toestemming vroeg om mijn thesis in het Engels te schrijven, ondermeer met het oog op publicatie. Ik ken het nut van het Engels, en alle argumenten die voorstanders van die taal gebruiken. Maar hoewel ikzelf bij de verengelsing van mijn Alma Mater of van andere landen alleen persoonlijk voordeel kan hebben, pleit ik daartegen.

Ondermeer omdat het Engels niet alleen zichzelf als taal meebrengt, maar ook een hele culturele bagage. Dat wordt door voorstanders van meer Engels trouwens toegegeven: zij prijzen bv. de rijkdom van de Engelse literatuur aan, net alsof zij de verschillende nationale literaturen gelezen hebben en na vergelijking de Engelse hebben uitgekozen. In werkelijkheid hebben zij alleen de Engelse literatuur gelezen (en misschien de Nederlandse, maar die kan daar inderdaad niet aan tippen) en projecteren zij hun eigen beperktheid op de wereld. In ieder geval, Engels is niet alleen een medium, het is ook Shakespeare, Hollywood en de Wall Street Journal, het is drager van een specifieke beschaving.

En die rol speelt het bij uitstek in China. Engels is er de taal van individualisme en consumentisme, van de mensenrechten en van het christendom. Inderdaad, de Vlaamse schrijfster vermeldt van enkele Amerikaanse collega’s dat ze in het geniep aan zieltjeswinnerij doen, overigens geholpen door de andere connotaties van het Engels voor de inheemse kandidaat-bekeerlingen. In de hele Derde Wereld profiteren zendelingen van de associatie van het Engels met moderniteit, net zoals zij vijftienhonderd jaar geleden in onze streken profiteerden van de associatie van het Latijn met vooruitgang, stenen huizenbouw en organisatietalent. De Kerken gebruiken eigenlijk de onwetendheid van de massa’s omtrent de kerkelijke tegenstand tegen de democratie en de (Revolutionaire) mensenrechten. De landsvader president Sun Yat-sen en diens schoonbroer president Tsjiang Kai-sjek waren christelijke bekeerlingen. Missiescholen en bekering tot het christendom golden in de Chinese Republiek als “cool”, en dat is nu bij de Chinese oppositiebeweging opnieuw het geval. (p.93)

Daarnaast staat het Engels voor de zo begeerde democratie en mensenrechten, zoals belichaamd in het gebruik van het Vrijheidsbeeld door de pro-democratie studenten op Tiananmen. Dat is de hoofdreden waarom vele Chinezen zich tegen de studenten keerden: zij zagen hen als een vijfde kolonne van de Amerikanen.

De juiste, ook de soft-marxistische houding bestaat erin, bronnen voor de democratische gedachte aan te boren in het eigen culturele erfgoed. Dat ligt minder voor de hand in het sinds lang autoritair bestuurde China dan in Afrika met zijn palaver of in het zeer gedecentraliseerde India, dat oudtijds zelfs heel wat republieken kende. Toch werken Chinese denkers eraan, bv. met Confucius’ goedkeuring van rebellie tegen een vorst die zijn plichten niet nakwam. Daar is in dit boek echter niets van terug te vinden, de opgang van democratie en mensenrechten wordt gelijkgesteld met verwestersing en verengelsing. Keer op keer worden individualisme en creativiteit gelijk gesteld met het Westen. Net alsof China altijd communistisch geweest is.


Veerle de Vos & Zhang Luwei: In elke rivier schijnt de maan. Over verlangen en verandering in China, Lannoo,2012, blz., ISBN .

Labels: , , ,

Read more...

Rik Van Cauwelaert over Jules Destrée (vpmc)

.

In dit audiofragment, uit het Radio1-programma Touché van deze middag, praat Friedl' Lesage met Rik Van Cauwelaert over de figuur van Destrée, en over diens brief aan Albert, brief die na honderd jaar voor het eerst in zijn geheel vertaald zal te lezen zijn in het boek «Ils nous ont pris la Flandre» Waals socialisme en Belgische illusies.Van Jules Destrée tot Elio di Rupo. Dit boek verschijnt eerdaags bij Pelckmans.

.

Labels: , , , , , ,

Read more...

19 augustus 2012

Wankelt Europa?



Op de EU-feestdag, 9 mei, stelden Wim Van Rooy, Remi Hauman en Sam Van Rooy in een commissiezaal van het Europees Parlement het door hen geredigeerde boek voor: Europa Wankelt. De ontvoering van Europa door de EU. Frits Bolkestein luisterde er vanuit het publiek een gezelschap op dat hoofdzakelijk uit VB’ers, LDD’ers en Nederlandse PVV’ers bestond.

Over de auteurs nog het volgende. De meesten zijn in hun vakgebied zeer bekend: historici John Laughland, Christophe Buffin de Chosal, Bat Ye’or en Robert Conquest, dissidenten Pavel Stroilov en Vladimir Bukovsky, schrijvers Benno Barnard en Luc Devoldere, juristen Matthias Storme en Thierry Baudet, enzovoort. Onder de redacteuren is Remi Hautman een verdienstelijk islamoloog en Arabisch vertaler, wat ondermeer te zien is aan de zurige reacties van multiculturalisten. Wim Van Rooy, gevorderd vrijmetselaar, was ondermeer radiomaker, kabinetslid van Luc Vandenbossche en schooldirecteur. Zijn zoon, oud-wielrenner en oud-romancier Sam Van Rooy, is ingenieur maar geraakt door zijn politieke kleur in dat knelpuntberoep niet aan de bak. Hij raakte bekend door zijn redactie (met zijn vader) van het lijvige boek De Islam. Essays over een politieke religie. Dit belangrijke boek, en zijn belangrijke rol daarin, trok meteen de aandacht van de Nederlandse partijleider Geert Wilders, en hij ging aan de slag op diens studiedienst. Helaas plaatste hij, met zijn temperamentvol jong bloed, een filmpje van boerqa-dragende vrouwen op het internet, met daarbij zijn benoeming van die vrouwen tot “tuig”. Dat was voor Wilders niet de boodschap die zijn partij wilde uitsturen, en hij werd geschorst en uiteindelijk ontslagen. Van armoede zocht en vond hij dan onderdak bij het VB, waar hij op flamboyante wijze een gezicht geeft aan de anti-islamcampagne van die partij.

Het voorwoord is door een UKIP-lid van het EP, Nigel Farrage, de man die beroemd werd toen hij aan natte dweil Herman Van Rompuy vroeg: “Who are you?” Inderdaad, terwijl de EU aan de Arabische landen en China de les leest over de democratie, kiest ze als eerste president in een achterkamertje een grijze muis die niemand kent, zeker de Europese kiezer niet. Farrage wees er in zijn welkomstrede op dat de euroskeptici niet anti-Europees zijn maar wel kritische vragen hebben bij de EU-instellingen, wat allerminst hetzelfde is.



Europa is niet de EU

Inderdaad, Europa is niet de EU. Je kan gerust pro-Europees zijn en toch je twijfels hebben bij de huidige constructie. Het Avondland bestond al lang vóór deze confederatie en zal nog lang nadien bestaan. Zoals de Griekse beschaving al lang bestaan heeft en nog een kans heeft om voort te bestaan, pace Karel De Gucht, als Griekenland de eurozone zou verlaten.

Dat brengt ons bij het financiële luik, naar de actualiteit gekatapulteerd door de eurocrisis. Het is interessant om zien hoe het Brussels bestel het Griekse lidmaatschap blijft verdedigen terwijl de Grieken zelf voor een beleid kiezen dat de wederinvoering van de drachme (annex de mogelijkheid om soeverein hun munt te devalueren) vereist. Steeds meer autoriteiten menen dat het voor de Grieken het beste zou zijn als ze hun eigen financieel beleid kunnen bepalen, los van de eurozone. Zeker de deelnemers aan dit boekproject hebben hun twijfels bij een gemeenschappelijke munt die niet door een gemeenschappelijk economisch en budgettair beleid gedragen wordt. Even het geheugen opfrissen: toen Helmut Kohl beide Duitslanden wist te herenigen, eiste de Franse president Mitterrand van hem dat hij de sterke D-mark zou laten opgaan in een gemeenschappelijke munt, zodat Frankrijk controle kon uitoefenen over het Duitse monetaire beleid. In dat politieke revanchisme ligt de oorsprong van de euro. Duitsland, daarin gevolgd door enkele noordelijke lidstaten, speelde het spel eerlijk en paste zijn economisch beleid drastisch aan; de zuidelijke landen deden dat niet, en de gevolgen zijn tien jaar later heel duidelijk.

Daarnaast is er de politiek-juridische rol van de EU in de ondermijning van de volkswil. Europese rechtbanken gaan altijd verder in het usurperen van bevoegdheden die de nationale wetgevers en rechtbanken toekomt.  Als voorvechters van multiculturalisme en open grenzen bepalen zij steeds meer het migratiebeleid. In de Brusselse rand ondervinden wij regelmatig hun anti-nationalistisch en anti-Vlaams beleid.

Dit boek is een pleidooi voor democratie. Het stelt zich teweer tegen de moloch van de dictatoriale EU-instellingen, tegen het Europa van wildemannen als Guy Verhofstadt en Daniël Cohn-Bendit die de eenmaking willen opleggen. Sommigen in de EU-top beginnen het gebrek aan democratie te beseffen, getuige bv. het voorstel van Jean-Claude Trichet, oud-voorzitter van de Europese Centrale Bank, om een soort overheidsdienst voor de eurozone te vestigen, als aanspreekpunt voor het EP een bron van grotere democratische legitimiteit. Maar dat is allemaal te weinig en te laat, er is een grondiger democratisering van de EU nodig wil zij voor de Europeanen echt een vaderland zijn.





Transfers

Thans blijkt hoezeer Paul Beliën gelijk had toen hij in zijn boek A Throne in Belgium voorspelde dat België als model zou dienen voor de EU. De euro-crisis is niets anders dan de verbelgisching van de EU, een opgedrongen “solidariteit” van de mieren met de krekels. Zoals men België kan splitsen in Vlaanderen tegen Wallonië, zo spreekt men over een gespletenheid van de EU in een noordelijke neurozone en een zuidelijke Club Méditerranée.

Nu EU-lid Finland openlijk de eurozone in vraag stelt (na andere bevriende instellingen zoals de Zwitserse Nationale Bank), moet Vlaanderen zich dringend bezinnen over de vraag of wij bij de “neuro” willen horen. Met België zal dat alleszins niet kunnen. Hoewel De Morgen al zegebulletins de wereld had ingestuurd over welk degelijk economisch werk de regering van Elio di Rupo levert, blijkt nu dat de Belgische economie ernstig krimpt en EU-locomotief Duitsland moet lossen. Opdat Vlaanderen en Wallonië elk het beleid kunnen voeren dat op hun noden afgestemd is, moet de Belgische staat dringend gesplitst worden.





Wim Van Rooy, Sam Van Rooy, Remi Hauman: Europa wankelt. De ontvoering van Europa door de EU, Van Halewyck, Leuven 2012, 415 pp., ISBN 978 94 6131 083 5.


Labels: , , , , , ,

Read more...

12 augustus 2012

Wordt de N-VA de redder van de Belgische staat?

Op 26 augustus e.k. vindt in het West-Vlaamse Steenstrate aan het Van Raemdonck-monument de elfde editie van de IJzerwake plaats. Meer dan de 11-juli-vieringen, vandaag verworden tot bloempotmomenten van Kris Peeters en andere keuterboeren en tuinkabouters (dixit Bart Laeremans), en door Mark Grammens “het feest van de schaamte” genoemd, is dit jaarlijks IJzerwake-moment dé trefplaats van de radicale Vlaamse beweging geworden. Een sterke bezinningsplek met een uitermate volks karakter. De manier hoe het oorspronkelijke IJzertorenmonument in Diksmuide gekaapt werd door een neo-Belgicistisch conglomeraat, aangevoerd door, o ironie, prof. Bruno De Wever (broer-van), zal ooit nog stof zijn voor historisch onderzoek. Zoals men nu pas toe is aan een wetenschappelijk-objectieve reconstructie van de dynamittering van de eerste IJzertoren door het Belgisch leger.
Feit blijft dat heel het fameuze IJzertestament, een grotendeels ongeschreven geheel van gedachten en emoties rond afkeer van de oorlogsgruwel, vredesutopie, identitair bewustzijn en de eis tot zelfbeschikking, niet los te maken is van een Vlaams-radicale impuls. In die zin is ze zowel pacifistisch als virulent-strijdvaardig.
Die ambiguïteit is uiteraard historisch geconditioneerd. Al in 1918 kwam de Vlaamse beweging tot het inzicht dat er met de Belgische staat niets te beginnen valt. De Frontbeweging brak definitief met de participationistische doctrine, die geloofde in geleidelijke veranderingen en ombouw van het systeem. Onvermijdelijk liep dit radicalisme in de jaren ’30 in het spoor van de collaboratie, waarvoor nadien een hoge prijs is betaald die tot op vandaag zijn sporen nalaat in het politieke landschap, waar radicaal-Vlaams automatisch met “extreem-rechts” wordt gelijkgesteld.

Verbrackisering
Partijpolitiek heeft dit radicaal flamingantisme altijd met zijn maagdelijkheid geworsteld. Hoever kon men gaan in de mars door de Belgische instellingen, zonder besmet te geraken? In de filosofie van de Frontbeweging is elke samenwerking met het Belgisch establishment abject. De geschiedenis heeft dat bevestigd: na Egmont was het eigenlijk afgelopen met de Volksunie. Onderhandelingen blijken zinloos, ze behoren immers tot de essentie van de Belgische compromis-logica die het status-quo nastreeft.
Het Vlaams Blok/later Belang heeft die maagdelijkheid wel consequent weten te behouden, met dank aan het cordon sanitaire, tot de N-VA op de proppen kwam, met een zogenaamd “democratische” variant van het Vlaams-nationalisme, alsof dat van het VB “ondemocratisch” was. Hierdoor liep ze in haar eigen val van wat sommigen de Verbrackisering noemen: uit electoraal opportunisme de boodschap zo laten verwateren dat ze inhoudloos in alle richtingen voortdobbert. Het succes van de N-VA verplichtte die partij immers tactisch tot het matigen van zijn Vlaams-radicalisme én tot het verbanvloeken van het Vlaams Belang, waar het zogezegd een republikeinse missie mee deelt. Zogezegd. Want elke dag neemt de formatie van Bart De Wever, in zijn ijver om de traditionele Vlaamse partijen te kannibaliseren, wat meer afstand van de Vlaamse beweging en zijn anti-Belgische onderstroom.
De transitie van protestpartij tot machtspartij maakt van de N-VA een systeempartij, die gedoemd is om radicalere varianten af te stoten. Een fataal schisma, waar het traditionele middenveld zoals Marnixring, Pro Flandria, de VVB niet aan ontsnapt. Van de Vlaamse VolksBeweging krijgt men, bij monde van het maandblad Doorbraak, ronduit de indruk dat ze het zelf ook niet meer weet en bijgevolg het radicaliteitsdebat verkrampt uit de weg gaat, uit angst om zelf in een existentiële impasse te geraken. Ook het totaal (in alle betekenissen) verouderde en redactioneel muf ruikende Pallieterke probeert de kool en de geit te sparen, en leunt nu eens op de ene, dan op de andere kruk.
De reguliere media anderzijds recupereren het N-VA-verschijnsel en de bijbehorende VB-demonisering met genoegen. Regimekranten zoals De Standaard, die niet ophouden om de partij van Bart De Wever te promoten als dé nieuwe Vlaamse centrumpartij, een epitheton dat ooit de oude CVP sierde. Maar ook Knack-directeur Rik Van Cauwelaert, die onlangs het Vlaams-nationalisme voor dood verklaarde. De vraag is, wat er dan wel in de plaats zou komen. Mogen de eisen tot zelfbestuur opgeborgen worden? Ligt de toekomst van Vlaanderen (terug) in België? 


Restauratie
Ondertussen zorgen de communicerende vaten tussen beide “V-partijen” voor commotie: oud-VB-kiezers (én mandatarissen) die zich tot de N-VA hadden bekeerd, bemerken verbijsterd dat de partij naar het midden opschuift en steeds meer water bij de wijn doet. Het verlangen om na 2012 in zoveel mogelijk schepencolleges te zetelen, noopt Bart De Wever tot salonfähigkeit en het behouden van een directe lijn met het Vlaamse politiek establishment. Op de weide van Steenstrate zal men de N-VA-voorzitter niet tegenkomen,- evenmin als enig ander kopstuk van die partij. Politicoloog Bart Maddens mag het dan wel steevast over de V-partijen hebben en hun gezamenlijk electoraal potentiëel, de realiteit is anders: analist Filip Van Laenen (“De Maddens- hypothese”) beschouwt het schisma als fundamenteel én groeiend. De keuze voor een snelle-groei-strategie verplicht de partij van De Wever op een perverse manier tot ideologische ontmanteling.
Vanaf dan wenkt de restauratie. Eigenlijk is de N-VA het beste wat het Belgisch establishment kon overkomen: een burgerlijk-conservatieve reformpartij die de radicale VB neutraliseert, en alleen de uitwassen van het systeem aanklaagt, niet het systeem zelf. Ze staat op die manier niet zo gek ver af van de Witte Mars en andere opstoten van burgerlijk ongenoegen dat eigenlijk droomt van een gezuiverd Ancien Régime. Ik zie de royalist Pol Marchal ooit nog wel lid van worden van de N-VA, temeer daar het duivelse duo Dutroux-Martin gemakkelijk kan vereenzelvigd worden met het ontspoorde België en zijn groezelige parasitaire subculturen, als onkruid groeiend op de verlaten terrils van het Waalse bekken. Dat De Wever en C° daar nog nooit op gekomen zijn.
Ik begrijp dan ook de viscerale angst niet van de Belgische francofonie en het koningshuis voor de N-VA. Als er één partij is, die de Belgische constructie kan overeind houden, weliswaar mits duchtig vertimmeren, dan is het wel de Nieuw-Vlaamse Alliantie. Het oerconservatisme van De Wever, die telkens weer de revolutie afzweert, laat een duidelijke opening voor dat neo-Belgisch reformisme. Publicaties zoals die van de uit de N-VA-kringen afkomstige Brecht Arnaert (“De Kwantumsprong”) maken openlijk komaf met de onafhankelijkheidsidee, die als “een zwaktebod” (sic) gekarakteriseerd wordt.
Uiteraard, eerlijk is eerlijk: er is vandaag geen meerderheid in Vlaanderen om de weg van de volwaardige staatkundige onafhankelijkheid op te gaan. Net daarom kan een Vlaams-republikeinse partij vandaag enkel een zweep- en drukkingspartij zijn, geen machtspartij. Het gaat er dan niet in eerste instantie om, op korte termijn electoraal te scoren, maar geduldig de publieke opinie te bespelen en mensen te overtuigen.
Anderzijds is de N-VA op langere termijn, zoals ze zich vandaag opstelt, gedoemd om als Vlaamse centrumpartij de lijn Kris Peeters voort te zetten: het zogenaamde confederaal model, met ruimte bevoegdheden voor de regio’s maar altijd weer gegijzeld door de wetten van het Belgische status-quo. Het Vlaamse zit hem voor de rest dan vooral in de Vlaamse kermissen, de protserige retoriek “wat we zelf doen, doen we beter”, en de 11-juli-toespraken (zie hoger). Het Belgische zit hem in de discrete stabiliteit van een bi- (en zelfs multi-)culturele federatie die overigens meer en meer aan Europa wordt vastgeklonken.
Niet toevallig dat de radicaalste partij, het VB, ook als enige de Eurosceptische klok luidt: het voortbestaan van België hangt intern af van de middelpuntzoekende (“staatsdragende”) krachten, maar extern van het Europese verhaal. Omgekeerd geldt evenzeer: het feit dat de Europese constructie op instorten staat, zou wel eens een grotere bedreiging kunnen zijn voor de Belgische constructie, dan het separatisme an sich.


Paringsdans
Conclusie: de kiezer moet in 2012 en 2014 weten waarvoor hij kiest. Bij het Vlaams Belang is dat duidelijk, bij de N-VA veel minder. De tegenstelling tussen het “linkse” Wallonië van Di Rupo en het “centrumrechtse” Vlaanderen van De Wever maakt van Brussel opnieuw de scheidrechter/verzoener, en van het Hof opnieuw de bruggenbouwer zoals Albert II het altijd gedroomd heeft. Filip zal dus, als hij intelligente raadgevers heeft, bij de duivel te biechten moeten gaan en de N-VA opvrijen. Zal Bart De Wever aan die paringsdans weerstaan? Als zijn partij met een tweetalige campagne ook in Brussel doorbreekt (de peilingen wijzen daarop), dan kan hij een redder des vaderlands worden en de nieuwe wonderboy van het Belgisch establishment. De Wetstraat 16 ligt dan binnen handbereik. De Vlaamse republiek kan dan als een fata morgana afgedaan worden (iets wat bv. Kris Peeters nu als stelselmatig doet), een verhaal dat thuishoort in de 19de eeuwse romantiek en niet in de 21ste eeuw.
Aan het Vlaams Belang om daar een radicaal en geloofwaardig alternatief tegenover te stellen: m.a.w. de republikeinse idee sexy maken en het participationisme te ontmaskeren als een doodlopend spoor. België is onze toekomst niét, in geen enkele vorm. We moeten ons niet bezig houden met “systemisch” oplapwerk, er is een paradigmatische wissel nodig, een maatschappelijk, politiek én cultureel breekpunt. Meteen is de marsrichting van die partij voor de komende jaren, en de kernmissie van de volgende VB-voorzitter duidelijk.

Johan Sanctorum

Read more...

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>