28 juni 2016

Boekbespreking: Nieuw-Rechts voor de praktijk


(Doorbraak, 24 juni 2016)

Nadat ik in 1992 onverwacht uitgenodigd was om de redactie van het Nieuw-Rechtse tijdschrift TeKoS te vervoegen, vroeg ik me af waar ik nu in terecht gekomen was.  Het was allemaal erg retro, met nieuwheidenen wier Indo-Europese theorievorming in het interbellum was blijven steken, traditionalisten die met de Franse islambekeerling René Guénon uit het interbellum dweepten, historici met hyperfocus op oorlog en repressie, en vooral een algemene fascinatie met de mij tot dan onbekende Conservatieve Revolutie, een gedachtenstroming uit de Weimar-republiek. En die situeerde zich, wat dacht u, in het interbellum. Artikels over dat onderwerp kreeg ik met veel moeite doorgeploegd, of ze bleven ongelezen. (Uit die stal heb ik uiteindelijk alleen het Reisetagebuch eines Philosophen van graaf Hermann Keyserling gelezen, dat hoofdzakelijk over Aziatische beschavingen handelt.)

Wat mij dan toch met dat milieu kon verzoenen, was, behalve de onmiskenbare toewijding van de redactieleden aan de conservatieve zaak, de originele invalshoek op ecologie door de zopas van ons heengegane Guy De Maertelaere, en de lucide commentaren op hedendaagse politieke kwesties vanuit Nieuw-Rechtse hoek. Zo signaleer ik de duidelijke pro-Europese opstelling van de redactie, destijds vanzelfsprekend maar vandaag een strijdpunt.


Nieuw Rechts

De Nouvelle Droite is een in Frankrijk ontstane stroming (°1968) rond Alain de Benoist, die ideologisch dieper wou gaan dan de in de politiek actieve rechtse stromingen. Ze werd beschreven als een “gramscisme van rechts”: zoals de Italiaanse communist Antonio Gramsci rond 1930 het standpunt ontwikkelde dat een politieke revolutie maar kan mits de verwerving van de culturele hegemonie (door naoorlogs links met succes in de praktijk gebracht, zonder in een politieke revolutie uit te monden maar wel in “bizarre en schadelijke sociale experimenten”, p.13), zo stond de Nouvelle Droite een herovering van de cultuursfeer voor. Ze heeft echter politiek nooit enige potten gebroken en is in eigen land ook op het intellectuele forum marginaal gebleven; de beoogde herinname van het culturele domein werd een totale mislukking. Vandaag is de bejaarde duizendpoot de Benoist, door zijn vroegere medestanders verlaten, denkmeester van enkele interessante tijdschriften, maar verder dan lezenswaardige duiding reikt zijn invloed niet.

De eerste generatie van de Nouvelle Droite deed baanbrekend denkwerk, haar tweede ging van debat over in ruzies en splitsingen en loste op in irrelevantie, maar haar kleinkinderen blijken nu een verrassende opmars te doen. In het voormalige Sovjet-blok heeft zij reeds enkele triomfen geoogst. In de heel verschillende omstandigheden van West-Europa, met zijn agressief opdringend multiculturalisme, blijkt zij nu toch door te breken.

Een jaar of wat geleden deed het boek Avondland en Identiteit van Sid Lukkassen (Aspekt, Soesterberg 2015) veel stof opwaaien. Het maakt de diagnose van de overheersende ideologie, het cultuurmarxisme, of wat zichzelf de “kritische theorie” noemt, ontsproten aan de Frankfurter Schule. Verder trok het de aandacht met zijn uitgebreide ontleding van de effecten van deze culturele revolutie op de geslachtsrollen en de relaatsiemarkt. Dat leidde ertoe dat TeKoS twee heel verschillende besprekingen publiceerde, waarbij de vrouwelijke recensente heel wat mannelijke subjectiviteit in Lukkassens verhaal ontwaarde. Maar allen waren het eens over zijn uitstekende diagnose van, en weerstand tegen, het cultuurmarxisme. Hij dacht parallel met de Nouvelle Droite hoewel hij er zich niet uitdrukkelijk op beriep.

Zopas kreeg ik ter bespreking de Nederlandse vertaling aangeboden van het boekje van de Zweedse oppositieleider Daniel Friberg: De Terugkeer van Echt Rechts. Een Handboek voor de Echte Oppositie (Arktos, London 2016). In zijn geval is het Nieuw-Rechtse gedachtengoed ontdekt en relevant geworden vanuit de praktijk, een heel andere setting dan de Parijse salons. Zweden was schijnbaar de slechtste plaats ter wereld voor een tegenbeweging tegen de opdringende multiculturele staatsideologie. Voor de beginnende Zweedse Democraten was het jarenlang een harde strijd. Hun enige kracht was de zekerheid dat zij gelijk hadden, dat zij een terugkeer naar de normaliteit nastreefden tegen de tegennatuurlijke utopieën van de almachtige cultuurmarxisten in.

In 2005 kwam een kleine groep hoogstudenten in Göteborg bijeen om Nieuw-Rechtse denkers te lezen: “Deze artikels openden onze ogen voor dit nieuwe intellectuele arsenaal van rechts”, in het bijzonder voor de “metapolitiek van rechts”. (p.10) Dat leidde tot de oprichting van de Nieuw-Rechtse denktank Motpol op 10 juli 2006. Eerst skeptisch bejegend door links en door “oud, impotent rechts”, groeide het uit tot een gerespecteerd netwerk dat in heel Zweden seminaries organiseert en een degelijk online magazine uitgeeft. Friburg geeft blijk van groot vertrouwen in de toekomst en hij beschrijft de “dalende relevantie” (p.43) van links, waarvan hij de nakende ondergang voorspelt.


Programma

Enkele concrete blikvangers uit Fribergs ideologische zelfprofilering. Tegen de grootmachten “is een verenigd, onafhankelijk Europa noodzakelijk” met “een gemeenschappelijk buitenlands beleid, een verenigd leger en een gemeenschappelijke wil om Europa’s belangen globaal te verdedigen”. (p.14) In beperkte zin, enkel op deze terreinen, wil hij “Imperium Europa, of een Europese federatie”. (p.25) Nationaal-populistische partijen als de PVV of het Front National zijn nogal eens tegen de Europese eenmaking in een overreactie tegen de antidemocratische en totalitaire uitspattingen van de EU.

In de buitenlandse politiek beveelt hij zelfbeheersing en omzichtigheid aan. Europa heeft een militaire poot nodig om geloofwaardig in het machtspolitieke spel te kunnen meespelen, maar niet om zich naar Amerikaans voorbeeld met andermans conflicten te moeien. Hij verzet zich tegen “de fanatieke oorlogsstokers die, terwijl ze clichés uitgalmen over mensenrechten en democratie, miljoenen mensen doden over heel de wereld en tegelijkertijd dezelfde retoriek gebruiken om massa-immigratie vanuit de Derde Wereld naar Europa aan te moedigen.” (p.28)

Gehard door de praktijk, geeft Friberg raad voor de omgang met extreemlinkse haatgroepen zoals Searchlight en het Southern Poverty Law Center, op kleinere schaal vertaalbaar als ons Anti-Fascistisch Front. Die komt erop neer dat je hen niet méér belang moet geven dan ze verdienen, namelijk hoe langer hoe minder. Weiger elke medewerking wanneer ze je belasteren (“geen commentaar”), en maai de grond onder hun voeten weg door alternatieve netwerken en media uit te bouwen. Vóór het internet een democratisch circuit schiep, konden zij beschikken over de officiële media met hun monopolie, wier partijdigheid en leugens je machteloos moest ondergaan. Vandaag leven we in een nieuwe wereld waarin de greep van het cultuurmarxisme op het eerste gezicht machtiger is dan ooit, maar in feite steeds meer terrein moet prijsgeven.  

Maar is er dan geen waakzaamheid (de zich protsering antifa’s noemende fichenbaktijgers heten ook “watchdogs”) nodig tegen het geweldpotentieel van rechts? Niet bij deze stroming: “Politiek geweld, hetzij georganiseerd of door individuen, kan geen enkele positieve rol spelen in de wedergeboorte van Europa. (…) Revolutionaire praatjes brengen enkel de mentaal onstabielen in beroering om gewelddaden te plegen die immoreel zijn en geen enkel tactisch nut hebben. We moeten deze daden overlaten aan extreemlinks en radicale islamisten, voor wie ze een tweede natuur zijn. (…) Onze methode is, nogmaals, de metapolitieke methode – de maatschappij geleidelijk veranderen in een richting die gunstig is voor onszelf, en belangrijker, voor de maatschappij in het algemeen.” (p.30-31)

Metapolitiek is diametraal tegengesteld aan de spontaneïstisch-gewelddadige methode van Anders Breivik, die we met een variatie op Lenin de “de extreemrechtse stroming, de kinderziekte van het antimulticulturalisme” kunnen noemen. In zijn Manifest zegt Breivik zelf dat hij vroeger lid was van de Noorse immigratiekritische Vooruitgangspartij, maar dat hij niet meer in de binnenparlementaire werking gelooft en nu hoopt dat zijn misdaden zoveel mogelijk schade zullen toebrengen aan zijn vroegere vrienden. En inderdaad, de media hebben de Vooruitgangspartij volop in “schuld door associatie” ondergedompeld, wat haar tijdelijk heeft doen achteruitgaan, zoals beoogd. Breivik-Antifa, zelfde strijd! 

Een praktische raad betreft het domein dat Lukkassen al ruim verkend had: de uitdagingen van de betrekking tussen de geslachten en de paarvorming. “Mannen en vrouwen hebben in het moderne Westen niets om trots op te zijn.” (p.45) Wanneer de Nouvelle Droite destijds het gelijkheidsdenken als probleem bij uitstek aanwees, verdacht ik haar ervan een bedekt pleidooi voor uitbuiting en dergelijke ongelijkheid te houden; maar het problematische van het gelijkheidsideaal wordt veel duidelijker wanneer je de schade ziet die het aan de geslachtsrelaties toegebracht heeft. Van quota om vrouwen in mannenberoepen binnen te loodsen beleefden we een crescendo naar “‘genderstudies’, een belachelijke wetenschap met als enige doel, de genderrollen af [te] breken”. Hij raadt de jongeren aan, niet te veel in het zoeken naar en beleven van relaatsies te investeren, tenzij dan om iets duurzaams uit te bouwen en uiteindelijk een gezin te stichten. Dat is minder stoer en opzichtig dan stereotiepe rechtse rakkers wensen, maar des te opbouwender voor het Europa van de toekomst.



Identiteit

Vertaler van het werk is Jens De Rycke. Uitgever John Morgan wijst in zijn voorwoord op het revolutionaire karakter van Echt Rechts, vooral ook in zijn oorspronkelijke betekenis: terugdraaien naar de begintoestand. Hij definieert die stroming als “niet conservatief in de normale betekenis van het woord, aangezien [ze] niet de hedendaagse Europese beschaving tracht te behouden (…) maar de waarden en idealen te hernieuwen die voor de komst van het liberalisme als natuurlijk beschouwd werden.” (p.ix) In een tweede voorwoord prijst Joakim Andersen, redacteur van Motpol, nog eens de verdiensten van de auteur. Het boekje besluit met een verklaring van de relevante politieke termen en een nawoord.

Voor de goede orde herhaal ik even dat voor mijzelf de “identiteit” geen voorwerp van politieke actie kan zijn: identiteit is er gewoon en zorgt wel voor zichzelf. Zij is de toevallige resultante van het samenspel van die krachten waar het werkelijk om gaat. Wanneer de Kerk haar traditionele waarden verdedigde, was dat vanuit een geloof in haar eigen boodschap en in de humani generis unitas (eenheid van de menselijke soort), niet vanuit enige zorg om identiteit. Toen de Action Française de Kerk voor de kar van haar Franse identiteitsproject wilde spannen, deed de Kerk haar in de ban. Op dat ene punt ben ik geneigd, de erfenis van de godsdienst van mijn jeugd trouw te blijven.

Zodus, ik identificeer (c’est le cas de le dire) mij niet met de “identitaire” stroming die in dit boek aan het woord is. Ik neem het de multiculturalisten echter kwalijk dat zij het belang van identiteit enorm opgeblazen hebben juist door hun kruistocht ertegen. En ik herken een bondgenoot wanneer ik er een zie: Friberg is een strijder tegen het cultuurmarxistische kwaad, die in die strijd volop zijn morele en intellectuele kwaliteiten heeft kunnen scherpen en bewijzen.

Labels: , , , , , ,

Read more...

12 augustus 2011

De linkse cultuur van het vandalisme (Hoegin)

Nog voor de eerste Londense relschopper gevat kon worden, stond links al klaar om de échte schuldige met de vinger te wijzen: de Britse conservatieve regering uiteraard. Men kan dan ook niet verwachten dat wie er anders zelf nog eens graag invliegt, zoals bijvoorbeeld bij een IMF-top of op een universitair aardappelveld, het zinlose vandalisme van een bende ontwortelde en losgeslagen jongeren zou veroordelen.

De lezer weet het ongetwijfeld al langer dan vandaag: links hanteert graag twee maten en twee gewichten. Een kleine schermutseling in de marge van een rechtse betoging volstaat al om uitgebreid het beeld van de jaren dertig op te roepen. Steken echter heelder meutes losgeslagen jongeren (en kinderen!) Londen in brand, dan wringt links zich in alle mogelijke kronkels en bochten om toch maar te bewijzen dat ook dát de schuld van rechts is. En dat het linkse geweld, want het zijn wel degelijk de lieverdjes van links die in Londen aan het plunderen zijn geslagen, op één of andere manier toch gerechtvaardigd zou zijn.

Laten we eens beginnen met de «aanleiding» voor de rellen: de dood van Mark Duggan. Wie de «serieuze» pers leest, krijgt vrijwel alleen een rozenrood beeld van de man voorgeschilderd, maar misschien zegt ook hier een foto meer dan duizend woorden links gewauwel. «Vader van vier.» «Schoot niet op de politie.» Semone Wilson, zijn verloofde, verklaarde geschokt te zijn toen ze hoorde dat hij een wapen bij zich had toen hij neergeschoten werd, en wil niets anders geloven dan dat de vader van haar vier kinderen nog geen vlieg kwaad zou doen en gewoon wegliep van de politie. Andere bronnen weten echter te vertellen dat de man cocaïne en crack dealde, en lid was van een gangsterbende. Dat hij een vuurwapen bij zich had was eerder regel dan uitzondering, en al helemaal niet uit pure zelfverdediging of een «subjectief gevoel van onveiligheid», zoals we dat uit andere debatten kennen. Vanop afstand bekeken lijkt het er daarom eerder op dat Mark Duggan omkwam in wat je een «arbeidsongeval» zou kunnen noemen, en dat het slechts een kwestie van snelheid zal geweest zijn als het klopt dat hij zelf geen schot heeft kunnen lossen.

Zoemt links vooral op dat laatste onderdeel van het feitenrelaas in, dan fietst het wel vrolijk voorbij aan de vaststelling dat de man hoe dan ook toch een vuurwapen op zak had. Of in zijn sok, zoals sommigen beweren, en zoals het ook in een Amerikaanse actionfilm zou horen. Van het principiële gehuil van een algeheel verbod op vuurwapens, zoals we een paar weken geleden nog mochten meemaken in de nasleep van de aanslag van Anders Behring Breivik in Noorwegen, hebben we de laatste dagen dan ook weinig kunnen merken. Zo principieel blijkt dat bezwaar tegen vuurwapens dan toch niet te zijn.

Maar de linkse hypocrisie stopt daar uiteraard nog niet. Nog lang voor de politie de eerste relschopper kon oppakken, wist links al perfect wat de oorzaak van de recente «feestelijkheden» in Londen was: de achterstelling in de Londense wijken, en de besparingen van de conservatieve regering. Straf dat amper één jaar coalitiebeleid van de regering–Cameron zulke enorme impact kan hebben, en dat na meer dan een decennium links Labour-beleid. Zelfs op het einde van de Labour-jaren klonk het nog dat alles wat fout liep eigenlijk de schuld van de «vorige» (lees: conservatieve) regering was, maar zulk excuus is misschien een voorrecht waarop alleen maar linkse regeringen aanspraak kunnen maken. Maar straf toch dat het de schuld van David Cameron is, pas in 2010 aan de macht gekomen, dat de 29-jarige Mark Duggan in heel zijn leven nog geen behoorlijke baan heeft gehad, of heeft moeten hebben. Sla er de kranten maar eens op na: genoeg familie –opvallend veel «neven»–, vrienden en buren, maar nergens lees je een relaas van een collega. Een tekening hoeft daar waarschijnlijk verder niet bij…

Als er dan ook één soort beleid met de vinger gewezen dient te worden, dan wel het linkse pamperbeleid waar Mark Duggan en zijn soortgenoten jarenlang van konden genieten. Links klaagt en verontschuldigt dat de relschoppers in de verpauperde wijken een uitzichtloos leven lijden, zonder ook maar enige kans op een deftige baan. Maar geld voor de laatste smartphones om mekaar via sociale media op te ruien, dat hebben ze blijkbaar wel. En een dure smaak wanneer ze in de winkels aan het plunderen slaan ook. Opvallend ook dat ze perfect weten wat ze willen. Ik zou amper weten welke jeans of sportschoenen ik zo snel uit de rekken zou moeten vissen, maar misschien ligt de verklaring er wel in dat zij in hun werkloos bestaan veel van hun tijd verdoen met onschuldig window shopping? Wat ik in ieder geval niet gezien heb, zijn plunderaars die een winkelwagen conservenblikken meesleuren om eindelijk hun honger wat te kunnen stillen, of in een boekhandel met een stapel cursussen aan de haal gaan. Misschien is het wel gebeurd, maar vonden de persfotografen zulke beelden gewoon niet spectaculair genoeg om er een foto van te nemen?

Wat wel opviel waren de ravages bij de kleine buurtwinkeltjes. Alsof precies buren die wel enig initiatief vertonen en op een eerbare wijze aan de kost willen komen alleen maar extra woede opwekken. Om hen een lesje te leren. En wat ook vaststaat, is dat als er ook maar één winkelier het in zijn hoofd zou halen een relschopper een ietsiepietsie te hard aan te pakken, een plaatsje in de gevangenis wél verzekerd zal zijn. En effectief, zonder vervroegde vrijlating, laat staan één of andere alternatieve straf waar alleen maar om gelachen kan worden. Of huisarrest waarvan je zelfs vakantie kan nemen. (En dat ook die winkeliers in de Seefhoek het maar goed in hun oren knopen.) Want zo verontschuldigend links is voor de relschoppers, zo verontrust was het ook over de burgerwachten die her en der opdoken in wijken waar de politie er niet in slaagde de bevolking voldoende te beschermen.

En tot slot kan je natuurlijk niet verwachten dat links het geweld van de eigen lieverdjes zou veroordelen, terwijl het er zelf bij gelegenheid toch zo graag invliegt. De recente studentenbetogingen bijvoorbeeld, uitdrukkelijk gesteund door links en tegen diezelfde regering–Cameron die vandaag ook de boter de gevreten heeft, lijken niet meer geweest te zijn dan een voorsmaakje van wat nog komen moest. En geen IMF-top zonder gewelddadige betogingen met linkse anarchisten die wedijveren in groteske slogans, onder het goedkeurende oog van vakbonden en «kwaliteitsmedia» die er alleen maar in slagen verontwaardigd te geraken als de politie na enkele voltreffers dan toch de wapenstok bovenhaalt. Kijk ook naar wat amper twee maanden geleden nog in Wetteren op een universitair aardappelveld gebeurde, en de ruime steun die Barbara van Dyck mocht ondervinden voor haar heldendaden voor de camera. Wie vroeg daar ook al weer wie de «mentale infrastructuur» leverde?

Labels: , , , ,

Read more...

6 augustus 2011

De islam indammen

(Omdat destijds geen hond het gelezen heeft, en het nu licht werpt op de misdaad in Oslo, herpubliceren we dit stuk, in november 2006 verschenen in 't Pallieterke. Anders Breivik handelde vanuit wanhoop dat de politiek en de intelligentsia ooit het nodige zouden doen om de expansie van de islam tegen te gaan. Hij was niet bij de tijd, want in de politiek, zelfs in het progressieve Noorwegen, wordt nu langzaam maar zeker de bocht genomen naar een restrictiever immigratiebeleid en naar een aanpak zonder onzin van de de integratieproblematiek. Wat het intellectuele weerwerk betreft, zie hier.)






“Het onvermijdelijke mogelijk maken”, dat is het ambacht van de staatsman. Er zijn zo van die situaties waar een bepaalde ontwikkeling voelbaar in de lucht hangt, alleen is nog onduidelijk hoe beslissende hindernissen uit de weg zullen geruimd worden. Tot de man van het ogenblik, de langverwachte, ten tonele verschijnt. Zo zeggen talloze Waalse politici en buitenlandse Brusselcorrespondenten dat België niet lang meer te leven heeft, dat de splitsing elk moment te gebeuren staat. Maar hoe dan? Die stomme Vlamingen krijgen niet eens BHV gesplitst. De Belgische echtscheiding is dan wel onvermijdelijk, maar ze lijkt onmogelijk. Zodus, eerzuchtige jonge politicus, grijp je kans op een plaats in de geschiedenis, en vind die zwakke plek in de Belgische constructie waar één duwtje volstaat om de ineenstorting te bewerken.

Evenzeer onvermijdelijk maar schijnbaar tegengesteld aan de huidige evolutie is de implosie van de islam. Een vijftiental jaar geleden schreef ik artikels met titels als “De dreiging van de islam”. Nu die boodschap gemeengoed geworden is, ben ik er zelf niet meer zo zeker van. Eén goedgerichte ingreep, en de islam zakt ineen.
Voor de duur van dit artikel gaan we uit van de veronderstelling dat de islam zich opmaakt voor de verovering van Europa, dat dan “Eurabië” wordt. Uiteraard bedoelen de moslimleiders die ons waarschuwend toespreken, zoals Aiman al-Zawahiri van al-Qa’ida na het citaat van paus benedict XVI over Mohammed, inderdaad van bedreigend te zijn. Uiteraard menen zij het wanneer zij voorspellen dat Europa weldra als rijpe vrucht in de schoot van de islam valt. Maar is dat niet een muis die brult?

Demografisch gezien komt de islam vervaarlijk opzetten. Daarom was al-Zawahiri ook zo triomfantelijk: hij houdt geweld als optie open maar vertrouwt erop dat Europa vanzelf wel islamitisch wordt, namelijk door numerieke groei van de moslims en door bekering van de autochtonen, waartoe hij trouwens de paus en alle christenen opriep. Hoewel de geboortecijfers in de moslimwereld en bij onze moslimmigranten dalen (maar in landen als Niger en Jemen zijn ze nog altijd ruim boven de vijf per vrouw), zijn zij overal consistent hoger dan die bij hun niet-moslimse buren, en dat is wat telt. Bij voortzetting van de huidige trend is een moslimmeerderheid in vele Europese landen onvermijdelijk.

Aantallen zijn niet onbelangrijk, zie bv. Oost-Bengalen, het huidige Bangladesj, waar de hindoes de elite vormden maar de meerderheid uit moslims bestond. Kwaliteit is belangrijker dan kwantiteit, dachten de hindoes, die er al lang aan geboortenbeperking doen en hun kinderen de beste opvoeding geven. Maar regelmatig terugkerende pogroms, veelvuldige ontvoering van hindoe-meisjes en de stapsgewijze islamisering van de staat hebben steeds meer hindoes op de vlucht gedreven: in zestig jaar is hun aandeel in de bevolking gedaald van één derde tot één twaalfde. Weldra zal de laatste er vertrekken en het licht uitdoen, want een land met alleen moslims verzinkt in duisternis.

Een wet zonder uitzonderingen is dat overal waar moslims de meerderheid vormen, de niet-moslims daaronder lijden. Hoe zeer, dat kan dan verschillen naargelang tijd en plaats, gaande van wettelijke “positieve discriminatie” zoals in Maleisië, via etnische zuivering door kleine terreur (“één gedood, honderd op de vlucht”) zoals in Kasjmir en nu in Irak, tot en met genocide zoals in Turkije in 1915. Het vooruitzicht van een demografische omslag naar een moslimmeerderheid moet dus zeker bezorgd stemmen.

Toch is de islam een reus op lemen voeten. Het Arabisch Ontwikkelingsrapport van de VN (2002) heeft cijfermatig de achterstand en steriliteit van de Arabische kern van de islamwereld blootgelegd. Onderzoek & ontwikkeling, cultuurspreiding, mediawaaier, geletterdheid bij vrouwen, elke parameter plaatst de Arabische landen onderaan de ladder, zeker in verhouding tot hun geldmiddelen. Dezelfde tendens valt ook op bij andere moslimlanden: Pakistan in vergelijking met India, de Maleise moslims tegenover de niet-moslims, de moslimse immigranten bij ons tegenover de Chinese. Bovendien is de culturele uitstraling van de islamwereld naar buiten toe nul komma nul.

In Europa zijn we getuige van een grootschalige insijpeling van Zuid- en Oost-Aziatische cultuurelementen, die samen met de verwestersing van het Oosten het begin van een éénwordende wereldbeschaving vormt. Daartegenover zien we zelfs niet de geringste overname van islamitisch cultuurgoed. Geen niet-moslima ter wereld die uit eigen beweging de sluierdracht overneemt. De muziek- of filmproductie uit Doha of Bahrein interesseert niemand buiten de Golfregio, en zelfs daar zet het heidense Bollywood de hoofdtoon. Iran heeft een filmindustrie, maar haar interessantere producties zijn juist seculier en dikwijls voorzichtig islamkritisch. De ajatollahs wantrouwen haar terecht als een heidense infiltratie, een geval van “the medium is the message”: film als medium, zelfs die zeldzame film die een islamheld verheerlijkt, is intrinsiek modern en onislamitisch.

Kortom, de “soft power”, de culturele uitstraling, ligt volledig bij de niet-moslims, en werkt bij moslims de de-islamisering in de hand. Spijts al haar crisissen en decadentie blijft onze beschaving veruit superieur aan de grote weerstandshaard daartegen, de islam. Wij zeggen dat de islam het Westen bedreigt, maar de islam heeft eigenlijk meer reden om zich door het Westen bedreigd te voelen.
Als we ons laten doen, dan krijgen we een situatie als in de gouden tijd van de islam: moslim-veroveraars genieten de vruchten van de technologie en de cultuur die opgebouwd zijn door niet-moslims. Concreet voorbeeld: in plaats van zelf aan een islamitische bom te zwoegen, nemen ze Frankrijk en zijn kant-en-klare force de frappe over. Wij hebben immers het vernuft, zij niet. Als we dat vernuft nu eens richten op de strategische vraag hoe we de uitdijende islam te slim af kunnen zijn, dan zullen wij winnen, hij niet.

Als wij er niet in slagen, de inname van Europa door de islam te verijdelen, dan zal de geschiedenis oordelen dat wij onze zegekansen lichtzinnig vergooid hebben; dat wij onze sterke punten onbenut gelaten hebben; dat wij in een strijdperk door vijanden belaagd werden maar toch voortdeden alsof er niets aan de hand was. Tegen deze vijand kunnen we niet verliezen tenzij we weigeren om zijn uitdaging onder ogen te zien en te beantwoorden.

Ik heb wel degelijk “vijand” geschreven, en ik durf ook de veel gesmade uitdrukking “wij en zij” gebruiken. Die vijandige verhouding is ons immers door hen opgelegd. Reeds van in de Koran heeft de islam besloten om de niet-moslims als vijanden te bejegenen. Inzake het bestaan van die vijandschap hebben wij niets te kiezen: ze is er al.

Maar is dat reden om de moed op te geven? Henryk Broder raadt de Europeanen aan om hun werelddeel aan de islam over te laten en zich in Oceanië te hergroeperen. Als Jood is hij erfgenaam van een traditie van landverhuizing telkens het in een gegeven land te heet onder de voeten werd. Voor een kansloze minderheid als de Joden was dat de beste strategie, maar wij zijn hier nog lang niet in de minderheid, wij kunnen het tij keren.

Ik hoor ook veel christenen zuchten dat de islamisering van Europa nu onvermijdelijk geworden is. Tot hen zou ik zeggen: dat overtreedt een belangrijk christelijk gebod. Naast geloof en naastenliefde leert Paulus nog een derde deugd, de hoop. Wanhoop is zonde. Het is beter om heel hard in het duister te turen tot men een lichtpuntje aan het einde van de tunnel ziet.

Wanneer mensen de ernst van het islamprobleem aan de orde stellen, dan hoor je welgedane predikanten zalvend verklaren dat “we ons niet door angst mogen laten leiden”. Dat is zeker niet wat ik hier bedoel. Angst kan een zeer goede raadgever zijn. Het geitje dat geen angst kende, werd door de wolf opgegeten. Het is een volkomen normale reactie dat men angst voelt wanneer men de demografische ontwikkelingen ten voordele van de islam bekijkt en dan vooruitdenkt.

Echter, wanneer men de situatie iets nauwkeuriger onderzoekt, dan kan men de angst weer laten varen. Niet omdat de elite na de haat nu ook de angst (bv. de “islamo-fobie”) bij de verboden gevoelens geklasseerd heeft, maar omdat de feiten genoeg uitzicht laten op een oplossing. Zonder dat wij één serieuze vinger hebben uitgestoken om de islam te verzwakken, tekenen zich een aantal trends af die op termijn de nederlaag van de islam inluiden.

Er is een uittocht bezig van moslims uit de islam. De voorhoede breekt volledig met de islam en engageert zich ook om hem te bestrijden, zie het pionierende boek van Ibn Warraq: “Why I Am Not a Muslim”, en zijn vervolgboek met getuigenissen van afvalligen: “Leaving Islam: Apostates Speak Out”. Er is niets intrinsiek islamitisch aan moslims. Laat papen en papenvreters wedijveren in het bekeringswerk onder moslims, zodat we straks op TV een debat tussen logebroeder Ahmed en kardinaal Moestafa kunnen bekijken.

Nog veel meer moslims nemen het met de islam niet nauw. Het is allicht een meerderheid, toch in België, die wel vasthoudt aan enkele rituelen maar de Westerse samenleving niet voor een islamitische zou willen ruilen. Je ziet in de politiek heel wat dadelbabes en andere geboren moslims van leer trekken tegen allerlei onderdrukkend obscurantisme. Bij toename van het aantal moslims kan de greep van de islam op die randmoslims weer sterker worden, maar het is niet zeker dat dit effect duurzaam is. Zij, en zelfs ook de moslims in Iran of Saoedi-Arabië, ondervinden nu eenmaal in gestadig toenemende mate de invloed van de niet-islamitische wereldcultuur.

Een eeuw geleden, toen Europa van zelfvertrouwen blaakte, dronken de elites in Kaïro en Teheran gulzig aan het Europese model, terwijl zij de islam alleen nog als folklore eerbiedigden en hun identiteit in hun vóór-islamitisch nationaal erfgoed zochten. De politieke machtsverhoudingen zijn sindsdien gewijzigd, de culturele veel minder. Er is een race aan de gang tussen twee tegengestelde tendenzen: de opmars van de islam en de uitholling van de islam onder invloed van het kritische denken en aantrekkelijke culturele voorbeelden van buitenaf. Aan ons om de tweede tendens te versterken.

Helaas, ook na 11 september en de moord op Theo van Gogh volharden onze overheden en toonaangevende intelligentsia in de dwaasheid. Zij zijn nog steeds de eerste verdediginglinie van de militante islam. In Le Soir (21-11-2006, “Sire, il n’y a pas d’islam belge”), stelt Chemsi Chéref-Khan, die zich “humaniste de culture musulmane” noemt, het onverstand van het Belgische islambeleid aan de kaak. België kiest als gesprekspartner een raad die via de moskeeën verkozen wordt, wat noodwendig de religieuze apartheid versterkt “ten nadele van de geseculariseerde islam van de grote meerderheid van de medeburgers die men moslim noemt”. Men negeert de vrijheidslievende stemmen (of bestraft ze zelfs, zoals Ayaan Hirsi Ali) en duwt de geboren moslims terug in hun moslimidentiteit. Tijdens de Deense cartooncrisis hebben zeer veel opiniemakers en politici tegen de vrije meningsuiting gekozen en vóór appeasement van de islam.

De wedloop tussen expansie en verdamping zal nochtans eindigen met de verdwijning van de islam. De vraag is alleen wanneer. In 1920 voorspelde Bertrand Russell de onhoudbaarheid en noodwendige neergang van het Sovjetsysteem, maar wie toen 20 werd, moest tot zijn 90 wachten eer het systeem implodeerde. De dreiging van de islam is beperkt en betrekkelijk, maar toch wel formidabel genoeg om de komende generatie nog veel ellende te bezorgen.

Echter, als wij ophouden met de uitdaging van de islam te negeren, als wij in hem de vijand erkennen die hij zelf verklaart te zijn, dan zijn wij zeker bekwaam om dit probleem in te dammen en het binnen zekere perken te laten uitzieken. De details van een strategie kunnen we in dit korte bestek niet afhandelen, maar we zullen op dit thema nog vaak terugkomen. De actualiteit zal er immers regelmatig aanleiding toe geven.


Labels: , , ,

Read more...

4 augustus 2011

De kogelregen kwam van rechts (Hoegin)

Er moet niet flauw over gedaan worden: niet de kogel, maar de kogelregen kwam deze keer van rechts. Maar dat betekent nog niet dat de islam plots een vredelievende godsdienst is geworden, of dat de multiculturele maatschappij nu plots wel een succes is. En mag toch ook even gezegd worden dat Utøya een vette knipoog bevatte naar één van de moorddadigste ideologieën die de mensheid ooit gekend heeft?

Het is bizar om in de late namiddag van de laatste dag van je zomervakantie plots betrokken te raken in een gebeurtenis van globale dimensies, en dat op meerdere manieren. Ik woon dan wel zo'n twintig kilometer van het centrum van Oslo af, toch heb ik de ontploffing kunnen horen, ook al dacht ik op het ogenblik dat het dondergeroffel was. In de getroffen gebouwen ben ik in de loop der jaren meermaals binnen geweest voor allerlei vergaderingen met klanten, of ik ben er voorbij gereden of gewandeld op weg naar iets anders. Het eiland Utøya ligt ook zo'n twintig kilometer van mijn huis vandaan, maar dan in de andere richting. Voor de helikopters van de politie en de hulpdiensten gaat de route naar Utøya door het dal waar we in wonen, en ik er dus meerdere voorbij zien vliegen gedurende de avond van 22 juli.

Pas om vier uur hoorde ik dat er iets aan de hand was, toen het radionieuws van Klassik Radio iets vermeldde over een aanslag in Oslo. Op NRK was toen de programmatie al een tijdje overgeschakeld op een rechtstreekse nieuwsuitzending, terwijl op Twitter al de eerste berichten te lezen waren. De schietpartij op Utøya zou pas later beginnen, en de eerste berichten erover werden eerst nog afgedaan als een vorm van idiote interessantdoenerij op een ogenblik dat er ernstigere dingen aan de hand waren. Pas de volgende ochtend zou duidelijk worden wat de échte aanslag was, en wat het afleidingsmanœuvre.

Toen ik besefte wat de omvang van de aanslag in het centrum van Oslo was, ben ik zelf beginnen twitteren in het Nederlands. Ik zit per slot van rekening letterlijk korter op de gebeurtenissen dan welk ander Nederlandstalig medium dan ook. Dat sommigen dat op prijs stelden, bleek uit de explosie van het aantal volgers (ze zullen wel weer verdwijnen), waaronder overigens ook een pak journalisten. Later volgende interviews voor onder meer JOE FM. 's Zaterdags mocht ik met de ploeg van VTM mee naar Sundvollen, het hotel waar de overlevenden en de familie van de slachtoffers van Utøya opgevangen werden. Het is als blogger best wel eens interessant om beroepsjournalisten achter de schermen aan het werk te zien, maar wanneer je in het voorbijrijden de witte lakens op Utøya nog ziet liggen, of voorbij een reeks lijkwagens rijdt, is het toch even slikken.

Op dat ogenblik was al lang duidelijk dat de dader van de aanslagen, Anders Behring Breivik, helemaal geen moslimterrorist was zoals aanvankelijk gedacht, maar in extreem-rechtse hoek te situeren was. Maar pas later op de avond zou de voor mij meest onbehaaglijke verbinding met de aanslag opduiken: het beruchte manifest, en dan vooral de citaten uit en de verwijzingen naar The Brussels Journal. Niet dat ik zelf geciteerd wordt, of dat er naar mij verwezen wordt, maar op die manier kwam de dader nog net dat iets dichter bij huis. Het is één ding om toevallig dicht bij de plaats van een aanslag te wonen, maar toch nog iets anders als je op voorhand ook nog een internetforum gedeeld hebt. Helemaal lekker zat dat niet.

Dat wordt natuurlijk anders wanneer de media op een gegeven ogenblik proberen het verhaal om te draaien. Want wat moet je ervan denken als je plots op de radio hoort dat «The Brussels Journal stukken uit het manifest op voorhand zou gepubliceerd hebben», en dat op een ogenblik dat al lang duidelijk was dat Anders Behring Breivik een meester was in het kopiëren en citeren? Een andere verklaring dan een onnodige, misleidende en kwaadaardige poging om The Brussels Journal in een kwaad daglicht te stellen kan ik het niet noemen. Maar het past wel perfect in het discours dat sedert de aanslag is ontstaan, en dat elke vorm van islamkritiek of kritische bedenkingen over de multiculturele samenleving nu finaal de kop wil indrukken.

Anders Behring Breivik leverde door zijn aanslag immers niet het bewijs dat de islam een vredelievende godsdienst is, of ooit geweest is. Vergelijk maar de steun die Osama bin Laden mocht ondervinden in de moslimwereld (gemeten in tientallen procenten van de bevolking) met de steun die Anders Behring Breivik geniet voor zijn daden (te meten in delen van promilles). Hij leverde ook niet het bewijs dat hoofddoeken geen opdringerige en onderdrukkende religieuze symbolen zijn, die het veroverd terrein van de islam dienen aan te geven. En het feit blijft dat wie de bus neemt van de luchthaven naar het stadscentrum van Oslo, onderweg in de eerste plaats geconfronteerd wordt met een monumentale moskee waar je echt niet naast kan kijken. De vraag wie de mentale infrastructuur voor Anders Behring Breivik heeft geleverd heeft, in tegenstelling tot wat Bart Brinckman misschien wel denkt, een dubbel antwoord, en daarbij is het zelfs niet zeker dat het antwoord dat Bart Brinckman zijn lezers opdringt nog het meest ernstige en doorwegende is.

Want inderdaad, misschien moet Vlaams minister van Gelijke Kansen Pascal Smet (sp.a) aan de homo's in Brussel nog eens navragen of zij sedert 22 juli met een geruster hart hand-in-hand over straat kunnen lopen. Misschien kan Luckas vander Taelen (Groen!) nog eens zijn licht laat schijnen over de gastvrijheid die hijzelf en zijn kinderen –in hun eigen land– elke dag aan den lijve mogen ondervinden. En ik heb Angela Merkel of Nicolas Sarkozy in een reactie nog niet horen verklaren dat de multiculturele maatschappij nu plots dan toch wel geslaagd zou zijn, maar misschien is die boodschap mij in de vloedgolf van reacties gewoonweg ontgaan.

Wat me in ieder geval niet ontgaan is, is de platte lijkenpikkerij die zich in Gent afspeelde. De extreem mediageile sp.a-burgemeester Daniël Termont, in de media alomtegenwoordig als hij zich nog eens links-linkser-linkst kan profileren (maar niet als er zigeuners weggejaagd dienen te worden, want dan mag de waarnemende burgemeester het op TV komen uitleggen), vond het nodig om tegen lichtsnelheid een rouwregister te openen. Verleden jaar had hij in de zomer ook een stunt klaar, door deel te nemen aan de solidariteitsactie voor de Cuban Five. De vijf Cubaanse spionnen worden in hun Amerikaanse cel immers niet elke dag vergast op champagne, oesters en kaviaar, en dat is natuurlijk een ware misdaad tegen de menselijkheid. De beestachtige wijze waarop leden van de oppositie op Cuba zelf behandeld worden staat iets minder hoog op de agenda van Daniël Termont, ook al valt het regelmatig voor dat één van hen er het loodje bij moet laten.

Daniël Termont is overigens niet de enige die ziek is in het bedje waar er graag geflirt wordt met de meeste gewelddadige en moorddadige ideologie die de mensheid ooit gekend heeft. Zelfs de meest extreem-rechtse partij kan het zich onder geen beding veroorloven zelfs nog maar onbedoeld een pietluttig aspect van het fascisme of het nationaal-socialisme in een positief daglicht te stellen, maar een politieke partij hoeft anderzijds nog niet eens heel erg links zijn om onder het goedkeurende oog van de media communistische dictaturen met hand-en-spandiensten te ondersteunen. Of vettige knipogen in die richting uit te delen.

En zo ook het tragisch getroffen AUF. Eerst echter een korte taalles. «Vik» betekent in de Scandinavische talen zoveel als inham of kleine baai. De achternaam Breivik (brei·vik) bijvoorbeeld betekent zoveel als «brede inham», en kan verwijzen naar minstens vier plaatsen in Noorwegen. Sandvika (sand·vika) verwijst naar een zanderige inham, en ligt niet zo ver van Utøya vandaan. Bolsjevika daarentegen betekent niets in het Noors, maar toch heet de enige inham op het AUF-eiland Utøya Bolsjevika.

Het signaal dat AUF hiermee naar zijn leden uitzendt –en we spreken hier over zestienjarigen of zelfs jonger– is dat een knipoog naar en wat geflirt met het communisme best in orde is, ja zelfs als ludiek en goed gevonden omschreven mag worden. Of op het eiland ook veel aandacht werd besteed aan de slachtoffers van het communisme, is in het beste geval een open vraag. Wat wel duidelijk is, is dat wie vandaag wil voorwenden bezorgd te zijn voor de democratie en de maatschappij, al meer dan twintig jaar te laat is om dit soort ongein eindelijk eens op te ruimen. Dit praat de daden van Anders Behring Breivik natuurlijk niet goed, maar het is misschien toch een passende nuance in de rode vloedgolf aan steunbetuigingen die dezer dagen over Noorwegen stroomt. Zo maagdelijk onbevlekt was de Noorse sociaal-democratie immers ook weer niet.

Labels: , , , , , , , , , ,

Read more...

<<Oudere berichten