20 september 2014

De nuttige idioot in een marginaal partijtje (Hoegin)

Drie verkiezingsoverwinningen op rij, de nu ex-Groen-voorzitter in spe Wouter van Besien is geen klein beetje fier op de puike resultaten die hij in de voorbije vijf jaar behaalde. Alleen, zijn die scores van 8,5% (Kamer) en 8,7% (Vlaams Parlement) in tijden van globale opwarming, scheurtjes in kerncentrales en financiële crisissen dan werkelijk zo'n fenomenale resultaten voor een links-ecologische partij als Groen? En heeft Groen vandaag eigenlijk nog wel iets te betekenen in de Vlaamse of Belgische politiek?

Wouter van Besien werd voorzitter van Groen op 25 oktober 2009. Een half jaar eerder, op 7 juni 2009, haalde de partij 6,8% van de stemmen voor het Vlaams Parlement, en 7,9% voor het Europees Parlement. Een half jaar later, op 13 juni 2010, zit de partij aan 7,1% van de stemmen voor de federale Kamer. Katsjing, eerste verkiezingsoverwinning binnen, rekent Wouter van Besien. Want ja, vergeleken met de verkiezingen van 2007 gaat de partij bijna een hele procent vooruit: van 6,3% naar 7,1%.

Verkiezingsoverwinningen van een halve procent

Diezelfde dag haalde Groen 6,3% voor de Senaat. Niet echt denderend vergeleken met de 6,8% van een jaar eerder, maar opnieuw: in de rekenkunde van Wouter van Besien is ook dit een verkiezingsoverwinning. Inderdaad, op 10 juni 2007 zat de partij voor de Senaat slechts aan 5,9% van de stemmen, en is ze dus bijna een halve procent vooruitgegaan. Of hoe hoogspringen voor Wouter van Besien vooral de kunst is om de vorige lat zo laag mogelijk gelegd te krijgen.

De tweede verkiezingsoverwinning volgt in 2012, bij de provincieraadsverkiezingen. Groen haalt 8,1% van de stemmen, één procentje vooruit vergeleken met 2010 dus. Of als we alleen verkiezingen op dezelfde niveaus mogen vergelijken, slechts een half procentje vooruit, want op 8 oktober 2006 zat Groen al aan 7,6% van de stemmen.

Tien procent

Derde verkiezingsoverwinning: 25 mei 2014. Groen haalt 8,5% van de stemmen voor de Kamer, bijna anderhalve procent vooruit vergeleken met 2010. Voor het Vlaams Parlement haalt de partij 8,7%, bijna twee procent vooruit. Voor het Europees Parlement stijgt de partij zelfs boven de magische grens van de tien procent uit: 10,6%, zelfs bijna drie procent vooruit vergeleken met 2009. Maar niet genoeg voor een tweede Europese zetel, en dus maakt die drie procent al bij al niet veel uit, behalve voor het zelfvertrouwen.

Strikt genomen klopt het dus dat Groen onder Wouter van Besien drie verkiezingsoverwinningen op rij heeft geboekt. Maar zoomen we even uit, dan valt de vooruitgang toch maar magertjes uit: van 7 juni 2009 naar 25 mei 2014 ging de partij uiteindelijk niet meer dan anderhalve procent vooruit. Let wel: dit is een gouden anderhalve procent, want daarmee raakt de partij veilig uit de buurt van de kiesdrempel, en met een verdubbeling van het aantal mandatarissen als resultaat.

Ongerealiseerd potentieel

Maar is een resultaat van acht tot negen procent zo'n schitterend resultaat voor een links-ecologische partij? Met de globale opwarming die zich meer en meer laat voelen (nou ja, als het eens niet regent), Fukushima en scheurtjes in Doel en Tihange, en daar bovenop de gevolgen van een globale financiële crisis, zou je toch denken dat er voor een partij als Groen veel meer zou kunnen inzitten. De enige verkiezingsoverwinning die naam waardig –die van 25 mei 2014 dus– viel trouwens samen met een historisch lage score voor directe concurrent sp.a. Sta ons toe dat zelfs van die ene verkiezingsoverwinning onze mond niet helemaal tot op de grond openvalt.

Uit Brusselse Regering verdreven

Blijft nog dat Wouter van Besien dankzij de vooruitgang het aantal mandatarissen sterk wist uit te breiden. Alleen, wat koop je daarmee? Regeringsmacht? Sommige commentatoren wijzen erop dat Groen in een behoorlijk aantal gemeenten mee in het bestuur zit. Maar op regionaal en federaal vlak staat daar toch een zeer negatieve balans tegenover.

In Brussel zat Groen in de vorige bestuursperiode nog in de Hoofdstedelijk Regering. Niet onmiddellijk met de zwaarste portefeuille, want Bruno de Lille was niet eens minister, maar slechts staatssecretaris. Deze keer werd voor zover we weten zelfs nog niet ernstig overwogen Groen bij de regeringsvorming te betrekken.

Marginaliteit

Ook op Vlaams of federaal niveau kwam Groen er deze keer niet bij te pas, behalve dan voor enkele obligate beleefdheidsgesprekjes. Vóór de verkiezingen droomde Wouter van Besien nog luidop van een regenboogcoalitie van CD&V, sp.a en Groen. Vandaag heeft niemand het daar nog over, zelfs niet als niet alleen een centrum-rechts maar ook een tripartite niet mogelijk zou blijken.

Het heet dat Wouter van Besien Groen omgevormd heeft van een wereldvreemde betweterige geitenwollensokkenfietsbakpartij naar een professionele partij waarmee te regeren valt, maar veel uiterlijke tekenen zien wij daar toch niet van. De kans dat Groen morgen toch in een Vlaamse of federale regering terecht komt is kleiner dan dat Elio di Rupo spontaan de Vlaamse Leeuw zou beginnen zingen in vlekkeloos Nederlands.

Het zal voor Groen trouwens boksen worden om de komende vijf jaar nog in beeld te komen naast de sp.a. Groen heeft altijd op veel sympathie kunnen rekenen in de bevriende pers (buiten 't Pallieterke heeft ze geen andere), maar met een sp.a in zware nood zou het wel eens kunnen dat die sympathie even op een lager pitje gezet zal worden.

En dat Groen geen partij van milieudogma's en linkse fetisjen meer zou zijn? Spreek gewoon nog maar het woordje «kernenergie» uit in de buurt van een Kristof Calvo, en elke vorm van rationele discussie wordt ogenblikkelijk volkomen onmogelijk.

Nuttige idioot

Heeft Wouter van Besien dan niets verwezenlijkt? Toch wel. Als nuttige idioot in dienst van la Belgique zorgde hij ervoor dat er aan Vlaamse zijde toch een meerderheid gevonden kon worden om de zesde staatshervorming goed te keuren. Daarmee redde hij het hachje van Elio di Rupo, want zo konden de CD&V-snoeshanen Eric van Rompuy, Servais Verherstraeten en Wouter Beke snoeven dat ze hun verkiezingsbeloften gehouden hadden en Brussel-Halle-Vilvoorde «eindelijk» «gesplitst» hadden. In ruil bekwam Groen echter… niets. Zelfs geen ecotaksje. Behalve dan dat Wouter van Besien straks –uiterst terecht– wellicht tot Belgisch Minister van Staat zal benoemd worden. We gunnen het hem van harte.

Dit artikel verscheen op 3 september 2014 in 't Pallieterke.

Labels: , , , , , , ,

Read more...

7 juni 2014

De impact van de PS–cdH-bom (Hoegin)

Nadat de PS samen met de cdH voor de Waalse en de Brusselse regeringen het zekere voor het onzekere nam, gaat het plots heel snel in de verscheidene regeringsonderhandelingen. Door deze zet van de PS moest de CD&V haar eis om samenvallende regeringsonderhandelingen noodgedwongen laten vallen, maar anderzijds kan de partij hierdoor haar onderhandelingspositie tegenover de N-VA versterken. Een overzicht.

Nogal wat commentatoren lijken er op dit ogenblik vanuit te gaan dat de kansen op een centrum-rechtse federale regering de jongste dagen sterk gestegen zijn. Zij denken dat de PS een Pyrrusoverwinning heeft geboekt door zowel in Wallonië als Brussel onderhandelingen met de cdH (en het FDF) op te starten. Zeker, dat heeft veel kwaad bloed gezet bij de MR, die zich opnieuw uitgesloten ziet van regeringsdeelname op regionaal vlak. Bovendien beweren zowel PS als cdH dat de cdH nog steeds de handen vrij heeft om zonder de PS in een federale regering te stappen. Tot slot wordt erop gewezen dat de PS de hete adem van de PTB in de nek voelt, en dus wel eens liever niet in een federale regering zou willen stappen die moeilijke en pijnlijke besparingsmaatregelen zal moeten opleggen. Uitlatingen in PS-kringen dat het voor hen niet echt hoeft zouden dat bevestigen. Los nog van het feit dat het hier toch nog altijd over een brutale machtspartij gaat die er niet voor terugdeinst desnoods de land aan de afgrond te brengen als haar belangen in het gedrang komen, wil ik daar toch nog enkele andere kanttekeningen bij plaatsen.

Wil MR electorale harakiri plegen?

Zo kan het best zijn dat men op dit ogenblik bij de MR buiten zijn zinnen is omwille van het «verraad» van de PS en de cdH, en daarom desnoods zelfs bereid zou zijn om als enige Franstalige partij in een federale regering te stappen. Alleen, de onderhandelingen voor zo'n regering zijn niet op één-twee-drie afgerond. Dat betekent dat wanneer de woede binnen enkele dagen weer wat gekoeld is, niet uitgesloten is dat bij de MR het besef zal intreden dat zoiets electoraal toch wel een enorm grote gok is. Er moet voor de MR immers ook na 2019 nog leven zijn, en toetreden tot un gouvernement belgo-flamand die aan Franstalige zijde zelfs niet bij benadering een meerderheid kan voorleggen lijkt meer op harakiri dan iets anders.

Hete herfst

Zal de cdH in een federale regering willen stappen zonder de PS? Dankzij de regering–Di Rupo I is een meerderheid in elke taalgroep geen strikte voorwaarde meer, en MR en cdH hebben samen voldoende zetels in de federale Kamer om de ergste kritiek op dit gebied te kunnen smoren. Maar een groter probleem is natuurlijk de aanwezigheid van de N-VA in zo'n regering. Wat waarschijnlijk volkomen onverteerbaar voor de cdH zou zijn, is een N-VA-premier. Gelukkig bestaat daar een eenvoudige oplossing voor: een CD&V-premier (wat overigens als voordeel heeft dat hier een gemakkelijke uitweg voor Kris Peeters geschapen kan worden).

Maar het grootste obstakel is en blijft dat er voor de cdH in een centrum-rechtse regering weinig eer te rapen zal vallen. Als er op federaal vlak nog cadeaus en snoepjes uit te delen vielen voor Brussel en Wallonië zouden de zaken er helemaal anders voorgestaan hebben. Voor het –tot het tegendeel bewezen is– centrum-linkse cdH is het echter weinig aanlokkelijk enkele minder belangrijke ministerposten te leveren in een centrum-rechtse regering waartegen de PS misschien deze herfst al al haar syndicale duivels zal willen ontbinden om het PTB-gevaar enigszins te kunnen bezweren. Dan kan men net zo goed nu al de CSC, de Waalse vleugel van het ACV, opdoeken, en hoeft de cdH in 2018 en 2019 buiten Luxemburg zelfs geen kieslijsten meer in te dienen.

Praatjes

Bovendien, zou om diezelfde reden het Paleis eigenlijk wel zin hebben in een federale regering zonder de PS? Koning Filip zal het spel ongetwijfeld wat subtieler willen spelen dan zijn vader in 2010, al was het maar om dat contrast na de recente strubbelingen binnen het koningshuis in de verf te kunnen zetten. Het is bekend dat het Paleis traditioneel goede relaties met de cdH heeft, al waren die in de tijd toen die partij nog PSC heette stukken intenser. Het is dus best mogelijk dat informateur Bart de Wever komende dinsdag een formatieopdracht krijgt, maar die hoeft daarom nog niet te lukken.

Het is trouwens merkwaardig dat er vandaag in de kranten allerlei verhaaltjes opduiken waaruit zou moeten blijken dat reeds begin deze week een regering met N-VA, CD&V, Open Vld, MR en cdH zo goed als in de steigers stond, en dat de PS daarom op donderdag een forcing doorvoerde. Nochtans beweerden die kranten woensdag nog met evenveel stelligheid dat informateur Bart de Wever geen schijn van kans maakte om een centrum-rechtse regering te vormen, en dat het komende dinsdag dus finaal over and out zou zijn voor zijn informatieopdracht. Of moeten we soms geloven dat die Wetstraatjournalisten een centrum-rechtse regering zozeer genegen zijn, dat zij drie dagen lang collectief de kiezen stevig op elkaar hielden om Bart de Wever toch maar alle kansen te geven?

Naar een N-VAACW-regering?

Wat betekent dit voor de Vlaamse partijen? In eerste instantie leek de N-VA de grote verliezer te zijn van het brute manœuvre van de PS van donderdag, maar in tweede instantie zat er voor de N-VA toch ook winst in. De Vlaamse regeringsonderhandelingen konden nu immers toch van start gaan, zonder nog verder te hoeven wachten op de federale regeringsonderhandelingen. Het probleem van de N-VA is echter dat een federale centrum-rechtse regering zeer onwaarschijnlijk blijft, terwijl een tripartite op Vlaams niveau nog altijd als alternatief blijft bestaan. Het volstaat te tellen hoeveel ACW'ers er aanwezig zijn in de CD&V-delegatie die gaat onderhandelen met de N-VA om te weten hoe laat het is. Een garantie op succes is er dus zeker nog niet. En zelfs als het tot een Vlaamse N-VAACW-, pardon, N-VACD&V-regering komt, bestaat nog altijd het gevaar op een constructieve motie van wantrouwen in het Vlaams Parlement als de federale regeringsonderhandelingen eindelijk in hun plooi zijn gevallen. Je weet maar nooit of de CD&V nog maar eens van mening verandert over de noodzaak van afspiegelingsregeringen tussen de verschillende niveaus.

CD&V in het midden van het bed

De CD&V blijft comfortabel in het midden van het bed liggen, ook al was er dat kortstondige gezichtsverlies van donderdag. De partij heeft echter snel gekozen voor de enig mogelijk optie die nog overbleef: alsnog de Vlaamse regeringsonderhandelingen in gang zetten, zonder te wachten op de federale. Op die manier kan ze niet meer verweten worden de Vlaamse regeringsvorming te blokkeren in afwachting van de federale. Anderzijds staat de partij in een zeer sterke onderhandelingspositie tegenover de N-VA. Zoals reeds gezegd blijft de tripartite bestaan als alternatief, en daardoor kan de CD&V hoge eisen stellen. De post van minister-president voor Kris Peeters bijvoorbeeld, als die federaal niet aan de bak zou kunnen komen met een nog betere portefeuille.

Het is trouwens op het Vlaamse vlak dat de N-VA volstrekt ongevaarlijk is. Dat heeft die partij tijdens de vorige regeerperiode ook afdoende bewezen: federaal liep ze dan wel storm tegen de zesde staatshervorming, op Vlaams niveau voerde ze die loyaal uit. Bovendien, en zoals de Waalse werkgevers deze ochtend ook terecht opmerkten, worden de echt belangrijke beslissingen in België nog steeds op het federale niveau genomen. Het is dan ook daar dat de CD&V de pottenkijkers van de N-VA liever niet mee aan tafel ziet zitten (sleutelwoord: ARCO). Eerder deze week nog was partijvoorzitter Wouter Beke er trouwens niet te beroerd voor om nog gelijkheidstekens te plaatsen tussen de aanslag op het Joods museum in Brussel en de N-VA-plannen om de werkloosheid aan te pakken.

Rutten praat haar mond voorbij

Voor de Open Vld was dit een slechte week. De partij verliest (voorlopig) een Vlaamse regeringsdeelname, maar federaal zal ze ongetwijfeld nog wel bijdraaien. Partijvoorzitter Gwendolyn Rutten heeft immers de geloofwaardigheid van een vos in een hoenderhok die uitroept dat hij ofwel àlle kippen, ofwel helemaal geen wil. Meer dan een wanhopige poging om die andere helft kippen opnieuw in het hoenderhok te jagen is dat uiteindelijk niet. De Open Vld zal immers de postjes pakken die ze kan krijgen. De partij kan het bovendien niet maken federaal een centrum-linkse regering in het zadel te helpen enkel en alleen omdat ze regionaal niet mee aan de bak kon komen.

A propos, zou die alles-of-niets-tactiek van Gwendolyn Rutten wel op voorhand doorgepraat geweest zijn met Europees Commissaris Karel de Gucht?

Overigens, wat Gwendolyn Rutten beweert is een hoogst interessante stelling, namelijk dat het niet meer mogelijk is om een goed economisch beleid uit te zetten zonder zowel in de Vlaamse als de federale regering aanwezig te zijn. En vooral dan dat dat een gevolg zou zijn van de zesde staatshervorming. Kan dat eigenlijk iets anders betekenen dan dat de critici van die zesde staatshervorming over de volle lijn gelijk hadden, namelijk dat ze een miskleun van formaat is, en dat ze Vlaanderen helemaal geen grotere economische autonomie schonk? Jammer dat tot nog toe geen enkele journalist daar eens over doorgevraagd heeft.

Een linkser Vlaanderen is daarom nog niet links

Links is voorlopig niet aan zet in Vlaanderen. Conform de verkiezingsuitslagen overigens. Partijvoorzitter Wouter van Besien van Groen heeft gelijk wanneer hij stelt dat Vlaanderen op 25 mei linkser gestemd heeft, want er is inderdaad een verschuiving van ongeveer twee–drie procent naar links tegenover 13 juni 2010. Maar dat betekent nog lang niet dat Vlaanderen vandaag links zou stemmen.

De ontkoppeling van de Vlaamse en de federale regeringsonderhandelingen betekent concreet dat de sp.a voorlopig weinig kans meer maakt om in de Vlaamse regering te raken. De lezer mag drie keer raden wat dat betekent voor Oosterweel of de onderwijshervorming van Pascal Smet. De signalen uit het kamp van de sp.a tonen trouwens duidelijk aan dat zure druiven daar nog steeds het hoofdbestanddeel van het dagelijkse menu uitmaken. Federaal blijven de kansen van sp.a echter fundamenteel ongewijzigd zolang een tripartite de meeste kans maakt.

Groen heeft nooit veel kans gemaakt om in de Vlaamse of federale regering binnen te breken. Aan Franstalige zijde heeft Ecolo een veel te grote pandoering gekregen om nog veel zin te hebben in welke regeringsdeelname dan ook, en in Vlaanderen staat Groen veel te zwak om zichzelf op eigen kracht in een Vlaamse regering te hijsen. Daar raakt ze immers alleen maar in als aanhangwagen van ofwel de sp.a ofwel via een federaal ommetje Ecolo.

Rampscenario voor Vlaams Belang

Voor het Vlaams Belang lijkt zich het slechts mogelijke scenario te zullen voltrekken. Als de N-VA in de Vlaamse regering raakt maar tegelijkertijd federaal in de oppositie blijft, zit het Vlaams Belang opnieuw met hetzelfde probleem als tijdens de afgelopen regeerperiode. Op het niveau dat er werkelijk toe doet zal de N-VA het oppositielaken naar zich toe kunnen trekken, en daardoor opnieuw het Vlaams Belang in de schaduw stellen. Ondertussen kan de N-VA via de Vlaamse regering wel haar stempel drukken op het beleid en zich verder consolideren. Het Vlaams Belang zal dan de komende vijf jaar veel creatiever uit de hoek moeten komen om het verschil te kunnen maken tegenover de oppositie/regeringspartij N-VA wil het er weer opnieuw staan na de verkiezingen van 2019.

Labels: , , , , , ,

Read more...

26 mei 2013

«Peilingen hebben nooit voorspellende waarde» (Hoegin)

«Peilingen hebben nooit voorspellende waarde», zo verkondigde VRT-journalist Ivan de Vadder nog eens voor alle zekerheid verleden week op Twitter. Het is waarschijnlijk daarom dat niet alleen De StandaardVRT maar ook La Libre Belgique 24 mei uitkozen om nog eens de resultaten van een peiling te publiceren, precies één jaar en één dag voor de volgende Europese verkiezingen.

Het begint stilaan een gewoonte te worden dat aan Vlaamse zijde vooral ingezoomd wordt op het resultaat van de N-VA. Dat heeft natuurlijk zijn verklaring: de partij domineert op dit ogenblik het politieke landschap. Naargelang de eigen politieke voorkeur hoopt/vreest men dan ook in 2014 een verderzetting van de gele vloedgolf van 2010 in Vlaanderen.

Wat die vloedgolf betreft lijkt het erop dat de N-VA-motor op dit ogenblik een beetje sputtert, of toch in de peilingen. De partij blijft afgetekend de grootste –ongeveer tweemaal zo groot als eerste achtervolger CD&V– maar de neergang tegenover eerdere peilingen valt niet meer te ontkennen. Partijvoorzitter Bart de Wever heeft dan ook gelijk dat de resultaten van deze peilingen de partij eindelijk terug met de voeten op de grond zet, want we herinneren ons nog de beruchte veertig procent van Geert Bourgeois. Maar we kunnen anderzijds een vergelijking met LDD moeilijk van ons afslaan. Die partij piekte ook in de peilingen tussen twee verkiezingen door, om vervolgens in mekaar te zakken en vandaag op sterven na dood verklaard te zijn. De komende maanden is het voor de partij dan ook van cruciaal belang te stabiliseren op een voldoende hoog niveau. Anders dreigt het gevaar de stempel van verliezer opgedrukt te krijgen, en dat is zelden een goed uitgangspunt om de verkiezingen tegemoet te gaan.

Doen de concurrenten het dan zoveel beter? Bij CD&V vindt men van zichzelf dat men goed bezig is dankzij Operatie Innesto. Het is echter twijfelachtig of die operatie ook echt aanslaat bij het bredere publiek. Neem nu het beruchte voorstel over de inkorting van de zomervakantie: die ging eerst gereduceerd worden van negen naar zes weken, maar anderzijds gecompenseerd door meer vakantiedagen tijdens het schooljaar, om uiteindelijk misschien alleen maar te gelden voor de lagere school. We willen niet zeggen dat men hier vliegen probeert te vangen met azijn, maar met wat flauw suikerwater dat dan nog eens homeopathisch verdund werd zal men er niet geraken. De partij blijft dan ook hangen op haar resultaat van 2010, rond de 16%. Dat is een pak onder het resultaat van de provincieraadsverkiezingen van verleden jaar, een resultaat waar ze zelf zo graag naar verwijst om haar «heropstanding» te bewijzen.

Ook bij de sp.a loopt het niet lekker. De partij blijft op een historisch laag resultaat, wat dus een verdere verzwakking ten opzichte van 2010 inhoudt. De nieuwe beginselverklaring, nochtans in de media druk besproken (en bewierookt), helpt daar ook al niet veel. Of is het misschien net dat: druk besproken in de media, maar voor de modale Vlaming eigenlijk niet eens half relevant? En het is maar de vraag of bijvoorbeeld de hardnekkige verdediging van de garantie van spaarboekjes boven de 100.000 euro door partijvoorzitter Bruno Tobback al veel relevanter is voor diezelfde modale Vlaming…

Nog een partij op de sukkel: de Open Vld, al veert de partij deze keer gemiddeld gezien een beetje op tegenover de desastreuze resultaten van pakweg een jaar geleden. Maar de partij blijft flirten met de psychologische drempel van de tien procent, en vooral: de partij eindigde ex æquo met Vlaams Belang bij La Libre Belgique en virtueel ex æquo bij De StandaardVRT. Je vraagt je af hoe partijvoorzitster Gwendolyn Rutten vervolgens zo zelfzeker kan komen verklaren dat de Vlaming duidelijk nog niet met de verkiezingen bezig is, terwijl haar resultaat aantoont dat zij eigenlijk geen flauw vermoeden heeft van wat er zich werkelijk in het hoofd van diezelfde Vlaming afspeelt. Ik voorzie hoe dan ook niet veel verbetering voor de Open Vld zolang Gwendolyn Rutten daar de dienst blijft uitmaken.

Ook Vlaams Belang blijft zwalpen rond of nu net boven de tien procent. Net zoals Open Vld is de partij bezig aan een voorzichtige remonte. De partij kan zich vooral optrekken aan de 12,9% bij La Libre Belgique, het beste resultaat in meer dan twee jaar en zelfs een lichte verbetering tegenover 2010. Maar ook bij het Vlaams Belang maakt één goede peiling de heropstanding nog niet, net zoals één zwaluw de lente niet maakt.

Bij Groen werd enthousiast gereageerd op het resultaat in de peiling van De StandaardVRT: 9,5% en dus virtueel op dezelfde hoogte als Open Vld en Vlaams Belang. Dat was echter vóór La Libre Belgique haar resultaten publiceerde en de partij met 6,5% opnieuw richting kiesdrempel duwde. Of zou men eigenlijk wel Franstalige kranten lezen bij het belgicistische Groen? Op zondag had men het op de ledendag in Kessel-Lo immers nog steeds over «schitterende peilingen». Ik vraag me trouwens af hoeveel mensen het verhaaltje van partijvoorzitter Wouter van Besien geloven dat de gure lente een gevolg zou zijn van de globale opwarming. Amper vijf jaar geleden klonk het nog dat diezelfde globale opwarming de oorzaak was van terrasjesweer in februari.

LDD zou op sterven na dood zijn. Of misschien toch niet. De ene peiling geeft de partij nog slechts een halve procent, de andere 3,3%. PVDA zou dan weer springlevend zijn, hoewel ze toch ook niet meer dan 2,5% haalt. Het is me dan ook niet helemaal duidelijk wat precies de journalistieke criteria zijn om een partij steendood of springlevend te verklaren. Vlaams Belang wordt trouwens ook al jarenlang zo goed als dood verklaard, ook al haalt de partij nog steeds een hogere score dan het «frisse» Groen. Ik zou onze kwaliteitsjournalisten er echter niet van willen verdenken dat ze hun persoonlijk partijpolitieke voorkeuren en afkeren hierbij een rol laten spelen.

Kijken we eens naar de zetelverdelingen op basis van deze twee peilingen, en dan misschien in het bijzonder naar de vraag of er in 2014 een regering zónder de N-VA gevormd zal kunnen worden. Uit beide peilingen blijkt dan dat er van een V-meerderheid voorlopig geen sprake meer is, maar een Vlaamse regering zonder de N-VA blijft toch erg krap. Het is dan ook helemaal niet zeker of de discussie of men eerst een federale dan wel een regionale regering dient te vormen eigenlijk wel zo relevant is. Relevanter is de vraag hoe ver de anti-V-partijen het willen drijven met hun collaboratie aan een Franstalige regering, en of ze daarbij desnoods zelfs bereid zijn op cruciale ogenblikken te rekenen op gedoogsteun van de UF in het Vlaamse Parlement. Eén ding is wel zeker: noch de federale noch de regionale regeringsvorming kondigt zich op dit ogenblik aan als een lachertje. Was ik koning Albert II, ik gaf er voor alle zekerheid nog liever vandaag dan morgen de brui aan, met als motto après nous, le déluge.

Aan Franstalige kant was er nogal wat te doen rond het slechte resultaat van de PS. Met «amper» 28,6% van de kiesintenties –zou de sp.a niet tekenen voor zo'n resultaat?– zakt de partij onder de psychologische drempel van de dertig procent. We moeten al terug naar 2009 voor zo'n slecht resultaat in de peilingen, en de partij zit daarmee terug aan het niveau van de verkiezingen van 2007. Grote concurrent MR doet het ondertussen met 24,0% niet zo heel goed, maar komt door de achteruitgang van de PS natuurlijk wel stilaan in de buurt.

Zoals reeds hier en daar opgemerkt kan de achteruitgang van de PS slecht nieuws betekenen voor de Vlaamse partijen in de federale regering. Terwijl de pijlen voor de PS in negatieve richting gaan, staan ze voor Ecolo, en verderop ook een aantal klein-linkse partijen, in positieve richting. PTB blijft globaal dan wel onder de kiesdrempel zitten, dat ze in één of andere kieskring toch boven die kiesdrempel zou raken en daardoor in het parlement zou geraken is geen onwaarschijnlijk scenario. Ik wens in dat geval Open Vld en CD&V veel goede moed toe in een rood-oranje-blauw-groene regering–Di Rupo II met amper een paar zetels op overschot in het Vlaams Parlement. Maar zoals Ivan de Vadder terecht opmerkte, «peilingen hebben nooit voorspellende waarde»…

Bijlage: Overzicht van alle peilingen in Vlaanderen sedert 2004 en Wallonië sedert 2006 (PDF).

Labels: , , , , , , , , , ,

Read more...

30 maart 2013

De gele terugval en de groene luchtbel (Hoegin)

Verleden weekend publiceerde de krant Le Soir de resultaten van haar driemaandelijkse «Grand baromètre». Daarbij werd vooral ingezoomd op het verlies van de N-VA, ook al blijft de partij nog steeds twee keer groter dan haar eerste achtervolger, de CD&V. Maar misschien nog het meest verrassend was dat de resultaten van deze peiling quasi identiek waren aan die van Het Laatste Nieuws een week eerder.

Vergelijken we inderdaad de resultaten van de peiling van Le Soir even met die van Het Laatste Nieuws. Het valt dan op dat de verschillen minder dan één procent bedragen, behalve voor de CD&V. En zelfs voor de CD&V bedraagt het verschil amper 1,6%, nog steeds een pak minder dan de foutenmarge voor de respectievelijke peilingen. De manier waarop onder meer VTM de resultaten van deze peiling aankondigde als «verrassend» is dan ook… behoorlijk verrassend, tenzij de nieuwsredactie van de televisiezender geen kranten leest en dus absoluut geen weet had van die peiling van Het Laatste Nieuws. Het is in ieder geval symptomatisch voor de manier waarop de Vlaamse media omgaan met peilingen. In dat verband onderschrijven we trouwens graag de commentaar en kritiek die Frank Thevissen bij Doorbraak publiceerde. Ook de populariteitspoll, waaruit moest blijken dat Maggie de Block de nieuwe rijzende ster aan het Vlaamse politieke firmament is moet er bij hem aan geloven. Om eerlijk te zijn heb ik nooit veel aandacht besteed aan populariteitspolls omdat ze meestal zo goed als onbegrijpelijk qua vraagstelling zijn, onduidbaar qua resultaat en totaal onvergelijkbaar van de ene tot de andere peiler.

Er is echter één puntje in de kritiek van Frank Thevissen waar we toch een beetje dieper op zouden willen ingaan. De titel van zijn commentaar «Wie trapt er in “de (terug)val” van de N-VA?» schijnt te suggereren dat hij niet bepaald gelooft in een terugval voor de N-VA, zoals uitvoerig en bijzonder gretig bericht door de Vlaamse media. Vermoedelijk zet hij daarmee menig lezer op het verkeerde been, en dan misschien nog het meest van al hoopvolle aanhangers van de N-VA die de steile opgang van de partij in de peilingen wel willen geloven, zij het dan toch met een bang hartje. Uit zijn betoog in het artikel leidt ik af dat hij waarschijnlijk noch in het ene noch in het andere gelooft. Zo gaat dat nu eenmaal als je iets te veel de achterkant van de opiniepeilingen hebt gezien, en daardoor ook weet hoe ze gemaakt worden. Er zit inderdaad nogal vaak een stevige portie paardenvlees in de peilingslasagne die de media ons voorschotelen.

Dat neemt echter niet weg dat we ook in de reële wereld moeten staan, en dan blijkt dat er deze keer voor de N-VA wel degelijk een fameuze knik in de curve van het vlottende gemiddelde zit. Of dat ook betekent dat de werkelijke aanhang voor de partij in een dalende lijn zit laten we in het midden, en is trouwens niet controleerbaar. In de media zal echter het beeld dat de partij in de peilingen stagneert of zelfs over haar toppunt heen is de komende maanden domineren. Dat is niet eens fout, maar anderzijds staat de partij met meer dan een derde van de kiesintenties nog steeds op plus vergeleken met de laatste verkiezingen, en blijft ze bovendien dubbel zo groot als haar eerste achtervolger.

Als de N-VA al achteruit zou gaan, dan is het onduidelijk welke concurrent daarvan zou profiteren. Zowel CD&V als sp.a peilen al bijna twee jaar rond hun huidige niveau. Bij de Open Vld zijn de schommelingen iets groter, en die partij lijkt aan een licht herstel begonnen te zijn. Bij Vlaams Belang was men al zeer tevreden over de vooruitgang met twee procent tegenover de vorige peiling, maar belangrijkst voor hen was misschien dat ze opnieuw boven de psychologische grens van de tien procent uitkwamen.

Ook bij Groen was men zeer tevreden over het resultaat in deze peiling. Daar vond men immers van zichzelf dat men de enige partij was die erop vooruitging zowel tegenover de vorige peiling als tegenover de laatste verkiezingen. Alleen, die vooruitgang was in beide gevallen zo klein dat ze niet alleen binnen de statistische foutenmarge valt, maar ook binnen de technische. Wie een duizendtal mensen ondervraagt moet er nu eenmaal rekening mee houden dat er hier en daar al eens een antwoord verkeerd geregistreerd wordt, en dan is een foutje van 0,2% al snel gemaakt. Maar ook: vergeleken met de laatste provincieraadsverkiezingen gaat de partij er zelfs op achteruit. Ook hier weer slechts in minieme mate, maar -0,4% blijft een achteruitgang, en geen vooruitgang.

Men kan zich trouwens afvragen in wat voor groene luchtbel de partij zich tegenwoordig bevindt. In een interview met De Standaard droomt haar partijvoorzitter Wouter van Besien al van regeringsdeelname in 2014, maar wil zich tegelijkertijd niet laten vastpinnen op een verkiezingsresultaat van –hou je vast, we hebben het over een regeringspartij in spe!– tien –10– procent! Even de puntjes op de i zetten: Groen peilt al jaren ergens tussen de zeven en de acht procent, haalt al jarenlang verkiezingsresultaten van dezelfde grootteorde, en is tot nader order de zesde partij in Vlaanderen. De fameuze «boost» waarvan sprake in het interview bracht de partij trouwens van 7,1% in 2010 naar 8,1% in 2012. Ik zou dat niet meteen een reuzensprong voorwaarts durven noemen, laat staan «boost», maar misschien betekent dat woord in Groot-Bijgaarden en Borgerhout gewoon iets anders dan in de rest van het Nederlandse taalgebied. Alleen als het Vlaams Belang in 2014 een bar slecht resultaat zou halen kan Groen hopen de vijfde plaats in het Vlaamse partijpolitieke landschap te bezetten – als ROSSEM dan maar geen roet in het eten komt gooien. En dan dromen van regeringsdeelname!

Heeft Wouter van Besien het echter hoog op met zichzelf, helemaal gek is hij nu ook weer niet, want tien procent voor zijn links-ecologische partij in tijden van economische crisis en globale opwarming zal inderdaad een maatje te hoog gegrepen zijn voor Groen. Maar wat misschien nog het meest verrassend –en stuitend– is, is dat regeringsdeelname in 2014 voor dit mini-partijtje dan nog niet eens onrealistisch is. Dat zal echter, in tegenstelling tot wat Wouter van Besien probeert te laten uitschijnen en misschien zelfs zelf denkt ook, niet de verdienste van Groen of haar voorzitter zijn. Want inderdaad, als Groen in 2014 in een regering zal kunnen stappen, dan zal dat zo zijn omdat N-VA en Vlaams Belang samen zo groot zullen geworden zijn dat Groen onmisbaar wordt voor een anti-V-coalitie, maar tegelijkertijd niet groot genoeg zullen zijn om zo'n monsterverbond tegen te houden.

En daarmee zijn we meteen ook aanbeland bij de simulatie voor de zetelverdeling in het Vlaams Parlement. Opnieuw blijkt dat een V-meerderheid niet mogelijk is, maar ook een B-meerderheid van CD&V, sp.a, Open Vld en Groen wordt zeer krap. Het valt dus nog af te wachten of Stefaan van Hecke in 2014 werkelijk minister zal kunnen worden. Maar als dat werkelijk zijn ambitie zou zijn, en die van Groen, dan zal het waarschijnlijk toch in de Vlaamse regering moeten zijn. De kans is immers groot dat Groen niet groot genoeg zal zijn om in de federale regering aanspraak te kunnen maken op een ministerpost.

Werpen we tot slot nog snel een blik over de taalgrens. Daar gaat de PS er lichtjes op vooruit, terwijl de MR lichtjes achteruitgaat. Beiden gaan daarmee eigenlijk tegen hun trend van de laatste maanden in. CdH en Ecolo blijven dan weer stabiel, met cdH als grootste van de twee. Verderop blijven FDF en PTB ver onder de kiesdrempel, net als een hele reeks andere partijtjes zowel op uiterst rechts als uiterst links. Tenzij één van die mini-partijtjes in één of andere kieskring kan stunten, is het dus best mogelijk dat een federale afspiegelingsregering betekent dat een regering–Di Rupo II geen Franstalige oppositie zou hebben. Zoiets zou wel eens interessante gevolgen kunnen hebben voor de verkiezingen van 2019. En dat zowel aan de Vlaamse als de Franstalige kant…

Bijlage: Overzicht van alle peilingen in Vlaanderen sedert 2004 en Wallonië sedert 2006 (PDF).

Labels: , , , , ,

Read more...

9 oktober 2011

Net-niet-samenvallende verkiezingen plat CD&V-kiezersbedrog (Hoegin)

De CD&V klopte zich de laatste dagen op de borst dat áls de federale en regionale legislaturen na 2014 gelijkgeschakeld zullen worden, het Vlaams Parlement de mogelijkheid zal krijgen om zelf de precieze datum van de Vlaamse verkiezingen te bepalen. Klinkklare onzin natuurlijk, want organisatorisch wordt dit een nachtmerrie, en de CD&V is er de partij niet naar om zelfs nog maar in het licht van enkele triviale praktische bezwaren toch te blijven vasthouden aan haar principes.

Meyrem Almaci legde vandaag in De Zevende Dag CD&V, N-VA en Vlaams Belang een goede vraag voor: waarom zijn samenvallende Europese en Vlaamse verkiezingen voor hen nooit een probleem geweest, en zijn Vlaamse en federale verkiezingen dat plots wel? Die vraag gaat naar de essentie van de kwestie, en vermoedelijk heeft zij er zelf geen flauw idee van wat die essentie precies is. Anders zou zij die vraag immers niet gesteld hebben, met het risico dat Jan Jambon of Gerolf Annemans haar van antwoord zouden gediend hebben, want dan had ze meteen ook kunnen inpakken. Gelukkig voor haar en jammer voor de kijker waren beide heren blijkbaar niet helemaal bij de pinken –het was zondagochtend voor iedereen–, en kwam er dus ook geen antwoord op haar vraag. Dat antwoord is nochtans eenvoudig: de Europese verkiezingen leiden niet tot een regeringsvorming die de Vlaamse regeringsvorming overschaduwt of zelfs overneemt, de federale verkiezingen wel. En daar is het hem dus voor de ene precies om te doen, terwijl de anderen zulk scenario trachten te vermijden.

Ondertussen is pijnlijk duidelijk geworden dat CD&V-voorzitter Wouter Beke meer dan een maatje te klein is voor zijn collega's partijvoorzitters. En dat zegt veel wanneer zich onder die collega's onder meer politieke dwergen als een Wouter van Besien en een Caroline Gennez bevinden. Zo bestaat er geen twijfel over dat Wouter Beke zich al een eerste keer fameus liet rollen toen hij zijn zegen gaf aan de hervorming van de Senaat. Op dat ogenblik werd immers al bezegeld dat de regionale en federale verkiezingen voortaan moeten samenvallen, maar de CD&V-voorzitter had dat hoogstwaarschijnlijk helemaal niet door. (Of hij is extreem achterbaks.) Want inderdaad, als de nieuwe Senaat samengesteld wordt op basis van de uitslag van zowel de federale als de regionale verkiezingen, dan wordt dat toch bijzonder onpraktisch als die federale en regionale verkiezingen niet samenvallen. Het betekent immers dat men ofwel de Senaat middenin een federale legislatuur opnieuw zal moeten samenstellen, ofwel een gewijzigde situatie in de regionale parlementen met vertraging in de Senaat zal doorvoeren. Het eerste geval kan ernstige gevolgen hebben voor de federale coalitie, waardoor de regionale verkiezingen plots een belangrijk federaal aspect krijgen. In het andere geval is het in het uiterste geval mogelijk dat gewijzigde politieke krachtsverhoudingen met een vertraging van drie–vier jaar doorsijpelen naar die hervormde Senaat, misschien wel op een ogenblik dat de die verhoudingen in het veld alweer gewijzigd zijn.

Verder verklaart de CD&V natuurlijk keer op keer wel principieel tegen samenvallende verkiezingen zijn, maar wanneer puntje bij paaltje komt volstaat het voor de partij om tegen haar eigen principes te stemmen als er al een meerderheid binnen de federale meerderheid gevonden wordt. Zoals zo vaak zegt de CD&V wel dat ze Vlaams wil zijn, maar even zo zaak zijn de praktische bezwaren snel gevonden om toch maar weer toe te geven aan het Belgische staatsbelang, zoals het dossier–Brussel-Halle-Vilvoorde de afgelopen jaren zo uitvoerig heeft bewezen. Dat er dus een ruime Vlaamse meerderheid tegen is, is voor die partij absoluut geen bezwaar, laat staan een argument om samenvallende verkiezingen nogmaals krachtig af te wijzen. Er moet immers federaal geregeerd worden, en postjes bezet.

Het schamele vijgenblad waar de partij zich vandaag echter tracht achter te verschuilen, is dat het Vlaams Parlement vanaf 2014 de bevoegdheid zou krijgen zelf haar eigen verkiezingsdatum vast te leggen. De regionale verkiezingen zouden dan vanaf 2019 een paar weken voor of na de federale en de Europese verkiezingen kunnen plaats vinden, zo wil de theorie het. Het probleem is enkel dat er in dat vijgenblad enkele grote gaten zitten, zo groot dat ik dit principe van de net-niet-samenvallende verkiezingen zelfs plat kiezersbedrog zou willen noemen. Bij sp.a en Open Vld zal men zich trouwens werkelijk een kriek gelachen hebben toen Servais Verherstraeten hierover vandaag in De Zevende Dag een plechtige oproep richting N-VA deed, om dit principe na 2014 toch maar te willen goedkeuren.

Het staat immers nu al vast dat de CD&V op die oproep zal terugkomen. Er zijn immers twee ernstige bezwaren tegen net-niet-samenvallende verkiezingen die er zullen voor zorgen dat de CD&V zelfs bereid zal zijn als het moet tegen die net-niet-samenvallende verkiezingen te stemmen na 2014. Het eerste bezwaar is louter praktisch: wie gaat immers al die stembureaus bemannen? Als het vandaag vaak al een onmogelijke zaak is om voldoende volk op te trommelen, wat wordt dat dan met twee verkiezingen die kort op mekaar volgen? Maar een nog groter probleem is natuurlijk… Brussel. De CD&V slaagt er nog niet eens in de kinderbijslag in Brussel volgens de gemeenschappen te splitsen, hoe zal ze daar dan wel gescheiden regionale verkiezingen afdwingen? Gaat men werkelijk de Vlaamse Brusselaars de ene week oproepen, de Franstaligen een week later, en vervolgens alle Brusselaars nog eens een derde en een vierde keer voor de Brusselse en de federale en Europese verkiezingen? Daar gaat veel volk naar komen kijken. Dat het Vlaams Parlement na 2014 zélf zal kunnen beslissen op welke zondag de Vlaamse verkiezingen gehouden kunnen worden, vergeet dat dus maar.

En dan stelt zich dus opnieuw de vraag: is Wouter Beke zo dom dat hij gewoon niet snapt dat net-niet-samenvallende verkiezingen praktisch en organisatorisch onmogelijk zijn, en dus flink in de maling genomen werd door de andere federale onderhandelaars? Of weet hij het wel, maar is hij, en met hem de rest van de CD&V-top, zo achterbaks dat hij deze lege doos wil gebruiken als glijmiddel om de samenvallende verkiezingen verkocht te krijgen aan het CD&V-partijcongres? Ik laat het aan de lezer over te overwegen welke van de twee gevallen eigenlijk het ergst is.

Labels: , , , , , ,

Read more...

4 oktober 2011

Samenvallende verkiezingen, de ultieme doodsteek voor België? (Hoegin)

De laatste jaren weerklonk vanuit bepaalde kringen regelmatig de roep om samenvallende verkiezingen. Er zouden in België immers zoveel verkiezingen zijn dat politici er niet meer toe komen rustig een beleid uit te stippelen, en bovendien zorgen al die verkiezingen alleen meer voor toenemende communautaire spanningen. Maar zullen samenvallende verkiezingen België wel kunnen redden, of eerder het einde ervan versnellen?

Het valt op dat vooral in Vlaanderen gepleit wordt voor samenvallende verkiezingen, en dan in het bijzonder in de Belgisch-gezinde ons-kent-ons-mediakringen. Zij zien met lede ogen aan hoe CD&V-politici voor elke verkiezing telkens weer een Vlaamse reflex ontwikkelen die de regeringsonderhandelingen achteraf danig bemoeilijken. Nu ja, niet voor de regionale verkiezingen, want uiteindelijk werd in 2009 zonder al te veel problemen een nieuwe Vlaamse regering gevormd. Het probleem situeert zich dan ook vooral rond de verkiezingen van 2007 en 2010, toen de CD&V telkens weer een voldoende lange «ontluizingsperiode» nodig had om die Vlaamse reflex weer van zich af te werpen. Hoeveel makkelijker was het vroeger niet, toen de CD&V zich tijdens de verkiezingsavond al, lang voor de laatste stem geteld was, opnieuw schikte naar het Belgische raison d'état?

Verder is het duidelijk dat het argument van het teveel aan verkiezingen geen hout snijdt als verklaring voor de federale impasses van 2010/11. De volgende regionale verkiezingen zijn immers pas voor 2014 gepland. En als de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 al roet in het eten van de federale regeringsvorming van 2010/11 hebben gegooid, dan zegt dat uiteindelijk toch veel meer over de regeringsvorming van 2010/11 dan over het aantal verkiezingen in België.

Wie bovendien bereid is vanonder zijn kerktoren even naar de buurlanden te kijken, kan toch niet ontkennen dat landen als Frankrijk en Duitsland blijkbaar veel minder last hebben van hun overvloed aan verkiezingen. In Frankrijk gaat er amper een jaar voorbij zonder dat er wel ergens op één of ander niveau verkiezingen gehouden worden. (En dan vaak nog in twee ronden ook.) In Duitsland lijkt het soms wel of er om de andere maand in één of ander Land een verkiezing plaatsvindt – is het niet voor een deelstaatparlement, dan wel voor de gemeenteraden of een stadsraad. Je vraagt je af hoe ze het in die twee landen überhaupt klaarspelen om een regering op de been te brengen, laat staan om een beleid te ontwikkelen dat verder reikt dan de complete stilstand zoals in België.

Het grondprobleem is natuurlijk niet dat men af wil van al die verkiezingen, zelfs niet van asymmetrische regeringen op federaal en regionaal niveau, maar wel van de Vlaams-nationale component in het Vlaamse politieke spectrum. Niemand heeft er immers ooit over geklaagd dat de Brusselse of de Waalse regering anders samengesteld was dan de federale regering. Maar wanneer de N-VA erin slaagt lid te worden van de Vlaamse regering zonder dat ze zich ook volledig conformeert aan het Belgische staatsbelang op federaal vlak, dan is er natuurlijk een probleem. Met die situatie viel nog te leven toen ze via het Vlaams Kartel een onbeduidend aanhangsel van de CD&V was, maar wat als de N-VA morgen met afstand de dominante politieke partij in het Vlaams Parlement wordt? Vandaag reeds zit men met een levensgroot probleem omdat de Vlaamse regering zich onder druk van de N-VA niet zomaar op het signaal van Elio di Rupo (en de dreigementen van diens schandknaapje Guy Vanhengel) laat inschakelen in de federale begrotingsplannen.

Het wondermiddel waarvan men in Belgisch-gezinde kringen alle heil verwacht, is daarom dat van de samenvallende verkiezingen. Niet dat die samenvallende verkiezingen op zich de N-VA of welke andere Vlaams-nationale partij dan ook zouden kunnen uitschakelen, maar wel de daaropvolgende regeringsvorming. Of correcter: regeringsvormingen, in het meervoud, en waarbij men dan gemakkelijkheidshalve aanneemt dat de regionale regeringsvorming al snel ondergeschikt zal gemaakt worden aan de federale. Als de politici dan de eerste vijf jaar geen nieuwe verkiezingen hoeven te vrezen, en er bovendien iets meer haast zit achter het vormen van nieuwe regeringen omdat men het zich niet kan veroorloven dat België op alle niveaus geblokkeerd raakt, dan kan men zich voorstellen dat het raison d'état vooral bij de Vlaamse partijen opnieuw weer wat sneller zal kunnen werken. Vlaamse toegevingen zullen dan meteen ook, zoals in de goede oude tijd, een beetje sneller geproduceerd kunnen worden. Dat het een hoogst realistisch scenario is, daar is men het ondertussen zowel aan Vlaamse als aan Belgische zijde wel eens over, met dit verschil dat de ene het vreest, terwijl de andere het nastreeft.

Er zit nochtans een addertje verscholen onder het gras. Een Vlaams–Belgisch-symmetrische regeringsvorming kan dan wel het gevaar op de vorming van een eigen, Vlaamse dynamiek op regionaal niveau reduceren of zelfs elimineren, ze neemt tegelijkertijd ook een vrijheidsgraad weg voor de vorming van een federale regering. Concreet: de luxe die Alexander de Croo vandaag heeft om te kunnen pleiten voor een federale regering die aan Vlaamse zijde over geen meerderheid beschikt, of zoals Wouter van Besien doodleuk verklaren dat zoiets wel jammer zou zijn maar verder niet echt een probleem, zou na samenvallende verkiezingen vrijwel zeker volledig verdwijnen. Een eventuele asymmetrie tussen de samenstelling van de Belgische en de Vlaamse regering, waarbij in de Vlaamse regering de vierde partij plots wél nodig is, kan dan in de media niet meer weggemoffeld worden ergens achteraan in een politiek commentaar. Zelfs het kleinste kind in Vlaanderen zou dan begrijpen dat de federale regering in Vlaanderen geen legitimiteit kan bezitten, en de Vlaams-nationale oppositie zou dit ongetwijfeld vijf jaar lang weten uit te buiten.

Het probleem (nou ja) zit echter nog ietsje dieper. De peilingen van het laatste jaar, waaronder ook de laatste peiling van La Libre Belgique, geven echter regelmatig een zogenaamde V-meerderheid (N-VA, Vlaams Belang en LDD) in het Vlaams Parlement weer. Zo'n meerderheid zou de N-VA op het Vlaamse niveau incontournable maken. Die partij dan federaal aan de kant schuiven, en dan nog wel met een minderheid in de Vlaamse taalgroep in de Kamer, om dan op Vlaams niveau wel met haar in een regering te stappen, wordt dan een bijzonder moeilijke oefening. Ook voor de N-VA zelf trouwens, die zich dan moeilijk zal kunnen verschuilen achter een twee jaar oud regeerakkoord, zoals vandaag. Gevolg: ofwel zal men er moeten voor zorgen dat de N-VA dan ook federaal aan de bak kan komen, ofwel zit men met een totale blokkering in het Vlaams Parlement, ofwel zal de N-VA haar aversie tegenover het Vlaams Belang moeten overwinnen en zich desnoods zelfs wagen aan een kleine revolutie. Ziedaar waar we op af stevenen in 2014, of men nu samenvallende verkiezingen in de kieswetgeving gaat betonneren of niet.

Het is dan ook zeer de vraag of samenvallende verkiezingen ervoor zullen kunnen zorgen dat de Vlaams-nationale geest weer in de Belgische fles raakt. Het zou immers best wel eens kunnen dat ze net de finale doodsteek voor België zullen vormen. De Belgische leerling-tovenaars, die denken dat ze een politieke stroming kunnen tegenhouden door wat aan de kieswetgeving te prutsen, lopen het gevaar zich lelijk te vergissen. Samenvallende verkiezingen zullen de Vlaamse onafhankelijkheid niet tegenhouden, net zomin als federale kieskringen, maar het proces misschien zelfs nog kunnen versnellen. Ironisch misschien, maar we zullen er zeker niet rouwig om zijn.

Labels: , , , ,

Read more...

29 september 2011

Legitimiteit regering–Di Rupo I in Vlaanderen ook met vier al onder nul (Hoegin)

Zondagavond publiceerde La Libre Belgique de resultaten van haar driemaandelijkse politieke barometer. De krant zoomde vooral in op het feit dat de twee grootste partijen in beide landsdelen, de N-VA en de PS, een lichte winst maakten sedert de vorige peiling. Maar aan Vlaamse zijde was toch minstens even politiek relevant dat de komende regering van «Nationale Eenheid» ook met alle vier de partijen CD&V, sp.a, Open Vld én Groen! aan boord in Vlaanderen virtueel geen meerderheid meer heeft.

Deze peiling is de eerste die uitgevoerd werd sedert de N-VA deze zomer de federale onderhandelingstafel verliet. Er werd dan ook met spanning uitgekeken naar het resultaat van die partij, en uit deze peiling blijkt dat ze voorlopig geen kiezers verliest. Het verschil met de vorige peiling kan niet significant genoemd worden, maar de afstand die de N-VA opbouwt tegenover het verkiezingsresultaat van 13 juni 2010 wordt stilaan aanzienlijk.

De N-VA blijft daarmee ruim dubbel zo groot als de eerste achtervolger, de CD&V, die deze keer lichtjes terrein verliest. Maar zou het echt zomaar toeval zijn dat de N-VA wint wat CD&V verliest? Enkele politicologen beweren al enkele maanden dat de CD&V nu opnieuw gelanceerd zou zijn, nu ze eindelijk «verlost» is van de houdgreep van de N-VA. Voorlopig lijkt dat echter vooral wishful thinking van hun zijde, want in deze peiling is er van die herlancering nog niet veel te merken. De Vlaamse kiezer heeft blijkbaar zo zijn eigen ideeën over wie er deze zomer verantwoordelijk gehandeld heeft, en wie zijn belangen het best verdedigd heeft.

Het valt bovendien op dat de kleine winst van de N-VA niet ten koste van het Vlaams Belang gaat, ook al blijft die partij rondzwalpen op een bodemkoers waar die partij helemaal niet tevreden mee zou mogen zijn. Ook sp.a en Open Vld blijven in slechte papieren zitten, en netto staan deze drie partijen op een licht verlies sedert de verkiezingen van verleden jaar. Groen! blijft min of meer status quo.

Voor LDD moet deze peiling uitermate pijnlijk zijn. De partij scoort zo laag –minder dan een procent, heet het– dat ze niet eens meer opgenomen werd in grafieken. Het is de ultieme vernedering voor een politieke partij die nog niet zo lang geleden vijftien procent scoorde in de peilingen om vandaag in de zak van de «anderen» gestoken te worden, samen met marginale partijen zoals de PVDA. Het is maar de vraag of het recente nummertje van Lode Vereeck in het Vlaams Parlement veel aan de situatie zal kunnen veranderen.

Een simulatie voor de zetelverdeling in dat Vlaams Parlement leert overigens dat CD&V, sp.a, Open Vld en Groen! er samen niet meer over een meerderheid zouden beschikken. Zij halen precies de helft van de stemmen, terwijl N-VA en Vlaams Belang samen een zetel te kort zouden komen. In het licht van de huidige federale regeringsonderhandelingen levert de simulatie dan ook een toch wel bijzonder interessante zetelverdeling op, waarbij UF op de wip zou komen te zitten tussen de traditionele Belgische partijen en de Vlaams-nationale oppositiepartijen.

Maar ook in procenten zakken de vier partijen onder de vijftig procent. Dit betekent dat de legitimiteit van een eventuele regering–Di Rupo I in Vlaanderen nu reeds onder nul gezakt is, ook al zouden alle vier de Vlaamse onderhandelende partijen tot die regering toetreden. De term «Regering van Nationale Eenheid», zoals Elio di Rupo zijn regering graag zou noemen, houdt dan ook geen steek. Had Vlaanderen enige kritische media die naam waardig, dan zou deze vaststelling niet weggemoffeld worden in een bijzinnetje diep verscholen in een lange tekst. En het gebekvecht tussen Alexander de Croo en Wouter van Besien over partijen die wiskundig niet nodig zouden zijn in de federale regering krijgt daarmee toch wel een heel wrange bijsmaak. Hoe diep mag een federale meerderheid in Vlaanderen in een minderheid blijven steken voor de situatie onwelvoeglijk wordt?

Aan Franstalige zijde bracht deze peiling vooral voor de PS en cdH goed nieuws. De eerste klom weer lichtjes, en evenaart daarmee opnieuw haar score van 13 juni 2011. CdH evenaart haar verkiezingsuitslag van verleden jaar nog niet helemaal, maar neemt weer een klein beetje meer afstand tegenover haar grootste concurrent Ecolo. De MR gaat er dan weer bijna twee procent op achteruit tegenover de vorige peiling, en dat terwijl de peiling afgenomen werd vlak voor de breuk met het FDF. Het Front National duikt opnieuw onder de kiesdrempel, en daarmee lijkt de lichte opflakkering waarvan de partij even heeft kunnen genieten alweer voorbij.

Naar verluidt zouden De Standaard en de VRT volgende week reeds de resultaten van hun nieuwste peiling publiceren. Het wordt uitkijken of die resultaten de trends van deze peiling zullen bevestigen of niet.

Bijlage: Overzicht van alle peilingen in Vlaanderen sedert 2004 en Wallonië sedert 2006 (PDF).

Labels: , , , , ,

Read more...

17 september 2011

Quid CD&V? (Hoegin)

Er is dus een akkoord over de splitsing van de beruchte kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde. Teksten zijn er voorlopig nog niet, en het valt dus nog af te wachten of er toch niet plots een Franstalig duiveltje zou opduiken wanneer het akkoord op papier gezet moet worden. Het zou trouwens de eerste keer niet zijn dat Elio di Rupo zich aan zoiets zou wagen. Maar wat betekent dit akkoord voor de Vlaamse partijen?

Is het akkoord, of beter, wat we voorlopig te weten zijn gekomen over het akkoord, aanvaardbaar? Het is duidelijk dat het een pak slechter had gekund, maar dat betekent uiteraard nog niet dat dit een goed akkoord is. Dat de Vlaamse Regering een deel van haar bevoegdheden verliest in de Rand is absoluut geen goede zaak, net zoals de oprichting van een –voorlopig– symbolische Hoofdstedelijke Gemeenschap over de oude unitaire provincie Brabant. Die Hoofstedelijke Gemeenschap werd echter wel zo groot gemaakt (en bovendien symmetrisch) dat ze bij een Belgisch scheidingsverhaal niet meer gebruikt kan worden om de staatsgrenzen te verleggen. Ook de Vlaamse toegevingen in de Rand zijn niet van die aard dat ze buitenlanders er zomaar van zouden kunnen overtuigen om in voorkomend geval de Zes aan Wallo-Brux toe te wijzen.

De stelling van Vlaams Belang-voorzitter Bruno Valkeniers dat Vlaanderen een been is kwijtgeraakt bij het trekken van een wijsheidstand gaat daarom volgens mij niet helemaal op. Correcter is misschien dat Vlaanderen inderdaad een wijsheidstand moest laten trekken, en vreesde daarbij een heel been kwijt te raken, maar bij het ontwaken vaststelde dat het uiteindelijk maar een voet mist. Dat is nog altijd een zwaar verlies waarvoor de Vlaamse onderhandelaars vroeg of laat de historische rekening gepresenteerd zullen krijgen, maar waarschijnlijk zal hen dat vandaag weinig kunnen schelen. De reeds klaarstaande dampende borden linzensoep zullen op dit ogenblik trouwens hoe dan ook de meeste aandacht opeisen.

Want laten we het inderdaad maar eens zeggen zoals het is: voor iemand als een Wouter van Besien of een Caroline Gennez is een communautair akkoord altijd mooi meegenomen om mee uit te pakken binnen de partij of in de media, maar eigenlijk is dit een onderwerp dat hen nog kouder laat dan een dame blanche putje winter in Siberië. Meer zelfs, het enige communautaire belang dat hun respectievelijke partijen Groen! en sp.a hebben is een zo lang mogelijk uitstel van het einde van België, eventueel met een bemoeilijking ervan. In die zin had dit akkoord voor hen ongetwijfeld beter gekund met bijvoorbeeld enkele reële bevoegdheden voor die Grootstedelijke Gemeenschap, zodat zij later tegenover separatisten zouden kunnen zwaaien met het vooruitzicht van een zeker verlies van heel de provincie Vlaams-Brabant.

Belangrijkst voor sp.a en Groen! is echter dat er nu –eindelijk– een federale regering gevormd kan worden, en dat de verkiezingen van 2014 niet noodzakelijk communautair getint hoeven te verlopen. En ach, laat het dan zo zijn dat die federale regering amper iets meer dan twee jaar effectief zal kunnen regeren, dan nog zal er hopelijk tijd genoeg zijn om wat extra belastingen te kunnen heffen, en enkele milieuwetjes af te kondigen die het bloed onder de nagels van ieder weldenkend mens kunnen wegpesten. Of misschien kan een minister Eva Brems (door het wegvallen van de N-VA kan Groen! nu aanspraak maken op de zesde federale ministerportefeuille) al enkele voorbereidingen maken voor het volgende grote mensenrecht dat dringend in België ingevoerd moet worden: polygamie naar islamitisch recht. Als de hoofddoek wel moet kunnen als de vrouw daar zelf voor kiest, waarom dan niet de veelwijverij?

Politicologen als o.m. Carl Devos en Dave Sinardet schijnen ervan uit te gaan dat dit akkoord vooral een overwinning voor Wouter Beke en de CD&V is. (Over Open Vld heeft niemand het eigenlijk nog.) Hun stelling is dat CD&V nu heeft aangetoond dat het wél een communautair akkoord kan sluiten dat het land vooruithelpt, daar waar hoofdconcurrent N-VA zo'n akkoord alleen maar tegenhield of bemoeilijkte. Bovendien zou dit akkoord niet zo heel veel verschillen van wat Bart de Wever in zijn nota zélf voorstelde aan Vlaamse toegevingen, waardoor de kritiek van de N-VA op dit akkoord bij het publiek weinig geloofwaardig overkomt. Op termijn zou dit volgens hen zelfs moeten betekenen dat de CD&V een aanzienlijk aantal kiezers terug zou kunnen winnen van de N-VA, omdat zij de waren leverden waar de N-VA-kiezers zo om riepen.

Zij hebben ongetwijfeld gelijk wat betreft het punt dat de N-VA het lastig heeft om veel fundamentele kritiek te uiten op dit akkoord. Maar ik betwijfel het of de CD&V met dit akkoord opnieuw electoraal gelanceerd is. Meer zelfs, door het vertrek van Yves Leterme naar de OESO geeft de partij impliciet haar claim op de Wetstraat 16 op, en zal zij in de volgende federale regering alleen maar een ondergeschikte rol kunnen spelen. Dit kan het relatieve gewicht van Kris Peeters in de partij doen toenemen, maar tegelijk ook voor verwarring zorgen bij de eigen kiezers. Men kan immers moeilijk naar de verkiezingen gaan met een zelfverzekerd Vlaams profiel –wat trouwens meer reclame voor de N-VA dan voor de CD&V zou zijn– als men er net voor gekozen heeft federaal openlijk deurmat te spelen voor de Franstaligen, en dan in het bijzonder de PS. En dit akkoord is hoe dan ook niets om over twee jaar nog mee uit te pakken in een verkiezingscampagne.

De twee politicologen vergissen zich in elk geval zwaar wat betref de toekomst van de CD&V op langere termijn. Een partij die een halve eeuw geleden nog de helft van Vlaanderen achter zich kon verzamelen, en vandaag amper nog een zesde, is gedoemd om op termijn te verdwijnen. Wie de beelden van de viering tien jaar CD&V in Kortrijk zag, begrijpt trouwens waarom. Samen mag dan nog super zijn, het «enerzijds-anderzijds»-etiket dat de partij graag op zichzelf plakt klopt al lang niet meer. De CD&V is vandaag vooral een «noch-noch»-partij: noch links noch rechts, noch N-VA noch sp.a, maar ook noch Vlaams noch Belgisch, en zelfs noch christelijk (laat staan katholiek) noch vrijzinnig. Wat moet je daar dan als kiezer mee?

De tijd is trouwens definitief voorbij dat men de Vlamingen in het Belgisch gareel kan laten lopen aan de hand van een Stockholm-syndroom waar de Kortrijkse CD&V-besjes/militanten duidelijk nog veel last van hadden. Jarenlang kon men Vlaanderen behandelen als een kind dat 's morgens slaag kreeg, 's middags het zelfverdiende geld van de krantenronde moest afgeven aan het morsige broertje, 's avonds brutaal in het eigen bedje verkracht werd, en dan nog eens dacht daar allemaal zeer dankbaar voor te moeten zijn omdat dat allemaal zo nu eenmaal hoorde. Vandaag gaan de jongeren echter net iets te veel op ERASMUS of in het buitenland op vakantie om niet door te hebben dat dit niet de normale toestand is in een land. Want die geroemde meertaligheid van de Vlaming reikt uiteindelijk toch ook niet veel verder dan het door de strot geduwde Frans, voor velen al even positief ervaren als de uitgebreide seksuele ervaring die kinderen in een incestueuze relatie opdoen. Complete nonsens dus, en het staatsmanschap waar men bij de CD&V nog steeds zo gehecht aan is pakt dan ook minder en minder. Een communautair akkoord zal daar niets aan veranderen, en een ondergeschikte rol in een federale regering nog veel minder. Als de partij bij de volgende stembusslag nog steeds een zevende van de kiezers zal weten te bekoren, zal ze al zeer tevreden mogen zijn. De enige echte interessante vraag is daarom ook wie het vacuüm dat de partij nalaat zal weten op te vullen.

In tegenstelling tot wat Carl Devos en Dave Sinardet beweren, was het ook geen strategische fout van de CD&V om in 2004 een kartel met de N-VA aan te gaan. De strategische fout werd gemaakt in 2007, toen de overambitieuze Yves Leterme door zijn ontslag als Vlaams minister-president alle Vlaamse bruggen achter zich verbrandde lang vóór hij veilig en wel in de Wetstraat 16 was aanbeland. Gevolg was een kwakkele regeringsvorming, die uiteindelijk leidde tot de breuk met de N-VA, en daarmee ook een terugval van de aanhang naar het verschrompelende segment in de Vlaamse bevolking dat zijn Stockholm-syndroom nog niet van zich heeft kunnen afleggen. Het is begrijpelijk dat Carl Devos en Dave Sinardet, beiden uitgesproken belgicist en socialist, graag zouden hebben dat morgen tien procent van de N-VA-kiezers terug zou vloeien naar de CD&V, maar jammer genoeg voor hen is dat iets dat alleen in hun dromen zal gebeuren.

Labels: , , , , , , , , , ,

Read more...

21 juli 2011

Nabeschouwingen over de eerste écht cruciale week sedert 13 juni 2010 (Hoegin)

Als we partijvoorzitter Bart de Wever mogen geloven, had zelfs hij zelf het op voorhand eigenlijk ook niet verwacht: de N-VA antwoordde uiteindelijk «Neen» op de formateursnota van Elio Di Rupo. Voor sommigen kwam het werkelijk als een donderslag bij heldere hemel, zoals pijnlijk duidelijk werd op de stoepen voor het hoofdkwartier van de CD&V. Anderen, waaronder sp.a-voorzitster Caroline Gennez, konden dan weer nauwelijks een brede grijns onderdrukken bij het uitdrukken van hun diepste bezorgdheid over zoveel nationalistische roekeloosheid.

Een aanrader voor eenieder die eens de dingen op een rijtje wil zetten: een week vakantie op een Deens eiland, met zeer beperkte toegang tot het internet, en verder alleen maar lokale TV aangevuld met af en toe eens een exemplaar van Die Welt. (Dat laatste dankzij de vele Duitse toeristen in de buurt die ervoor zorgen dat de buurtwinkel het de moeite vindt om die krant aan te bieden.) Het is de reden waarom de onderstaande beschouwingen over wat waarschijnlijk de eerste écht cruciale week was in de federale regeringingsonderhandelinen met enige vertraging komen, bovendien met het risico dat ze gedeeltelijk al achterhaald zijn door gebeurtenissen waar ik nog geen weet van heb. Een overzicht per partij.

Groen!. Partijvoorzitter Wouter van Besien was er als de kippen bij om zich uit te drukken in termen van een kans die nu aangegrepen moest worden om met de resterende partijen verder te onderhandelen. En het ging daarbij duidelijk niet over een verspreking of een slecht gekozen formulering, want de uitdrukking werd zelfs een aantal keer herhaald. Ik heb er weinig commentaren over gelezen in de zogenaamde kwaliteitspers, maar hiermee liet Wouter van Besien natuurlijk wel finaal zijn masker vallen: voor Groen! is N-VA alleen maar een storende factor, die zo snel mogelijk van de onderhandelingstafel moest verdwijnen.

Helemaal onbegrijpelijk is de houding van Wouter van Besien natuurlijk niet, want alleen zonder de N-VA maakt de partij een reële kans om terug in de federale regering te geraken. En vergeten we ook niet: ook de N-VA was niet zo tuk op de aanwezigheid van Groen! aan de federale onderhandelingstafel. Het verschil tussen Groen! en N-VA was wel dat N-VA dat ook openlijk durfde te verkondigen, terwijl Groen! er liever een dubbele agenda op na hield. De lezer die kan raden naar welke van de twee handelswijzen mijn sympathie het meeste uitgaat hoeft echter niet te rekenen op een hoofdprijs.

Sp.a. Nog een partij waar men het hypocriete masker liet vallen, was de sp.a – of schrijven we beter ps.a, met de a van aanhangsel? Inderdaad, je moest al blind zijn om de brede glimlach op het gezicht van sp.a-voorzitster Caroline Gennez niet op te merken toen ze vanuit de Kamer voor de camera's haar commentaar mocht komen leveren op de «Neen» van de N-VA. Ook deze partij houdt er reeds lang een dubbele agenda op na wat de aanwezigheid van de N-VA aan de federale onderhandelingstafel betreft.

Erger is dat deze partij, in tegenstelling tot Groen! dat daar numeriek gewoon te klein voor is, voor Vlaanderen het afgelopen een bijzonder nefaste rol heeft gespeeld, zonder dat de media haar daarop aanspreken. Het wordt met de dag duidelijker dat de sp.a moedwillig aanstuurt op een staatshervorming die zo nadelig mogelijk is voor Vlaanderen, en dit louter uit eigenbelang. Van Caroline Gennez kan immers nog aangenomen worden dat ze, door haar totale interesse voor het communautaire vraagstuk, ook totaal incompetent is om daarover welke uitspraak dan ook te doen. (Een eigenschap die ze overigens deelt met Wouter van Besien.) Maar dat bijvoorbeeld Johan vande Lanotte niet zou begrijpen wat de precieze gevolgen voor Vlaanderen zouden zijn indien België inderdaad omgevormd zou worden tot een unie met vier deelstaten, met daar nog een «grootstedelijke gemeenschap» bovenop, daar geloof ik werkelijk geen snars van. Zulke constructie zou de prijs voor de Vlaamse onafhankelijkheid immers beduidend de hoogte invoeren, met niet alleen het zekere verlies van wat nog rest aan Vlaamse invloed in Brussel maar potentieel ook grote delen van Vlaams-Brabant en een zwakke onderhandelingspositie (drie tegen één) wat betreft de federale overheidsschuld. En dat alleen maar in de hoop blijvend de plak te kunnen zwaaien in Vlaanderen, want zonder België, geen PS, en zonder PS, geen sp.a die federale postjes mag bezetten.

Open Vld. Als iemand nog snapt wat voor koers men bij de Open Vld echt nog wil varen, mag hij of zij het me dat altijd laten weten. En Alexander de Croo ook, want ik twijfel eraan dat de voorzitter eigenlijk zelf nog goed weet waar ie mee bezig is. Wie gedacht had dat we met Caroline Gennez op een absoluut dieptepunt aanbeland waren wat betreft het voorzitterschap van een politieke partij, houdt die knaap toch nog maar best even in het oog. Je moet het immers maar presteren om eerst de ondertussen al tot vervelens toe geciteerde en tegelijkertijd beruchte stekker uit de federale regering te trekken op een communautair onderwerp, om een jaar na de verkiezingen te vinden dat het nog veel en veel te vroeg is om een einde te maken aan de non-onderhandelingen over precies datzelfde onderwerp. Met daarbovenop nog eens een pak socio-economische toegevingen aan Franstalig links, om het de N-VA nog een beetje extra gemakkelijk te maken om bij een volgende stembusgang een dikke knauw te maken in wat nog rest aan eigen achterban. Heeft immers morgen iemand die zelf niet op een Open Vld-lijst staat, of al een mandaat voor die partij uitoefent, ook maar één reden om opnieuw voor die partij te stemmen?

Natuurlijk was het strategisch correct om relatief snel «Ja, maar» te antwoorden op de nota van Elio di Rupo, maar daar hoorde minstens de voorwaarde bij dat ook de N-VA nog verder zou deelnemen aan de federale regeringsonderhandelingen. Het heeft immers geen zin rond de tafel te gaan zitten met PS, cdH, Ecolo, Groen! en sp.a, en dan te hopen dat men samen met de MR een regeringsakkoord met een centrum-rechts akkoord op papier kan zetten. Zelfs niet als ook CD&V nog zou blijven deelnemen aan die gesprekken. En als Alexander de Croo het echt meent als hij zegt dat je met deze gesprekspartners aan de onderhandelingstafel moet en kan gaan zitten om communautaire doelpunten te kunnen scoren, dan kan dat alleen betekenen dat hij de afgelopen jaren geen kranten gelezen heeft of geen TV-journaals bekeken. Iemand als Joëlle Milquet legt 's morgens drie–vier van het kaliber van Alexander de Croo tussen haar boterham, en begint pas daarna echt aan haar ontbijt. Het wordt daarom uitkijken of de Open Vld in de volgende peiling de kiesdrempel nog haalt, voor zover de partij nog een meetbaar resultaat zal halen.

CD&V. Een andere partij die goed op weg is binnenkort onder de kiesdrempel te duiken, is de CD&V. Wat een kakofonie! Eerst wil de partij «Ja, maar» antwoorden, maar wanneer het duidelijk wordt dat de N-VA het op een «Neen» zal houden, is de chaos compleet. Eerst gingen de kiezen stevig op mekaar, wat Elio di Rupo toeliet te noteren dat de partij geen antwoord had gegeven, en dus ook geen «Neen». Vervolgens werd het dan toch maar een «Neen, tenzij» –waarbij van de N-VA zelfs geen sprake meer was–, wat Elio di Rupo opnieuw toeliet daar na enkele dagen toch opnieuw een «Ja» in te zien. En dat laatste misschien vooral ook omdat Yves Leterme op aangeven van de koning zich ondertussen al met dol enthousiasme op de opmaak van de begroting van 2012 gestort had. De CD&V blijft dus de CD&V: terwijl de rechterhand weigert toe te geven aan de Franstaligen, is de linkerhand al druk in de weer diezelfde Franstaligen op hun wenken te bedienen. En dat in de overtreffende trap en tot in de puntjes.

Want het moet gezegd, als er naar iemand gewezen dient te worden als schuldige voor de vaudeville die ondertussen al meer dan een jaar duurt, dan wel naar Yves Leterme. Natuurlijk zou de PS liever al een jaar geleden een centrum-linkse regering op de been gebracht hebben, als het even kon met Elio di Rupo aan het roer, maar met een lakei als Yves Leterme was het ook al lang goed geweest. Derde keus, waar de PS zich nog altijd goed in kan terugvinden, is de voortzetting van het huidige kwakkelbeleid van de regering–Leterme II½, al was het maar omdat het aan de huidige toestand niets verandert. Vergeet niet: elke week gewonnen is zo'n 200 miljoen euro los in het handje van de Franstaligen dankzij de vele mechanismen die voor solidariteit moeten doorgaan. Wat zou de PS zich dus haasten om met de N-VA over een staatshervorming te onderhandelen, of Wouter Beke van de CD&V, als Yves Leterme van diezelfde CD&V ervoor zorgt dat het geld ondertussen toch maar blijft binnenstromen?

Hét probleem van die land is immers niet de onwil van de Franstaligen om het land te hervormen, of de koppigheid van de N-VA om niet te willen toegeven aan de Franstalige eisen, maar wel de rancune van één man – de huidige bewoner van de Wetstraat 16. Rancune tegenover Bart de Wever uiteraard, maar ook Kris Peeters en Wouter Beke. Droomscenario voor hem is onetwijfeld dat hij verder ontslag zou mogen nemen, helemaal tot in 2014, met dan zo'n pandoering voor zijn partij dat Kris Peeters de portefeuille van Vlaams minister-president voorgoed vaarwel kan zeggen, terwijl hijzelf misschien zelfs wel nog een tijdje verder federaal ontslag zal mogen nemen. Dat daarvoor in 2012 een pak CD&V-burgemeesters zullen moeten sneuvelen, en dat hij de welvaart van de bevolking op de grofste manier op het spel zet, zal hem allemaal worst wezen.

Vlaams Belang. Voor het Vlaams Belang had dit eigenlijk een triomf moeten zijn. Inderdaad: de grootste en meest directe concurrent zag zich immers genoodzaakt om na een jaar toe te geven dat het Vlaams Belang ondertussen al meer dan twintig jaar gelijk heeft: met de Franstaligen valt geen land meer te bezeilen, en een voor de Vlamingen eerbaar communautair akkoord behoort niet meer tot de mogelijkheden. In de plaats daarvan vond een ex-voorzitter het nodig de partij te verlaten, uitgerekend op Vlaanderens nationale feestdag. Zou hij ooit al van het Gebed voor het Vaderland gehoord hebben? En als het dan nog om een ideologisch conflict ging: neen, beide zijden onderstrepen immers eensgezindheid dat dat absoluut niet het geval is.

N-VA. De partij die deze week ongetwijfeld op punten won, was de N-VA. Men kan aanvoeren dat de partij er al veel vroeger had moeten uitstappen, en dat we moeten vaststellen dat de nota–Beke blijkbaar wel aanvaardbaar was voor de partij, ook al bevatte ze enkele volstrekt onaanvaardbare punten, maar na een meesterlijk uitgevoerde persconferentie zal het bredere publiek zich daar over enkele weken amper nog iets van herinneren. Tegen die tijd zullen Open Vld en CD&V trouwens volledig vastzitten in Franstalig drijfzand, en zal het niet moeilijk zijn om zich verder te profileren als de enige Vlaamse standvastige partij van betekenis.

Dat neemt niet weg dat de partij op termijn met een zwaar probleem zit. De volgende verkiezingen zal ze nog kunnen winnen – en waarschijnlijk nog winnen ook – precies op basis van de getoonde Vlaamse standvastigheid. Maar wat daarna? De basisthese van de N-VA is immers dat er met de Franstaligen onderhandeld moet worden om iets te bereiken, het «participationisme». Die these blijkt echter op een valse premisse te berusten, namelijk dat de Franstaligen überhaupt geïnteresseerd zijn in eerlijke onderhandelingen. Wanneer de persoonlijke populariteit van Bart de Wever verdwenen zal zijn, zal dan ook bij een deel van de aanhang de vraag rijzen waarom ze ook al weer voor de N-VA stemden in plaats van voor het Vlaams Belang.

Laurette Onkelinx. Tot slot nog een opmerking over de uitspraak van Laurette Onkelinx, die liet weten dat Elio di Rypo «onrustig» was. Volgens de specialisten bedoelde ze «ongerust», maar ik blijf erbij dat «onrustig» wel degelijk de correcte omschrijving was van de gemoedstoestand van Elio di Rupo. Onrustig, omdat hij zag dat na meer dan een jaar wroeten, plan A eindelijk begon te werken. En we weten vandaag dat het inderdaad gewerkt heeft, want dankzij een ultiem goedgemikt kluitje in het riet wil CD&V verder onderhandelen, terwijl N-VA definitief aan de kant staat. Laat daar nog een week of twee overgaan, en de afstand tussen CD&V en N-VA zal zo groot geworden zijn, dat de kritiek van de N-VA op de CD&V zo scherp zal zijn dat die laatste nog liever een slecht akkoord aanvaardt, dan dit jaar nog opnieuw naar nieuwe federale verkiezingen te gaan. Concreet: ik denk niet dat CD&V er niet toe zal in staat zijn om op haar stappen terug te keren, en dat we nog voor het einde van de zomer naar een regering–Di Rupo I (of toch Leterme III, in ruil voor nog wat extra Vlaamse toegevingen?) afstevenen. Benieuwd wat het wordt, maar een goed oog hebben we er niet in.

Labels: , , , , , , , , ,

Read more...

<<Oudere berichten