26 januari 2010

Gebruiksaanwijzing voor islamverstaanders (vpmc)

ESSAY
Hamed Abdel-Samad
Is islamofobie het nieuwe antisemitisme? Daarover is een debat ontbrand. Maar wie moslims werkelijk ernstig neemt, moet islamkritiek beoefenen.

Hoe doe je precies een islamcriticus een muilkorf om? Mocht u in het geval zijn dat u allergisch bent voor islamkritiek, en om beroepsredenen, of op ideologische gronden, of eenvoudig omwille van intellectuele traagheid geneigd bent tot het verdedigen van de islam, dan zal volgende gebruiksaanwijzing uiterst nuttig voor u zijn.

Is de criticus een niet-moslim, dan hebt u makkelijk spel. Aangewezen hier, is een afmattingstactiek: u verwijt hem zijn gebrekkige kennis van de islam, u praat over de heterogeniteit en de veelzijdigheid van de jongste abrahamitische religie, en vraagt hem over welke islam hij het heeft. Al snel verliest hij het overzicht in het labyrint van islamitische rechtsscholen en stromingen, en het debat loopt vast in zand.
Het verwijt van islamofobie hoeft niet lang uit te blijven. Maar wat u weer niet moet doen, is het woord “racisme” in de mond nemen. Beter kunt u de islamcriticus laten aanvoelen dat dit wel degelijk is wat u bij hem vermoedt. Spreekt u hem over stemmingmakerij, over applaus dat van de verkeerde kant komt, en over het koren op de molen van de xenofobie. En nog voor hij u tegenspreekt herinnert u hem aan de verschrikkelijke gebeurtenissen van 70 jaar terug in Duitsland. In die dagen waarschuwden de antisemieten voor de judaïsering van Europa, net zoals de islamofoben vandaag waarschuwen voor de islamisering van het Avondland. Echter, het woord “holocaust” zult u liever niet gebruiken.
Een vermelding van de Koude Oorlog hoort wel op het programma te staan. Want tenslotte is na het “rode” en het “gele” gevaar nu het vijandbeeld van de islam aan de beurt, zodat de nood aan een schrik-beeld bij de Europeanen gelenigd kan worden, en de contouren van de Europese identiteit scherper getekend. Nauwelijks iemand die zal merken dat uw argumentatie wat roestig is omdat u valse vergelijkingen maakt en de tegenstander heel de tijd met zijn eigen trauma’s hebt beziggehouden zonder maar iets te zeggen over wat er echt op het spel staat.

Deze tactiek werkt zo goed als altijd, of het moest zijn dat de islamcriticus zelf een moslim is, en weet waarover hij het heeft. In dat geval haalt het verwijt van racisme of van gebrek aan kennis van de islam natuurlijk niets uit. Dan moet er stevig toegetast worden. Val hem aan op zijn integriteit. Hij moet wel een pathologische zelfhater zijn die met zijn kritiek op de islam een afrekening met zijn cultuur beoogt. Snuffel wat rond in zijn biografie, een schandvlek is altijd wel te vinden. En als hij een vrouw is, dan is die natuurlijk emotioneel, wispelturig, en naast de kwestie.

Na het minarettenverbod van de Zwitsers, en de verijdelde moordaanslag op Kurt Westergaard, had ik de hoop dat er eindelijk een onverkrampte strijdcultuur zou ontstaan, waarbij diepgravende debatten mogelijk werden over thema’s als islam en migratie. Mijn hoop kreeg vleugels door enkele mediaberichten in de islamitische wereld, die deze keer niet poogden om de woede-industrie aan te zwengelen, maar tot bezinning en terughoudendheid aanspoorden.  Het Egyptische weekblad “al-Youm al-Sabea” stelde in een kritisch artikel zelfs de vraag welke zonden van de moslims, ergens ter wereld, deze afwijzende houding tegenover de islam in Europa konden veroorzaakt hebben. Zelfs de bijdragen van een “ketter” zoals ik werden gepubliceerd. Ginds heeft de islamkritiek schijnbaar vruchten afgeworpen en onder moslims een denkproces op gang gebracht over de eigen tekorten.

En in Europa? Er waren wel een paar uiterst zeldzame islamkritische bijdragen in de de mainstream media, maar mijn vrees werd al gauw bewaarheid: in Europa staat men sneller klaar met een muilkorf dan met gelijk welk tegenargument. Enkel de 14de januari al, publiceerden de “Süddeutsche Zeitung” (SZ) en de Berlijnse “Tagesspiegel” twee bijdragen, die net zo goed van eenzelfde persoon hadden kunnen zijn. In het SZ-artikel met als titel “Onze haatpredikers” vergelijkt Thomas Steinfeld islamcritici als Henryk Broder en Necla Kelek, met de door hen bekritiseerde islamfundamentalisten. De tekst lijkt helemaal –minstens wat de teneur betreft– een kopie te zijn van de bijdrage van Claudius Seidl in de  "Frankfurter Allgemeine Sonntagszeitung" (FAS) van 10 januari. Daar waren de haatpredikers zelfs “heilige krijgers”. Vooral Seidl zijn slotwoord vond ik amusant.  Aansluitend op een citaat van Voltaire schreef hij: “Ik ben op hun hoofddoek niet gesteld, maar ik zou mijn leven ervoor inzetten, dat zij zich kleden kunnen zoals ze dat zelf willen.” Zo vat hij zijn beperkt begrip van vrijheid samen. Binnen zijn eigen logica mag je Seidl eigenlijk als “hoofddoek-martelaar” betitelen.

Dit gezegd, zou hij zijn leven heel zeker niet opofferen om een moslimvrouw in Duitsland in staat te stellen een zelfgekozen leven te leiden, ver weg van de strenge morele denkbeelden van de moslimgemeenschappen. Over haar zou hij in de FAS nooit een artikel schrijven, al werd zij door haar eigen broer in naam van de eer vermoord, want zulke “oriëntaalse toestanden” zijn zijn columnisten-jihad niet waardig. In de “Tagesspiegel” van 14 januari verwondert Andreas Pflitsch zich over de scherpe islamkritiek voortkomend uit moslimrangen, en noemt hij deze  “de koude oorlog van de Verlichten”.  De geschriften van een aantal islamcritici, zoals de in de VS levende islamwetenschapper Ibn Warraq, voorzitter van de Centrale Raad van Ex-moslims, van Mina Ahadi, en van de schrijver van dit stuk, beschouwt Pflitsch als het “plompe oprakelen van oude ressentimenten”, dat met het programma van de Verlichting niet verward dient te worden. Wat mijnheer Pflitsch tussen de regels door wilde zeggen, is volgens mij: “Bepalen wat kritiek is, en wat Verlichting, dat komt nog altijd aan ons toe. Moslims die weten hoe ze zich moeten uitdrukken, en die het heft in handen nemen, die zijn er niet en horen er niet te zijn, en daarom moeten wij Duitsers dit voor onze rekening nemen, om de moslims tegen zichzelf te beschermen.” Nee, bedankt mijnheer Pflitsch, ik genees mijzelf!

Zulke stukken zullen wel goedbedoeld zijn, want zij komen vanuit de nobele toren van de cultuur van het slechte geweten, en niet vanuit de praktijk. Maar zij helpen ons noch om tot een eerlijk debat te komen, noch helpen zij de moslims om uit hun eigen lethargie te ontsnappen.  Integendeel, zulke verwijten bevestigen de hardnekkige samenzweringstheorieën, en cementeren vele moslims in hun slachtofferrol. En je kunt ook veel islamkritiek overtrokken vinden of provocerend. Ik persoonlijk ga niet akkoord met alles wat mevrouw Kelek of de heer Broder zeggen. Maar hun islamkritiek houd ik niet voor het hoofdprobleem van de islam, maar voor een spiegel van dat probleem. De islam heeft een probleem met zichzelf, met zijn ambities, en met zijn voorstelling van de wereld. En de tijd snelt hem voorbij. Relativisme en wonden likken, zijn daar slechte recepten tegen.

Een oud Egyptisch spreekwoord zegt: “De ware vriend doet mij wenen, en weent samen met mij. Geen vriend is het, die mij aan het lachen brengt, maar in zijn binnenste mij uitlacht.” Wie moslims werkelijk ernstig neemt, moet aan islamkritiek doen. Wie met hen een gesprek onder gelijken wil voeren moet eerlijk met hen zijn, in plaats van hen als kreupelen te behandelen. Het is al erg genoeg als iemand mensen voor kreupel houdt die dat niet zijn.  Maar erger nog is het, als hij aanstalten maakt om voor hen uit te gaan hinken, en een gebrek te veinzen, in de illusie dat hij op die manier solidair met hen is.

.


Labels: , , ,

Read more...

12 januari 2010

Die Welt over het ware gelaat van Mohammed (vpmc)

Aanslag op een karikaturist
Het ware gelaat van Mohammed
is lastig om aan te zien


Na de aanslag op de mohammed-karikaturist Kurt Westergaard, zijn er weer twisten over de grenzen van satire. Velen vergeten daarbij, om wie het hier eigenlijk gaat, betreurt de filosoof Daniele Dell’Agli. Uitgerekend als karavaanrover en moordenaar begon toch Mohammed zijn carrière.

De strijd rond de Deense mohammed-karikaturen, die smeulende was, gloeit na de aanslag op de tekenaar Wester-gaard weer op, en alle betrokkenen doen net alsof ze niet zouden weten hoe dat komt.
De enen, woordvoerders van moslim-verenigingen en islamofiele Europeanen, maken als vanouds gewag van gekwetste religieuze gevoelens die, naargelang van de omstandigheden, met verbale verontwaardiging ofwel met geweld-dadige acties moeten beschermd, respectievelijk gewroken worden; de anderen roepen het recht op vrije meningsuiting in, dat zij, naar-gelang van de omstandigheden, voor onaantastbaar verklaren, ofwel begrensd en –in uitzonderingsgevallen– voor opschorting vatbaar.
Allen evenwel zijn het er over eens, dat de mohammed-karikaturen hierom aanstootgevend zijn, dat hun voorstelling geen recht doet aan de figuur van de profeet. De ene noemt dit laster, de andere satire.
Nu bestaan er vele definities van satire, maar geen enkele die als bestanddeel ook de onwaarheid of de leugen bevat; altijd gaat men ervan uit dat satirische tekeningen hoogstens overdrijven –met het oog op polemiek of vermaak (de twee tegelijk is enkel in Duitsland uitgesloten)– om de kern van waarheid van een schandaal, of van een algemeen bekende wantoestand duidelijk weer te geven.
Sterker: bij een satirische boodschap is algemene bekendheid van de ter zake doende historische, politieke of biografische achtergrond zelfs vooropgesteld, anders loopt het met een sisser af.
Waar richt zich de satirische aanval in dit geval op? Heel eenvoudig hierop, dat de stichter van de islam zijn carrière begon als karavaanrover, en als moordenaar, en hij als heerser van Medina het bevel gaf tot aanslagen op politieke tegenstanders en tot genocide op de daar gevestigde joodse stammen. Dit zijn ook onder moslimgeleerden historisch onbetwiste feiten,* waar tenminste in de noordelijke hemisfeer iedereen voldoende bekend mee is die over enige ontwikkeling beschikt.
De karikaturen, of preciezer gezegd: één enkele van de gewraakte tekeningen bracht deze weinig roemvolle opmaat tot de islamitische wereldverovering in herinnering – en heeft daarmee blijkbaar hopeloos te veel gevergd, zowel van vele moslims als van de meeste voorvechters van de democratische waarden.
Deze laatsten, omdat zij hun beroepsethos als publicist moeten ver-loochenen als zij verkiezen om elke meer dan halfslachtige verdedi-ging van de karikaturen te vermijden –elke verdediging dus, die niet enkel de vorm maar ook de inhoud betreft– die immers, zo vrezen zij, gevolgd zou kunnen worden door niet te overziene reacties, vanwege de islamitische gevoeligheden die toch al voortdurend op scherp staan.
De eersten, de zelfbenoemde vertegenwoordigers van de islam, om-dat voor hen de confrontatie met het ware gelaat van de profeet, volgens wiens voorbeeld zij trachten te leven, onverdraaglijk is en tot elke prijs geloochend dient te worden – en dat lukt het best door er voor te zorgen dat er uitsluitend over hun gekwetste “religieuze gevoelens” gesproken wordt.
Het blijft er dus bij dat geen van beide partijen bereid is om stelling te nemen in de eigenlijke controverse die door de karikaturen is uitge-lokt (die hierom alleen al allesbehalve “dom” of “plomp” zijn): dat de islamitische plegers van aanslagen zich niet enkel in harmonie weten met de geest van vele koranverzen en de meeste commentaren, maar zich voor hun bloedige daden ook nog eens op het persoonlijke voor-beeld van Mohammed kunnen beroepen.
Hoe dan ook zijn er gevolgen wat betreft de integratiepolitiek voor alle andere aanhangers van zijn religie, die er –in duet met hun links-liberale apologeten– vergeefs mee doorgaan om het trommeltje van een zogenaamde islamofobie te roeren, in de hoop de genoemde funeste samenhang te versluieren.
Zolang zij niet bereid zijn om de historische autoriteit van de profeet even kritisch te relativeren als zijn leerstellingen, kunnen zij geen aanspraak maken op een onderscheid tussen islam en islamisme, wat overigens een theologische absurditeit zou zijn.
En zolang zij blijven geloven dat zij in het Europa van de eenentwintigste eeuw moeten blijven leven volgens Oosterse voorschriften en regelen uit de zevende tot de tiende eeuw, moeten zij er niet over klagen als men hen in staat acht om op gelijk welk moment ook naar de oorlogszuchtige parolen van hun religieuze stichter te zullen handelen, of om zulke handelwijze van gelijkgezinden goed te praten.

Daniele Dell’Agli is filosoof en literatuurwetenschapper in Berlijn.
______________



* [noot van 12 januari] Vooral, of zeker onder moslimgeleerden, zou ik zeggen. Wetenschappelijke, dus westerse geleerden en filologen, willen nog wel eens twijfelen aan de hele historiciteit van de figuur van Mohammed. Mohammedaanse "geleerden" wensen daar begrijpelijkerwijs geen onderzoek naar te doen, maar betwisten anderzijds niet de immorele verhalen uit de 8ste, 9deen 10de E.




.

Labels: , , , , ,

Read more...

13 januari 2009

Kerstmis in Casablanca (vpmc)

27 december 2008


Heel wat burgers bekeren zich tot het christendom,
maar zij mogen hun nieuwe geloof niet tonen.


Rabat – Het Kerstfeest is geheim: een huis in Casablanca, waarvan het adres niet wordt prijsgegeven.
Een paar dozijn mensen verwacht men, er zullen Arabisch-christelijke liederen gezongen worden, de Bijbel zal gelezen worden en men zal bidden. Zo stil als maar kan. Want de buren zouden nauwelijks kunnen bevatten dat iemand tegelijk Marokkaan en christen kan zijn.

“Wij leven zoals de vroege Christenen”, zegt Ahmed F., die vaker zulke vergaderingen organiseert. Deze keer wil hij het wagen om journalisten mee te brengen, al wil niemand van de gelovigen zijn naam gedrukt zien. Zelfs telefonische contacten botsten op groot wantrouwen. Op de valreep is Ahmed zelf verhinderd. Wie niet eerder erbij was en het adres al weet, moet Kerstmis alleen vieren.

“Het is zoals onder de Romeinen: de eredienst heeft altijd plaats in de huiskring”, zegt Abdelhalim B., een Marokkaan van zowat veertig die in de loop van zijn studies in Europa tot het protestantisme overging. Abdelhalim zijn woonkamer in de kuststad Kenitra dient de kleine plaatselijke gemeente als kerk. Enkel een klein geborduurd kruisbeeld aan de wand, en een paar kerstengelen duiden daarop. “Uiterlijkheden kunnen wij missen, belangrijker is de leer”, zegt Abdelhalim.

Zo goed als geen enkele Marokkaanse christen zal een van de officiële kerken betreden die er in bijna elke stad zijn: niemand wil herkend worden. De vrije beoefening van het geloof mag in de grondwet verankerd staan, maar op de kerkbanken zie je bijna uitsluitend Europeanen en inwijkelingen uit Afrikaanse staten.

Het gebeurt wel dat Marokkanen bij de kerkdeur door de politie worden tegengehouden, zegt Jean-Luc Blanc, evangelisch dominee in Casablanca, zelfs al kwamen zij enkel voor de begrafenis van een christelijke vriend.
Daarbij, christen zijn is niet verboden, enkel missioneren is dat: wie “een moslim in zijn geloof zou doen weifelen, of pogen hem te bekeren tot een andere religie”, stelt zich bloot aan een veroordeling van zes maanden gevangenis.
Deze wet wordt zelden toegepast, laatst tegen Sadek Noshi Yassa, een Duits-Egyptenaar, die in 2006 in Agadir werd gearresteerd, terwijl hij aan jongeren Bijbels en cd’s uitdeelde.
Vanzelfsprekend, verzekert Abdelhalim, is het aan de politie bekend wie christen is. “Maar zolang wij ons niet zichtbaar opstellen, ondervinden wij geen problemen.” Hier speelt de angst voor de islamitische fundamentalistische bewegingen: mochten de christenen officieel erkend worden, dan zou de islamitische pers storm lopen tegen de “ketterse” regering.
De sharia, die in Marokko niet wordt toegepast, voorziet eigenlijk de doodstraf bij geloofsafval. Daarom poogt de staat eenvoudigweg het debat te omzeilen.

Nochtans is het duidelijk waar de sympathieën liggen, merkt Abdelhalim op: “In tegenstelling met de islamisten zijn wij geen gevaar voor de staat: wij zij koningsgezind en voelen ons volkomen Marokkaan.” Achter de schermen zouden er wel vele contacten zijn. “Nog voor kort organiseerden wij voor onze gemeente een seminarie over aidspreventie, en de politie belde mij daarop, om te zeggen dat wij zulk een seminarie toch ook eens voor moslims moesten opzetten” zegt Abdelhalim. “Daarvoor laten wij experten uit Egypte overkomen, protestantse kopten. Daarbuiten verrichten wij sociaal werk onder de armen, doen workshops voor gehandicapten, gezondheidswerk, altijd in samenwerking met de regering.”

Hoe word je christen, als er nauwelijks missionarissen zijn? Een grote rol spelen de christelijke televisiezenders, die Arabische programma’s brengen, zoals al-Hayat, Sat7 of Miracles en vele radiozenders, bijna altijd gefinancierd door Noord-Amerikaanse protestantse kerken. Al-Hayat zendt vanuit Cyprus, grotendeels met Egyptisch-Koptisch* personeel. “In het programma geeft men een telefoonnummer, en als je dat belt wordt nagegaan of je werkelijk een diepgaande interesse voor Christus betoont, en later kun je dan contact maken met andere christenen.”
Zo verging het Ahmed F. “Ik kende het christendom van de radio, en omdat ik zeer veel las. In 1982 bekeerde ik mij, maar jarenlang dacht ik dat ik de enige Marokkaanse christen was. Later hielp de radiozender mij om contact te maken met andere geloofsbroeders.”
Een duidelijke hiërarchie bestaat er niet in deze protestantse kerken. “Zeker, vaak laten wij beslagen theologen uit andere landen overkomen, om ons te onderrichten”, zegt Abdelhalim. Bijbels en gezangboeken kun je in sommige boekhandels kopen of via de erkende kerken betrekken. En de kinderen leren al snel hun geloof te verbergen voor hun schoolkameraadjes.

Precieze cijfers over het aantal Marokkaanse christenen zijn er niet. Volgens Abdelhalim behoren er zowat 1500 tot het netwerk dat geregeld bijeenkomt, maar er kunnen ook meer families zijn die zich uit angst niet laten zien. “In Casablanca zijn er zeven huiskerken, in Marrakesh acht en minstens één in elke Marokkaanse stad, van Tanger tot aan de rand van de woestijn” zegt hij. Bepaalde Amerikaanse websites becijferen het jaarlijkse aantal bekeringen op 3000 tot 3500. Voor Jean-Luc Blanc, predikant van de protestantse gemeente in Casablanca, is dat overdreven. “Mogelijk maken vele duizenden inderdaad de overstap, maar de meesten geven het na enkele maanden weer op. Realistischer lijkt de half-officiële schatting van regering, die het in totaal op 800 à 1000 bekeringen houdt”, zegt Jean-Luc.
“Wij willen geen missionering, maar wat wij willen is dat de vrijheid van geloof erkend wordt”, zegt de predikant. Want het blijft zo, dat je veroordeeld kunt worden als je een slechte rechter treft: “Het hangt helemaal af van de interpretatie van de wet, en vele juristen zijn van oordeel dat het al volstaat om zich als christelijke Marokkaan te bekennen, om het geloof van de burgers te choqueren.”

Joden hebben meer rechten

Met een zekere afgunst kijken de christelijke Marokkanen naar hun joodse medeburgers: die zijn als minderheid officieel erkend, hoeven hun geloof niet te verbergen en mogen zelfs tijdens de ramadan in het openbaar eten.** Een gelijkaardige regeling staat vele christenen voor ogen. Ahmed F. droomt ervan, een “Nationale Kerk” op te richten. “Vóór de komst van de islam was Marokko christelijk, maar er was helaas geen georganiseerde kerk en zo ging het geloof verloren. Dat willen wij nu vermijden”, zegt de Berber uit het diepe Zuiden.
Helemáál is de herinnering niet verloren gegaan: in vele Berberse dorpen leeft nog het besef dat ze eeuwenlang christelijk waren, vele volksliederen gaan over op Opstanding van Jezus, en in enkele Koranscholen hebben de kinderen niet op vrijdag, maar op donderdag vrij, “want zo heeft Jezus het geleerd”. Bekering is voor vele Berbers dus een terugkeer naar hun eigen wortels.

Wat brengt de toekomst? Abdelhalim hoopt, dat de economische ontwikkeling van Marokko de vrijheid van geloof ten goede zal komen. De kleine gemeenten zijn druk in de weer: er zijn voor de christelijke families vormingscursussen, theologische seminaries, en zelfs bijeenkomsten waar christelijke vrijgezellen met elkaar kennis kunnen maken. Hoe zou men anders kunnen huwen? Gemengde huwelijken zijn wel mogelijk, maar worden door de regering niet erkend: wie een Marokkaanse wil huwen moet moslim zijn of het worden. Ook als die Marokkaanse zich tot het christendom bekent. Voor christenen is onzichtbaarheid de opperste burgerplicht.
.

____________

* als ik even pedant mag tussenkomen, en op een soort van pleonasme wijzen: het woord Kopt is een verbastering van Egypte.
.
** een voorrecht dat door hun burgemeester niet wordt vergund aan de politieagenten ...van Sint-Jans-Molenbeek.
.

Labels: , , , ,

Read more...

6 juli 2008

Hoe moeten wij de term "fobie" verstaan? (vpmc)

.

.
Wat is islamofobie ?
Gideon Böss, blogger

En alweer had de islamofobie de boter gegeten. Privé-gesprek, televisie of internet, het maakt niet uit, dat woord staat hoog genoteerd. Elkeen die zich geroepen voelt om de islam te verdedigen, en even geen passend argument bij de hand heeft, roept uit : “Dat is toch volslagen islamofoob!” Het zal nog niet vaak vertoond zijn dat een term een dergelijke zegetocht aflegde, terwijl hij hoogstens voor miskleun van het jaar kon deugen. Politici en integratiedeskundigen hebben hem als kooswoordje ontdekt. Hij roept iets op van antiracisme, en tegelijk van verweer tegen verstokte reactionairen. Komt nog bij, vertellen ons de islamofobie-experten: wie tegen antisemitisme is, is noodzakelijk ook tegen islamofobie, want die twee gelijken toch verschrikkelijk op elkaar!
Maar wat mag die islamofobie dan wel zijn? In geen geval een verbasterd antisemitisme, gericht tegen moslims dit keer. Neen, heel iets anders is het, en wel een dwaas en leeg begrip, dat de discussie belet, of in de weg staat, over de verschrikking die in naam van de islam al jarenlang over de wereld gaat. Onder die vuilnisbakterm lijkt alles wel terecht te komen, dat zich over de uitwerkingen van de Religie van de Vrede negatief uitlaat.
En waar precies zullen wij het over islamofobie hebben? Ben ik al islamofoob als ik in de luchthaven een groep jonge moslims eerder in staat zou achten tot een terreuraanslag dan een groep jonge padvinders? Of als iemand er op wijst dat het geweld van jongeren in de eerste plaats het geweld van moslimjongeren is? Is de waarheid dan zelf islamofoob? En waarom toch wordt zo vaak de directe band tussen terreur en islam geloochend? Natuurlijk verbind ik islam met terreur. Dat is ook de enige grond van relevantie die deze religie voor mij kan hebben. Waarom zou zij mij voor de rest interesseren? Tenslotte kan ook de Brad Pitt-fanclub mij maar interesseren vanaf het moment dat er te vrezen valt dat zijn leden mij de lucht in willen blazen. Van zodra er in naam van de islam geen terreur meer wordt bedreven, verbind ik hem ook niet meer met terreur. Ik vermoed dat velen er net zo over denken, en zulke instelling kun je islamofoob noemen, maar dan kies je voor een misvatting.
Theoretisch is het wellicht mogelijk dat slechts een kleine minderheid van de moslims terreur goedkeurt (wat ik niet geloof), en zelfs kan het zijn, dat op de keper beschouwd de islam een fascinerende religie is (wat ik niet geloof), en wat ook kan zijn is dat de ware islam zich per slot als een waarlijk fantastische happening ontpopt (wat ik niet geloof), alleen, het kan mij geen ene moer schelen. Mijn recht op desinteresse, daar maak ik aanspraak op, en ik ben al lang blij als het moorden in naam van Allah een eind neemt. Dat lijkt mij geen overdreven eis.
Islamofobie bestaat niet. Er bestaat racisme, en xenofobie, en dat is al erg genoeg, maar als burger van een liberale democratie (en als de islam ter sprake komt, dan mag dat als argument dienen) voel ik mij beledigd, als er beweerd wordt dat hier aan de grondrechten van miljoenen mensen zou worden geraakt, eenvoudigweg omdat het moslims zijn.
Over geen enkele religie wordt hier zo fair, respectievelijk vergoelijkend bericht: nauwelijks een moment nadat alweer een gelovige moslim zich op een markt de lucht heeft ingeblazen, staat er al een expert klaar om te zeggen dat de islam zulke dingen eigenlijk verbiedt, en overigens hebben toch de Arabieren de antieke wetenschap bewaard, toen in het middeleeuwse Europa het Licht uitging, hetgeen weliswaar geen van de slachtoffers van de zelfmoordaanslag weer levend kan maken, maar daarom niet minder gezegd mag worden.
Typisch voor een islamofobe samenleving is overigens de eerlijke interesse die zij voor de islam vertoont. In Duitse boekhandels liggen er ontelbare werken over deze religie (in Egypte gaf het zelfs schandaal dat er, naar verluidde drie boeken lagen die in het Hebreeuws gesteld waren), en voortdurend wordt het onderscheid gemaakt tussen slechte islamisten en goede moslims, en wordt vermeld hoe gelijkend jodendom, christendom en islam wel zijn.
Daarom mijn tegenvoorstel: als we dan toch overtrokken begrippen willen gebruiken, dan ben ik er voor om islamofobie door islamofilie te vervangen. Motivering: brede interesse voor de islam, die in boeken, films, documentaires en discussieforums tot uiting komt. In geval van twijfel zijn de Duitsers eerder islamofiel dan islamofoob, maar in werkelijkheid noch het een noch het ander.

_______________

Noot: al kan ik deze Duitse blogger heel goed volgen, en geef ik hem groot gelijk, toch lijkt er voor de term fobie nog wel enige rechtvaardiging te vinden. Natuurlijk niet als hij gebruikt wordt zoals de mohammedanen zelf hem gemeenlijk aanwenden, met in hun zog onze naïeve politici – en met in hun gevolg weer de stoet van dwergen, knechten en lakeien van de pers, en vanzelfsprekend van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding. Zoals zij de term fobie gebruiken is hij onverdedigbaar, wat Gideon Böss mooi schreef.

Niet echter als we hem begrijpen zoals Aristoteles in zijn Ethica Nicomachea III, 6 :

We hebben reeds gezien dat moed een midden is inzake gevoelens van angst en overmoed. Nu is het duidelijk dat we bang zijn voor die dingen die angstaanjagend zijn, en dat zijn, absoluut gesproken, slechte dingen. Daarom definieert men angst ook als verwachting van iets slechts. Welnu, we zijn bang voor alles wat slecht is, zoals voor een slechte reputatie, armoede, ziekte, gebrek aan vrienden en de dood, maar men neemt aan dat wie moedig is niet met alles van doen heeft. Er zijn namelijk dingen waarvoor het gepast en moreel juist is bang te zijn en waarvan het schandelijk is er niet bang voor te zijn, zoals voor een slechte reputatie. [...] Wellicht moeten we niet bang zijn voor armoede of ziekte, of in het algemeen voor alles wat niet het resultaat is van morele slechtheid en waarvoor de handelende persoon niet zelf verantwoordelijk is. Wie echter geen angst voor deze dingen koestert, is nog niet moedig – hoewel we ook hem zo noemen doordat hij lijkt op iemand met moed. Sommige mensen betonen zich namelijk wel laf in de gevaren van de oorlog, maar ze zijn vrijgevig en wanneer ze geconfronteerd worden met verlies van geld, zijn ze vol goede moed. Het is dus ook niet zo dat iemand een lafaard is, als hij bang is voor geweldpleging jegens zijn vrouw en kinderen of voor afgunst of iets dergelijks; hij is net zomin moedig, als hij onverschrokken is bij het vooruitzicht te worden gegeseld.

Vertaling: Charles Hupperts en Bartel Poortman
2005, Uitgeverij DAMON Budel
.



Labels: , , ,

Read more...

6 januari 2008

Terreur komt uit het hart van de islam (victa placet mihi causa)

.
De Turks-Duitse journalist Zafer Senocak schrijft geregeld artikelen die het vertalen waard zijn. Vaak neemt hij standpunten in die ik niet kan delen, bijvoorbeeld over de toetreding van Turkije tot de EU. Zoals velen ziet ook hij een brugfunctie voor dat land weggelegd. Hij idealiseert het land ook wel eens, begrijpelijk vanuit zijn standpunt, want hij heeft geen goed oog in de rest van de islamwereld en in de islam zelf, en hij hoopt dat de EU een tegengewicht kan vormen tegen deze brutale godsdienst. Tragisch voor hem, maar in onderstaand artikel geeft Senocak zelf aan dat de islam niet echt te civiliseren valt. Dat hij aan het eind toch nog spreekt over een radicale islam lijkt mij dan ook een puur pleonasme, dat uit nood en wanhoop geboren werd.

De terreur komt uit het hart van de islam

Het ware gelaat van de islam zul je niet ontmoeten op de Duitse islamconferentie. Je ontmoet het in landen zoals Pakistan. Deze islam richt zich tegen allen die niet volgens de regels van de Koran leven – tegen democraten, tegen atheïsten en in de eerste plaats tegen vrouwen. En als verlamd kijkt de wereld kijkt toe.

Ook al zullen de meeste moslims het niet willen toegeven, de terreur komt uit het hart van de islam, en vloeit rechtstreeks voort uit de koran. Zij richt zich tegen allen die niet naar de regels van de koran leven en handelen, dus tegen democraten, tegen denkers en wetenschappers die zich laten inspireren door het Avondland, tegen agnostici en atheïsten. En zij richt zich vooral tegen vrouwen. De terreur is het ambacht van het mannengild dat de islam is, en dat uit alle macht poogt te verhinderen dat vrouwen gelijkberechtigd zouden worden, en dat er een eind zou komen aan hun eeuwenlange juk.
Het ware gelaat van de islam zul je niet ontmoeten op de Duitse islamconferentie. Je ontmoet het in landen zoals Pakistan. Deze islam is aan een Wereldoorlog begonnen. Maar de wereld doet net alsof hij daar nog niets van had gemerkt. Voor vele tijdgenoten is het alsof de volkeren ergens ver voorbij Turkije op elkaar inhakken. Maar in het web van onze wereld bestaat het begrip „ver voorbij“ niet langer. Er is enkel nog een “buiten aan de deur”. Het totalitarisme van de Taliban en de moslimterreurcellen is wellicht nog erger dan het fascisme, want het is niet de vrucht van een beschavingsproces. De terreur ontstaat in een omgeving die in niets nog herinnert aan civilisatie of vooruitgang.
Hier ligt een taak voor alle moslims die in hun godsdienst meer zien dan een blauwdruk voor barbarij. Zij moeten vastberaden en met beslissende hardheid optreden tegen de barbaren uit eigen rang. Maar dat doen zij, als zij het al doen, hoogstens halfhartig. De islam heeft met terreur geen uitstaans meent de Turkse ministerpresident Recep Tayyip Erdogan. Weer andere politieke machthebbers proberen na elke terreurdaad elkaar te overtreffen in het verzinnen van rouwtelegrammen. Helemaal grotesk is de situatie in Saoedi-Arabië. Dat koninkrijk siddert voor de terroristen die het zelf op de wereld heeft gezet.
In heel de wereld staan vandaag de moslims op de proefbank. Zij betalen voor het verzuim van de generaties die hen zijn voorgegaan. Geestelijke decadentie, en impotentie om met de moderne wereld in gesprek te gaan, hebben geleid tot hun erbarmelijke huidige situatie.
Voor alle met rede begiftigde krachten heeft het uur geslagen om de handen in elkaar te slaan en tot handelen te komen. Terreur vormt een globaal netwerk. En wat daar tegenover staat, is traag, of steekt elkaar stokken in de wielen.
Het gezonde mensenverstand in de islamitische wereld zou in opstand moeten komen tegen de verblinde haat van de fanatici. Maar die haat grijpt almaar meer om zich heen bij de massa’s. Erger: meer dan één illegitieme heerser heeft die haat tot de zijne gemaakt, om zich van zijn troon verzekerd te weten. En ondertussen beoefenen de meeste moslims verder hun loutere retoriek. De beslissende vraag, of uit hun religie ook een beschaving zou kunnen groeien, gaan zij uit de weg.
De Vrije Wereld is verlamd
Met zekerheid liggen psychologische oorzaken hieraan ten gronde. Tegenover het Westen voelen zij zich minderwaardig, vernederd en verraden. De politieke consequenties van deze psychose zijn echter verwoestend. Zij spelen die krachten in de hand, die de terreur aanwakkeren om zo de chaos in de islamitische wereld te vergroten. De geweldspiraal speelt juist die krachten in de hand, die de terreur aanblazen, en zij verhindert vooral één ding: dat er democratische staatrechtelijke systemen tot stand komen. Armoe en corruptie daarentegen, kunnen in optimale omstandigheden gedijen. Het is een duivelskring. En die duivelskring moet gebroken worden door inmenging van de vrije Westerse wereld, en door militair engagement, want anders lukt het niet. Wie in Afghanistan de Taliban bekampt, die kan niet doen alsof Pakistan hem niet aangaat. De moord op Benazir Bhutto was niet onaangekondigd. Dat de Gazastrook in de handen van de Hamas-terroristen zou vallen was evengoed te voorzien.
Maar de Vrije Wereld kijkt bewegingloos toe. In verband met de Amerikaanse Irak-politiek waren en zijn er in Europa veel hatelijke opmerkingen. Als het om kritiek gaat, dan zijn de Europeanen door niemand te kloppen. Maar aan eigen ideeën en politieke concepten ontbreekt het hen. De Europese politiek put zich uit om elk effectief optreden tegenover de moslimterreur te laten verzanden. Er zijn er die willen onderhandelen met Hamas, met de Taliban. Atoomreactoren voor Khadaffi, en voor de Saoedische koning wordt de rode loper uitgerold. Per slot gaat het om petrodollars. Het Westen heeft niet in de gaten hoezeer het zichzelf uitholt. De islamterroristen behalen de ene zege na de andere. Benazir Bhutto was niet de laatste offerande van de heilloze appeasement-politiek aan de radicale islam.
__________________
.

Labels: ,

Read more...

<<Oudere berichten