21 februari 2014

De Grauwe versus het Duits Grondwettelijk Hof


In een opiniestuk in De Morgen fulmineert prof. Paul de Grauwe tegen een arrest van het Duits Grondwettelijk Hof, omdat het de onbeperkte opkoop van Staatspapieren door de ECB onwettig vindt. Volgens De Grauwe pogen die rechters  “de macht te grijpen zonder goed te begrijpen waarom ze dat doen.” Wie zich dus vragen stelt bij de oekazes van de Europese nomeklatura wordt beschuldigd een 'poging tot staatsgreep' tegen Europa te plegen. Is niet eerder de EU bezig steeds dictatorialer te worden en de democratie steeds meer uit te hollen?



Recent schreven we over het arrest van 7 februari '14 van het Duits Grondwettelijk Hof: 'Ontploft een bazooka in het gezicht van hetDuits Grondwettelijk Hof?', 11.02.14. De rechters waren van oordeel dat de Europese Centrale Bank in 2012 haar boekje te buiten ging met het goedkeuren van het OMT-programma (OMT: Outright Monetary Transactions), waarbij ze onbeperkt staatsobligaties van zwakke eurolanden mag opkopen op de financiële markten. En de rechters hadden daar stevige argumenten voor.

Een verbod op ‘solidariteit’ was in het verdrag van Maastricht voorzien, waarbij in 1992 de euro-muntunie werd afgesproken. Daarbij werd expliciet bepaald dat financiële steun voor landen met te hoge staatsschuld uitgesloten was. Er werd een strenge niet-bijstandsclausule afgesproken ('No-Bailout-Clause'), waarbij het zowel de muntunie als geheel, als de individuele lidstaten verboden werd borg te staan voor schulden van andere lidstaten. Daar werd al tegen gezondigd met de oprichting van het tijdelijk ‘noodfonds’ EFSF/EFSM, en in 2012 opnieuw met het permanent ESM-fonds, het Europees Stabiliteits Mechanisme. Het ESM moet een kapitaal van 700 miljard euro bevatten, in te brengen door de 17 deelnemende eurozone-lidstaten, waarmee landen die geen geld meer kunnen lenen tegen betaalbare voorwaarden op de kapitaalmarkt, kunnen worden ondersteund.

De Europese Centrale Bank (ECB) ging nog een stap verder, en kondigde op 6 september 2012 aan dat zij onder voorwaarden desnoods onbeperkt staatsobligaties van zwakke eurolanden zou opkopen via het zogenaamde OMT-programma. Het OMT-programma werd besloten door de ECB, zonder parlementaire goedkeuring of controle, en zonder financiële limiet. In zijn tussenarrest van 12 september 2012, dat in hoofdzaak over het ESM en het stabiliteitspact ging, werd door het Hof in Karlsruhe al aangegeven dat ze een truuk om nog meer de 'No-Bailout-Clause' te omzeilen, niet kon goedkeuren: “Het aankopen van staatsobligaties op de secundaire markt door de ECB, die gericht is op de financiering van de begroting van de lidstaten los van de kapitaalmarkten, is een omzeiling van het verbod op een monetaire begrotingsfinanciering en is dus niet toelaatbaar.”

Machtsgreep???

Professor Paul De Grauwe is het helemaal oneens met dit arrest van 7 februari '14, en schrijft daar een vlammend opiniestuk over in De Morgen van 18 februari '14, onder de titel
De Europese machtsgreep van de Duitse rechters is verontrustend'.

Enkele uittreksels:
“Tien dagen geleden bracht het Duitse Constitutioneel Hof in Karlsruhe zijn oordeel uit over de wettelijkheid van het OMT-programma van de Europese Centrale Bank (ECB). Dat programma, dat in 2012 werd gelanceerd, belooft dat de ECB in momenten van crisis staatsobligaties in secundaire markten zal kopen om te vermijden dat liquiditeitstekorten nationale overheden in het faillissement zouden storten….
Maar nu dreigt het Hof van Karlsruhe roet in het eten te strooien. De Duitse rechters in Karlsruhe zijn immers van oordeel dat het OMT ingaat tegen het Verdrag van de Europese Unie en dus onwettelijk is. Tegelijk sturen ze dit oordeel door naar het Europees Hof van Justitie. Dat moet over de wettelijkheid van het OMT-programma oordelen...
Maar het Hof in Karlsruhe gaat een (gevaarlijke) stap verder. De rechters schrijven dat het Europees Hof de toepassingsvoorwaarden van het OMT-programma zal moeten verstrengen om hun oordeel over de wettelijkheid van dat programma te herzien. Ze stellen in feite het volgende: wij willen dat het OMT-programma ingeperkt wordt; jullie, Europese rechters, kunnen dat doen; stuur ons de tekst terug, en wij zullen dan oordelen of het OMT-programma de test van de wettelijkheid doorstaat.
Dit is een buitengewone stap. Duitse rechters matigen zich het recht aan om de finale scheidsrechters te zijn over vragen van Europees recht. Als dit wordt toegelaten, is het hek van de dam. In elk land is er een Constitutioneel Hof dat dergelijke ambities kan koesteren. Als ze dat allemaal gaan doen, is dat het einde van de Europese Unie. Het is heel merkwaardig dat tegen deze poging tot machtsgreep van het Duitse Hof nauwelijks weerwerk is ontstaan in de lidstaten. Niemand wil Duitsland bruuskeren. Het gevolg van zo'n slaafse houding is dat Duitsland steeds meer verleid wordt om de grenzen te verleggen en de Duitse visies op te leggen aan de anderen."

Eurobonds: nog minder democratie

Is het niet eerder omgekeerd, dat de Europese bonzen steeds meer de grenzen verleggen van wat op basis van verdragen tussen de lidstaten werd afgesproken, en steeds eigenzinniger en zonder enige democratische goedkeuring of controle maatregelen beslissen die tegen de verdragen ingaan? Het is bekend dat prof. De Grauwe een fervente voorstander is van euro-obligaties (eurobonds), en ziet hij die maatregelen van het OMT-programma waarschijnlijk als een aanloop naar zijn vurig gewenste invoering van eurobonds. En nu waagt Karlsruhe het om al bezwaren te hebben tegen een veel beperktere maatregel dan eurobonds!

Tegenstanders van eurobonds menen dat de invoering ervan kan leiden tot een verminderen van de urgentie ten aanzien van het doorvoeren van bezuinigingen en structurele hervormingen in de perifere lidstaten. Het zou neerkomen op een subsidiëring van de landen met hoge schulden op kosten van de belastingbetalers in andere lidstaten. Nog volgens tegenstanders zou de invoering van eurobonds moeten gecombineerd worden met een vergaande mate van overdracht van bevoegdheden op het gebied van de overheidsbegroting en -uitgaven van alle eurozonelidstaten. Overdracht naar organisaties die geen enkele democratische legitimiteit hebben, en aan niemand verantwoording zijn verschuldigd.

Een 'prachtig' voorbeeld hiervan: het ESM-fonds

Het ESM-verdrag is een op zich staand internationaal verdrag, en geen verdragswijziging binnen de EU-regelingen. Het staat dus helemaal los van bijvoorbeeld het Verdrag van Maastricht, zodat het EU-Hof zich meer dan waarschijnlijk onbevoegd moet verklaren om het te interpeteren. In het verdrag zelf is bepaald dat vooreerst de Raad van gouverneurs een besluit neemt ‘over elk geschil tussen een ESM-lid en het ESM, dan wel tussen ESM-leden onderling, in verband met de uitlegging en toepassing van dit Verdrag, met inbegrip van elk geschil over de verenigbaarheid met dit Verdrag van de door het ESM genomen besluiten’. Pas wanneer een ESM-lid een dergelijk besluit betwist, ‘wordt het geschil voorgelegd aan het Hof van Justitie van de Europese Unie. Het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie is bindend voor de partijen bij de procedure..’. Het EU-Hof komt dus pas in tweede instantie tussen, en alleen in de vorm van arbitrage, om interpretarieverschillen en geschillen tussen de leden te beslechten, niet bijvoorbeeld om de onwettigheid tegenover het verdrag van Maastricht te vonnissen. Bovendien betaalt het personeel dat bij het permanent ESM-fonds werkt geen belastingen, behalve een kleine 'eigen' afhouding door de organisatie, en is het ESM patrimonium vrijgesteld van eender welke belasting. De voorzitter van de Raad van gouverneurs, gouverneurs, plaatsvervangend gouverneurs, bewindvoerders, plaatsvervangend bewindvoerders, alsmede de directeur en andere personeelsleden van het ESM-fonds verkrijgen immuniteit van rechtsvervolging voor wat zij in hun officiële hoedanigheid hebben gedaan en zij genieten onschendbaarheid wat hun officiële papieren en documenten betreft.

Karlsruhe: behoed ons a.u.b. voor erger

Karlsruhe wijst dus ons inziens terecht op het onwettig karakter van het OMT-programma. Het weerwerk van het Bundesverfassungsgericht zorgt er ten minste voor dat er toch één instantie over waakt dat de grenzen van de verdragsafspraken niet steeds verder verlegd worden, en de visie van de Eurotechnokraten steeds slaafser geslikt wordt.



Read more...

18 februari 2014

Links plaatsen mag, maar niet altijd

“De eigenaar van een website kan, zonder toestemming van de houders van het auteursrecht, via hyperlinks doorverwijzen naar beschermde werken die op een andere website vrij beschikbaar zijn.” Zo vonniste het Hof van Justitie van de Europese Unie.


Dit geldt zelfs wanneer bij de internetgebruikers die op de link klikken, de indruk wordt gewekt dat het werk wordt getoond op de website waar de link zich bevindt, zegt arrest C-466/12 van het Hof op 13 febr ’14, naar aanleiding van een prejudiciële vraag van het Zweeds gerecht, in de zaak Nils Svensson e.a. / Retriever Sverige AB. (uit het perscommuniqué nr. 20/14 van 13 febr ’14 van de dienst Pers en Voorlichting van het Hof van Justitie van de Europese Unie).

Zweedse journalisten schrijven krantenartikelen die gepubliceerd worden en vrij toegankelijk zijn op de website van Göteborgs-Posten. Retriever Sverige, een Zweedse onderneming, exploiteert een website die haar klanten aanklikbare internetlinks (hyperlinks) geeft naar artikelen die zijn gepubliceerd op andere websites, waaronder die van Göteborgs-Posten. Retrieve Sverige heeft geen toestemming gevraagd voor het plaatsen van hyperlinks naar de andere websites, ondermeer deze van Göteborgs-Posten.

Het Hof van beroep te Svea, Zweden, heeft het Hof van Justitie verzocht om een prejudiciële beslissing over de vraag of het plaatsen van dergelijke links een handeling bestaande in een mededeling aan het publiek in de zin van het Unierecht vormt. Zo ja, is het plaatsen van hyperlinks niet mogelijk zonder de toestemming van de houders van het auteursrecht. Het Unierecht bepaalt immers dat auteurs het uitsluitende recht hebben, de mededeling van hun werken aan het publiek toe te staan of te verbieden.

In het arrest oordeelt het Hof dat het plaatsen van aanklikbare links naar beschermde werken een handeling bestaande in een mededeling vormt. Bovendien kunnen de potentiële gebruikers van de door Retriever Sverige geëxploiteerde website worden aangemerkt als een publiek, daar het gaat om een onbepaald en vrij groot aantal gebruikers.

Het Hof stelt echter dat om een toelating te vragen, de mededeling gericht moet zijn tot een nieuw publiek, dit wil zeggen een publiek dat door de houders van het auteursrecht niet in aanmerking werd genomen toen zij het artikel publiceerden. Volgens het Hof is er echter geen sprake van een dergelijk „nieuw publiek” in het geval van de door Retriever Sverige geëxploiteerde website. Aangezien de op de website van Göteborgs-Posten aangeboden werken vrij toegankelijk waren, moeten de gebruikers van de website van Retriever Sverige worden beschouwd als een onderdeel van het publiek dat door de journalisten reeds in aanmerking werd genomen toen zij toestemming verleenden voor de publicatie van de artikelen op Göteborgs-Posten. Aan deze vaststelling wordt niet afgedaan door het feit dat bij de internetgebruikers die op de link klikken de indruk wordt gewekt dat het werk wordt getoond op de website van Retriever Sverige, terwijl dit werk in werkelijkheid afkomstig is van Göteborgs-Posten.

Het Hof concludeert daaruit dat de eigenaar van een website, zoals die van Retriever Sverige, zonder toestemming van de houders van het auteursrecht via hyperlinks kan doorverwijzen naar beschermde werken die op een andere website vrij beschikbaar zijn.

Het wordt een heel andere situatie wanneer een hyperlink de gebruikers van de website waarop deze link zich bevindt, in staat stelt om beperkingsmaatregelen te omzeilen op de website waar het beschermde werk zich bevindt, teneinde de toegang van het publiek te beperken tot de abonnees ervan. In dit geval werden die gebruikers door de houders van het auteursrecht niet in aanmerking genomen als potentieel publiek toen zij toestemming verleenden voor de oorspronkelijke mededeling. Anders gezegd: hyperlinks naar artikels die achter een ‘betaalwand’ zitten, kunnen niet zonder voorafgaande toestemming.

Ten slotte verklaart het Hof dat de lidstaten niet het recht hebben om de houders van een auteursrecht een ruimere bescherming te bieden door een uitbreiding van het begrip „mededeling aan het publiek”. Dit zou immers verschillen op het gebied van de wetgeving doen ontstaan en dus leiden tot rechtsonzekerheid, terwijl de betrokken richtlijn juist beoogt deze problemen te verhelpen.

Het arrest slaat dus alleen op het plaatsen van hyperlinks, niet over het overnemen van artikels. Daar is wel een voorafgaandelijke toelating nodig, en moet er (in de regel) licentiegeld betaald worden. Vergoedingen voor het hergebruik van artikels uit kranten, tijdschiften en hun websites gebeurt in België via de beheersvennootschappen Copiepresse, License2Publish en Repropress .


Persbericht in het Nederlands 
Arrest van het Hof (in het Nederlands)
Read more...

17 februari 2014

N-VA op «tram 3», de anderen op het perron? (Hoegin)

Donderdag, op honderd dagen van de verkiezingen, publiceerden Le Soir, RTL, De Morgen en VTM de resultaten van de eerste peiling van 2014. De peiling plaatste de N-VA weer stevig op «tram 3», zoals partijvoorzitter Bart de Wever het onlangs nog verwoordde. Voor de andere Vlaamse partijen waren de resultaten minder opbeurend. Waarschijnlijk zullen ze op 25 mei al tevreden mogen zijn als ze de resultaten van de vorige federale verkiezingen zullen kunnen evenaren.

Beginnen we met de grootste partij van Vlaanderen. Met 32,3% staat de partij weer stevig boven de dertig procent (de «tram 3»). Als we naar de betrouwbaarheidsintervallen kijken, is het volgens deze peiling inderdaad vrijwel zeker dat de partij boven die psychologische drempel zal blijven. Bovendien tempert deze nieuwe uitslag de val in het vlottende gemiddelde, maar het blijft duidelijk dat de partij in de peilingen over een piek heen is. In combinatie met een geslaagd congres plaatst deze peiling de partij echter opnieuw in een winning mood, dat wil zeggen: minstens tot een eventuele andere peiling een tegenvallend resultaat zou tonen.

Zou men bij de CD&V tevreden zijn met deze peiling? Enerzijds bevestigt deze peiling de stijgende trend waarin de partij het laatste jaar zit. Het ziet er dan ook naar uit dat de partij het resultaat van 2010 wel degelijk zal kunnen evenaren. Anderzijds heeft de partij bij monde van partijvoorzitter Wouter Beke voor zichzelf de lat op twintig procent gelegd, en dat lijkt voorlopig toch nog een trapje te hoog. Helemaal onmogelijk zou zo'n score niet zijn volgens deze peiling, maar wel onwaarschijnlijk. Het blijft een raadsel waarom de partijvoorzitter de lat op een onrealistisch hoog niveau heeft gelegd, want zo creëert men natuurlijk zelf zijn eigen verkiezingsnederlaag.

Bij achtervolger Open Vld zal men ongetwijfeld tevreden geweest zijn over de populariteit van Maggie de Block, die bovenaan de pop-poll die bij deze peiling hoort prijkt. Maar kijken we naar de uitslag van de partij zelf, dan is het resultaat toch eerder een afknapper na de stijgende trend van het laatste jaar. Net zoals de CD&V zit de partij vast op het niveau van de federale verkiezingen van 2010. Populaire figuren in eigen rangen hebben is blijkbaar geen voldoende voorwaarde om het ook goed te doen in de peilingen–en straks misschien ook in de verkiezingen?

Die andere federale regeringspartij, de sp.a, zal volgens deze peiling al heel tevreden mogen zijn als ze nog maar in de buurt van het resultaat van 2010 kan uitkomen. De partij blijft het in de peilingen slecht doen, deze keer trouwens exact ex æquo met de Open Vld. Het resultaat kan nochtans niet verklaard worden door goede resultaten voor extreem-links, want PVDA doet het in deze peiling ook niet bijster goed met slechts 2,7%. Mogen we trouwens even kwijt dat commentaren als zou de partij het beste programma in jaren hebben, veel meer zegt over de politieke sympathieën van de commentator in kwestie dan de échte kwaliteit van dat partijprogramma? We hebben immers zo'n vermoeden dat N-VA-sympathisanten het N-VA-programma het beste in jaren vinden, CD&V-sympathisanten dat van de CD&V, enz…

Voor het Vlaams Belang kan deze peiling niets anders dan barslecht genoemd worden. Blijkbaar had de partij in de peilingen dan toch nog geen bodemkoers bereikt, hoewel ze de laatste tijd haar zelfvertrouwen weer wat hervonden had. Met een score van 7,6% kan de partij absoluut niet tevreden zijn, niet alleen omdat ze daarmee diep onder de psychologisch grens van de tien procent zit, maar ook omdat ze daarmee achter Groen belandt. Zakt de partij nog verder komt zelfs de kiesdrempel stilaan in zicht.

Groen blijft zwalpen tussen de 6 à 9%, maar kan zich deze keer dus verheugen over het feit dat het groter wordt dan Vlaams Belang. Of misschien correcter: dat Vlaams Belang kleiner dan Groen wordt. Zoals reeds vermeld doet de PVDA het deze keer niet zo goed, en ook voor LDD is deze peiling met een resultaat van slechts 1,7% geen reden om de champagnekurken te laten knallen.

Een projectie van de resultaten van deze peiling op de Vlaamse kieskringen levert voor het Vlaams Parlement een zetelverdeling op die een comfortabele meerderheid voor een N-VACD&V-regering toont. Ook N-VA–Open Vld en N-VA–sp.a zijn in principe mogelijk, maar met slechts één zetel op overschot toch wel heel krap. Een V-meerderheid is nog slechts een verre droom. Merken we trouwens op dat de PVDA in deze simulatie geen zetel haalt: in de Antwerpse kieskring zou ze in principe genoeg stemmen halen voor één zetel, was er niet de kiesdrempel van vijf procent.

CD&V, Open Vld en sp.a komen samen niet aan een meerderheid, en dat is toch wel een belangrijke nuance bij het artikel in Knack waarin gesteld wordt dat «[k]iezers CD&V, Open Vld en sp.a […] coalitie met N-VA niet [zien] zitten». Alvast in het Vlaams Parlement zal men immers hoe dan ook een meerderheid aan Vlaamse zijde moeten vinden om een Vlaamse regering te kunnen vormen. Dat betekent dat er dan met de N-VA gesproken zal moeten worden, tenzij men zijn toevlucht wil nemen tot een monstercoalitie van CD&V, Open Vld, sp.a en Groen.

Voor het Europees Parlement kan de N-VA volgens deze peiling op vier zetels rekenen. CD&V, Open Vld en spa. halen ieder twee zetels, terwijl Vlaams Belang en Groen tevreden moeten zijn met slechts één zetel. Merk op dat Steven Vanackere, derde op de CD&V-lijst, daarmee niet verkozen raakt. Meer zelfs, volgens deze peiling haalt de N-VA eerst nog een vijfde zetel binnen vóór de CD&V een derde Europees zitje krijgt. De CD&V zal het dus beduidend beter moeten doen, en de N-VA beduidend slechter, wil Steven Vanackere verkozen raken. Een echte strijdplaats kan men de derde plaats op de CD&V-lijst dan ook niet bepaald noemen. Over de persoonlijke score van Steven Vanackere hebben we het dan nog niet gehad.

Aan de andere zijde van de taalgrens is het duidelijk dat de PS tegenwoordig in slechte doen is in de peilingen. De partij behaalt haar slechtste resultaat in jaren, en zakt verder onder de grens van de dertig procent. Wie naar de betrouwbaarheidsintervallen voor deze peiling kijkt merkt trouwens op dat de MR stilaan in het vaarwater van de PS begint te komen, ook al gaat de MR zelf er niet bepaald op vooruit. Achtervolgers cdH en Ecolo doen het goed noch slecht, en blijven rond hun resultaten van de laatste drie jaren schommelen.

Bij de kleinere partijtjes vielen er twee opvallende resultaten te noteren. Het extreem-linkse PTB noteerde met een stevige score van 6,7% opnieuw boven de kiesdrempel. De partij is daarmee quasi zeker van een zetel of misschien zelfs meer in de Kamer. Maar ook de PP kwam met 5,6% voor het eerst sedert we de peilingsresultaten van die partij bijhouden boven de kiesdrempel uit. Ligt het aan het Europees lijsttrekkerschap van Luc Trullemans? Het is duidelijk dat er zich niet alleen aan de uiterst linkse kant van het Waalse politieke spectrum interessante bewegingen voordoen…

Bijlage: Overzicht van alle peilingen in Vlaanderen sedert 2004 en Wallonië sedert 2006

Labels: , , , , , , , , ,

Read more...

11 februari 2014

Ontploft een bazooka in het gezicht van het Duits Grondwettelijk Hof?

De Duitse opperrechters zijn van oordeel dat de Europese Centrale Bank haar boekje bij de eurocrisis te buiten gaat met het OMT-programma, waarbij ze onbeperkt staatsobligaties van zwakke eurolanden mag opkopen op de financiële markten. Maar voor ze in Karlsruhe tot een definitief arrest besluiten, vragen ze - voor het eerst - een interpretatief advies aan het Europees Hof van Justitie in Luxemburg. Maar dat kan hen zuur opbreken.


Het Bundesverfassungsgericht wendt zich voor het eerst in haar geschiedenis tot het Europees Hof van Justitie, met een vraag om verduidelijking. Dat was tot nu ongezien, omdat men blijkbaar in Karlsruhe niet de indruk wou wekken dat het Europees Hof een 'hogere' rechtbank is dan zijzelf. Maar nu wordt dus voor het eerst wel een beroep gedaan op het Luxemburgse Hof. Niet dat ze hiermee, zoals sommige journalisten schreven "de hete aardappel willen doorschuiven naar Luxemburg". Een meerderheid van zes van de acht rechters van de tweede kamer van het Duitse Hof ontwikkelden een reeks argumenten waarbij ze tot de slotsom komen dat er "belangrijke redenen zijn om aan te nemen dat het OMT-programma buiten het mandaat van de ECB valt en daarmee inbreuk pleegt op de macht van de lidstaten en in strijd is met het verbod op monetaire financiering van de begroting van lidstaten". Een van de klagers was de Duitse Bundesbank, die meende dat het OMT-programma afbreuk deed aan het verbod op 'monetaire financiering'. Nu leggen de rechters in Karlsruhe aan hun Luxemburgse collega's een mogelijke andere interpretatie dan de hunne voor, die het OMT-programma voor hen wel aanvaardbaar en rechtscomform zou maken. De Luxemburgse rechters zullen dus moeten besluiten voor welke interpretatie zij staan, waarna het Bundesverfassungsgericht zijn definitief arrest kan vellen. Twee rechters gaven een afwijkende opinie, maar niet ten gronde over een andere oplossing. Ze meenden dat het Duits Grondwettelijk Hof in een dergelijke zaak niet bevoegd is.

OMT versus ESM

De Europese Centrale Bank (ECB) kondigde op 6 september 2012 aan dat zij onder voorwaarden desnoods onbeperkt staatsobligaties van zwakke eurolanden zou opkopen via het zogenaamde OMT-programma, ook wel 'bazooka' genoemd. (OMT: Outright Monetary Transactions). Zij bevestigde hiermee wat hun voorzitter Mario Draghi zes weken eerder in een toespraak in Londen had beklemtoond: de ECB zou 'al het nodige doen om de euro te beschermen'. De ECB heeft het OMT-programma tot vandaag nog niet effectief gebruikt, maar de aankondiging volstond om de markten te kalmeren. Veel Duitsers geloven dat die aankopen het verbod op monetaire financiering (geld drukken om overheden te financieren) overtreden. Daarom heeft het Duits Grondwettelijk Hof zich na klachten over de zaak gebogen. Vooreerst gebeurde dat in het kader van de zaak rond het Europees Stabiliteitsmechanisme, het ESM-fonds, en het 'stabiliteitspact' (waarbij de EU-landen moeten komen tot een jaarlijks overheidstekort van maximum 3% en een overheidsschuld van maximum 60% van het bbp), waarover we op 22 sept '12 berichtten in het artikel 'Arrest Duits Grondwettelijk Hof over het ESM-verdrag stopt oprukkende UESSR niet'.
Totnogtoe bleef het nog altijd maar bij tussenarresten over deze twee zaken, maar nu kondigt het Bundesverfassungsgericht aan dat het op dinsdag 18 maart 2014 om 10 uur een definitieve uitspraak zal doen over beide onderwerpen.

'No-Bailout’-clausule volledig genegeerd

Een verbod op ‘solidariteit’ was in het verdrag van Maastricht voorzien, waarbij in 1992 de euro-muntunie werd afgesproken. Daarbij werd expliciet bepaald dat financiële steun voor landen met te hoge staatsschuld uitgesloten was. Er werd een strenge niet-bijstandsclausule afgesproken ('No-Bailout-Clause'), waarbij het zowel de muntunie als geheel, als de  individuele lidstaten verboden werd borg te staan voor schulden van andere lidstaten. Daar werd al tegen gezondigd met de oprichting van het tijdelijk ‘noodfonds’ EFSF/EFSM, en in 2012 opnieuw met het permanent ESM-fonds, het Europees Stabiliteits Mechanisme (ESM). Het ESM moet tot 700 miljard euro kapitaal bevatten, in te brengen door de 17 deelnemende eurozone-lidstaten, waarmee landen die geen geld meer kunnen lenen tegen betaalbare voorwaarden op de kapitaalmarkt, kunnen worden ondersteund. Schoorvoetend gaf het Hof in Karlsruhe groen licht aan het ondertekenen van het ESM-verdrag, mits beperkende voorwaarden en maximumbedragen (zie het artikel van 12 sept '12, hiervoor geciteerd).

Nu zou het OMT-programma een soort variante vormen op het ESM, maar dan wel alleen op basis van een besluit van de ECB, zonder parlementaire goedkeuring of controle, en zonder financiële limiet. In zijn tussenarrest van 12 september 2012, dat in hoofdzaak over het ESM en het stabiliteitspact ging, werd door het Hof al aangegeven dat ze een truuk om nog meer de 'No-Bailout-Clause' te omzeilen, niet kon goedkeuren: “Het aankopen van staatsobligaties op de secundaire markt door de ECB, die gericht is op de financiering van de begroting van de lidstaten los van de kapitaalmarkten, is een omzeiling van het verbod op een monetaire begrotingsfinanciering en is dus niet toelaatbaar.” Het was al een vooraankondiging van het standpunt dat in het huidig tussenarrest van 7 februari '14 over het OMT-programma wordt ingenomen.

Waarom naar Luxemburg?

Ondertussen heeft Karlsruhe het thema OMT-programma losgekoppeld van de behandeling van de zaak over het ESM-fonds en het 'stabiliteitspact', en heeft hierover nu dus een afzonderlijk tussenarrest geformuleerd, met een vraag richting Luxemburg. Volgens een bericht op de website van De Tijd (7.02.14), signaleert ING-econoom Carsten Brzeski dat "het Hof twijfelt over zijn eigen oordeel". Daar ben ik het niet mee eens. Het Hof stelt heel duidelijk dat de obligatieaankopen onder het OMT-programma volgens haar het mandaat van de ECB overschrijdt en de bevoegdheden van de lidstaten schendt. Nu legt dat Hof aan Luxemburg een mogelijke andere interpretatie voor, die het OMT-programma restrictiever interpreteert, en voor Karlsruhe wel aanvaardbaar zou zijn. Dat zou kunnen als het OMT-programma de voorwaarden die verbonden zijn aan de hulpprogramma's van de Europese noodfondsen EFSF en ESM niet ondermijnt. Ook een onbeperkte aankoop is voor Karlsruhe onaanvaardbaar. De opgekochte obligaties zouden ook niet mogen onderhevig zijn aan een zogenaamde 'hearcut' een verlaging van de waarde, gezien dit duidelijk een vorm van de in het verdrag van Maastricht verboden solidariteit zou betekenen, Maar in afwachting van de beoordeling van het Europees Hof, beschouwt het Duitse constitutionele Hof "het OMT als in strijd met de primaire wetgeving. Een andere beoordeling is mogelijk gerechtvaardigd wanneer uit de beslissing van het Europese hof blijkt dat het OMT wel binnen het mandaat valt." Het Hof twijfelt dus niet aan zijn eigen oordeel, maar vraagt of het Europees Hof een andere interpretatie kan geven aan de beslissing van de ECB over het OMT, die voor Karlsruhe wel aanvaardbaar is, en ze in een definitief arrest haar besluit niet moet bevestigen dat het OMT in strijd is met de wetgeving.

Eerder schreven we over het ESM in verhouding tot het Bundesverfassungsgericht: "Op het feit dat het ESM in tegenspraak is met het oorspronkelijke verdrag van Maastricht kan het Bundesverfassungsgericht helemaal niet ingaan. Het ligt buiten zijn bevoegdheid tegenstrijdige clausules van verschillende Europese verdragen, die de Bondsdag bovendien goedkeurde, te beoordelen. Alleen het Hof van Justitie van de Europese Unie in Luxemburg is bevoegd om Europese teksten te interpreteren en eventueel nietig te verklaren." Karlruhe kon bij het ESM wel nog enigszins ingrijpen, omdat het verdrag nog niet geratificeerd was, en het dus voorwaarden voor die ratificering kon vorderen, zodat de Duitse grondwet of eerder parlementair goedgekeurde Europese verdragen werden eerbiedigd. Met het OMT-programma ligt dit moeilijker: het Duits constitutionele Hof kan het OMT-programma niet stilleggen omdat het geen rechtsbevoegdheid heeft over EU-instituten, zoals besluiten van de ECB. Het Hof kan alleen de regering in Berlijn beperkingen opleggen bij het al of niet steunen van crisismaatregelen van de ECB, als ze bij haar standpunt blijft dat de Duitse grondwet en door het Duits parlement goedgekeurde Europese verdragen geschonden zijn, wat dan wel van invloed kan zijn op het handelen van de centrale bank.

De Duitse regering steunt vooralsnog het obligatie-opkoopprogramma. Afgelopen zomer gaf minister van financien, Wolfgang Schäuble, al aan dat de ECB met de OMT niet buiten zijn mandaat van onafhankelijkheid treedt. Politici en rechters nemen dus volledig tegengestelde standpunten in.

Europees Hof moet niet oordelen over 'het ECB-beleid'

Er werden nogal wat bombastische titels gebruikt over die adviesvraag aan Luxemburg. Nogal wat kranten en websites kondigden aan 'Europees hof moet oordelen over ECB-beleid'. Slim Beleggen maakt er zelfs van 'Duitsland sleept eindelijk de ECB voor de rechter!' Bijna alle teksten zijn gebaseerd op een persbericht van Bloomberg dat de meesten min of meer ongewijzigd overnamen. Veel beter was de titel op de website van De Standaard (vrijdag 7.02.14) met 'Duits hof vraagt Europees advies over ECB-steunprogramma', of de titel in het artikel hierover in De Tijd van zaterdag: 'Duitse rechters vragen EU-Hof voor het eerst advies'. De Standaard bericht er niet over in zijn krant. De titel van de Frankfurter Allgemeine (FAZ) resumeert de zaak nog anders (vrij vertaald): 'Rechters vinden het OMT-programma onwettig' (Duitse tekst:'Verfassungsrichter halten EZB-Programm für rechtswidrig'). Er wordt dus niemand 'voor de rechter gesleept', noch moet het Europees Hof oordelen over 'het ECB-beleid'. Alleen een interpretatie over het OMT-programma staat er op deze agenda.

Ontploft een bazooka bij het Grondwettelijk Hof?

Wel is het een zeer vreemde demarche. Het Hof in Karlsruhe stelt dat het OMT-programma tegen Europese regels indruist, maar vraagt aan het Hof in Luxemburg of ze het op een andere manier kan uitleggen, zodat geen regels overtreden worden. Hierbij kan dit Hof in Luxemburg er zich gemakkelijk van afmaken, door te stellen dat het een theoretische vraag is die nog geen antwoord behoeft, gezien de maatregelen voorzien in het OMT-programma nog helemaal niet zijn gebruikt. Tot nu werd bijna elk geschil tussen lidstaten en de EU in Luxemburg beslecht in het voordeel van de EU. Waarom zou het deze keer anders zijn? Dat ze de interpretatievariante van Karlsruhe goedkeurt, lijkt nog onwaarschijnlijker. Dan zouden de hoogste Europese rechters in een politiek zo hoog explosief thema tot een overschreiding van de bevoegdheden van een van de hoogste instellingen van de EU, de ECB, moeten besluiten. De ECB kan bijvoorbeeld argumenteren dat alleen al de aankondiging van die maatregel de markten gerustgesteld heeft. "Daarmee staat de ECB noch juridisch noch ekonomisch recht in haar schoenen, maar het maakt van de ECB wel de machtigste administratie van Europa die volledig naar haar eigen inzichten kan handelen", besluit een van de hoofdredacteurs van de FAZ, Holger Steltzner, in zijn commentaar over die adviesvraag, onder de titel 'Die Angst der Verfassungsrichter'. (Letterlijk: "Zwar setzte das die EZB weder juristisch noch ökonomisch ins Recht, aber es machte den Eurotower zur handlungsfähigsten und mächtigsten Behörde Europas.").

Holger Steltzner gaat verder in op de vraag hoe het dan verder moet, als het Luxemburgse Hof geen standpunt inneemt, of de ECB de door Karlsruhe gevraagde inperkingen van het OMT-programma niet beaamt en de ECB daarop controleert? Dan wordt het volgens hem pas echt spannend in Karlsruhe. Het Hof kan dan onmogelijk nog terugkomen op zijn uitspraak dat het OMT-programma volgens haar onwettig is. Dan zitten de Karlsruher rechters in een zelfgebouwde val. Eerst stellen ze een onwettigheid vast, dan vragen ze uit schrik voor hun eigen moed om hulp bij het Europees Hof, die hen tegen de muur kan doen lopen. Wat doen ze dan? Dat Duitsland uit de monetaire unie zou stappen, zoals hardnekkige critici hopen, zullen de rechters nooit kunnen afdwingen. Karlsruhe zal de ECB geen juridische grenzen meer durven stellen. Die kan dan ondertussen onbeperkt staatsobligaties van alle lidstaten kopen, wat blijkbaar volgens Holger Steltzner in de Europese Raad al intensief besproken wordt. Zo maken ze het Bundesverfassungsgericht vleugellam, en kunnen de rechters ten slotte nog hoogstens aanwijzingen geven aan de vertegenwoordigers van de Bundesbank in de ECB, niet mee te werken aan sommige discuteerbare beslissingen. Daarmee bereiken ze alleen dat de stem van het Duits politiek verstand in de ECB moet zwijgen.

Het blijft vooreerst afwachten welk arrest er op op dinsdag 18 maart 2014 in Karlsruhe uit de bus komt in verband met het ESM-fonds, en het 'stabiliteitspact'. Wie weet ziet de hele zaak er dan weer helemaal anders uit, ook wat een interpretatie van het OMT-programma betreft?

De EU steeds ondemocratischer

Het gebrek aan moed van het Hof in Karlsruhe zou wel eens het einde kunnen betekenen van de dam die het tot nu was tegen het willekeurig en tegen de Europese verdragen optredende Europese nomenklatura. "De macht en de bevoegdheid van nationale parlementen wordt stelselmatig steeds verder door de verzameling van ondemokratische Europese instellingen en figuren ondermijnd, ten voordele van steeds nieuwe Europese instellingen met steeds pakken nieuwe ambtenaren, totdat geleidelijk de Europese Technokratische Staat vorm krijgt." (Mark Grammens in Journaal, 20.09.2012).

Ik kan niets anders dan ongeveer op dezelfde manier te besluiten als in vorige artikels over de EU:
Moet niet ernstig overwogen worden uit een dergelijk totaal ondemocratisch verband van de eurozone te stappen? En ook uit de Europese Unie, met zijn schijnparlement, voor we helemaal in de EUSSR terechtkomen? Idem voor alle mogelijke andere 'internationale' verbanden, zoals de VN, vóór deze hier zogenaamde ‘islamofobie’ (kritiek op de islam) en ‘godslastering’ in het algemeen strafbaar komt stellen?

Er bestaat een alternatief: deel uitmaken van een te vormen confederaal echt democratisch Europa, naar Zwitsers model, waar de burgers van elk land het laatste woord hebben via bindende referenda. Binnen Europees verband zou België/Vlaanderen de EU kunnen verlaten en lid worden van de Europese Vrijhandelsassociatie (EFTA), waarin we Zwitserland, Noorwegen, Liechtenstein, en momenteel ook nog IJsland aantreffen.

Documenten
Persbericht over het tussenarrest van het Bundesverfassungsgericht van 7 febr ‘14
Duitse versie
Engelse versie
Read more...

6 februari 2014

Gevalsstudie: een “gematigde moslim”




 

Om islamkritiek te ontzenuwen, wijzen islamapologeten graag op het bestaan van “gematigde moslims”. Die omgorden zich niet met bommen, trekken niet als heilige strijders naar frontlijnstaten en hebben alleen maar last van de reputatie die hun militantere geloofsgenoten de moslimgemeenschap bezorgen. Vooraleer in een volgend artikel in te gaan op de problemen die de categorie “gematigde moslims” stelt, willen we hier verslag  doen van één zo’n typische discussie met een moslim die zich gematigd noemt. Nu Ico Maly maar liefst een doctoraat gekregen heeft voor een rapport over onder een valse naam afgeluisterde facebook-gesprekken van N-VA-aanhangers, doen ook wij verslag van een facebook-discussie.

 

Mars

Aanleiding was een een Saoedische fatwa (advies door een islamitisch rechtsgeleerde op basis van de islamwet) die moslims verbiedt om naar Mars te trekken. Nu Amerikaanse en Indiase missies naar Mars de eerste bemande Marsreis voorbereiden, geven sommige moslims blijk van enige vooruitziendheid door zich af te vragen of wij van de Profeet wel naar de rode planeet mogen gaan. Wel, hier is het antwoord: nee, we mogen niet.

Een zogenaamd gematigde moslim gaf uiting aan een stelling die schijnbaar het midden houdt tussen twee extremen: “Ik hoop dat ze daar een veilige haven maken voor de irrationele en obsessieve moslimhaters en dat ze die achterlijk ‘fatwa’-schrijvers ook mee naar boven schieten. De wereld kan er maar alleen beter van worden.”

Ziedaar dan de eerste tactiek van zowel gematigde moslims als hun islamofiele vrienden: doen alsof rationele islamkritiek (verketterd als “irrationele en obsessieve moslimhaat”) en de islamorthodoxie van de moefti’s (jurisconsulten) aan mekaar gewaagd zijn, terwijl zijzelf de gulden middenweg belichamen. In één opzicht hebben zij trouwens gelijk: moefti’s en islamcritici hebben met elkaar gemeen dat zij doorgaans met gezag en deskundigheid over de islam spreken en uitmaken wat echt islamitisch is en wat niet; terwijl de “gematigden” zonder veel kennis van zaken alles tot islamitisch verklaren wat zijzelf of hun toehoorders graag horen.

 

Fatwa

    • Een islamcriticus schreef: “Voor een verbod op humor hebben de moslims geen fatwa's nodig. Dat verbod staat gewoon in hun koran ingeschreven.”
      Dat moslims behoorlijk humorloos zijn, is waar en gaat terug op Mohammeds eigen voorbeeldgedrag. Toen hij nog een marginale sekteleider was en zijn volgelingen discreet bleven, zag een heiden hen eens bidden, zo met hun achterste in de lucht, en hij barstte in lachen uit. Prompt gaven de moslims hem een pak slaag met een kaaksbeen van een ezel. Wanneer Mohammed machtiger werd, zou deze repressie in hogere versnelling gaan en de bespotting van de islam met moord bestraffen; maar het beginsel dat met de islam niet te spotten valt, werd hier reeds gevestigd.
      Over het belang van fatwa’s vergist deze man zich echter. Natuurlijk staat het beginsel in de Koran, maar gewone moslims vertrouwen op hun moefti’s om de Koran en de Overleveringen van de Profeet te duiden. Hun fatwa’s zijn formeel antwoorden op vragen die door gewone moslims gesteld zijn, en sommen de eerdere meningen van moefti’s over die of aanverwante kwesties op, om dan hun grondslag in de Overleveringen of de Koran te belichten. Het is dus niet óf de fatwa óf de Koran, de fatwa is een verklaring van de Koran.
      Maar die onnauwkeurigheid rechtvaardigt het antwoord van de “gematigde” moslim niet: “X, nog even en je mag je kampbewakervacature opsturen voor een ‘muslimefrei’ Europa.”
      De gewone moslim in moslimlanden en de meerderheid in de Europese moslimwijken zou die uitspraak nooit doen. Als zij al ooit naar de Tweede Wereldoorlog verwijzen, is het veeleer om te zeggen dat “Adolf Hitler nog niet genoeg joden gedood heeft”. Maar de minderheid van politiek geschoolde moslims heeft van de Westerse islamofielen geleerd dat westerlingen doorgaans een aversie of zelfs een schuldgevoel hebben over het beleid van de nazi’s om Europa “judenrein” te maken, en transponeert dat schrikbeeld volkomen onverantwoord op de vermeend vijandige houding tegenover de moslims, en vandaar dan nog eens op de islamkritiek.  
       
      Djihaad
      Een islamofiel merkte op: “99 procent van de moslims lust geen djihadi’s en zonder de hulp van onkel Sam en de Nato waren die barbaren allang verslagen geweest. Niet vergeten dat 99 procent van de slachtoffers die de djihadi’s maken moslims zijn. Een of ander ondoorzichtig gemeenschappelijk belang tussen djihadisten en de US en sommige Europeese landen maakt dat dit uitschot veel munitie krijgt in verhouding met hun aanhang. Wat die polderdjihadisten betreft, heb ik al verschillende keren geschreven dat ze hier niet thuis horen maar in het achterlijke Saoedi-Arabië.”
      Djihadi’s maakten in betere tijden vooral slachtoffers onder de niet-moslims, bv. telkens een miljoen of zo in de splitsing van India (1947) en in de Bangladesj-oolog (1971). Maar inderdaad, de huidige strijd tussen soennieten en sjiïeten in Syrië, Irak en Pakistan maakt vooral moslimslachtoffers – wat ons niet (zoals bedoeld) de aandacht moet doen verliezen voor de daders, die evengoed moslims zijn. Het is wel waar dat de VS en de Navo opvallend verkeerde keuzes gemaakt hebben, en dat de djihadi’s in Syrië behalve aan de Golfstaten en Saoedi-Arabië ook wel wat aan het Westen te danken hebben. Dat komt juist door de aversie voor beginselvaste kritiek in onze beleidskringen, de algemene warhoofdigheid tegenover het onderwerp islam.
      Maar verder vergist de islamofiel zich, zo antwoordde ikzelf, want veel meer dan 1% van de moslims “lust” de djihaad wel: "’99 procent van de moslims lust geen djihadi’s’?! De cijfers voor de betrokkenheid bij djihaad in Afghanistan of Irak spreken dat alleszins tegen. Ook in Europa is dat zeker geen 99%, de meeste moslims zijn zelf geen strijders maar steunen de djihadi's wel passief. Maar goed, de moslims die hier de djihaad niet steunen, zijn toch wel met veel. En dat is om strategische redenen: zij vinden, terecht, dat zij gewoon onopvallend en vreedzaam de macht kunnen veroveren, nl. langs demografische weg. De djihaad maakt maar de slapende christenhonden wakker en bemoeilijkt deze sluipende machtsovername. (Mogelijk antwoord dat de djihadi's daarop kunnen geven: nee, de djihaad doet de islamofiele christenhonden juist heftiger islamofiel worden, bv. na 11 september haastten massa's politici zich naar de moskeeën om de moslims te verzekeren dat dit allemaal niets met de islam te maken had.)”
       
      Mein Kampf
      Waarop onze gematigde moslim tussenkwam: “De meeste moslims zijn nakomelingen van de eerste generatie en die zijn toevallig hier terechtkomen/gehaald. Je redenering is een absurde complottheorie. (…) Met dezelfde redenering kan je hier ook complottheorieën die heel populair waren in de jaren 20 tot 40 van de vorige eeuw hier verdedigen (Mein Kampf is nog altijd één van de meest verkochte boeken in Europa), maar toen was het dat de joden Europa economisch wilden veroveren en nu doen de moslims het demografisch.”
      Ikzelf: “Het is feitelijk onjuist, en zo gemakkelijk te falsifiëren dat men hier wel aan een leugen moet denken, om te beweren dat Mein Kampf vandaag in Europa populair is. Dat past in de ‘racisme’-complottheorieën zoals de rioolkrant De Standaard die tegenwoordig propageert... En als je het dan toch over WO2 wil hebben: toen steunde de overgrote meerderheid van de moslims Hitler, die trouwens de moslims zeer genegen was, enkele afdelingen van de Waffen-SS voor hen liet oprichten en daarin hun rituele wetten deed eerbiedigen.”
      De gematigde moslim: “Mijn woorden niet verdraaien. Ik schreef ‘één van de meest verkochte boeken in de jaren twintig tot veertig van de vorige eeuw’. Ik heb Hitler er niet bijgehaald, wel Mein Kampf. Als je het woord jood vervangt door moslim heb je dezelfde stelling/complot. In Hitler's leger waren er meer nationaliteiten (er was zelfs een Indisch batalion bij, dat moet jij zeker weten) vertegenwoordigd dan bij het Amerikaanse en Britse leger. Bij de geallieerden vochten ook Noord-Afrikaanse moslims mee.”
      Zoals iedereen kan verifiëren, heeft de gematigde moslim wel degelijk en uitdrukkelijk gesteld dat Mein Kampf vandaag in Europa populair is. De geïmproviseerde leugen daarover schokte echter zijn zelfvertrouwen niet. Zijn onderscheid tussen Hitler en Mein Kampf is een ergerlijk voorbeeld van spijkers op laag water zoeken, zoals ik vaststelde: “Ha zo, u kent een Mein Kampf die niet door Adolf Hitler geschreven is? Belangwekkende spitsvondigheid, we zijn benieuwd. Terzake: nee, voor de theorie van het joods wereldcomplot was een vervalsing nodig, de Protocollen van de Wijzen van Zion; terwijl het feit van het islamitisch streven naar wereldheerschappij op de echte, door alle moslims aanvaarde basisteksten van de islam gestoeld is. U schijnt het verschil tussen waar en vals niet belangrijk te vinden; wat het in de islamstrategie inderdaad ook niet is. Er waren ook moslims die met de Angelsaksische overheersing moesten leven en daar hun voordeel mee zochten te doen, ongeacht hun overtuiging. De moslimsoldaten in het Geallieerde kamp onderscheidden zich vooral door hun verkrachtingen op Duitse en Italiaanse vrouwen, ook weer een praktijk die door Mohammed zelf gelegitimeerd is. Maar het is waar dat Hitler, gezien de samenstelling van zijn leger, een praktiserend multiculturalist was. Geen wonder dat dat CGKR zo'n sinistere instelling is.”
      De gematigde moslim liet het daar niet bij: “U schijnt het verschil niet te willen weten tussen theorie en praktijk. De Protocollen waren niet nodig geweest (zie de eeuwen van pogroms en jodenvervolging). Ik zie je al schrijven: Hitler was eigenlijk een verborgen moslim.”
      Ik wees erop dat de joden in de christelijke wereld eigenlijk een relatieve voorkeursbehandeling genoten, want zij golden als levende getuigen bij de waarheid van het Oude Testament: “Het christendom was een slechte zaak, maar niet vijandiger tegenover de joden dan de islam. Overal in Europa waren joodse gemeenschappen, desnoods in getto's, maar er bestond geen enkel getto voor de oorspronkelijk nochtans veel talrijker vereerders van Jupiter of Wodan...”
      En dan over de hoofdlijn in zijn retoriek: “Ook hier haal je weer waar en vals door mekaar. Omdat je mijn echte argumenten aangaande Adolf Hitler niet kan weerleggen, moet je mij iets fictiefs in de mond leggen: ‘Hitler was eigenlijk een verborgen moslim’. Tja, de ‘wet van Godwin’ wordt alleen toegepast wanneer je het debat aan het verliezen bent.”
      En nu neemt de gematigde moslim zijn crescendo van leugens weer op: “Koenraad: ik kan er ook niet aan doen dat de complottheorieën over moslims sterk lijken op wat er in Mein Kampf staat, ik ken geen ander boek waar de gelijkenissen zo frappant zijn. In feite ben je al de hele tijd aan het Godwin(nen).”
      Zoals iedereen kan verifiëren, had hijzelf er Hitler als schrijver van Mein Kampf bijgesleurd. Typisch, want de meeste islamapologeten die de Westerse gevoeligheden kennen, verzieken islamdebatten door er Hitler of het racisme bij te halen. Dus zette ik de puntjes op de i: “Ik ben helemaal niet aan het Godwinnen. In een discussie over de islam had ik het over de islam. Tot jij en jij alleen er ongevraagd Hitler bij gesleurd hebt. Maar we weten intussen al dat jij vaak en graag waarheid en leugen verwisselt. Je hebt enerzijds de eerlijke moslims, die gewoon zeggen dat ze de djihaad voeren, en anderzijds de oneerlijke, die dit ontkennen.”
       
      Vijandbeeld
      Daarop volgde een bekende poging om de vis te verdrinken: “Koenraad: in de wereld zijn er eerlijke en oneerlijke mensen, moordenaars, verkrachters enz. enz. In alle religies en nationaliteiten zijn er fanatiekelingen.”
      Ik herinner me niet dat Laozi of de Boeddha ooit de djihaad gevoerd hebben of dat van hun volgelingen verlangden, noch dat die recent met bomgordels om hun lijf gesignaleerd zijn. Indien dat toch het geval zou zijn, dan is er iets mis met het verschijnsel “religie” zelf, en moeten we ermee ophouden het normaal te vinden dat mensen zich tot een religie bekennen. Maar ik wil best geloven dat mensen door geboorte min of meer hetzelfde zijn; het is echter de conditionering door het geloof die een verschil maakt. En die maakt dat moslims de grote meerderheid van de terroristen uitmaken (op afstand gevolgd door de maoïsten als tweede).
      En verder gaf hij blijk van een veralgemenend vijandbeeld van de islamcriticus: “In jouw wereld zijn moslims per definitie slechte mensen, zelfs als ze goed doen is het om het slechte te willen. Tja… dan heb je natuurlijk altijd gelijk en is elke debat nutteloos.”
      Alleen al in het Nederlands heb ik zeker duizend bladzijden over de islam gepubliceerd (drie boeken, twee lange papers in collectieve boeken, en vele tientallen artikels), en daarin heeft geen enkele islamapologeet ooit één zin gevonden die aan deze voorstelling van zaken beantwoordt. Moslims zijn gewoon mensen die, als niet-moslim geboren, in verschillende mate door de islamitische ideologie geconditioneerd zijn geraakt. Daarom betreft mijn kritiek de islam, en niet de inderdaad zeer verscheiden moslimbevolking. Maar dat ongemakkelijke feit zal de “gematigde” moslim, zolang hij enigszins kan, fanatiek blijven ontkennen.
       
       
      Sjari’a
      Een Nederlands islamcriticus kwam tussen: “De voorstelling van zaken door [de gematigde moslim] inzake de trouw aan de sjari’a van moslims in Nederland wordt door ieder serieus wetenschappelijk onderzoek ernaar totaal gelogenstraft. Hij verbloemt het begrip taqijja…“
      Dus volgde er bij onze gematigde moslim weer een poging om de eigen stellingname als de middenweg voor te stellen: “Je gedachtegang lijkt sterk op die van de djihadi’s zonder dat je het eigenlijk beseft. De wereld draait nooit lang op extremen.” En verder stelde hij de sjari’a voor als van dezelfde orde als het Romeins recht of de Code Napoléon.

    • Dus ik: “De sjari'a is inhoudelijk bekritiseerbaar (handen afhakken is maar een sensationele uitschieter), maar is vooral onaanvaardbaar omwille van zijn basis, die radicaal verschillend is van het Romeins recht en de Code Napoléon: het gaat om de anachronistische nabootsing van Mohammed, die als ultieme beweegreden voor zijn gedrag een ingebeelde openbaring gebruikte. Islamofielen en taqijja-moslims (‘gematigde’ moslims) blinken uit door moedwillige oppervlakkigheid, en dat blijkt weer eens uit dit pleidooi pro sjari'a, dat de voor islamieten fundamentele reden waarom de sjari'a verkieslijk is, verdonkeremaant. Goochelaars oefenen zich in misdirection, en dat is de rode draad in het hele pro-islam vertoog.”
      Een uitweg van islamofielen en gematigde moslims uit de oprakeling van een vervelend voorbeeld uit de sjari’a, bv. de door vele moefti’s goedgekeurde en aanbevolen vrouwenbesnijdenis, of de algemeen aanvaarde steniging als straf voor “ontucht”, is dat “deze ouder is dan de islam”. Natuurlijk is ze dat, maar dat maakt haar niet minder islamitisch: “Alles aan de islam is pre-islamitisch (besnijdenis, varkenvleesverbod, moskee-architectuur, bedevaart naar Mekka, veelwijverij, je vrouw slaan, enz.), behalve Mohammeds openbaring. Het geloof in deze ingebeelde openbaring, deze ‘folie à deux’ op miljardvoudige schaal, maakt dat deze pre-islamitische gewoonten, die anders wel zouden evolueren en eventueel verdwijnen, voor eeuwig gebetonneerd worden. Bv., de joden hadden de hun door de Schrift opgelegde straf van steniging wegens overspel vervangen door pek en veren, maar Mohammed voerde de steniging weder in en legde ze ook aan de joden op.”
      Waarop de “gematigde” moslim: “…Ik heb hier niet de sjari’a willen verdedigen maar uitleggen. En je weet: als je persoonlijk wordt in een debat of discussie, ben je al bij voorbaat verloren. We hebben al eens gediscussieerd maar telkens je het niet aankan begin je vuil te spuwen en over je achterlijk taqijja-dinges te zeveren…”
      Nou nou: “[Gematigde], ik noteer dat het weer eens jijzelf bent die persoonlijk wordt, wat volgens jou zelf typisch is voor wie het debat verloren heeft. Ik heb jou in deze discussie helemaal niet genoemd en slechts op algemene feiten inzake de islam de aandacht gevestigd. Maar jij begint objectieve feiten zoals de grootschalig en veelvuldig vastgestelde taqijja als ‘vuil’ en ‘zever’ af te doen.”
       
      Camera
      Daarop kreeg ik een “gematigd” voorstel: “Ik wil eens naar een ‘moslim’ buurt gaan en jij mag een willekeurige moslim vragen wat een taqijja is. Ik zorg voor de filmploeg… Ik heb het zelf moeten opzoeken toen je goeroe Wilders er over begon.”
      Mijn eerste artikel over het islamprobleem dateert uit begin 1989, ruim 12 jaar vóór 11 september, de gebeurtenis die Wilders geleidelijk tot anti-islamleider zou maken, jaren na het verdwijnen van Pim Fortuyn, die zelf nog in de politiek moest gaan en vermoord worden. Het woord “goeroe” is hier dus zeer misplaatst, typisch voor de sloganeske veralgemeningen waarmee zijn soort het debat probeert te winnen.
      Mijn antwoord op dit voorstel: “Er zijn inderdaad talloze moslims die taqijja bedrijven (zoals ik heb vastgesteld), zelfs zonder het woord te kennen. Blijkbaar was jijzelf ook in dat geval voordat Wilders het woord gebruikte. Maar hij had dat woord niet zelf bedacht, hij had het uit islamitische bron. Ik zal dus niet veel moeite hebben om jou een moslim die het woord wél kent, onder de camera te duwen. Overigens wil ik jou wel eens meenemen naar eender welke moslimbuurt en een moslim vinden die bereid is om publiekelijk te verklaren: ‘Mohammed had ongelijk.’ Succes niet verzekerd. Islamapologeten vertellen graag het postmoderne smoesje dat ‘dé islam niet bestaat’. Wel, de grenzen van de islam zijn met dit criterium ondubbelzinnig vast te stellen.”
      Nadat de gematigde moslim het belang van taqijja wou ontkennen, veranderde hij nu het geweer van schouder om taqijja goed te praten: “Taqijja wil heel simpel zeggen dat je niet tegen je zelf mag getuigen, maar alleen als je leven er van afhangt. Bijvoorbeeld: wanneer Koenraad een SS'er zou zijn en hij zou een jood tegenhouden, mag die jood tegen Koenraad zeggen dat hij geen jood is, dat is taqijja.” Merk de tactiek op om wanhopig overal het nazisme bij te sleuren: ietwat in het multicultureel vertoog (genre Kif-Kif) geïntegreerde moslims mijden het echte debat en zoeken hun toevlucht tot de retoriek waarmee de bange burgers zich de mond laten snoeren.

      Met voorbijgaan aan zijn verbale agressie ging ik verder op het onderwerp taqijja in: “De ‘gematigde’ moslims zijn precies in de door [hem] geschetste positie. De waarheid over de islam en zijn obscurantisme en onverdraagzaamheid geldt tegenover de moderne wereld als een zelfbeschuldiging. Om die te vermijden zijn zij, precies zoals [hij] zelf zegt, door hun godsdienst gerechtigd te liegen. En dat doen zij dus volop.”
       
      Ontmaskering
      Ten einde raad gooide onze gematigde moslim het over een andere boeg. Uit eigen beweging begon hij over een TV-fragment, Hans Jansen, de ontluisterende ontmaskering (http://m.youtube.com/watch?v=e6VRvDXO4Ko), waarin arabist prof.em. Hans Jansen bij Pauw & Witteman zei dat politici de islam overdreven ter wille zijn. Gevraagd naar voorbeelden moest hij even zoeken. Triomfantelijk commentaar van onze moslim: “Hier rijdt Hans Jansen zichzelf muurvast. Het is zijn recht om zijn natte dromen voor waar nemen, maar de werkelijkheid/waarheid heeft ook haar rechten.”
      Hoewel ik nog niets gezegd had, trok hij uit dit onooglijk fragment ook voor mij huizenhoge besluiten: “Ik begrijp dat het je pijn doet Jansen te zien afgaan als een gieter, want je verkocht jezelf ook als een islamkenner en ging met dezelfde afrijs [?] naar beneden. Dit is de laatste keer dat ik op je post reageer, met obsessieve islamhaters praten heeft geen enkel zin, ze hebben van die onhebbelijke trekjes om over alles zeker te zijn en hun antwoorden in discussies zijn al voorgetikt.”
      Ik sloot de discussie af met deze repliek: “Dit is al de tweede keer dat [de gematigde moslim] belooft om niet meer op mij de antwoorden: met veel drama de deur dichtslaan om de aandacht af te leiden van het feit dat hij nog nooit wat dan ook over de islam heeft kunnen weerleggen. Wat Hans Jansen betreft: zijn terrein is de islamkunde, waarin [onze gematigde moslim] ook nog nooit wat dan ook van hem heeft kunnen weerleggen. Dit keer werd Jansen door de presentatoren naar iets sociologisch gevraagd, en daar moest hij even over nadenken. Hij noemde zijn eigen aarzeling een afgang, maar gaf daarna wel een voorbeeld, en toen hij er nog één ging geven, werd het filmpje door de poster, die het ten onrechte als een ‘ontmaskering’ betitelde, veelbetekenend afgebroken.”
      Hans Jansen is geen bekende TV-figuur geworden door politieke commentaar te geven, wel door de islam te belichten. Het is juist door hun onvermogen om hem daarop te counteren dat "gematigde moslims" hun toevlucht moeten nemen tot dit soort heel selectief geknipte filmpjes. Eigenlijk geven zij hiermee hun inhoudelijke nederlaag toe.    
       
      Besluit
      Het eerste besluit dat je uit dit twistgesprek kan trekken, is dat Facebook zijn eigen soort “trollen” aantrekt. De “vrienden van vrienden” die je op de tijdlijn van je vrienden ontmoet, kunnen je veel tijd doen verliezen. Gelukkig verliezen zij al gauw hun zelfbeheersing, en dan trekken zij eruit. Dat is dan het voordeel van Facebook: aan de toog zou een discussie in een vuistgevecht ontaarden, hier schelden zij wat en slaan dan de deur dicht.
      Desalniettemin heeft deze discussie wel geïllustreerd dat “gematigde moslims” zich in allerlei bochten kunnen wringen, maar eigenlijk over geen enkel ernstig argument beschikken. Als je hun de feiten over hun islam en hun geëerde Mohammed onder de neus duwt, dan moeten ze hun ontsnappingstruken toepassen. Die truken zijn wel talrijk, en sommige worden hun door hun ongelovige maar islamofiele vrienden aangereikt. Anders dan de weinig theologisch onderlegde massa’s in de islamwereld, bij wie er zelden aanleiding is om van taqijja te gewagen, zijn de uitdrukkelijk “gematigde” moslims in het Westen wel gespitst op confrontatie met de ongelovigen. In hun vertoog mag je dan ook enige valsheid verwachten.

Labels: , , , ,

Read more...

3 februari 2014

Grond- en pandendecreet veel grondiger vernietigd

Zeer, zeer ongebruikelijk: naar aanleiding van de interpretatie door minister Van den Bossche van de vernietiging van delen van het Grond- en pandendecreet door het Grondwettelijk Hof, publiceerde dat Hof een verbeterarrest, om duidelijk te maken dat de ministeriële interpretatie verkeerd was. Ondertussen zijn door de vernietiging b.v. een aantal RUP’s ongrondwettig, maar zijn de voorschriften inzake de sociale last in die RUP’s niet automatisch mee vernietigd. Ze blijven in principe bestaan, doch hun rechtsgeldigheid is aangetast. Hetzelfde geldt voor afgeleverde vergunningen met een opgelegde sociale last. De chaos die parlement en regering met hun rommeldecreten veroorzaken wordt steeds groter.

Na de vernietiging van delen van het Grond- en pandendecreet door het Grondwettelijk Hof op 7 november ’13 hield het Vlaams parlement er een ‘actualiteitendebat’ over op 13 november ’13. We berichtten hierover in het artikel ‘Grond- en pandendecreet deels vernietigd’, op 10.11.13.
Toen zegde minister Van den Bossche er ondermeer: “De sociale lasten dan. Over welke maatregel gaat het precies? Het gaat over hoofdstuk 3, over het opleggen van sociale lasten. Dat is de specifieke verplichting voor projectontwikkelaars om in elk bouwproject in een minimumaantal sociale woningen te voorzien. Daarvan zijn alle uitvoeringswijzen vernietigd, en de daarmee gepaard gaande regelingen..... Wat niet is vernietigd, en dus wel integraal blijft gelden, is de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod en de daarmee gepaard gaande lasten, dus de objectieven en de normen."

Zover blijft het Grondwettelijk Hof het eens met de interpretatie van de minister, behalve over het laatste deel van de laatste zin "en de daarmee gepaard gaande lasten, dus de objectieven en de normen". Want de minister stelt in haar verder betoog op 13 november '13 dat, gezien de daarmee gepaarde objectieven en de normen integraal blijven gelden, volgens haar "de bindende sociale objectieven voor de gemeenten, zowel voor koop als voor huur, overeind blijven, maar ook de normen op gemeentelijk niveau en op het niveau van elke verkaveling zelf. Met andere woorden, in elk verkavelingsproject en elk bouwproject dat aan de voorwaarden voldoet, moet een sociaal woonaanbod worden verwezenlijkt dat gelijk is aan 20 tot 40 procent als de gronden eigendom zijn van Vlaamse besturen of Vlaamse semipublieke rechtspersonen, en van 10 tot 20 procent als ze eigendom zijn van andere natuurlijke of rechtspersonen. Die normen blijven dus gelden tot het sociaal objectief van de gemeente is bereikt.”

Het komt er dus, zeer vereenvoudigd gesteld, op neer dat volgens de minister de 'sociale lasten' wel vernietigd werden, maar dat ze in de praktijk toch nagenoeg ongewijzigd overeind blijven, gezien de objectieven en normen integraal blijven gelden. Terwijl het Hof de hele regeling wou vernietigen, behalve de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod en de met DIE verwezenlijking gepaard gaande lasten. Alleen de lasten dus verbonden aan een bescheiden woonaanbod, en niet deze verbonden aan de sociale last.

Een vergaand verbeterarrest

Het Grondwettelijk Hof heeft in het verbeterarrest evenmin 'de verwezenlijking van een bescheiden woonaanbod' vernietigd, maar dat betekende volgens haar niet dat 'van alles' op het vlak van sociale lasten dan maar overeind bleef, ook de verplichting een sociaal woonaanbod te verwezenlijken van 10 tot 40% op nieuwe verkavelingen, zoals Van den Bossche op het einde van haar betoog hiervoor stelde.

Het Hof publiceerde het zelfde arrest opnieuw, met dezelfde datum en nummer (Arrest nr. 145/2013 van 7 november 2013), maar met de toevoeging: ('versie ingevolge de beschikking tot verbetering van 18 december 2013'). In een toegevoegd punt wordt in het verbeterarrest in B.10.2 veel explicieter uitgelegd waar de eerste vernietiging dan wel op sloeg, met volgende tekst: “Die vernietiging dient eveneens betrekking te hebben op de bepalingen die onlosmakelijk met de vernietigde bepalingen zijn verbonden. Er dient immers te worden vermeden dat de vernietigde sociale last alsnog, rechtstreeks of onrechtstreeks, op grond van andere bepalingen zou kunnen worden opgelegd.” Het Hof dult dus geen achterpoortjes. Daarom vernietigt het Hof in zijn verbeterarrest ook nog enkele artikels van de Codex Ruimtelijke Ordening die met die sociale last samenhangen, met het argument dus dat deze bepalingen uit de Codex RO "onlosmakelijk met de vernietigde bepalingen uit het Grond- en pandenbeleid zijn verbonden", en hun voortbestaan rechtsonzekerheid zou veroorzaken.

Vooreerst wordt in het verbeterarrest art. 4.1.8 van het Grond- en pandendecreet opnieuw expliciet vernietigd, waarin wordt bepaald dat er 20 tot 40 procent 'sociale last' moet worden gerealiseerd bij publieke gronden en 10 tot 20 procent bij private gronden. Opnieuw volledig vernietigd dus. De ‘sociale last wordt geacht nooit te hebben bestaan.

Daarna worden ook enkele passages van de Codex RO die refereren aan het Grond- en Pandendecreet nu duidelijk en expliciet vernietigd, namelijk deze die verwijzen naar die 'sociale last' in het Grond- en pandendecreet.
Die artikels uit de Codex RO die vernietigd worden staan nu met zoveel woorden opgesomd in punt B.10.2 van het verbeterarrest. Zijn hiermee ongrondwettelijk verklaard:

- de eis van een bepaald 'sociaal aanbod' in artikel 4.3.1, § 1, eerste lid, 3°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Dat voorziet dat een vergunning dient geweigerd te worden indien het aangevraagde onverenigbaar is met normen en percentages betreffende de verwezenlijking van een sociaal of bescheiden woonaanbod, vastgesteld bij of krachtens het Grond- en pandendecreet. Dat is dus geen basis meer om een vergunning te weigeren;
- het hele artikel 4.6.2, § 2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening die bepaalt dat een
stedenbouwkundige vergunning voor onbepaalde duur, waaraan een sociale last is verbonden, van rechtswege vervalt indien de sociale last wordt uitgevoerd in natura en de werken niet zijn voltooid binnen de vijfjarentermijn vermeld in artikel 4.1.20, § 1, eerste lid, 2°, van het
Grond- en pandendecreet. Dat is dus geen basis meer om een vergunning van rechtswege te doen vervallen na vijf jaar;
- het hele artikel 4.6.4, § 3, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening die bepaalt dat een verkaveling waaraan een sociale last is verbonden, van rechtswege vervalt
indien de sociale last wordt uitgevoerd in natura en de werken niet zijn voltooid binnen de
vijfjarentermijn vermeld in artikel 4.1.20, § 1, eerste lid, 2°, van het Grond- en pandendecreet. Dat is dus geen basis meer om een verkaveling van rechtswege te doen vervallen na vijf jaar.

En daarna volgt op het einde van punt B.10.2 van het verbeterarrest, voor alle duidelijkheid, zodat ook de minister er geen andere interpretatie meer kan aan geven: “Aangezien die bepalingen (NvdR: uit de Codex RO) onlosmakelijk met de vernietigde bepalingen (NvdR: uit het Grond- en pandendecreet) zijn verbonden, en aangezien hun voortbestaan rechtsonzekerheid zou veroorzaken, dienen zij eveneens te worden vernietigd, in zoverre zij betrekking hebben op de sociale last.”

Het parlement wordt opnieuw wakker

Uiteraard moest het Vlaams parlement reageren op die verduidelijkende vernietiging van delen van zowel het Grond- en pandendecreet als van de Codex RO. Dus stelden twee parlementsleden tijdens de plenaire vargadering van het Vlaams parlement van 8 januari er een actuele vraag over aan minister Van den Bossche. De vraagstellers waren Lode Ceyssens (CD&V) en Mercedes Van Volcem (VLD).

Minister Freya Van den Bossche legde daarna haar nieuwe interpretatie van het verbeterarrest uit aan de plenaire vergadering, waarbij ze toch koppig achterpoortjes blijft zoeken om de 'sociale last' ten minste gedeeltelijk overeind te houden, door te zeggen dat ze toepasbaar blijven bij huisvestingsmaatschappijen, en te stellen dat de sociale last voor privé verkavelaars wel nog kan behouden blijven, als ze daar 'in onderling overleg' met de gemeente afspraken hebben over gemaakt. Volgens haar betekent de vernietiging niet "dat het bindend sociaal objectief voor de gemeenten wegvalt. Dat is er nog altijd, alleen heel concreet zullen die woningen nu moeten worden gebouwd – op basis van deze toestand, tenzij er decretaal wordt ingegrepen – door de huisvestingsmaatschappijen en niet langer door de private bouwfirma’s."

Chaos troef bij RUP's en vergunningen

Ze geeft toe dat "aan de vergunning zelf in de toekomst niet langer een last of voorwaarde moet worden verbonden", wat geldt zowel voor de hangende als voor nieuwe dossiers. Maar voor de reeds afgeleverde vergunningen met een 'sociale last', betekent het arrest niet dat de sociale last daarin vernietigd is: "Dat gebeurt niet vanzelf. Men kan wel in beroep gaan of een nieuwe vergunning aanvragen." Ze zijn dus in de grond ongrondwettelijk, maar gezien die vergunningen als zulke niet vernietigd zijn, zal de administratie niets ondernemen, tenzij als reactie op een klacht of een nieuwe vergunningsaanvraag. De burger moet er dus zelf achteraan, de administratie zal geen enkel initiatief nemen om de ongrondwettelijkheid zelf op te heffen.

Wat de implicaties voor de RUP’s betreft waarin die sociale last als verplichting is opgenomen, verwijst de minister voor de details naar haar collega bevoegd voor de ruimtelijke ordening. Toch doet ze ook hier weer een uitspraak om de 'sociale last' maximaal te behouden: "als uit de toelichting van een RUP uitdrukkelijk blijkt dat die sociale last is opgelegd enkel en alleen omwille van de decretale voorschriften, dan is dat RUP onwettig. In een RUP kunnen evenwel voorschriften zijn opgenomen die een andere wettelijke basis hebben, en dan is er geen sprake van onwettigheid. De voorschriften worden niet automatisch vernietigd: gemeenten zetten ter zake het best zelf stappen. Men zou bijvoorbeeld een RUP kunnen aanpassen en daarvoor een andere rechtsgrond uit de codex aanwenden. Dat is een mogelijkheid."

Repliek van Mercedes Van Volcem

Mercedes Van Volcem was niet bijster tevreden met het antwoord van de minister, en zeker ook al niet met de eerste aanzet die er op de website 'Wonen-Vlaanderen' is gedaan tot informatie aan de gemeentebesturen:

"Voor ik mijn vraag heb gesteld, had ik de uitleg die op de website is verschenen uitgeprint, en dat is toch wel kafkaiaans. Men moet dat eens proberen uit te leggen aan de mensen. In die uitleg staat dat de beslissing onwettig is maar dat de ambtenaar in stad en gemeente die toch moeten toepassen. Wie dus wordt geconfronteerd met een onwettige beslissing, moet naar de rechtbank gaan om die aan te vechten. Deze manier van werken past niet in deze moderne tijd. Wij verwachten toch iets meer van de Vlaamse Regering. Minister, ik wil u dan ook vragen om samen te zitten met uw collega die bevoegd is voor de ruimtelijke ordening, minister Muyters, om een inventaris te maken waarbij men kan zien welke beslissingen zijn gestoeld op die onwettigheden uit het Grond- en Pandendecreet. U kunt dan onmiddellijk de onwettige beslissingen intrekken zodat er duidelijkheid is voor de lokale besturen en voor de aanvragers. Als we zien hoe moeilijk het al is om binnen de Vlaamse Regering een reparatiedecreet goed te keuren omdat dit een heel gevoelig thema is, dan kunt u zich voorstellen wat dat is voor de gemeenten waar er geen absolute meerderheid is, maar die vaak uit socialisten en anderen zijn samengesteld. Het is voor gemeenten moeilijk om de sociale reglementen in te trekken die zij zelf hebben goedgekeurd. Eigenlijk zegt u nu tegen de gemeenten dat zij hun reglement moeten intrekken. Maar wat als een van de partners uit de coalitie dat niet wil? En wie is daar de dupe van? Dat zijn het individu en de verkavelaar die willen bouwen. U bent ook bevoegd voor het wonen. Welnu, al dat getalm leidt er enkel toe dat de kostprijs van de woningen straks zal stijgen."

Wonen-Vlaanderen verbeterde erna zijn informatie

Met datum van 24 januari '14 heeft de administratie wel wat duidelijker uitleg gepubliceerd over "de gevolgen van het arrest van het Grondwettelijk Hof 145/2013". En dat zijn er heel wat, op veel verschillende domeinen:

- de impact op de vergunningverlening;
bijvoorbeeld: aan de verkavelingsvergunning of de stedenbouwkundige vergunning kan geen sociale last verbonden worden. Dit geldt zowel voor nieuwe aanvragen als voor hangende dossiers waarin nog geen beslissing genomen is.
- de impact op afgeleverde vergunningen;
bijvoorbeeld: tegen de beslissing tot het opleggen van de sociale last kan opnieuw beroep worden ingesteld binnen een termijn van zes maanden vanaf publicatie van het arrest in het Belgisch Staatsblad.
- de impact op ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's);
bijvoorbeeld: de bepalingen inzake de eigenstandige normen sociaal woonaanbod in plangebied zijn vernietigd. De voorschriften inzake de sociale last zijn niet automatisch vernietigd. Ze blijven in principe bestaan, doch hun rechtsgeldigheid is aangetast. Er zijn verschillende manieren om dit weg te werken...
- de impact op gemeentelijke reglement Sociaal Wonen:
bijvoorbeeld: de gemeentelijke normen sociaal woonaanbod zijn vernietigd. Daardoor is de rechtsgrond voor het vaststellen van gemeentelijke reglementen Sociaal Wonen met terugwerkende kracht vernietigd. Hoewel het reglement Sociaal Wonen blijft bestaan, is de rechtsgeldigheid ervan aangetast. Er zijn verschillende manieren om dit weg te werken:...

Uit de opsomming van de vele gebieden alleen al kan men opmaken dat dit arrest een zeer grote impact heeft op een hele resem beslissingen van de overheid, die bovendien niet 'ambtshalve' zullen worden weggewerkt. In veel gevallen zal de burger tegen de overheid moeten procederen om een beslissing ongedaan te maken, alhoewel ze gebaseerd is op een ongrondwettelijke basis. Rechtsonzekerheid in het kwadraat.

Nog meer ontevreden parlementsleden

Patricia De Waele (LDD) reageerde eveneens tijdens de plenaire zitting:
"Minister, u hamert in uw antwoord nogal op de vrijwilligheid van de kant van de besturen en van de kant van de ontwikkelaars. Ik heb echter signalen gekregen, meer bepaald uit Gent, dat ontwikkelaars maar een vergunning zouden krijgen als zij zouden voldoen aan sociale lasten. Met andere woorden, lokale besturen zullen op eigen houtje een soort van grond- en pandenbeleid voeren. En ze voeren een grond- en pandenbeleid dat haaks staat op het arrest."

Joris Van Hauthem (VB) kwam eveneens tussen:
"Het was een heel omstandig antwoord, dat ook wel aangeeft hoe slecht de regelgeving was....
De sociale last is door het Grondwettelijk Hof vernietigd, met alle gevolgen van dien, zeker wat de rechtszekerheid betreft. Het wordt een bijna onontwarbaar kluwen. Ik hoor u zeggen dat RUP’s onwettig zijn wanneer daar de sociale last in zit die gebaseerd is op het Grond- en Pandendecreet, maar niet wanneer die gebaseerd is op de Codex Ruimtelijke Ordening en dergelijke meer. We kunnen zo nog een tijdje doorgaan, maar de rechtszekerheid, minister, die is compleet weg. En u hebt hier, wat dit betreft, geen duidelijkheid over gegeven."

Beschamend geknoei

De minister sprak van overleg met allerhande instanties, met minister Muyters, met de Vereniging van Steden en Gemeenten, met de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW), met advocaten, ze dacht er eventueel eerst aan snel een 'reparatiedecreet' te laten indienen door parlementsleden, enz. Het is meer dan een hopeloze en complexe knoeiboel, veroorzaakt door het decretaal opleggen van een sociale last, zowel in het Grond- en pandendecreet als in de Codex RO, gevolgd door daarop gebaseerde RUP's en vergunningen die nu eigenlijk allemaal ongrondwettelijk zijn. Dit kluwen zal niet eenvoudig op te lossen zijn. Een parlement dat voor de zoveelste keer zorgt voor een hoop rechtsonzekerheid, een overheid die stelt dat burgers dure procedures zullen moeten voeren om de ongrondwettelijkheid van een overheidsbeslissing te laten rechtzetten, eisen zullen moeten indienen om schadevergoeding te krijgen, enz. Men kan alleen maar beschaamd zijn over dit onbekwaam parlement en onbekwame ministers.

En het was te voorzien

Tijdens de hoorzittingen die rond dit ontwerp van decreet werden georganiseerd in 2009, meldde advocaat Pierre De Bandt, gespecialiseerd in Europees recht, dat hij na een grondig onderzoek tot het besluit was gekomen dat het ontwerp in verband met de 'sociale last' mogelijk onverenigbaar is met de Europese regelgeving over staatssteun en met de Dienstenrichtlijn. Dezelfde soort bedenkingen werden geformuleerd in verschillende adviezen van adviesraden en ook de Raad van State, die eerst slechts 30 dagen kreeg om een decreettekst van 64 gedrukte blz. te beoordelen, te rekenen vanaf 1 juli '08 (erna verlengd tot 1 oktober), had in zijn advies eveneens veel twijfels bij de hele regeling.

Toch besliste minister Van Mechelen het ontwerpdecreet niet voor te leggen aan de Europese Commissie om hierover vooraf de twijfels weg te nemen. Met het gevolg dat we nu, vijf jaar na de goedkeuring van dit decreet in het Vlaams parlement, met een onoverzichtelijke puinhoop zitten aan te wijzigen regels op regionaal en gemeentelijk vlak, met ongrondwettelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen en vergunningsvoorwaarden. Men was daar nooit aan mogen beginnen, aan dat decreet over Grond- en pandenbeleid. Het brengt ons een heel stuk verder richting collectivistisch-dictatoriaal bestuur, de moderne vorm van de Keizer-Koster, met, na een enorme verspilling van menselijke energie en geld, een nog nooit zo grote chaos op dit bestuurlijk gebied. Maar het moest en zou door de toenmalige meerderheid (de drie kartels CD&V/N-VA, VLD/Vivant en SP.a/Spirit) vóór de verkiezingen van 7 juni 2009 absoluut in een drafje goedgekeurd worden, voornamelijk onder druk van de socialisten. Eerste behandeling in de commissie: 15 januari ’09, plenair goedgekeurd op 18 maart ’09, een van de laatste zittingen voor de verkiezingen. Weinig decreten worden in zo een snel tempo door het parlement gejaagd.


Bronnen:

Het verbeterarrest van het Grondwettelijk Hof, gepubliceerd op 18 december '13

Het parlementair debat op 8 januari '14

De duidelijker uitleg van de administratie, gedateerd 24.01.14 over "de gevolgen van het arrest van het Grondwettelijk Hof 145/2013".

Het volledig parlementair dossier over het ontwerp van decreet Grond- en pandenbeleid kan u hier ... consulteren
Read more...

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>