17 mei 2012

Beledigen moet kunnen (vpmc)

.
Dat ze in het Verenigd Koninkrijk een achterlijke wet hebben die publieke beledigingen verbiedt, mag niemand verbazen. Journalisten doen daar nu wel lacherig over, maar dat is hypocriet want ongeveer elk Europees land heeft zulke wetten. Vaak zelfs hebben landen een speciale ambtenarij ingericht, die naar eigen inzicht en appreciatie, en zelfs met een soort initiatiefrecht, mag toezien op de naleving ervan. 

Praktisch gesproken levert dat een parallel tribunaal op, van morele en sentimentele aard, naast de gewone, civiele, democratische rechtspraak. 
Je zou, wat de schadelijkheid betreft, misschien kunnen denken aan het effect van een tv-programma, dat bij wijze van spreken de vriendin van een vriendin iets kwalijks zou laten vertellen over een derde, aan wie helemaal niets gevraagd wordt. Voor de civiele rechter kan zoiets gelukkig niet, maar we hebben hier met een soort veralgemeend Sondertribunal te maken, en daar is weinig tegen te beginnen.

Wat anderzijds wél mag verbazen, en ook toegejuicht mag worden, is dat de Engelsen (Britten om precies te zijn) van die wet af willen. Dat is een goede zaak, al was het maar omdat in vele werken van P.G. Wodehouse de publieke belediging, van bijvoorbeeld een politieagent, een grote rol speelt. Bij het voortbestaan van die speciale wet, zouden zijn plots voor de jonge generaties langzamerhand onbegrijpelijk worden. Die beledigingen werden toen ook wel vervolgd, maar zonder speciale wet. 


Goed, eens die wet van de baan zou je in Engeland dan weer onbekommerd kunnen uitroepen dat een bepaalde politieman een mogelijk homoseksueel paard berijdt, of dat Mohammed volgens de canonieke teksten een roverhoofdman en moordenaar was.


Maar de afschaffing van die wet is niet voor morgen, hoor ik op de radio. Het Lagerhuis heeft dringender zaken te doen. Dat is erg voor de Engelsen, maar misschien kunnen wij intussen wel werk maken van iets dergelijks? Dat moet dan wel een beetje beargumenteerd worden, want bij onze medemens, en zeker bij journalisten is de morele verontwaardiging sneller gereed en meestal ook beter ontwikkeld dan het wat abstractere rechtsgevoel. 
Ik wil graag een handje helpen, en stel volgende werktekst voor:


Dat mensen goden en profeten willen aanbidden, al dan niet met gebruik van afgodsbeelden, is hun zaak. Maar anderen moeten de volle vrijheid hebben om daar smalende en lasterlijke opmerkingen over te maken. Natuurlijk is het onaardig om voortdurend gelovigen te pesten, en het is redelijk om iemands lichtgeraaktheid te ontzien, of het nu zijn gedichten, zijn moeder, zijn god, zijn inkomen of zijn oorlogsverleden betreft – maar je mening moet je kunnen zeggen, ook op smalende toon, lichtgeraaktheid of niet.

Karel van het Reve
De Ondergang van het Morgenland
G.A. van Oorschot, Amsterdam 1990, p.198
.

Labels: , , , , , ,

Read more...

9 maart 2012

President Nasser wist nog precies hoe het zat met de sluier, en met de Broeders (vpmc)

.
Ter intentie van de wat hardleerse Jozef De Witte, staat hier een verbluffend YouTube-fragment, met vertaling (ik baseerde me op de Franse ondertitels).  Het gaat om een speech van Gamal Abdel Nasser (1918–1970), die president van Egypte werd in 1956 en dat bleef tot aan zijn dood. Anders dan de grapjas De Witte, wist Nasser dat je de hoofddoek enkel kunt opleggen aan vrouwen, hen dwingen met andere woorden, want uit zichzelf lijken ze er niet happig op:

In 1953 wilden wij echt en eerlijk samenwerken met de moslimbroeders, opdat ze vooruitgang zouden maken op de goede weg. Ik heb de algemeen voorzitter van de moslimbroeders ontmoet en hij maakt zijn wensen kenbaar. Wat vroeg hij?
Allereerst, zei hij me, moet je in Egypte de sluier opleggen, en elke vrouw die op straat komt verplichten zich te bedekken (gelach) …aan elke vrouw op straat. (gelach, rumoer “Dat hij hem zelf draagt!”)
En ik heb hem geantwoord dat zoiets een terugkeer was naar de tijd toen de religie heerste, en men de vrouwen enkel op straat liet als de nacht was ingevallen (gelach).
Voor mij, mijn opvatting is dat elkeen zijn keuzes vrij moet maken…
Hij antwoordde mij: Neen! jij als verantwoordelijke gouverneur moet de beslissing nemen.
Ik heb hem geantwoord: Mijnheer, u hebt een dochter die studeert aan de faculteit geneeskunde, en zij draagt de sluier niet. Waarom verplicht u haar niet hem te dragen? Als u… (gelach,applaus) Als u er niet in slaagt één meisje de sluier te doen dragen, terwijl zij bovendien uw dochter is, hoe wilt u dan dat ik hem door 10 miljoen Egyptische vrouwen doe dragen?

En 1953 nous voulions vraiment, honnêtement collaborer avec les frères musulmans pour qu’ils avancent dans le droit chemin. J’ai rencontré le conseiller général des frères musulmans, il a présenté ses demandes. Il a demandé quoi ?
D’abord, il m’a dit, il faut que tu imposes le voile en Egypte et que tu ordonnes à chaque femme qui sort dans la rue de se voiler...  à chaque femme dans la rue...
[qu’il le porte lui-même !]
Et moi je lui ai répondu que c’était revenir à l’époque où la religion gouvernait et où on ne laissait les femmes sortir qu’à la nuit tombée... Moi, à mon avis, chacun est libre de ses choix…
Il me répondit : non ! c’est à toi de décider en tant que gouverneur responsable.
Je lui répondis : Monsieur, vous avez une fille à la faculté de médecine et elle ne porte pas le voile. Pourquoi ne l’obligez-vous pas à le porter? Si vous… si vous n’arrivez pas à faire porter … le voile à une seule fille, qui de plus est la vôtre, comment voulez-vous que je le fasse porter à 10 millions de femmes égyptiennes?
.

Labels: , , , ,

Read more...

10 december 2011

Jozef De Witte erkent gedachtenvrijheid, maar...

Op donderdag 1 december vond in Daarkom, Bert Anciaux' Marokkaans cultuurcentrum aan de Wolvengracht nabij het Brusselse de Brouckèreplein, een debat plaats georganiseerd door het "expertisecentrum islamitische culturen" Mana v.z.w. rond het thema: "Is islamofobie een feit?" We belichten daaruit de onverwachte elementen.





De organisatoren vertrokken van de indruk dat "we sinds 9-11 in een almaar islamofober klimaat leven". Het debat ging niet over het beledigende en oneerlijke van de term "islamofobie", die islamkritiek in één zak stopt met psychopathologische of alleszins irrationele aandoeningen als agorafobie en arachnofobie. Wel hierover: "Los van de precieze bewoording blijft de vraag natuurlijk of 'angst voor de islam' een fundamenteel probleem wordt in onze samenleving."

Ja, zei spreker Lucas Catherine, VRT-archivaris en historicus van de islamwereld. Hij gaf een overzicht van hoe de Europese kijk op islam doorheen de eeuwen van kruistochten en kolonisatie veranderde en hoezeer angst daar al dan niet een onderdeel van was. Hij antwoordde zeer ontwijkend op mijn opmerking achteraf dat veel hedendaagse islamkritiek niet in dezelfde traditie staat als de oude Europese beeldvorming over de islam, want uit kringen van geboren moslims zelf voortkomt; en dat de VS- en NAVO-oorlogen in moslimlanden niet door traditionele of nieuwsoortige islamkritiek ondersteund worden maar integendeel met pro-islamretoriek samengaan. Geen verrassingen bij die aloude islamvriend.

Ja, zei ook Jozef De Witte, directeur van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding. Hij presenteerde cijfers die hij duidde als bewijs voor verhoogde discriminatie ten opzichte van moslims. Volgens het CGKR-jaarverslag van 2010 waren er dat jaar 3608 meldingen van discriminatie, op grond waarvan 1466 dossiers geopend werden. Daarvan 185 over geloof, waarvan 139 over de islam. De helft betrof "haat"-uitingen op websites en in kettingmails, daarnaast noteerde men ondermeer conflicten rond menu's in bedrijfsrestaurants. Er waren ook rechtszaken geweest tegen gevallen van islamitische haat ("de wet beschermt niet alleen de minderheden"), verzekerde De Witte ons. Het bleef echter onduidelijk hoeveel van die beweerde discriminatie van moslims uitging danwel tegen hen gericht was. In ieder geval klonk het allemaal zéér onschuldig in vergelijking met de verkrachtingen en pogroms die de christenen in Egypte of de hindoes in Bangladesj moeten ondergaan, en die een veelgehoord referentiepunt zijn in de hedendaagse islamkritiek, of wat Catherine en de Witte de "islamofobie" noemen.

De tegenstem kwam van Dirk Vermeire, de enige Vlaamse journalist in Turkije, getrouwd met een Turkse. Hij zette uiteen hoe het "islamofobie"-verhaal door moslims wordt misbruikt om het debat over moderniteit uit de weg te gaan. Elke tegenspraak over de problemen in en met de islam wordt tegenwoordig de kop ingedrukt met de dooddoener dat die in de kaart speelt van de Westerse "islamofobie". Niet dat er geen fobvie in het spel is,-- maar de echte fobie gaat uit van de moslims. Inderdaad, vrije religieuze en intellectuele uitingen van minderheidsreligies zoals die hier doodgewoon zijn, kom je in Turkije niet tegen.

Vermeire gaf heel wat voorbeelden over de onderdrukking van de overblijvende en steeds verder wegkwijnende minderheden en van de oprukkende islamdruk op gemoderniseerde moslims in de ooit zo seculiere Turkse republiek ("door Atatürk opgericht om 'de tijger in zijn kooi te houden'"). Een tegensprekelijk debat over interreligieuze verhoudingen, zoals dit debat zelf, is er ondenkbaar: "Een Bekende Turk zou zich niet kunnen bekeren, laat staan daarmee in de media komen zoals een Cat Stevens hier gedaan heeft. Een vzw Mana zou in Turkije niet kunnen functioneren. Probeer er al maar eens informatie over andere religies te krijgen." Kortom, tegenover al dat islamitisch obscurantisme is het goed dat er nog islamcritici zijn: "Islamofoben hebben de functie van een rookdetector in een hotel: geen aangenaam geluid, doch goed dat ze er zijn."


Post-primair racisme

Bekijken we nu eens wat nader wat de zeer machtige ambtenaar Jozef De Witte aan visie ten beste gaf. Hij erkende het gelijk van Angela Merkel met haar verklaring dat de multiculturele samenleving mislukt is. Daarmee doelde hij op de bevinding als zou 55% van de inheemsen nooit met mensen van andere etnische groepen omgaan (uitgenomen indien onvermijdelijk, bv. de persoon achter een loket waar je nu eenmaal langsmoet), en idem 22% van de Belgische Turken. Als geboren Vlaming niet met leden van minderheden omgaan, dat kan uit traagheid voortkomen; maar om als lid van een kleine en nieuw ingeplante minderheid niet met leden van de meerderheid in aanraking te komen, dat kan je alleen als je daar heel doelbewust voor gekozen hebt. Overigens zijn die cijfers zeker niet meer van toepassing op de Vlaamse jeugd, die overal te lande de klas met immigranten deelt. Wat er onder Vlamingen eventueel nog aan "racisme" zou bestaan, dat is alleszins op weg naar de uitgang.

Heel terecht trok de CGKR-directeur van leer tegen de vervlakking in de media, de hopeloze oppervlakkigheid over ernstige onderwerpen zoals levensbeschouwing en de daarmee samenhangende tegenstellingen. Maar hij getuigde zelf van verregaande en wellicht moedwillige oppervlakkigheid toen hij het spreekwoord "onbekend maakt onbemind" erbij haalde. Denkt hij nu werkelijk dat islamkritiek of "islamofobie" hieruit voortkomt dat de islam onvoldoende bekend is? Dat islamkritische geleerden als Urbain Vermeulen en Hans Jansen of ex-moslims als Afshin Ellian en Ayaan Hirsi Ali de islam onvoldoende beminnen doordat ze hem onvoldoende kennen? Simpele zielen die dit debat niet volgen, hoor je nog wel eens zeggen dat "islamofobie" het gevolg is van "angst voor het onbekende" (hoewel niemand hier blijk geeft van angst voor het nog minder bekende boeddhisme); maar van een man die zich beroepshalve in de kern van dit debat begeeft, is zulke naïef klinkende misvatting onaanvaardbaar.

Hoewel minder uitdrukkelijk dan Lucas Catherine, hield De Witte toch vast aan de voorstelling alsof de "islamofobie" niets anders is dan een nieuw masker voor het racisme uit de koloniale en nationaal-socialistische tijd: "Sinds het VN-verdrag tegen racisme uit 1966 is er een verschuiving. Primair racisme is minder verkoopbaar. Men viseert dus geen vreemdelingen of kleurlingen meer als zodanig, maar hun cultuur. Van kleur veranderen kan niet, van cultuur veranderen wel. Merk echter op dat Filip Dewinter's recente anti-moskeelied uiteindelijk dezelfde groep viseert als zijn 70-puntenplan van destijds."

Uiteraard is er een hemelsbreed verschil tussen mensen discrimineren wegens een onveranderlijk kenmerk zoals huidskleur en hen discrimineren om een gekozen en vrij vol te houden danwel te veranderen kenmerk, zoals een religieus gemotiveerd gedrag. De assimilatie waartoe "islamofoben" de moslims uitnodigen, is een radicale onmogelijkheid in de racistische visie, die op onveranderbare kernmerken focust en de daarop gedefinieerde groepen voorgoed gescheiden wil houden. Islamofobie verschilt dus niet van biologisch racisme als "subtiel" tegenover "primair" racisme, het heeft met racisme gewoon niets te maken. De eerste islamofoben waren Mohammeds eigen stadsgenoten in Mekka, van hetzelfde ras en dezelfde taalgemeente als de Profeet.

Maar beroepsantiracisten hebben zoveel profijt gehaald uit hun overjaarse waarschuwingen tegen een "groeiend racisme" dat zij daar echt geen afscheid van willen nemen. Met uitdrukkingen als "blanken tegen moslims" of "anti-moslim racisme" blijven zij de islamkritiek, die begon als inter-Arabisch debat in Mekka, in het hun vertrouwde racismekeurslijf dwingen. Hun minachting voor alle logica zou niet lang vol te houden zijn zonder de politieke machtspositie die zij genieten.

(Een andere factor daarin, een thema voor toekomstig onderzoek, is de Amerikaanse hegemonie in het hele racismediscours. In de VS is ras wel degelijke een belangrijke discriminatiegrond, ook vandaag nog, zij het nu vooral in anti-blanke zin. De poging om onze samenlevingsproblemen mordicus in rassentermen te denken kan een blinde overname van een VS-denkkader zijn. Het soort intellectueel middelmatige mensen dat zich thuis voelt in de antidiscriminatiebureaucratie is best in staat om slogans en een heel discours letterlijk en onverteerd over te nemen zonder het naar de eigen, misschien gelijkaardige maar toch eigensoortige situatie te vertalen.)


Geweld tegen moslims

De CGKR-directeur nam de moeite om de verwachte opmerkingen over de vrije meningsuiting te ondervangen. Eerst stelde hij dat er op daden van discriminatie alvast geen toegevingen mogelijk zijn: "Hoofddoeken weigeren wegens 'neutraal' of wegens klantenprotest, dat kan niet." Dus de moeizaam verworven hoofddoekvrije toestand in het Antwerps stedelijk onderwijs, dat statutair "neutraal" moet zijn, geldt voor het CGKR nog steeds als ontoelaatbare discriminatie. 't Is goed dat hij dat zo duidelijk gezegd heeft.

Maar dan over het vrije woord in de strikte zin: "Mag men bang zijn van de islam? Bang zijn is niet verboden. De gedachten zijn vrij. Ook schokkende en kwetsende ideeën moeten kunnen, leve het meningsverschil en het debat. Een godsdienst aanvallen mag, maar van mensen moet men afblijven. Aanzetten tot haat, aanzetten tot geweld, aanzetten tot discriminatie, dat zijn daden. Als ik hier 'brand!' roep, dan verwek ik paniek."

We noteren eerst en vooral dat onze pleidooien voor meningvrijheid hier toch wat vrucht schijnen af te werpen. Onze zo vaak als opperinquisiteur verguisde ambtenaar aanvaardt al dat hij geen bevoegdheid heeft over wat wij in onze geheime bovenkamer zoal zitten te denken. Zelfs meningsuitingen in privé-gesprekken wil hij wel ongemoeid laten. Dat gaat de goede kant op.

Maar openbare meningsuitingen, daaraan wil hij nog steeds beperkingen opleggen: "aanzetten tot haat mag niet". Meent hij dat werkelijk, terwijl de hele anti-racistische campagne toch één lange oproep tot haat geweest is tegen zogenaamde racisten? Was minister Louis Tobbacks aansporing om hen "met alle middelen" te bestrijden, soms geen oproep tot haat? En alleszins een zeer concrete "oproep tot discriminatie" tegen hen? De uitsluiting van leden van een geviseerde politieke partij uit de vakbond, toch een uitdrukkelijke daad van discriminatie, heeft die niet altijd de zegen van het CGKR gekregen? Of kondigt De Witte hier een drastische beleidswijziging aan?

Het punt is echter niet dat directeur De Witte hier inconsequent is. Ook al ontzegde hij zichzelf alle oproepen tot discriminatie tegen andersdenkenden, dan nog zou een verbod op zulke oproepen onverminderd strijdig zijn met de gewaarborgde vrijheid van meningsuiting. Hij mag gerust oproepen tot discriminatie; wat hij niet mag, is anderen datzelfde recht ontzeggen.

Oproepen tot geweld, die vormen inderdaad een randgeval dat misschien wel voor een verbod in aanmerking komt. In dat geval zou Tobbacks oproep (die geconcretiseerd is in talloze kleinlinkse geweldacties tegen bijeenkomsten van vermeende racisten) zeker om bestraffing vragen. Maar islamkritiek is geen oproep tot geweld. Zoals we al vaker betoogd hebben: de kans dat en westers politicus bevel geeft om geweld tegen moslims te gebruiken, is omgekeerd evenredig met zijn bereidheid tot islamkritiek.

Geen enkele bekende islamcriticus is betrokken geweest bij de dood van ook maar één moslim; terwijl Tony Blair, George W. Bush en Barack Obama tussen twee bombardementen door aan de islam alleen lof toegezwaaid hebben. Zelfs Anders Breivik, de paranoïde schizofreen die door de verketteraars van de islamkritiek als een godsgeschenk verwelkomd werd, richtte zijn kogels niet op moslims. Er is gewoon géén verband tussen islamkritiek en geweld tegen moslims. Ik ben zelf bedrijvig als publicist in de kritische islamstudie sinds 1989 (de meeste van mijn ettelijke honderden pagina's terzake zijn inmiddels gratis en zonder paswoord toegankelijk op het internet), en ik daag Jozef De Witte uit om daarin ook maar één oproep tot geweld aan te wijzen.



"Brand!" in de schouwburg

Het aardige in De Witte's betoog is dat hij, zoals zovele pleitbezorgers van censuur, het aloude argument bovenhaalt van de paniekzaaier die in een volle schouwburg "brand!" roept. Wie zou durven tegenspreken dat diens woord schade veroorzaakt en dus verboden mag worden? Valt te overwegen, maar gaat het daar wel om een "mening"? Een mening is bijvoorbeeld het volgende: wie het recht bepleit van werkgevers om hoofddoekdraagsters als werkneemster te weigeren, uit daarmee een standpunt over onderwerpen als contractvrijheid, levensbeschouwelijke neutraliteit, de nood aan integratie en dergelijke, zaken waarover ook De Witte meningen geuit heeft. Maar "brand!", over welk onderwerp is dat een mening? Welk standpunt huldigt De Witte over datzelfde onderwerp?

Over zogenaamd "racisme" beweert het CGKR sinds jaar en dag dat het "geen mening maar een misdaad" is. Dat is een smoes, want racisme is uiteraard wél een mening, namelijk over de mate van gelijkheid in rechte of in feite tussen verschillende bevolkingsgroepen. Misschien een foute mening, maar ongetwijfeld een mening. Degenen die beweren dat niet elke talige zin ook een "mening" vertegenwoordigt, hebben voor dat bijzondere geval dus ongelijk. Maar misschien hebben zij wel eens gelijk in andere gevallen. Met name is "brand!" niet wat men normaal onder een "mening" verstaat. Ten voorlopigen titel zouden we kunnen aanvaarden dat die kreet niet noodzakelijk beschermd wordt door het mensenrecht op vrije meningsuiting.

Maar zij die islamofobie vervolgen, gebruiken de "brand!"-vergelijking natuurlijk niet omdat die kreet een klasse apart vormt, maar integendeel omdat zij hem zéér gelijkaardig vinden aan de waarschuwingen tegen de islam. Allebei alarmisme, allebei paniekzaaierij, allebei zwanger van het risico op overreactie met mogelijks dodelijke ongelukken tot gevolg. Laten we daaraan toevoegen: en allebei gemakkelijk verifieerbaar.

In die schouwburg zal de roeper met het vals alarm gauw genoeg door de mand vallen. Inzake de islam zijn de waarschuwingen evenzeer toetsbaar. Bij het begin van de Arabische Lente juichten velen dat de islamcritici nu toch wel hopeloos in hun hemd gezet waren: zie je wel dat islam en democratie verenigbaar zijn! Inmiddels heeft de omwenteling in de betrokken landen, zoals eerder in Irak, tot allerlei wantoestanden ten nadele van vrouwen en vooral religieuze minderheden geleid. De verkiezingsuitslagen hebben een lachertje gemaakt van de bewering dat de radicale islam slechts een kleine minderheid van moslims aanspreekt. De evolutie na de revolutie heeft de islamcritici dus veeleer in het gelijk gesteld. Net als de niet aflatende stroom steevast genegeerde berichten over kleinere geweldfeiten tegen minderheden in Bangladesj of Nigeria. Die brandhaarden van islamgeweld zouden heel beknopt kunnen samengevat worden in volgend standpunt over de islam: "Brand!"

Islamcritici zijn zich bewust van hun recht tot spreken, en ook van hun plicht om te spreken. Wie in de uithoek van een volle schouwburg een begin van brand ontwaart, zou wel misdadig zijn als hij niét roept.

Labels: , , , , ,

Read more...

26 september 2010

Jacques Vergès te biecht bij de RTBf (vpmc)

.
De Franse strafpleiter Jacques Vergès werd in het koninkrijk Siam geboren, de 5de maart van 1925. Ofwel een jaar eerder, de 20ste april van 1924, want zijn jongere broer Paul werd ook geboren in maart 1925. De registers van het koninkrijk waren niet feilloos.
In ieder geval,Vergès is deze week voor vier dagen in Brussel en hij geeft er elke avond een Conférence.  De RTBf-radio profiteerde daar natuurlijk van om hem voor de microfoon te halen in hun middagmagazine Culture Club. Thema van het gesprek vrijdag, was de schaduwkant die volgens Vergès in elke mens zit, la part d’ombre.
Hieronder een fragmentje uit dat gesprek, en u zult merken dat de octogénaire Vergès nog heel grappig is, en bijgevolg heel ernstig. Ik vertaal hem ook, want zijn spreeksnelheid is even hoog als altijd, en dus een stuk hoger dan die van bv. onze eigen Vermassen, die met zijn gezeur over parachutes weer van de microfoons niet is weg te slaan.



Je ne suis pas parfait, ma part d’ombre je vous l’avouerai. C’est qu’il y a en moi un pouvoir de mépris très grand. Souvent quand les gens m’insultent, je ne me mets pas en colère, je pense en moi-même: «pauvre type». Et cela va assez loin.
Or en ce moment nous sommes envahis par des humanitaires, bon, ils ont perpétuellement le discours humanitaire à la bouche, et perpétuellement ils sont à la poursuite des gens. Je disais à un ami, membre de la Ligue des Droits de l’Homme, je disais « c’est curieux, votre ligue à été fondée pour défendre un accusé, et aujourd’hui c’est vous qui cherchez les accusés, qui les rabattez vers le procureur, et qui en même temps s’indigne que le procureur ne poursuit pas tout le monde. Et, je me rappelle un jour, un soir avoir fait une très mauvaise action, avoir dit à un de ces prétendus humanistes : «Ton humanitarisme, c’est une boutique, tu n’y crois pas toi-même. Ce que vous faites est ignoble. Vous prétendez défendre les Droits de l’Homme, et vous empêchez qu’on puisse penser différemment de vous.» Et je sais que depuis il est perpétuellement triste. Je l’ai découvert, je lui ai fait comprendre qu’il était un pauvre type, et je pense que de ma part [...c’était sa part d’ombre à lui, oui... –RTBf]] …que de ma part c’était une mauvaise action.


Ik ben niet volmaakt, en zal u bekennen wat mijn schaduwkant is. Het is zo dat er in mij een bijzonder groot vermogen tot misprijzen zit. Vaak als mensen mij beledigen, maak ik mij niet kwaad, ik denk bij mijzelf: “sukkel”. Dat gaat soms ver.
Kijk, tegenwoordig zijn wij vergeven van de “humanitairen”, bon, eeuwig hebben die de mond vol van humanitaire kletspraat, en eeuwig achtervolgen zij de mensen. Ik zei aan een vriend, lid van de Liga voor de Mensenrechten, ik zei hem: “Het is toch gek, uw liga is opgericht om een beschuldigde bij te staan, en de dag van vandaag zijn jullie het die de beschuldigden gaan zoeken, en hen naar de procureur drijven, en die tegelijk verontwaardigd zijn als de procureur niet iedereen vervolgt.
En ik herinner mij dat ik op een dag, op een avond iets heel lelijks heb gedaan, door aan één van die zogenaamde humanisten te zeggen: “Die humanitaire denkbeelden van je, dat is een rommeltje. Je gelooft er niet eens zelf in. Wat je doet is onwaardig. Je beweert dat je de Rechten van de Mens verdedigt, en je belet dat een ander anders zou denken dan jij.” En ik besef dat hij sindsdien voortdurend triestig is. Ik heb hem ontmaskerd, en hem doen inzien dat hij een sukkel was, en van mijn kant was dat [...dat was zijn schaduwkant, ja... –RTBf] denk ik iets lelijks.
.

Labels: , , , ,

Read more...

16 oktober 2009

Malika Sorel valt Luckas Vander Taelen bij (vpmc)

.
Mignonne, allons voir si la rose

A Cassandre


Mignonne, allons voir si la rose
Qui ce matin avoit desclose
Sa robe de pourpre au Soleil,
A point perdu ceste vesprée
Les plis de sa robe pourprée,
Et son teint au vostre pareil.

Las ! voyez comme en peu d'espace,
Mignonne, elle a dessus la place
Las ! las ses beautez laissé cheoir !
Ô vrayment marastre Nature,
Puis qu'une telle fleur ne dure
Que du matin jusques au soir !

Donc, si vous me croyez, mignonne,
Tandis que vostre âge fleuronne
En sa plus verte nouveauté,
Cueillez, cueillez vostre jeunesse :
Comme à ceste fleur la vieillesse
Fera ternir vostre beauté.

Pierre de Ronsard
1524-1585


Wie geen hoofdtelefoon of oortjes bezit, zal verderop aan de mp3-s op dit blog weinig vreugde beleven, en daarom zijn we maar met een klassiek gedrukt gedicht begonnen.
Alle Franse schoolkindjes moeten dit gedicht van buiten leren, en vroeger moesten zelfs Vlaamse kindjes dat. De Vlaamse kindjes moeten dat al een poos niet meer, meen ik, en als het van de HALDE afhangt –de Franse tegenhanger van het CGKR, de zedenbrigade van onze Jozef De Witte– zullen binnenkort ook de Franse kindjes er van verlost worden ...want het is een discriminerend gedicht! Minstens moet er een bijsluiter komen.
Auteur Malika Sorel, française van Algerijnse komaf, legt dat straks uit maar nu nodigt Alain Finkielkraut haar uit, om zich voor te stellen aan de luisteraars van zijn Répliques op France Culture (een transcriptie plus vertaling van de klankfragmenten vindt u hier):

De tegenspeler van Malika Sorel in dit debat is de filosoof Alain Renaut, maar ik geef hem in de uittreksels hieronder nauwelijks het woord, want de man was gewoon geen partij. Sorel veegde met groot gezag zijn politiek-correcte standpunten van tafel. Wie dit liever zelf beoordeelt, verwijs ik naar de volledige uitzending, waarin natuurlijk ook de schitterende radioman Finkielkraut te horen is. Maar eerst lopen we wat vooruit en laten Sorel verklaren waarom Ronsard zo’n verwerpelijke dichter is. Als aanloop daartoe, heeft ze het over positieve discriminatie en over de nefaste invloed van de officiële racismebestrijding, in Frankrijk dus toevertrouwd aan de genoemde HALDE:

Renaut in zijn boek, was volgens Sorel wat licht omgesprongen met bepaalde onderwerpen, zoals bijvoorbeeld het lapje stof:

Alle onheil, als er van onheil sprake mag zijn, is tenslotte terug te voeren zegt Renaut op het verschrikkelijke koloniale verleden van Europa en van Frankrijk in het bijzonder:

Ze legt nu aan de filosoof Alain Renaut nogmaals uit wat diversiteit betekent, een uitleg die Malika Sorel ook bij ons eens mocht komen geven:


Er is een onwil om te integreren constateert Sorel, en als politici dit feit liever ontkennen, dan bewijzen zij in de eerste plaats een slechte dienst aan de kinderen van de immigatie:

Hoe zit het met het ingebakken racisme van Fransen en Europeanen? Is er voor het wantrouwen van de inheemse bevolking misschien een verklaring mogelijk die niet op inherente slechtheid terug te voeren is?


Die raadgeving van haar aan de verzamelde journalisten, over hun onophoudelijke, goedbedoelde, maar natuurlijk valse gebruik van de term "jongeren", zal ik te hunnen behoeve in voetnoot vertalen.*
Maar wat vindt men in Algerije zoal van uw opvattingen? vroeg Finkielkraut nog aan Sorel, en haar antwoord zal Luckas Vander Taelen plezier doen, en Paul Goossens wellicht minder plezier doen, want zij wil waarden aan de schoolkinderen opdringen. Of hoe moet je anders des valeurs non negociables verstaan? En in Algerije is men verbijsterd om Europa plat op de buik te zien gaan voor dreigementen. Ook vindt men dat immigrantenouders hun kinderen verwaarlozen.
Nog iets dat Vander Taelen liet verstaan, en dat hem evengoed kwalijk werd genomen door lichtgewicht Goossens en enkele anderen, was ...dat je geen waarden kunt opdringen als je er zelf geen hebt. Zoiets vraagt zelfs geen uitleg vindt Sorel, c'est quand-même le b.a-ba de la psychologie! .Ook wijst Sorel op het determinerend belang van taalbeheersing bij immigranten: bij ons heeft Laurette Onkelinx het liever over seulement une des conditions...

Wat we zeker kunnen overwegen, en wat de politici wellicht ook het liefst van al zouden doen, is de kat uit de boom kijken. Maar zoals Sorel bij het begin van het gesprek opmerkte tikt de tijdbom, en politicologenpraatjes of bakerpraatjes à la Renaut houden niet langer stand. De kans bestaat dat een bevolking die haar vertrouwen in de politici totaal is kwijtgeraakt, het lot in eigen hand neemt:


___________________

*
En ik wil nog even zeggen, een aanbeveling doen: laat de media er mee stoppen, om blindelings het woord “jongeren” te gebruiken. Want ook dat op zich is een ernstig probleem. Het is de oorzaak van vooroordelen tegen onze jongeren, tegen onze jeugd die zich daarna in het economische leven wenst opgenomen te zien. Telkens als er delinquenten en schoften in het spel zijn, zegt men “Jongeren hebben agressie gepleegd”, en men geeft zich er geen rekenschap van, in wat voor mate het slechte gebruik van het woord “jongere” problemen stelt voor de "goede jeugd" tussen aanhalingstekens, die eenvoudig haar plaats in onze samenleving wenst in te nemen.


Het was, om kort te gaan, een pracht van een radioprogramma. Eén woord, vond ik, ontbrak opvallend, al had dat ene woord wellicht veel zaken kunnen verklaren. Het had misschien zelfs kunnen verklaren waarom ik op het web nergens een foto van Malika Sorel heb gevonden. En ook voor Finkielkraut leek het wel een soort vijfletterig tetragrammaton ...dat woord islam.

Bon, laten we maar eindigen met een vers dat vroeg of laat misschien ook in het vizier zal komen, een van Pierre Corneille. Tristan Bernard voegde er nog een strofe aan toe, en Georges Brassens .zette het op muziek: . . Marquise.







Labels: , , , , , , , , , ,

Read more...

27 juni 2009

De sluier rond het hoofddoekendebat (Hoegin)

HoofddoekMag ook de laatste school in Antwerpen hoofddoeken verbieden? Het debat over hoofddoeken op school laaide de afgelopen week stevig op, maar verder dan wat platte algemeenheden over de vrijheid van godsdienst contra de machocultuur bij moslimjongens raakte de discussie jammer genoeg niet.

Meyrem Almaci deed donderdag in De Standaard een halfbakken poging om het debat over het hoofddoekenverbod wat open te trekken. Ze klaagde daarbij vooral de groepsdruk aan, maar vergat wel een oplossing voor het probleem te suggereren. En o ja, voor het geval daar twijfel moest over bestaan, zelf droeg zij ook een hoofddoek op school, maar helemaal volledig uit vrije wil natuurlijk. Of wat dacht u? De reeks interviewen in de Vlaamse pers met moslima's die al dan niet een hoofddoek dragen uit vrije wil valt ondertussen niet meer bij te houden, maar geen enkele schijnt ooit iets gemerkt te hebben van die groepsdruk. Dat de nazi's daar nooit aan gedacht hebben, om in de pers een paar joden ten tonele te voeren die geheel uit vrije wil een gele davidsster droegen. «Groepsdruk? Ze zouden eens moeten durven!» – je ziet het al zo geschreven staan in Het Algemeen Nieuws, die verre voorloper van De Standaard. Je moet blijkbaar al een onderzoeker uit Rabat zijn om die groepsdruk te kunnen opsporen. Een bijzonder merkwaardige zaak dus.

Hoe zit dat dan echt met die groepsdruk? De onvermijdelijke Jozef de Witte van het CGKR diende zich natuurlijk ook in het debat te mengen, maar niet om het uiterst discriminerende karakter van die groepsdruk aan te klagen, wel om voor een landelijk hoofddoekenverbodverbod te pleiten. Telkens die man zich over iets uitlaat, blijf ik met de indruk zitten dat hij zich gedraagt als een nuttige idioot –of zou het toch doelbewust zijn?– in dienst van het islamexpansionisme in Europa. Zou hij er, als voorzitter van het CGKR, waarvan de R in de naam tot nader order nog steeds verwijst naar «racismebestrijding», niet beter aan gedaan hebben enige reflecties over die groepsdruk te laten noteren? Zo bijvoorbeeld dat het toch merkwaardig is dat alleen meisjes getroffen worden door de kuisheidseisen van de islam. En dat alleen Turkse en Marokkaanse meisjes getroffen worden door de groepsdruk rond de hoofddoeken. (Nu ja, voorlopig toch.) Want hoe weet een moslimjongen dat een toevallig meisje dat over straat loopt wel of niet een hoofddoek zou moeten dragen? Toch niet aan de huidskleur zeker? Als Jozef de Witte daar eens over had kunnen uitweiden, dan had hij eens voor één keertje misschien een positieve bijdrage kunnen leveren.

Laten we dan zelf maar even doorborduren op dat racisme, aangezien Jozef de Witte dat probleem liever versluierd. Zo liet Karin Heremans, directrice van het Koninklijk Atheneum Antwerpen, vandaag in De Standaard optekenen dat enkele jongens haar al waren komen vragen of zij niet apart van de meisjes les zouden mogen krijgen als hoofddoeken werkelijk verboden zouden worden. Merkwaardig toch, dat die vraag nu pas komt. Blijkbaar hadden die jongens weinig of geen last van ongesluierde meisjeshoofden zolang het alleen maar om blanke meisjeshoofden ging. Wat Karin Heremans trouwens tegenhoudt om die jongens meteen maar bij het CGKR aan te melden is me ook al een raadsel, en ik durf er overigens mijn hoofd op te verwedden dat het precies deze «vrome» jongens zijn die voor de reeds eerder vermelde mysterieuze ongrijpbare maar voor de slachtoffers goed voelbare groepsdruk zorgen.

En wat heet vroom? Het is toch straf dat precies dezelfde groep jongens die vandaag in de krant afgeschilderd worden als uiterst gematigd omdat zij later hun vrouw zélf zullen laten beslissen een sluier om te doen –naar ik vermoed zo een beetje op dezelfde manier als die Algerijn in Marseille een jaar geleden zijn vrouw ook zelf liet beslissen in het vervolg toch maar liever de sluier te behouden– elke zomer weer voor overlast zorgt in de openluchtzwembaden. Ongesluierde moslima's op school vormen voor hen een probleem, maar blanke meisjes in bikini's lastigvallen blijft met stip tijdverdrijf nummer één tijdens de vakantie. In die mate zelfs dat het provinciebestuur in Vlaams-Brabant twee jaar geleden zich zelfs genoodzaakt zag een verbod op zwemmen met lange shorts af te kondigen, en de MIVB liever geen natte broeken meer op de bus zag. Het provinciebestuur hield er bijna een racismeproces aan over.

Als het trouwens gewoon maar bij wat lastigvallen bleef. Statistieken zal je hierover in de Vlaamse pers niet lezen, omdat ze primo uitdrukkelijk niet bestaan, en secundo als ze bestaan zouden hebben, daar angstvallig uit weggehouden zouden worden. Maar waar ze wel bestaan en al eens in de pers belanden, blijkt echter duidelijk dat allochtone jongeren sterk oververtegenwoordigd zijn in de criminaliteit, in het bijzonder wat verkrachtingen betreft. Eveline de Wree constateerde in 2004 trouwens dat de daders van groepsverkrachtingen in Brussel uitsluitend allochtonen waren. In België hoeft men echter nog niet meer te doen dan te vragen eindelijk toch maar eens te beginnen de nationaliteit van criminelen te registreren om al beschuldigd te worden van racisme.

Ik heb echter zo'n vermoeden dat het pleidooi van Rik Pinxten en Björn Siffer in De Morgen –hetzelfde koppel trouwens dat een jaar geleden zoveel onzin verkocht over censuur– voor een «open debat –feiten op tafel– over de machocultuur bij moslimjongens, over familiaal geweld, over godsdienstige indoctrinatie, over gelijkheid van man en vrouw, over schijnhuwelijken en huwelijksmigratie, over scheiding van kerk en staat, over vrijheid van meningsuiting» in feite vooral een oproep is om de fel stinkende potjes stevig dicht te houden. De truuk om het meteen maar over alles te willen hebben is zo oud en doorzichtig als een ingesloten luchtbel uit de laatste ijstijd. Hetzelfde trouwens met de vraag van Jozef de Witte naar een «sereen en breed maatschappelijk» debat. Want een sereen en breed maatschappelijk debat, dat weet iedereen, is alleen maar mogelijk onder de progressieve gelijkzinde speerpunt van de maatschappij. Iedereen die al eens een kritisch geluid durft te laten horen over de voordelen en de geneugten van de multi-culturele maatschappij wordt daarbij nadrukkelijk verzocht zijn mond te houden, om die sereniteit niet te verstoren. Ook feitenmateriaal en statistieken die stigmatiserend zouden kunnen werken voor bepaalde bevolkingsgroepen kunnen het debat alleen maar verzuren. En als er dan nog iemand overblijft die zou durven opwerpen dat een hoofddoekenverbod in bepaalde omstandigheden misschien toch wel zijn nut zou kunnen hebben, zal er vooral daarover nog eens goed nagedacht moeten worden. Het kan immers alleen maar betekenen dat het racisme bij sommigen echt wel heel diep zit, hoe welwillend ze ook mogen zijn.

Moeten de hoofddoeken dan maar verboden worden? De zaak is natuurlijk dat dat het probleem niet is. Als moslimmeisjes absoluut een sluier willen –of een niqab, desnoods zelfs een boerka– om zich buiten de Westerse maatschappij te stellen, dan moeten ze dat vooral maar doen. Maar dan wel achteraf niet komen klagen dat ze gediscrimineerd worden en niet genoeg kansen krijgen. Trouwens liever een Mahinur Özdemir die met een hoofddoek in het Brussels Parlement duidelijk zegt waar ze voor staat, dan een of andere islamitische vijfde colonne die precies hetzelfde nastreeft. Het probleem stelt zich echter elders, namelijk bij de moslimjongens. Enerzijds eisen zij absolute kuisheid van hun zusters en nichten, maar op hun eigen driften mag geen enkele rem gezet worden. Enerzijds zorgen zij voor een absolute controle van de wandel en het gedrag van hun zusters en nichten, maar o wee als een politieagent eens naar hun papieren vraagt. Zij vernietigen op uiterst effectieve wijze alle kansen voor hun zussen en nichten om zichzelf te kunnen ontplooien en op de arbeidsmarkt aan hun trekken te komen, maar eisen zelf wel de beste baantjes op zonder daarvoor ook maar een klop te hoeven gedaan hebben – noch op school, noch op het werk zelf trouwens. Het zijn trouwens de moslimmeisjes niet die problemen ondervinden om in cafés en disco's binnen te raken, wat trouwens meteen ook de theorie ontkracht dat het aan het aangeboren racisme van eigenaars of de buitenwippers zou liggen.

Wordt het daarom niet tijd dat de moslimjongens eens ferm aangepakt worden? Dat zíj maar eens met een sluier, niqab of boerka rondlopen om hun kuisheid aan te tonen. Desnoods maar uit solidariteit, en met de imam met de grote mond Nordine Taouil op kop. Dat zíj maar eens van school thuisblijven als het er op de speelplaats en in het klaslokaal naar hun mening te onzedig aan toe gaat. Ze hoeven hun werkloosheidsvergoeding trouwens niet te gaan opstrijken als zij er niet tegen kunnen dat er achter de loketten ongesluierde vrouwmensen zitten die hen eventueel zouden kunnen verleiden – alsof die al zo zot zouden kunnen zijn. Dat ze ophouden met hun crimineel gedrag, zodat geen enkele agent het nog in zijn hoofd zou halen zijn tijd te verknoeien met het controleren van de identiteit van zulke voorbeeldige jongeren. Die agenten doen dat per slot van rekening ook niet voor hun plezier. Het is nu alleen maar de vraag of de Jozef de Wittes, Meyrem Alamaci's, Rik Pinxtens en Björn Siffers van deze wereld klaar zijn voor zo'n open debat, dan wel dat de gebeurtenissen van de afgelopen week alleen maar een aanleiding waren om nog maar eens de racistische bokken van de multi-culturele schapen te kunnen scheiden.

Labels: , , , , , , , ,

Read more...

7 februari 2008

Barnard en van Istendael in achtervolging op de ontsnapte Leyers (victa placet mihi causa)

.
Gisteren in De Standaard beschuldigde professor Herman De Ley twee bekende dichters van intolerantie & xenofobie.
Het opiniestuk van onze schrijvers is niet onschuldig: het is een oproep voor intolerantie en xenofobie.
Geen lichte termen tegenwoordig. Mij is het zelfs onduidelijk waarom professor De Ley wacht met een klacht bij de zedenbrigade van Jozef De Witte. Waarom eerst nog tijd in een krantenstuk gestoken? De Witte zal zeker oren hebben naar die klacht. Het verwondert mij zelfs dat laatstgenoemde niet ex officio in beweging wil komen.
De enige reden waarom de De Ley misschien liever geen klacht neerlegt, en waarom ook De Witte talmt, is wellicht dat er in het stuk van Barnard en van Istendael nauwelijks sprake is van systematiek.
Het bevat vele losse gedachten, over de hoofddoek, de koran, het fascisme, de Franse lekenstaat …op zich best goede gedachten, maar ze zijn gelukkig voor hen nog niet uitgerijpt en tot een geheel gemaakt, want zoals wij weten: enkel systematiek is strafbaar. Deze mensen zijn pas aan een lovenswaardige bocht begonnen, en straks komen zij weer op een recht stuk weg. Het peloton zal dan vast de achtervolging inzetten op de drie koplopers.

Wat De Ley vertelt is ongetwijfeld wél systematisch, weze het huichelachtig. Als hij het bijvoorbeeld heeft over de school van de Moe’tazila die Gods rechtvaardigheid juist centraal stelde, en meent dat deze school tegenwoordig een revival kent, dan mocht hij ook wel vermelden dat zij na de Xde-XIde E. zo goed als verdween. En dat was niet het gevolg van, om in moderne termen te spreken, een soort van paradigm change, een verandering van de inzichten, zoals Thomas Kuhn die beschreef. Bij Kuhn is zo'n verandering meestal het gevolg van het natuurlijke afsterven van de vertegenwoordigers van het oude en achterhaalde meerderheidsparadigma. Maar die mutazalieten hadden nooit enig overwicht binnen de islam. Deze aberrante minderheidsstroming werd gewoon verwijderd.

Sterker is echter dat De Ley lof lijkt te hebben voor een stelsel dat openlijk de Herrenmentaliteit verkondigt, de zogenaamde dhimma.
Of nog inzake de geschiedenis van de islam: het instituut van de dhimma, dat in voege was tot aan het kolonialisme: de islam is de énige die het bestaansrecht van andere religieuze gemeenschappen theologisch erkend heeft.
Kort gezegd komt de dhimma hier op neer: er zijn échte mensen, de islamieten zelf, en er zijn mindere soorten die –al naargelang– uitgemoord mogen worden (animisten, atheïsten, polytheïsten) óf uitgezogen en vernederd (joden en christenen).
Dat laatste regime is op zijn manier een vorm van erkenning zegt De Ley, en daar is iets van. Joden en christenen waren in de regel de enige groepen die wetenschap en vakkennis in huis hadden, en zolang zij solvabel waren en speciale belastingen konden betalen werden zij bijgevolg gedoogd. Soms waren de heersers zelfs zo verstandig om hen te ontraden over te gaan tot het ware geloof, want die speciale belastinggelden voor niet-islamieten waren natuurlijk welkom.

Wel spijtig voor De Ley dat elke beschaafde Westerling tegenwoordig bij Bat Ye’or, of Tilman Nagel, of Hans Jansen, of Robert Spencer kan nalezen hoe dat nu écht in de haak zat met zijn “theologische erkenning”.
.

Labels: , , , , ,

Read more...

22 februari 2007

Vlaamse racisme-industrie (Hoegin)

Wouter van BellingenVlaanderen kent al enkele jaren iets dat best omschreven kan worden als een racisme-industrie. Telkens er verkiezingen in zicht zijn steekt die industrie ijverig een tandje bij, maar af en toe ontploffen de halfafgewerkte producten van die industrie in de gezichten van de producenten. Hoe het met Wouter van Bellingen zal aflopen valt op dit ogenblik niet te zeggen, maar dat er een geurtje aan deze zaak zit is nu reeds duidelijk.

Wie herinnert zich nog het geval-Remmery? Het hele land werd wekenlang in rep en roer gehouden, en zelfs het Hof liet zich gewillig inschakelen om de zaak toch maar zoveel mogelijk op te blazen, te rekken en uit te buiten. Vandaag blijft er weinig of niets van over: dat Naïma Amzil het slachtoffer was is duidelijk, maar de kern van de zaak had uiteindelijk niets met racisme te maken en was eigenlijk niets meer dan een vulgaire historie die zo zou passen in een derde-rangs soap.

We maken een sprong in de tijd en komen uit bij het geval-Sarrokh een paar weken geleden. Als een donderslag bij heldere hemel werd hij in de media gelanceerd als het slachtoffer van een grotesk geval van racisme, daarbij gesteund door de racisme-KMO Divers & Actief. Twee dagen duurde dit circus, tot één of andere blogger (jaja, eigen lof stinkt) vanop duizend kilometer afstand eens bij Google ging kijken of dit geval van vermoorde onschuld soms geen elektronische sporen had nagelaten op het internet. Blijkt de man op de lijst van de MDP gestaan te hebben, waarna Abdel Ani Sarrokh even plotsklaps als hij verschenen was weer uit de media verdween. Of toch niet: een week later verscheen er in De Standaard dan toch nog een artikeltje met deze keer wat échte achtergrondinformatie over de man, aan de formuleringen te zien door de journalist in kwestie met de staart tussen de benen geschreven. En dat schrijft niet makkelijk. Wat mij nog het meest verwonderde is dat geen enkel, maar dan ook geen enkel lid van de verzamelde Vlaamse kwaliteitsredacties vóór mij op het idee was gekomen eens na te gaan wat die man in zijn leven zoal uitgespookt zou hebben.

Opvallend in die laatste zaak was ook hoe het CGKR, er anders toch als de kippen bij om elke vorm van werkelijk en vermeend racisme aan te klagen, zich volledig afzijdig hield. Geen burgerlijke partijstelling «voor alle zekerheid», of straffe uitspraken van een Jozef de Witte. Neen, niets van dat alles. Hadden zij wel hun huiswerk gedaan en wisten zij welk vlees zij in de kuip hadden met Abdel Ani Sarrokh? In dat geval kan je je afvragen waarom zij de doldraaiende journalisten niet een paar wenkjes hadden gegeven om de onzin te stoppen, wel wetende dat de waarheid vroeg of laat toch aan het licht zou komen?

En daarmee kunnen we terugkeren naar Sint-Niklaas en Wouter van Bellingen. Ook deze keer draaien de propagandamachines op volle toeren: drie koppels zouden geweigerd hebben te trouwen omwille van de huidskleur van de schepen. En vooral SPIRIT, de partij van Wouter van Bellingen, probeert het onderste uit de kan te halen met deze zaak, al wil burgemeester Freddy Willockx voor hen niet bepaald onderdoen. Maar zoals reeds gezegd: er zit een geurtje aan deze zaak. Ook in deze zaak houdt het CGKR zich opvallend afzijdig, hoewel er, zoals de zaak vandaag in de pers voorgesteld wordt, duidelijk sprake is van drie gevallen van stuitend racisme. En merkwaardigst van al: het Centrum wil niet eens zeggen waarom.

Naar de identiteit van die drie koppels is het ondertussen raden. Alweer volgens de pers, of beter, de commentatoren, zouden het raszuivere Vlamingen van het allerpuurste racistische soort moeten zijn. Of dat moeten we toch geloven. Dat nog geen enkele journalist à la Douglas de Coninck, anders niet vies van een stevig stukje onderzoeksjournalistiek als het de politieke zaak kan dienen, nog niet één van die drie koppels heeft kunnen ontmaskeren en hen eens goed aan de schandpaal heeft genageld kan niet anders dan een zeldzaam geval van journalistieke terughoudendheid genoemd worden. Kriebelt het dan niet om één van de trouwlustigen te ontmaskeren als jarenlang lid van het Vlaams Belang/Blok? En misschien heeft één van hen wel een grootvader die nog Oostfronter is geweest, stel je voor! Of zou er met die drie koppels iets aan de hand zijn dat het daglicht niet goed verdraagt – en dan hebben we het niet over hun racisme.

En er is nog meer. Op 21 maart gaat er in Sint-Niklaas een massatrouwpartij door, georganiseerd door «Sint-Niklaas gaat vreemd». Volgens Tessa Vermeiren in Knack is dat een «spontane» beweging, op gang gebracht door een «grappige opmerking» van Wouter van Bellingen. Er gebeuren daar in Sint-Niklaas de laatste tijd anders nogal veel «spontane» en «grappige» dingen, als je het mij vraagt. Zo bijvoorbeeld ook dat net nu Wouter van Bellingen in De Pappenheimers opduikt als onbekende Vlaming. Of beter gezegd, als ex-onbekende Vlaming. Van een toeval gesproken. Nu ja, dat optreden werd reeds maanden geleden vastgelegd, en het toeval zit 'm dus meer in het feit dat precies enkele weken geleden plots uit het niets drie racistische perfect anonieme trouwlustige koppels opdoken in Sint-Niklaas. Het plannetje van Wouter van Bellingen om in het programma zijn rol te spelen van onbekende Vlaming was daarmee ferm om zeep. Het zal je maar overkomen.

De vraag waar ik nu mee zit is hoe lang die Wase onzin nog zal blijven duren, en hoeveel van die koppels die op 21 maart aan die massatrouwpartij gaan deelnemen zich uiteindelijk mooi in het ootje genomen zullen voelen. Want van twee dingen één: ofwel zal vroeg of laat deze zaak leeglopen als een slappe ballon wanneer zal blijken dat er bedrog in het spel zit, ofwel is deze zaak («toevallig», «spontaan» en «grappig») mooi getimed om te passen in de verkiezingscampagne van kandidaat Wouter van Bellingen voor de kamerlijst van sp.a-SPIRIT in Oost-Vlaanderen. De controlecommissie voor de verkiezingsuitgaven kan misschien best voor 21 maart eens een bezoekje aan Sint-Niklaas plannen.

Labels: , , , , , , , , , , ,

Read more...

<<Oudere berichten