20 december 2014

Kanttekeningen bij de Europese migratie (Hoegin)

Verleden vrijdag zei de Britse premier David Cameron tijdens een toespraak in een fabriek in Straffordshire de Europese interne migratie de wacht aan. Wie naar Groot-Brittannië komt, zal eerst vier jaar moeten werken voor hij gebruik kan maken van de Britse sociale voorzieningen. Bovendien zal wie niet binnen een half jaar na aankomst werk vindt, terug naar zijn land van herkomst moeten keren. Ook aan de kinderbijslagenstroom naar het thuisland voor kinderen die nooit een voet in Groot-Brittannië hebben gezet zal een einde komen.

In de rest van Europa werden de uitspraken van David Cameron meteen weggezet als verkiezingsbeloften. Niet helemaal onterecht overigens, want het is duidelijk dat de Britse Conservatieven bij de komende verkiezingen flink wat stemmen aan het UKIP van Nigel Farage zullen verliezen. David Cameron lijkt echter te denken dat hij zijn stunt van vlak voor het Schotse referendum nog eens zal kunnen herhalen. Toen slaagde hij erin op het laatste ogenblik nog snel zijn hachje te redden door enkele fikse beloften aan de Schotse kiezers te doen. Benieuwd of datzelfde recept ook zal werken op de Engelse kiezers.

Anderzijds moet toch ook opgemerkt worden dat Groot-Brittannië al lang sceptisch staat tegenover de interne Europese migratie. Meer dan tien jaar geleden, toen de EU een allereerste keer uitbreidde naar het oosten, bekwamen de Britten reeds speciale voorwaarden waardoor zij een eerste migratiegolf vanuit Polen en het Balticum met enkele jaren konden uitstellen. En ook bij de uitbreiding van de EU met Bulgarije en Roemenië werden de Britse grenzen niet meteen opengesteld voor een nieuwe toevloed van nieuwe EU-burgers.

Voor wat hoort wat

De uitspraken van David Cameron komen dus niet als een donderslag bij heldere hemel, maar stroken met wat al jarenlang de positie van Groot-Brittannië is in verband met de interne EU-migratie. Wel nieuw is dat Groot-Brittannië in de Europese Unie niet langer alleen staat met deze houding. De mening dat voor wat ook wat hoort, en dat ongebreidelde migratie niet de oplossing voor alles is, maakt ook in de rest van de EU opgang. Bijvoorbeeld in Duitsland, of binnen de Vlaamse regering.

Zo was er onlangs al een uitspraak van het Europese Hof van Justitie naar aanleiding van een zaak in Duitsland, waarbij een Roemeense vrouw bij haar zus in Leipzig was komen inwonen. Zij verwachtte prompt dat ze niet alleen kinderbijslag voor haar zoon en een onderhoudsvoorschot moest kunnen opstrijken, maar bovendien ook nog eens een basisvoorzieningsuitkering. En dat ondanks het feit dat de Roemeense niet over één diploma beschikte, en hoe dan ook duidelijk niet van plan was ooit ook maar één poot uit te steken om zichzelf te kunnen onderhouden.

De sociale diensten van de stad Leipzig weigerden de vrouw te betalen, en het Europese Hof van Justitie gaf hen daarin gelijk. Door de uitspraak is het trouwens meteen ook gedaan met het uitkeringstoerisme dat de Kathleen van Brempten van deze wereld blijven afschilderen als het toppunt van beschaving. Landen mogen voorwaarden stellen aan nieuwkomers, en de voorwaarde dat men toch bereid moet zijn om zijn steentje te willen bijdragen, is volgens het Europese Hof van Justitie dus niet onredelijk.

Te dom om Nederlands te leren?

In eigen land was er dan weer Liesbeth Homans, die vindt dat het echt niet te veel gevraagd is van bewoners van een sociale woning om tussendoor toch ook nog een paar woordjes Nederlands te willen leren. Waarna ze prompt voor zoveel hardvochtigheid de volledige linkse goegemeente over zich heen kreeg. Marino Keulen, die blijkbaar even vergeten was dat ook zijn partij deel uitmaakt van de regering waarin Liesbeth Homans zit, bestond het zelfs in het Vlaams Parlement te verklaren dat «niet iedereen intellectueel in staat is om een taal te leren». Ga er maar eens aan zitten! (En hoorden wij daar enthousiast applaus vanop de UDF-bank?)

Want, beste lezer, let wel, het gaat hier toch nog altijd om de migranten die later onze pensioenen zullen betalen. En die hier nu al voor een onontbeerlijke culturele verrijking zorgen. Hoe ze dat allemaal precies gaan doen als ze intellectueel nog niet in staat zijn vijf woorden Nederlands te leren, is ons alvast een raadsel. Ondertussen moeten we het blijkbaar normaal vinden dat iemand jarenlang in Vlaanderen in een sociale woning kan blijven wonen, zonder ook maar één woord Nederlands op te pikken. Een bekrompen en racistische fermette-Vlaming waarop links zo graag neerkijkt en die ergens veertien dagen op vakantie gaat doet al oneindig beter.

A propos, wat zou er in de federale Kamer gebeurd zijn moest niet Marino Keulen maar Theo Francken diezelfde uitspraak op Facebook gezet hebben? We durven er nog niet aan te denken!

Meer EU en meer migratie niet langer oplossing voor alles

Maar er is dus duidelijk meer aan de hand dan alleen maar Britten en zogenaamde rechts-populisten die kanttekeningen durven te plaatsen bij de ongebreidelde interne EU-migratie. Meer EU en meer migratie is niet langer de oplossing voor elk probleem, en leidt niet meer automatisch tot een soort multicultureel Europees nirwana waarin «alle Menschen Brüder werden». Zelfs bij het Europese Hof van Justitie, wat toch wel tot het groene hout zou moeten horen, begint het stilaan te dagen dat het oude principe van «voor wat hoort wat» zo gek nog niet is.

We mogen dus wel degelijk aan nieuwkomers vragen dat ze enkele woordjes Nederlands leren wanneer ze hier van de sociale voorzieningen willen komen genieten. We mogen dus ook verwachten dat ze de handen uit de mouwen willen steken, en zelfs iets bijdragen tot de economie en de maatschappij. En wie weet mogen we binnenkort zelfs verwachten dat nieuwkomers hier ook een beetje respect opbrengen voor onze godsdienst en onze cultuur. Dan kunnen we volgend jaar onze kinderen weer naar een sinterklaasfeest sturen zonder te hoeven vrezen voor rellen zoals in Gouda. Zou het kunnen?

Dit artikel verscheen op 3 december 2014 in 't Pallieterke.

Labels: , , , , ,

Read more...

22 september 2013

De nieuwe tsjeven



 

                Nogal wat mensen die de vorige jaren op de N-VA gestemd hebben, zijn teleurgesteld. De N-VA drukt geen kenmerkend stempel op de Vlaamse regering waar zij deel van uitmaakt.  De N-VA in de gemeenten heeft wat burgemeesters en schepenen, maar veel specifieke “verandering” (een banale en nietszeggende belofte) krijgen we daar ook niet te zien. De partij komt vooral negatief in het nieuws, zowel vanuit Vlaamsgezind als vanuit belgicistisch standpunt.

Kortrijk bv. toonde een staaltje van een lepe truuk die de gedoodverfde burgemeester Stefaan De Clerck een voetje lichtte. Alleen kwam dat pootje niet van de N-VA, die slechts haar medewerking verkoos te geven aan de stadsgreep van Vincent Van Quickenborne. Wie zou het beste zijn voor de Vlaamse zaak: de belgicist Q of de confederalist De Clerck? Een Vlaamsgezinde partij zou zich door die overweging hebben laten leiden om met De Clerck een meerderheid te vormen. De N-VA heeft zich er laten gebruiken voor de politieke belangen van ervarener spelers.

Anderzijds zijn er de media die in hun campagne tegen de N-VA elke betwistbare gebeurtenis aangrijpen om de partij in een kwaad daglicht te stellen. Vlaamsgezinde maatregelen, bv. in Aalst of in Menen, kunnen natuurlijk alleen op spot en hoon rekenen. Ook gevallen steken, zoals het “VNV”-verleden van Lubbeeks burgemeester Theo Francken, worden tot in het ongerijmde gedramatiseerd. En elke banale dorpsruzie wordt uitvergroot. De N-VA weet dat ze tot de loopgraven veroordeeld is, maar toch gedraagt ze zich als een gewone partij. Ze meent zich bijvoorbeeld de knoop te kunnen veroorloven waar de partij zich in gewerkt heeft in Turnhout. Als buitenstaander had ik de indruk dat pakweg de huisvuilophaling in de Kempenstad niet tot de uitzetting of het ontslag van een aantal partijleden hoefde te leiden, maar de N-VA heeft zulke splitsing toch voor elkaar gekregen. Beseffen zij dan niet dat de talrijke vijanden van de partij op vinkenslag liggen om elke misstap of zwakheid uit te buiten?

Antwerpen, natuurlijk, is hét N-VA-bolwerk waar de tegenstanders het daadwerkelijke beleid van Bart De Wever en Liesbeth Homans kunnen afschieten. Zij schromen zich er niet voor, besluiten van het vorige socialistische bewind als illustratie van het vreselijke N-VA-beleid af te schilderen. Echte N-VA-beleidslijnen worden steevast “neoliberaal” genoemd, bijvoorbeeld de vervanging van een park door nieuwbouw (iets wat zelfs door Antwerps districtsburgemeester Zuhal Demir niet gesmaakt wordt). De Vlaming heeft voor de N-VA gestemd omdat hij van de socialistische sinterklaaspolitiek en de noodlottige afgunstmentaliteit af wou en een realistisch economisch beleid verkoos; maar in de poltiek maakt het verschil hoe een beleid uit de verf komt, en dit hier oogt gewoon niet sympathiek, terwijl de winstpunten ervan blijven onderbelicht blijven.


Tsjeven
 
Deelnemen aan het bestuur laat wel toe om tegen het VB zeggen ze dat zij het tenminste doen terwijl de anderen aan de kant staan roepen. Dat is precies wat de CVP vijftig jaar geleden tegen de VU ook al zei. Het is de toegepaste antipolitiek: niet wát men doet is belangrijk (welke slechte compromissen men sluit, bv.), maar dát men iets doet, eender wat. Dit ietsisme is de echte tsjevenpraat.  

                Wat echter grondig verschilt van de CD&V-werkstijl zijn de openbaar uitgestalde meningsverschillen tussen de partijtenoren over de beginselen zelf van de partij. In de Franstalige media wordt de N-VA afgeschilderd als rabiaat nationalistisch en separatistisch. Het is een bewust in stand gehouden misverstand dat er iets aan de Vlaming “rabiaat” zou kunnen zijn, maar het schouwspel dat we hier te zien krijgen, vervalt in het andere uiterste. Partijleiders verklaren doodleuk dat ze van de officiële doelstelling, de Vlaamse onafhankelijkheid, “geen stijve krijgen”, of dat die “geen draagvlak heeft” (en zij er zich niet mee willen bezighouden, dat te scheppen door de mensen te overtuigen). Anderen verklaren dan weer dat ze voor onverkort zelfbestuur gaan, maar gedragen zich toch alsof de Belgische staat eeuwig zal duren. Ook kiezers die op zich weinig om het communautaire geven, krijgen een slechte indruk van deze verwarring en verdeeldheid.
 
 
Zoals vele Vlamingen, en zeker in de Vlaamse beweging, geven N-VA-ers blijk van weinig politiek inzicht. Toen Yves Leterme dankzij het kartel met de N–VA een grote verkiezingsoverwinning gehaald had, stonden zij rond hem als kleine kinderen met leeuwenvlaggetjes te zwaaien. Het politiek feit van de dag was dat hij er meteen blijk van gaf dat hij zijn programma zou verraden. Terwijl andere politieke leiders na een stembuszege hun ideologisch profiel en hun verkiezingsbeloften nog eens stoer in de verf zetten, vertelde Leterme de interviwers dat hij geen zin had in politieke verklaringen en dat hij een pint ging drinken. We zagen daar heel letterlijk de toepassing van het Vlaamse spreekwoord dat al zo vaak van toepassing geweest is: hij dronk een glas, deed en plas, en liet alles zoals het was. Maar de N-VA-ers kraaiden van pret.

                Een deel van het kiespubliek dat van het VB overgekomen is, dreigt naar die partij terug te keren. Zij hebben voor de N-VA gestemd omdat dit de “fatsoenlijk rechtse” partij leek te zijn waar destijds pater Johan Leman van droomde. Deze partij nam de centrumrechtse identiteit aan die CD&V en de OVLD hebben versmaad. De sterke punten in het VB-programma zijn immers niet van nature extremistisch en kunnen evengoed door de hoofdstroompartijen verdedigd worden. Dat Geert Bourgeois destijds als VU-voorzitter een verbod op het VB had geëist (en een partijverbod is een antidemocratische maatregel bij uitstek), nog vóór de traditionele partijen, werd het N-VA zelfs vergeven. Ook op Vlaams vlak leek de partij gematigd doch doelbewust. De door steeds nieuwe incidenten gevoede onduidelijkheid over de doelstellingen doet die goede wil bij de kiezer afkalven.
 
Een ander verschil met de oude CVP is dat de N-VA, net als de OVLD is hun beste dagen, een postmoderne partij is die op de zeer momentane mening van de kiezers beroep doet, eerder dan de uitdrukking te zijn van een diepere overtuiging en identiteit die bij het volk leeft. De levenslange CVP-stamboekkiezer was de belichaming van een maatschappelijke werkelijkheid, namelijk dat de dorpsnotabele en de werkman elkaar in de zondagsmis ontmoetten en daar hun godsbeleving als hoeksteen van hun leven deelden. Ze mochten al eens kritiek hebben op hun partij, maar als het er bij de verkiezingen op aan kwam, stemden ze toch tegen die verdomde goddeloze socialisten. Daarom was de CVP een stabiele volkspartij. De N-VA daarentegen moet het van de wispelturige kiezer van vandaag hebben, en diens voorkeur kan snel omslaan.
 
Strategie

Een ontslagen personeelslid gaf toe dat NVA-leiding, die hij bekritiseerd had, achteraf bezien gelijk had gekregen. Als je verkiezingsoverwinningen van zulk formaat kan afleveren, dan moet je wel iets goeds doen. En de N-VA deed ook iets goeds: zij gaf stem aan het gezond verstand van de gemiddelde Vlaming. Maar de tijd vordert en de partij kan niet op dat eerste succes blijven teren. Achter de huidige verwarring en stagnatie zou een strategie kunnen schuilgaan, maar dan is ze toch wel héél goed verborgen. 

De N-VA had na haar verkiezingsoverwinning haar zwakste punt, namelijk haar gebrek aan ideologische ruggengraat, kunnen remediëren. Door zelfgenoegzaamheid is die zelfcorrectie er echter niet gekomen. Ze kan nog plaatsvinden, maar het is wel hoog tijd. Het alternatief is een spoedige nederlaaag, en terug naar af voor het wenkende Vlaamse alternatief.

Gelukkig voor de partij zorgt het bestel regelmatig voor rellen die het publiek eraan herinneren waarom het ooit voor de N-VA gestemd beeft. Het zeer socialistische en noodlottige onderwijsbeleid van Pascal Smet, met hervormingen die niet nodig en niet gewild zijn, zeker niet door de onderwijsmensen zelf maar ook niet door de ouders, laat de N-V toe om zich weer als de stem van het gezond verstand te profileren. In tegenstelling met pakweg de subsidies voor de cultuursector gaat die kwestie de meerderheid vn de Vlamingen aan. De goegemeente reageert dus opgelucht: er is tenminste één partij die de dwaasheden van de anderen blokkeert. Ook de racismerel over de heel zinnige uitspraken van Liesbeth Homans, opgeblazen door de media, sprak tot het hart van de kiezer: die wil een gematigd en gededramatiweerd vertoog over het racisme, en de valse mediaverontwaardiging over een in feite veelgehoorde opmerking draagt slechts bij tot de populariteit van de politica en haar partij. Door haar campagne duwt de pers de N-VA in de rol van de underdog, en dat levert in Vlaanderen stemmen op.

Labels: , , , ,

Read more...

25 februari 2013

Nieuwe topnotering voor N-VA, bodemnotering voor Vlaams Belang (Hoegin)

Vrijdag publiceerde de krant La Libre Belgique, in samenwerking met de RTBf, de resultaten van haar driemaandelijkse politieke barometer. Aan Vlaamse zijde kreeg vooral de nieuwe topnotering van de N-VA veel aandacht. De aanhang van die partij zou (in procenten) even groot zijn als die van de drie Vlaamse federale regeringspartijen samen. In het kamp van de verliezers vinden we CD&V, en vooral Vlaams Belang met een nieuwe bodemnotering.

Wie herinnert zich nog de vorige peiling van La Libre Belgique? «Premier avertissement pour la N-VA» kopte de krant toen, want de partij ging markant achteruit tegenover de vorige peiling. (De oplettende lezer zal in het figuurtje hiernaast ongetwijfeld opmerken dat het wel al de tweede keer was dat de N-VA een relatieve duik nam in de peilingen van La Libre Belgique, maar soit…) De krant had echter meteen ook een verklaring voor de achteruitgang van de N-VA klaar, al hield ze natuurlijk wel nog een slag om de arm («La tendance se doit d'être confirmée […]»):
Faut-il y voir un élément de déception de certains électeurs de Bart De Wever? La tendance se doit d'être confirmée mais l'homme fort de la N-VA n'a toujours pas bouclé sa majorité communale à Anvers et sa marche “triomphante” vers l'hôtel de ville a marqué les esprits. Peut-être négativement dans le chef de certains de ses supporters…
Te vroeg victorie gekraaid? Zoals de krant zelf opmerkt, deze peiling werd afgenomen vlak voor de laatste rel in Antwerpen, dat wil zeggen, die met Liesbeth Homans in de hoofdrol omdat ze besloten had dat seropositieve «sans-papiers» voortaan niet meer zomaar automatisch elke maand 800 euro uitgekeerd krijgen om AIDS-remmers te kopen. Waarbij opgemerkt moet worden dat het in het huidige politiek-mediatieke klimaat noodzakelijk is precies te vermelden over welke N-VA-rel het gaat, want de stormlopen van verontwaardiging door de vele zelfverklaarde gewetens van Vlaanderen, niet zelden woonachtig te Gent, volgen mekaar in sneltempo op.

Hiermee hebben meteen ook al de verklaring gegeven voor waarom de N-VA opnieuw zo'n hoge toppen scheert: de partij blijft nadrukkelijk in het midden van de aandacht staan. Het migratiedebat, waar bovenstaande rel een deel van uitmaakte, speelt zich vooral af op de as N-VAsp.a. Het communautaire op de as N-VACD&V. En het socio-economische op de as N-VAPS. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat wanneer de kiezer gevraagd wordt op welke partij hij vandaag zou stemmen moesten er verkiezingen zijn, de naam van de N-VA hem als eerste te binnen schiet, zeker als hij niet bepaald een hoge pet op heeft van wat tegenwoordig nog moet doorgaan voor een «federale regering». En dat in die mate zelfs dat ook een niet onbelangrijk aandeel Walen en Franstaligen gevraagd naar hun partijvoorkeur het bestaan op automatische piloot «N-VA» te antwoorden.

Zo bekeken lijkt de peiling van La Libre Belgique dan ook te suggereren dat de N-VA voorlopig de veldslagen blijft winnen, vermoedelijk zelfs op alle drie de assen samen. Wat migratie betreft valt bijvoorbeeld op dat sp.a en Groen hun kiezers weliswaar behouden, maar dat Vlaams Belang verder leeggezogen wordt ten voordele van de N-VA. Die laatste partij werpt zich de laatste tijd op Antwerps-gemeentelijk niveau immers op als dé migratiesceptische partij. Zolang het Vlaams Belang door de media consequent uit beeld gehouden wordt zal aan die situatie weinig veranderen. En daarom ook dat we hierboven schreven dat het migratiedebat zich op de as N-VA–sp.a afspeelt, en dus niet Vlaams Belang–sp.a. Op de communautaire as kondigde partijvoorzitter Wouter Beke van de CD&V op zijn nieuwjaarsreceptie aan dat wat hem betreft er in 2014 geen nieuwe staatshervorming zal komen, terwijl de N-VA net zwaar inzet op confederalisme. Op deze as kan de partij van twee walletjes eten, en vermoedelijk zowel kiezers vanuit de CD&V als het Vlaams Belang aantrekken. Wat het socio-economische tot slot betreft houden sp.a en Groen hun kiezers vast, maar maakt de CD&V de laatste weken een slechte beurt omwille van wat we kort als «ACW-gate» zouden willen omschrijven.

Hiermee hebben we de zaken natuurlijk sterk vereenvoudigd, maar zolang peilers zelf niet onderzoeken waarom respondenten hun partijvoorkeur wijzigen – zoals bijvoorbeeld De Stemmenkampioen wél deed – blijft het gissen naar wat er werkelijk onder de oppervlakte beweegt bij het Vlaamse electoraat. En met als gevolg dat een krant als La Libre Belgique in haar analyse al eens pijnlijke flaters slaat, zoals bijvoorbeeld laatst in november.

Maar kijken we even verder naar de individuele resultaten van de andere Vlaamse partijen. Zo bijvoorbeeld de CD&V, die dus een duik naar beneden maakt. In De Zevende Dag liet partijvoorzitter Wouter Beke wel optekenen dat hij niet gelooft in peilingen, maar de vraag is toch maar of hij buiten het zicht van de camera's even zeker is van zijn stuk. Een partij die een beetje in hetzelfde schuitje zit is de Open Vld, met dit verschil dat de partij nog steeds in een neerwaartse trend zit, ondanks de wissel aan de top. Dan staat de sp.a er beter voor, want die partij lijkt aan een voorzichtig herstel begonnen.

Een partij die het absoluut niet goed doet in deze peiling is het Vlaams Belang. Met amper nog 6,8% zakt de partij dieper weg dan ooit, en komt in de gevarenzone van de kiesdrempel. Drie maanden geleden scoorde de partij bij dezelfde peiler nog boven de tien procent. Groen zet niet bepaald een spetterend resultaat neer in deze peiling, maar springt wel voorbij Vlaams Belang. Dat is bij die partij misschien al reden genoeg om tevreden te zijn, maar feit is dat het de partij maar niet schijnt te lukken kiezers van buiten haar eigen, stabiele kerngroep aan te spreken. LDD en PVDA tot slot raken ook in deze peilingen niet verder dan ergens halverwege de kiesdrempel.

Over naar een simulatie voor de zetelverdeling in het Vlaams Parlement. Dit levert opnieuw het gekende beeld op van een door de N-VA sterk gedomineerd parlement, met deze keer 53 van de 124 zetels. (Merk overigens op dat de simulatie die prof. Herman Matthijs ondertussen uitvoerde in opdracht van Actua-TV ongeveer dezelfde cijfers oplevert.) Het meest interessante beeld dat deze simulatie oplevert is misschien nog wel dat van een Vlaams Parlement waar de zogenaamde V- en B-partijen mekaar in evenwicht houden (61 zetels tegenover 62 om precies te zijn), met de UF op de wip. Zonder de N-VA een meerderheidsregering op de been brengen wordt dus een onmogelijke opgave, of het zou één moeten zijn die noch stabiel noch Vlaams zal kunnen zijn.

Werpen we tot slot nog een blik op de resultaten van de Franstalige partijen. De PS blijft verder achteruitgaan, deze keer slechts op een haar verwijderd van de psychologische grens van de dertig procent. De MR zit dan weer in een duidelijk stijgende trend, en evenaart opnieuw de resultaten van de laatste federale verkiezingen. CdH en Ecolo spelen voor het eerst in meer dan een jaar nog eens haasje-over, zodat Ecolo in deze peiling net vóór cdH eindigde. Statistisch gezien zijn de partijen echter even groot. Bij de kleinere Franstalige partijen merken we op dat de PTB opnieuw net onder de kiesdrempel duikt.

Bijlage: Overzicht van alle peilingen in Vlaanderen sedert 2004 en Wallonië sedert 2006 (PDF).

Labels: , , , ,

Read more...

30 augustus 2011

Zelfs de N-VA heeft het nog niet begrepen (Hoegin)

Zelfs de N-VA heeft het, na 13 juni 2010 én meer dan één jaar onderhandelen met de Franstaligen, nog steeds niet begrepen. Dat is toch de conclusie waar ik mee zit na het bekijken van het interview van Bart de Wever op Terzake eerder deze week. Kan men dan verwachten dat CD&V en Open Vld het wel al zouden begrepen hebben, om over de Nederlandstalige bijhuizen van PS en Ecolo nog maar te zwijgen?

Je zou denken dat na meer dan een jaar onderhandelen met de Franstalige partijen om uiteindelijk op een redelijk achterbakse wijze bij het groot vuil te belanden, de N-VA terug zou grijpen naar haar partijprogramma en een separatistisch discours zou aanslaan. Daar was zelfs enige hoop toe, althans voor wie vluchtig de titel boven het interview van Liesbeth Homans met De Standaard meer dan een maand geleden gelezen had. «Dit is Vlaanderen tegen Wallonië.» En nog: «Met geen enkele Franstalige partij is tegenwoordig een degelijk compromis mogelijk.» De conclusie dat het dus met België niet meer kan hangt daarmee voelbaar in de lucht, maar uitgesproken werd ze in het interview evenwel niet.

Het was Bart de Wever zelf die in Terzake verwees naar dat interview, en onderstreepte dat in de uitspraken die Liesbeth Homans in dat interview deed geen separatisme verscholen zat. Een ander sleutelmoment in het interview was het ultieme voorstel van Bart de Wever om de institutionele crisis op te lossen als de andere Vlaamse partijen de N-VA alsnog zouden volgen, en Elio di Rupo in de kou zouden laten staan. Hoe omschreef Bart de Wever dat voorstel? Neen, niet «Vlaanderen 1.0», maar wel «België 2.0», en nog wel door middel van de invulling van grondwetsartikel 35. Je gelooft je oren niet.

Want is het niet aandoenlijk om te zien dat de grootste partij van Vlaanderen, nadat ze op zulke groteske wijze door de Franstaligen bij de bok werd gezet, toch nog steeds trouw blijft aan het ene en ondeelbare België? En dat dit gebeurt uitgerekend op het ogenblik dat de Franstaligen openlijk discussiëren welke minimale schijnsplitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde voor hen nog aanvaardbaar is, met het uti possidetis-principe in het achterhoofd om bij een eventuele splitsing van België toch nog aanspraken te kunnen maken op een zo groot mogelijk deel van Vlaams-Brabant? Als kiezer in het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde moet je straks al blij zijn dat je zoveel keuze hebt uit separatistische partijen, met onder meer de PS, de cdH, Ecolo en MRFDF. In de andere Vlaamse kieskringen moeten de kiezers het immers stellen met alleen maar het Vlaams Belang dat niet blijft vasthouden aan het voor sommigen blijkbaar nog steeds zeer dierbare België.

De N-VA gedraagt zich dan ook als een maîtresse, die net een flink pak rammel heeft gekregen voor ze gedumpt werd, en nu hoopt dat het huwelijk van haar minnaar toch nog zal mislukken zodat hij snel weer naar haar zal kunnen terugkeren. Om met hem een «liefdesnestje 2.0» op te bouwen! En deze keer hopelijk zonder verborgen agenda's, zonder de vernederingen – Comment est-ce qu'il ose?, niet waar? – en de regelmatige pakken slaag, om over de gretige vingers in de portefeuille en het spaarvarken nog maar te zwijgen. Ik vrees echter dat zolang de N-VA niet verder raakt dan een bede om te overwegen grondwetsartikel 35 in te vullen, de Franstalige partijen weinig onder de indruk zullen zijn.

Zij zullen dat ook niet zijn als ze vernemen dat de N-VA in de Vlaamse regering zal blijven zitten, ook al zouden CD&V en sp.a er het regeerakkoord schenden. Bart de Wever vertelt klinkklare nonsens wanneer hij zegt dat de N-VA niet uit de Vlaamse regering hoeft op te stappen als ze zich aan het regeerakkoord houdt. Partijen stappen niet uit een regering omdat zíj het regeerakkoord willen schenden, maar omdat anderen dat gedaan hebben, of van plan zijn te doen. Het zal in voorkomend geval dus wel degelijk aan de N-VA zijn om uit de Vlaamse regering te stappen, niet CD&V of sp.a. Met zijn uitspraak dat de N-VA hoe dan ook blijft zitten geeft partijvoorzitter Bart de Wever niet meer of niet minder dan carte blanche aan zijn voorlopig nog Nederlandstalige Noord-Belgische coalitiepartners. Die weten nu immers dat ze rustig voluit mogen gaan in hun toegevingen aan de Franstaligen om de fel begeerde federale portefeuilles eindelijk in de wacht te kunnen slepen. Problemen in de Vlaamse regering zal dat immers zeker niet veroorzaken, want de N-VA blijft er lekker zitten! Het had erger gekund voor Wouter Beke en Caroline Gennez.

Labels: , , , ,

Read more...

8 mei 2011

Waarom de leeuw geen vuist kan maken (Hoegin)

De onderhandelingen slepen al bijna elf maanden aan. Dat het al zo lang duurt, en dat het nog een tijdje kan blijven voortduren, is het gevolg van twee factoren: de Franstaligen hebben er geen belang bij dat er snel een nieuwe federale regering wordt gevormd, en de Vlamingen slagen er niet in een vuist te maken om toch snel een nieuwe federale regering af te dwingen. De onmacht van Bart de Wever om zijn allernieuwst eis – de snelle benoeming van een formateur – af te dwingen, illustreert dit perfect.

Voor de lezer hoeft er waarschijnlijk geen tekeningetje bij: zolang de CD&V de N-VA niet durft los te laten, en zolang de N-VA niet in een federale regering durft te stappen zonder een fikse staatshervorming of met alleen maar een loze belofte daarover, hebben de Franstaligen er absoluut geen belang bij dat de federale regeringsonderhandelingen vooruitgang boeken. Waarom zouden de Franstaligen immers vrijwillig meewerken aan een inperking van de immense geldstromen van Noord naar Zuid, of dwarsbomen leggen voor hun territoriale eisen in Vlaams-Brabant, als daar toch geen ergere dreiging tegenover staat? Per slot van rekening is er ook geen enkele kalkoen in geïnteresseerd Kerstmis van 25 december naar 25 november te verplaatsen, tenzij anders de onmiddellijke hakbijl dreigt. En die onmiddellijke hakbijl, het is precies daar dat het probleem aan Vlaamse kant ligt.

Wanneer de Franstalige partijen nog eens gezamenlijk overleg plegen – gewoonlijk vooraf luid aangekondigd in de pers en vervolgens uiteraard van veel theater voorzien – komen zij versterkt uit die oefening terug. Hun geheim? Wanneer zij overleg plegen, tellen zij hun eisen bij mekaar op: zowel een uitbreiding van Brussel als een versterking van het gewest met gemeenschapsbevoegdheden en uiteraard ook extra financiële middelen, als een versterking van het federale niveau en ondertussen zeker geen afname van de geldstromen naar Wallonië, plus nog eens een afbouw van de Vlaamse bevoegdheden in Vlaams-Brabant. Soms zijn hun eisen zelfs onderling in tegenspraak, maar dat maakt natuurlijk niets uit zolang het eigenlijk doel alleen maar een volgehouden stilstand is. Men zou zelfs cynisch kunnen opmerken dat onderling tegenstrijdige eisen dan alleen maar een voordeel zijn, want zo kan er altijd wel iets gevonden worden dat imbuvable is voor de Franstaligen.

Hoe ziet dezelfde oefening er aan Vlaamse kant uit? Om te beginnen: die oefening wordt vrijwel nooit gemaakt. En als er dan toch eens een zeldzame keer wat overleg plaats vindt, proberen de Vlaamse partijen onderling uit te blinken door mekaars eisen van mekaar af te trekken, in plaats van ze net zoals de Franstaligen bij mekaar op te tellen. Daar komt dan nog bij dat de meest radicale Vlaamse partij, het Vlaams Belang, op voorhand al uitgesloten wordt van het overleg, omdat die partij ondemocratisch zou zijn. De meest radicale Belgische partij, Groen!, weigert dan weer zelf mee te doen. Dankzij niet weinig mediahulp slaagt die partij er dan bovendien nog eens in het akkoord te ondermijnen door de sp.a een zekere afstand van het akkoord te doen nemen, want de leiding van de sp.a wordt niet graag overklast in belgicisme door haar ergste concurrent.

Dit alles betekent dat Bart de Wever en de N-VA gelijk hebben wanneer zij geen gezamenlijk Vlaams overleg wensen. De geschiedenis leert immers dat zij daar, in tegenstelling tot de Franstaligen, alleen maar verzwakt van kunnen terugkomen. Veel geloofwaardige dreigementen kan Bart de Wever daarom niet maken tegenover de Franstaligen, en die gedragen er zich dan natuurlijk ook naar. Maar met hoeveel dreigementen kan Bart de Wever eigenlijk uitpakken? Het zijn er bitter weinig, en met sommige ervan wíl hij zelfs nog niet eens uitpakken.

Ten eerste kan Bart de Wever er natuurlijk mee dreigen dat hij de federale onderhandelingstafel zou verlaten. Voor de Franstaligen klinkt dit echter eerder als een beloning of zelfs een belofte dan een dreigement, omdat zij vermoeden dat de CD&V de N-VA uiteindelijk niet zal volgen. En dat daarmee de weg vrij zal liggen voor een federale regering zonder staatshervorming, of een die zeer voordelig voor de Franstaligen zou zijn. Zeker, de CD&V zegt al lang dat zij geen federale regering zonder N-VA wil, maar dat geldt alleen voor zover de N-VA niet zelf uit de aan de gang zijnde regeringsonderhandelingen stapt.

Ten tweede zou Bart de Wever er mee kunnen dreigen de instellingen van dit land zoveel mogelijk lam te leggen zolang er geen volwaardige federale regering gevormd is. Probleem is echter dat hij die kaart zelf niet ten volle durft te trekken – Vlamingen zijn daar veel te beleefd (of is het laf?) voor – en bovendien af te rekenen heeft met allerlei vormen van sabotage. Eén van de mooiste bewijzen daarvan werd gisteren nog geleverd, toen eerste minister Yves Leterme via Twitter zijn tevredenheid liet blijken over het bericht dat Standard & Poor's dan toch haar kredietrating van België niet zou verlagen. Deze vleesgeworden rancune uit Ieper heeft immers de laatste maanden zowat het vuur uit zijn sloffen gelopen om één van de weinige geloofwaardige drukkingsmiddelen waarover de Vlamingen beschikten zo snel en zo efficiënt mogelijk te neutraliseren. Gisteren kwam dan een maand vroeger dan verwacht het verlossende bericht dat een verlaging van die kredietrating, die België handenvol geld zou gekost hebben, er toch niet komt, en Yves Leterme was er dan ook – vanuit de Verenigde Staten! – als de kippen bij om zichzelf eens een duchtige beurt met het wierookvat te geven.

Wat zou het Franstalige equivalent van Yves Letermes gedrag eigenlijk zijn? Misschien een Laurette Onkelinx, die uit persoonlijke rancune tegenover Didier Reynders van sociale zaken zo'n acute puinhoop zou maken dat er toch snel een nieuwe federale regering zou gevormd moeten worden, ondanks het getalm van haar voorzitter Elio di Rupo. De manier waarop Yves Leterme zijn eigen, en alleen zijn eigen gang gaat, ten koste van zijn partij en tegen de belangen van Vlaanderen in, kan niet anders dan een nieuw moreel dieptepunt in de recente geschiedenis van het land genoemd worden. N-VA-voorzitter Bart de Wever staat er echter machteloos tegenover. Bovendien valt te vrezen dat Wouter Beke, na het neerleggen van zijn koninklijke bemiddelingsopdracht, feitelijk geneutraliseerd zal zijn aan de top van de CD&V, en Yves Leterme er samen met zijn ACW-kameraad Steven Vanackere Kris Peeters in de minderheid zal kunnen stellen.

Ten derde en ten slotte zou Bart de Wever er natuurlijk ook mee kunnen dreigen de Belgische constructie niet alleen lam te leggen, maar zelfs volledig op te blazen. Een eerste probleem is daarbij dat hij partijen als de CD&V en de Open Vld niet eens meekrijgt om federaal België lam te leggen, laat staan dat ze hem zouden willen volgen om die constructie op te blazen. Erger is echter dat hij ook zelf niet helemaal bereid lijkt te zijn om deze kaart te trekken, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Vlaams Belang, of… de PS. Het verklaart meteen ook waarom koning Albert II het aandurft de N-VA regelmatig voor het lapje te houden, waar hij er zich wel voor zou hoeden hetzelfde met de PS te doen. De klacht van Liesbeth Homans dat «de N-VA te weinig kansen heeft gekregen» houdt dan ook geen steek: een politieke partij die zichzelf een beetje respecteert hoeft geen kansen te krijgen, maar neemt die zélf, koning of geen koning.

Conclusie van dit alles? Renaat Landuyt had deze voormiddag in De Zevende Dag op een manier gelijk toen hij het merkwaardig vond dat een republikeinse partij als de N-VA op kansen van de koning zit te wachten. Het heeft natuurlijk geen zin om op een republikeinse manier aan regeringsvorming te willen doen als de rest van de gesprekspartners toch enkel rekening wenst te houden met koninklijke opdrachten, maar de N-VA zou in Laken rustig wat harder op de tafel mogen slaan. En sire bijvoorbeeld al eens meedelen dat hij met republikeins vuur speelt als hij met de N-VA blijft sollen in plaats die partij eindelijk eens met het nodige respect te behandelen. Wedden dat het de huidige federale regeringsonderhandeling snel een versnelling hoger zou doen schieten?

Labels: , , , , , , , , ,

Read more...

<<Oudere berichten