28 februari 2011

Failliete Brink's: België in miniatuur?

Halstarrige vakbonden en de werkgever vernietigen samen 430 jobs bij Brinck's. Is dit een voorafspiegeling van wat ons in België in zijn geheel op grote schaal te wachten staat? De weigering het indexdebat te voeren geeft aan dat het die richting uitgaat.

Omdat het Belgische filiaal van waardetransporteur Brink's al jaren verlieslatend is, besluit de Amerikaanse directie in de herfst van 2010 tot een herstructurering. Enkele maanden daarvoor had Brink's ook nog de belangrijke klant Dexia verloren, goed voor 30 procent van de omzet. Het was toen al nagenoeg zeker dat ook BNP Parisbas Fortis ging vertrekken. De belangrijkste eis van de directie is het bediendenstatuut van de geldtransporteurs omzetten naar het arbeidersstatuut, naast de afschaffing van de voordelige bedrijfs-CAO's en de sluiting van de vestiging in Strépy. Bij zijn rechtstreekse concurrent G4S werken de truckers als arbeiders. Dat is financieel voordeliger voor het bedrijf en het is ook veel gemakkelijker én goedkoper om een arbeider te ontslaan dan een bediende. Uit protest tegen het herstructureringsplan legt het personeel van de vier Belgische afdelingen van het bedrijf (Machelen, Hasselt, Strépy en Gent) begin oktober '10 het werk neer. De staking duurt vier weken. Elke bemiddeling faalt en de directie besluit in november '10 het faillissement aan te vragen voor alle vestigingen, met in totaal 430 personeelsleden. De Brusselse rechtbank van koophandel weigert die aanvraag, onder meer omdat er sprake zou zijn van fraude. Daarop worden advocaat Alain Zenner en zijn collega Gérard Delvaux aangesteld als voorlopig bewindvoerders. Vreemd genoeg mogen die van dezelfde rechtbank dan eind januari '11 wel de boeken neerleggen. Kon dat omdat zij vooraf een akkoord hadden gesloten met de vakbonden? Na het faillissement zouden de (meeste) medewerkers kunnen aangeworven worden door een overnemer, met een arbeidersstatuut, maar wel nadat alle medewerkers een opzegvergoeding hadden gekregen als bediende, uit het vermogen van de failliete onderneming, aangevuld met collectieve middelen uit het Fonds voor sluiting van ondernemingen.

Vreemde directie

De directie van Brink's is blijkbaar veel te royaal geweest in betere tijden. Waarom het statuut van bediende geven aan zijn chauffeurs, als de grootste concurrent het kan doen met het arbeidersstatuut? Dan prijs je je toch altijd maar meer uit de markt als niet-concurrentieel? Bovendien is de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) van 9 oktober 2009 voor de bewakingsdiensten duidelijk: waardevervoerders worden als arbeiders beschouwd. De werknemers van geldtransporteurs (zoals Groep4S) hebben dan ook een arbeidersstatuut, behalve bij Brink’s. De directie van Brink's heeft dus - naar mijn mening - een kapitale fout gemaakt door de geldtransporteurs een bediendenstatuut toe te kennen. De ACV-vakbond zegde begin december dat zij "verregaande concessies" wilden doen. Ze wilden het arbeidersstatuut aanvaarden voor de vervoerders met inbegrip van de loon- en arbeidsvoorwaarden die gelden bij concurrent Group4S, op voorwaarde dat de betrokkenen tal van voordelen van bedienden inzake opzegtermijn, verlofsysteem, gewaarborgd loon bij ziekte behielden. Pas dan waren ze bereid te onderhandelen over sociale maatregelen ter begeleiding van de sluiting van de vestiging in Strépy. De directie wilde volgens de bonden echter het volledige arbeidersstatuut invoeren. Wat het ACV als 'verregaande concessies' voorstelde was dus min of meer een behoud van het bediendenstatuut, alleen zou die de titel 'arbeiderscontract' krijgen. BBTK steunde het ACV-voorstel niet, want zelfs dat vonden ze een onaanvaardbaar precedent. Bleek ook dat de Belgische directie van Brink's eigenlijk niets te zeggen had en dat de internationale directie niet wilde onderhandelen met de vakbonden, ook niet nadat de federale minister van Arbeid, Joëlle Milquet (CDH), persoonlijk tussenbeide was gekomen.

"Gesloten wegens faillissement"

Midden januari '11 komt er beweging in de zaak, als een overnemersduo Loomis-Baron zich meldt. Het Zweedse Loomis is een beursgenoteerde wereldspeler in de veiligheidsmarkt. Loomis doet de overname samen met Ramy Baron, een Brussels-Joodse zakenman die samen met zijn vader vroeger actief was in het waardetransport. Na de dood van zijn vader verkocht hij Baron Security aan Securitas. Nadat de vakbonden zich maandenlang hardnekkig hadden verzet tegen het plan om van de meeste bedienden arbeiders te maken, gaan ze nu snel akkoord met het voorstel van de potentiële overnemers van Brink's. Voor de vakbonden was het uitgesloten om bij het oude Brink's een symbolische knieval te doen voor de directie, op het moment dat er nationale onderhandelingen bezig waren over een harmonisering van de statuten van arbeiders en bedienden. Elke voorafname bij Brink's op die nationale discussie was voor hen 'onbespreekbaar'. Bovendien was het in de benarde situatie van Brink's duidelijk dat de bedienden hoogdringend moesten overstappen naar het goedkopere arbeidersstatuut, om er een heel deel goedkoper aan de deur te kunnen zetten. De voorlopige bewindvoerder Alain Zenner en het duo Loomis-Baron spelen het slimmer. Zij benadrukken wel dat het nieuwe bedrijf alleen zou werken met arbeiders, en dat de overgang van het oude naar het nieuwe Brink's via een faillissement zou verlopen. Hierdoor zou iedereen eerst langs de kassa passeren omdat hij als bediende zou worden ontslagen – dus met een hoge ontslagvergoeding, op basis van de voordelige formule-Claeys. Er zou hiervoor 13,5 miljoen euro beschikbaar zijn, die ongeveer 75 procent dekt van het benodigde opzegbedrag. Het resterende deel zou komen van het Fonds voor Sluiting van Bedrijven. In totaal zouden dan 300 van de 398 werknemers opnieuw aan de slag kunnen na de overname. Op dertig werknemers na zou dit gebeuren onder het arbeidersstatuut.

Loomis eist niet alleen dat de werknemers overstappen naar het arbeidersstatuut, maar ze moeten bovendien akkoord gaan met ‘het absolute minimum' dat in de sector gangbaar is. De vakbonden spreken van ‘chantagepolitiek', maar zien zich genoodzaakt het protocol te ondertekenen om de doorstart niet in gevaar te brengen. De overnemers zeggen het marktaandeel van het vroegere Brink's België snel te willen verdubbelen tot 40 procent.

Volgens het akkoord tussen de voorlopige bewindvoerders, de potentiële overnemers en de vakbonden zou op maandag 31 januari Brink's België failliet worden verklaard en dezelfde dag het nieuwe Brink's onder de vlag van Loomis en Ramy Baron van start gaan. Het faillissement wordt dan uiteindelijk op woensdag 2 februari uitgesproken, na nog wat procedureproblemen, met als reden dat er geen geld meer in kas was om de lonen van de 400 werknemers en de vereiste verzekeringspolissen te betalen. Maar een nieuwe start komt er niet. Loomis had in allerlaatste instantie afgehaakt. Het vroeg meer omzetgaranties aan de belangrijkste klanten: de banken BNP Paribas Fortis en ING en de winkelketen Delhaize. Die garanties kwamen er niet. Een week na het faillissement van Brink's stappen de drie nog resterende belangrijkste klanten over naar concurrent G4S. Enkele dagen later stapt ook Bpost over. Er is hiermee geen sprake van een verkapte overname van Brink's door G4S. De overstap van de ex-klanten van Brink's gebeurt zonder tussenkomst van de curatele. Wat overblijft van de Brink's-portefeuille en van het handelsfonds van het failliete bedrijf, is nog even in het bezit van de curatoren.

Midden februari kopen Cobelguard (Ackermans & van Haaren), Bpost en G4S stukken van Brink's. Volgens curator Heethem waren er in totaal vier biedingen op de restanten van Brink's. Eén partij, een groep niet nader bekende ondernemers, wou alle resterende activiteiten overnemen met behoud van een klein aantal mensen, maar het bod is te laag. Het verschil met de drie andere biedingen voor delen van het bedrijf is te groot. Cobelguard koopt de vestiging van Brink's in Gent met al het materieel dat daarbij hoort. Het gaat onder meer om geldtransportwagens, geldkoffers en wapens. Bpost neemt de machine over die Brink's gebruikte voor de telling van de pensioenen die aan huis worden uitgereikt door de postbodes. G4S tenslotte, de grotere rivaal, koopt een grote hoeveelheid vrachtwagens. Met die verkoop is Brink's Belgium bijna helemaal de deur uit. Er blijven bijvoorbeeld nog de drie andere vestigingen over.

Jobvernietigers

In korte tijd gaan dus 430 jobs bij Brink's verloren door een verkeerde loonpolitiek van de leiding en koppigheid van de vakbonden om een concurrentiële loonpolitiek te aanvaarden. Was het een industriele activiteit geweest, dan waren de jobs definitief weg uit België, zoals dat bij Opel in Antwerpen het geval was. Het is nog een geluk bij een ongeluk dat het om lokale dienstverlening gaat - het is fysiek onmogelijk de geldautomaten die hier staan in het buitenland aan te vullen - en er zo jobs kunnen gerecupereerd worden door overname van klanten met hun activiteiten door G4S. ACV-secretaris Marc Geerinck hoopt dat de activiteitsuitbreiding bij G4S goed zal zijn voor 150 tot 200 nieuwe jobs. Volgens hem komen de ex-werknemers van Brink's als eersten in aanmerking voor de invulling van die vacatures. G4S-directeur Askes wilde daarover echter volgens krantenberichten geen bevestiging geven. Het gaat niet om een overname van Brink's-personeel. Ook over het aantal nieuwe jobs wilde hij zich niet uitspreken. Hij wilde alleen kwijt dat zijn bedrijf 'al het nodige zal doen om het vereiste aantal deskundige medewerkers aan te werven en een vlekkeloze dienstverlening te verzorgen'. Het is natuurlijk zeer de vraag of G4S deze ex-bedienden wil aanwerven die bewezen dat ze wekenlang kunnen staken om het bediendenstatuut te houden?

Onbespreekbaar (1)

De alleenheerschappij van G4S op de markt van geldtransporten is nu een feit, zeker voor de grote banken en distributeurs. Alleen de komst van een nieuwe landelijke speler kan dat veranderen. Zou de nieuwe speler wellicht binnenkort het winstgevende Brink's Diamond and Jewelry Services in Zaventem kunnen zijn, dat Brinck's België vorige zomer 'verkocht' aan Brink's International? Veel handelaars en bedrijven vrezen dat G4S ondertussen eigenmachtig de prijzen kan bepalen. Comeos, de federatie voor de handel in België (het vroegere Fedis), drong meteen de dag van het faillissement van Brink's bij de regering en de Nationale Bank aan op steunmaatregelen. We zijn echt steeds meer aan het wegglijden naar een collectivistisch land als nu ook de beroepsfederaties van werkgevers steeds meer gaan aankloppen bij de overheid om hun problemen op te lossen. Comeos vraagt aan de overheid:
- om een wettelijk kader te scheppen waarin nieuwe, eventueel buitenlandse geldkoeriers kunnen opereren, zodat er concurrentie blijft spelen op de markt van de waardetransporten. Welk 'kader' ontbreekt zegt Comeos er niet bij. En waarom zetten enkele leden niet zelf een bedrijf op voor geldtransporten, eventueel in samenwerking met een buitenlandse geldkoerier?
- om de mogelijkheid voor een minimale dienstverlening te onderzoeken, zodat bij sociale conflicten of andere problemen bij de enige overgebleven geldkoerier, het probleem niet naar de handel overslaat.

Wat dat laatste betreft, dat is natuurlijk meteen voor het ABVV 'onbespreekbaar', en een gevaar van de aantasting van de vakbondsvrijheid. Volgens het ABVV mag de situatie bij Brink's niet worden gebruikt om vakbondsvrijheden uit te hollen: 'Het is onaanvaardbaar dat de monopoliepositie van G4S gebruikt wordt om syndicale vrijheden uit te hollen, door minimumdiensten te eisen in geval van een staking.'

Onbespreekbaar (2)

Vicepremier Laurette Onkelinx (PS) noemt raken aan loonindex 'onbespreekbaar'. Ze zegt voor aanvang van het kernkabinet op 16 februari '11 dat ze 'nooit in een regering zal stappen die de indexering van de lonen in vraag stelt, laat dat duidelijk zijn.' Onkelinx reageert daarmee op de oproep van de Nationale bank om alle automatische indexeringsmechanismes te herbekijken. In ons land zijn niet alleen de lonen gekoppeld aan de index, ook de prijzen van heel wat openbare diensten worden jaarlijks quasi automatisch aangepast aan de algemene evolutie van de prijzen, zegt de gouverneur van de Nationale Bank Quaden, ‘hoewel die diensten niet internationaal moeten concurreren'. Al die indexeringen samen genomen, staat in de inleiding op het jaarverslag, ‘vergroten het risico op tweederonde-effecten'. De kans neemt zo toe dat de inflatie zelfvoedend wordt en daardoor steeds hoger oploopt. De Regentenraad van de NBB pleit daarom voor een studie van de diverse indexeringsmechanismen in ons land, ‘om middelen te zoeken waardoor de effecten van het indexeringssysteem minder volatiel zouden worden'. ABVV-voorzitter Rudy De Leeuw en zijn ACV-collega Luc Cortebeeck, die vanuit hun functie lid zijn van de Regentenraad van de NBB, zien daarin een onrechtstreeks pleidooi voor de hervorming van het indexeringssysteem, ‘wat onaanvaardbaar is'. Beiden weigerden daarom, en ook omdat de NBB pleit voor een verhoging van sommige consumptiebelastingen, het jaarverslag van de Nationale Bank te ondertekenen.

Implosie in het verschiet?

Johan Rasking, redacteur economie van De Standaard noemt deze houding bijzonder jammer: "Dogmatisch vasthouden aan wat bestaat, staat zelden garant voor vooruitgang. Vanuit vakbondstandpunt bekeken is het trouwens op langere termijn ook contraproductief.... In onze buurlanden bestaat er geen indexsysteem. Daar voeren ze vrije loononderhandelingen. Dat geeft een veel grotere loonflexibiliteit: met behoorlijk grote loonopslag in goede tijden, zeer zeker, maar ook met loonmatiging of zelfs een echte loonstop in slechte tijden. In België vertrekken de vrije loononderhandelingen in de sectoren van op de nationaal gegarandeerde index. De angst bij de bonden om van dit model af te stappen, is groot. Maar wat als er niets verandert? Hoelang is het onverkorte behoud van wat nu bestaat economisch haalbaar? Alle studies tonen aan dat de Belgische loonkosten sneller groeien dan in de buurlanden." (DS 16 febr '11).

Guy Tegenbos komt daar in het editoriaal op terug de volgende dag: (DS 17.02): "De 'automatische' koppeling van de lonen en de sociale uitkeringen aan de index van de consumptieprijzen geeft de Belgen een betere bescherming van hun koopkracht, maar een slechtere bescherming van hun jobs. De meeste landen zijn daarom afgestapt van zo'n automatische koppeling; ze passen lonen en uitkeringen wel aan, maar niet automatisch. Zij beschermen de koopkracht iets minder, maar doen minder banen sneuvelen."

Marc De Vos, hoofddocent UGent en directeur van het Itinera Institute spreekt van een overlegdemocratie die één groot Stockholmsyndroom wordt, met als eindresultaat ofwel stilstand, ofwel een opeenstapeling van marginale compromissen met steeds meer versmachtende evenwichten, zowel bij de staatshervorming als bij het interprofessioneel overleg. Om deze vicieuze cirkel te doorbreken vergt dit een collectief besef van urgentie en noodzakelijkheid, dat hij hier dus nog niet bespeurt.

Is het verdwijnen van Brink's niet een voorafspiegeling van wat ons in België in zijn geheel op grote schaal te wachten staat? De weigering het indexdebat te voeren geeft aan dat het met het hele land die richting uitgaat. Het Stockholmsyndroom heeft reeds zo toegeslagen dat geen krachtige reactie meer mogelijk is en we wegzakken in collectivisme en zelfdestructief conservatisme. Als het zo verder gaat implodeert België wellicht binnenkort politiek en economisch, zoals eerder het hele communistische oostblok, door ondermeer een stijgende rente op de overheidsschuld, teveel en te duur bestuur en administratie en mooi geïndexeerde maar helemaal niet-concurrentiële lonen?

(Eerder artikel over dit thema, 02.12.09: 'Zelfvernietigende sectoren', over vakbonden en patroons in sommige bedrijfssectoren die zo verstrikt zitten in hun corporatisme dat ze blind hun ondergang tegemoet gaan, en de hele welvaart in gevaar brengen.)
Read more...

27 februari 2011

Tricolore blinde vlek: wapenexportvergunningen (Hoegin)

De afgelopen week was er nogal wat te doen rond FN-wapens in Libië. Er kwam zelfs een Waalse minister-president aan te pas, die met de tranen in de ogen kwam vertellen hoe geschokt hij toch was dat een Arabisch dictator zomaar zijn voeten geveegd had aan een waterdicht contract. Meest verbazingwekkend is ondertussen dat nog niemand de herfederalisering van de wapenexportvergunningen op de communautaire onderhandelingstafel heeft gelegd: noch de sp.a, noch Groen!, noch één van de Franstalige partijen.

Of de Waalse minister-president Rudy Demotte in Vlaanderen veel punten gescoord heeft met eerst een naïvistische en vervolgens een gespeeld geschokte uitleg, durf ik toch sterk te betwijfelen. Denkt die man soms echt dat wij zulke aartsdomme uilskuikens zijn, dat wij inderdaad verwachten dat Arabische (of andere) dictators hun beste wapens netjes in de kazerne zouden laten staan wanneer ze het vege lijf moeten redden? En dat we vervolgens zouden willen geloven dat de Waalse minister-president ook echt geschokt is wanneer hij met ontegensprekelijke bewijzen geconfronteerd wordt, en ontkennen niet meer kan?

Voor Marc Reynebeau was het dan ook een koud kunstje om een stukje te schrijven dat ferm de draak stak met de hypocrisie van de verenigde Waalse politici. Hij is zelfs zo flink tussendoor te vermelden dat FN Herstal eigendom is van het Waalse gewest – voor een goed begrip: geen meerderheidsparticipatie, maar de volle honderd procent – al was het wel om in één moeite door ook een sneer te geven naar de Vlaamse wapenproductie. Die Vlaamse wapenproductie is overigens niet voor de volle honderd procent in handen van het Vlaamse gewest, verre van, maar een ietwat onoplettende lezer zou al snel met een andere indruk kunnen achterblijven. Ik neem aan dat het een klein schoonheidsfoutje van Marc Reynebeau was – het beste paard kan al eens struikelen –, want hem ervan verdenken opzettelijk een addertje onder zijn gras te steken durf ik niet.

Op één punt heb ik het echter behoorlijk lastig met het stukje van Marc Reynebeau. Waar hij er anders altijd als de kippen bij is om elk Vlaams splitsingsdiscours neer te sabelen als achterhaald, achterlijk of stompzinnig, lees ik nergens een pleidooi of zelfs nog maar een suggestie om de geregionaliseerde bevoegdheid voor wapenexportvergunningen terug naar het federale niveau te brengen. Of dat eventueel toch maar eens te overwegen. En wat historicus Marc Reynebeau ook al verzuimt te doen, is nog eens oprakelen hoe en door wie die bevoegdheid ook al weer geregionaliseerd werd.

Voor de lezers die het zich misschien niet meer zo goed herinneren: de bevoegdheid om wapenexportvergunningen af te leveren werd in 1991 in zeven haasten naar de gewesten overgeheveld, nadat vice-premier Philippe Moureaux van de PS met de institutionele atoombom had gedreigd. Daar waren, zoals voor de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde, dus geen zeven jaren voor nodig, ook geen zeven maanden of zeven weken. Enkele dagen, eigenlijk zelfs maar een paar uurtjes, volstonden ruimschoots om de hele zaak te regionaliseren. Een splitsing «pur et dur» trouwens, met als enige compensatie voor de Vlamingen… dat de Volksunie de eer aan zichzelf mocht houden, met het einde van de regering-Martens VIII tot gevolg. Dat was nog eens andere koek dan de «vijf minuten politieke moed» of het «onverwijld» waarmee de Vlamingen al zo lang aan het lijntje worden gehouden. Over werkgroepen, synoptische tabellen, of kettingbelangenconflicten willen we het nog niet eens hebben.

Laat er echter geen twijfel over bestaan: als er één bevoegdheid in aanmerking komt om opnieuw naar het federale niveau gehaald te worden, dan wel die voor het afleveren van wapenexportvergunningen. Ook al ondervindt ze sterke concurrentie van de wet op de geluidsnormen, die in Brussel door de Franstaligen gebruikt worden om de luchthaven van Zaventem te nekken, en tegelijkertijd door het Waalse gewest soepel toegepast worden in Bierset. Maar dat die wapenexportvergunningen ooit al geregionaliseerd werden is te gek voor woorden, helemaal krankzinnig wordt het als men dan nog eens beseft dat de Waalse regering wat FN Herstal betreft zowel rechter als partij is. Voor de volle honderd procent. Het moet al een order uit Noord-Korea zijn, met daarin de expliciete vraag of de FN-wapens ook efficiënt ingezet kunnen worden om zoveel mogelijk uitgemergelde betogers neer te kunnen schieten in een betoging op het platteland, wil ze door de Waalse PS-regering niet goedgekeurd worden. En zelfs dan nog durf ik er mijn hand niet voor in het vuur steken dat de Waalse jobs en de Waalse belangen uiteindelijk toch niet zwaarder zouden doorwegen. «Anders zal iemand anders toch de wapens leveren,» weet je wel.

De vraag is dan ook: waar zijn nu die principieel pacifistische en communautair zo moedige partijen sp.a en Groen! om de herfederalisering van deze bevoegdheid op de federale onderhandelingstafel te leggen? Misschien kan Groen! er wel een punt van maken om die eis samen met Ecolo op tafel te leggen? Wat houdt de door Marc Reynebeau geviseerde cdH-voorzitster Joëlle Milquet tegen om dit communautaire taboe te doorbreken, en het zelf op tafel leggen? Kan ze meteen aantonen wat een onmens N-VA-voorzitter Bart de Wever wel is, die desnoods over lijken wil gaan om toch maar alles in België gesplitst te houden. Makkelijk zat dus, en het verschaft de CD&V meteen hét excuus om vast te stellen dat de N-VA echt niet in een federale regering wil stappen, waardoor de partij de handen vrij krijgt om een regering-Leterme III op de been te brengen.

Het zijn echter de politici alleen niet die hier massaal in de fout gaan. Waar zijn bijvoorbeeld de revolutionaire volkshelden – in het diepst van hun gedachten toch – van de KVS om nog eens een avond «Niet in mijn naam» te organiseren? Deze keer misschien wel samen met nog meer Franstalige collega's! Of moet het initiatief ook deze keer eerst van de Facebook-generatie komen? Naar een naam voor een nieuwe betoging zullen ze alvast niet langen hoeven zoeken. Kan die immers een betere naam meekrijgen dan SHAME, of het zou HONTE moeten zijn?

Labels: , , , , , , ,

Read more...

Negers met stropdas

De ingebeelde vijand van de Vlaamse cultuursector

In zijn column “Erfgenamen van Uilenspiegel” (De Standaard van 22/2) legt Bart De Wever nog eens de vinger op de wonde, waar ik het ook al ettelijke keren deed: de Vlaamse cultuursector is niet in staat om het Vlaamse emancipatiedenken te omarmen, en verstart in een neo-Belgicistische kramp, gebaseerd op een uitermate cliché-achtige voorstelling van het provincialistische, xenofobe en intellectueel armtierige Vlaanderen. Terecht bespeurt De Wever hier navelstaarderij en intellectuele zelfbevrediging bij de culturo’s,- ik zou er nog aan toevoegen: een witwascomplex van lieden die zich schamen voor hun afkomst, vergelijkbaar met de evolués en parvenus, de tussenklasse van negers-in-stropdas in het koloniale Congo.

In dezelfde krant van 25 februari j.l. slaat de Vlaamse culturele elite bij monde van Geert Van Istendael terug, en hoe. Met het betogend proza van de heer Van Istendael heb ik het altijd moeilijk, gewoonweg omdat er van enige gedachtestructuur of argumentatie geen sprake is.
En eigenlijk hoeft dat in zijn geval ook niet. Door zich onopvallend in het rijtje te plaatsen van Ovidius, Bach, Baudelaire en Lorca, tooit men zich met een enorme dosis legitimiteit. Wie zou zo iemand durven tegenspreken?
Toch lees ik in heel de repliek alleen maar een bevestiging van wat De Wever naar voor bracht: de Vlaamse “cultuurdragers” gedragen zich als een wereldvreemde superkaste, die peroreert zoals Kadafi in zijn recente toespraak: hooghartig, rancuneus, doordrongen van een militant superioriteitscomplex. Via een petitie in De Morgen (19/10/10) bevestigde deze kosmopolitisch-solidaire elite nog eens dat ze met dat zootje slijkflaminganten, stinkend naar “egoïsme, hebzucht en onverdraagzaamheid” niets wilden te maken hebben. Weliswaar tussen negen en vijf, zoals de heer Van Istendael zelf aangeeft, is de Vlaamse kunstenaar met een grootse missie bezig, namelijk Vlaanderen redden uit de klauwen van de barbarij der racistische vendelzwaaiers.
De morele hoogdravendheid, die onder dit discours schuilgaat, is zonder meer farizeïsch, en wijst op een zelfoverschatting van een clubje dat nauwelijks nog meer dan zichzelf vertegenwoordigt. Wie ligt er wakker van de opinie van Will Ferdy, Kristien Hemmerechts, of Marijke Pinoy, of een van de 197 andere ondertekenaars? In wiens naam spreken zij?

Onbewust maken deze dames en heren dezelfde fout als deze van het Franstalige cultuursuprematisme in het oude België, waar de francofonie zich, in de status van numerieke minderheid, kon opwerpen als een cultureel-dominante factor. Ook die ballon heeft het Vlaams-nationalisme doorprikt, en elke ware democraat zou dat een overwinning moeten vinden.
Met die KVS-slogan “Niet in onze naam” is uiteraard iets niet pluis. Moeten, in een democratische samenleving, verkiezingsuitslagen niet gerespecteerd worden? Voorheen slaagde men erin, een cordon aan te leggen rond een partij die op haar hoogtepunt een kwart van de Vlaamse kiezers wist aan te spreken. Nu lijkt het weerom, alsof die massa N-VA-kiezers die De Wever brachten waar hij nu staat, op een of andere manier buiten de normale democratie vallen. Waardoor een minderheid zou kunnen uitroepen: “Niet in onze naam!” Neen, natuurlijk niet in uw naam, mijnheer Van Istendael. Links betekent in Vlaanderen vrijwel niets meer, en het zou goed zijn dat het zich daarover eens bezint.

De grondstroom loopt anders, mensen pikken dit soort verwaandheid niet meer. In een minimum van tijd is de term “KVS-Vlaming” een scheldwoord geworden, en dan bedoel ik niet alleen in Pallieterke en rechts-nationalistische middens. Men bedoelt er de kosmopolitische, salonrebel mee zoals Van Istendael zichzelf schwärmend portretteert, gehuld in een warme vacht van political correctness. De Belgofiele kunstenaar die schampert op het Vlaamse provincialisme, maar wel dankbaar de Vlaamse subsidies in ontvangst neemt.
In essentie, en dat is het pijnlijke, gaat het om intellectuelen die de afspraak met de geschiedenis missen, en zich scharen achter een ancien régime. Ze vechten tegen een ingebeelde vijand, molenwiekend zoals Don Quichotte, en drijven steeds meer af naar een staatkundig en politiek karkas zonder vlees aan, met dank aan Ensor. Ze verheerlijken het Belgische surrealisme, de vrolijke gekte, waarachter zich een bestuurkundige knoeiboel verschanst. Ze rateren compleet het Catalaans moment waar Vlaanderen voorstaat: het zich losweken uit de centrale 19de eeuwse bufferstaat, resultaat van een diplomatieke koehandel, om cultureel en politiek een eigen weg te gaan, als een volwaardige 21ste eeuwse democratie en cultuurnatie.

Gelukkig bevat Vlaanderen denkers en opiniemakers die met dat proces wél bezig zijn, en die zich zelfs flamingant en nationalist noemen, zonder daarvoor een lidmaatschap van Blood and Honour aangesmeerd te krijgen. Ik vernoem er een paar en sla mezelf alvast over: Ludo Abicht, Peter De Graeve, J.P. Rondas, Filip van Laenen, Peter De Roover, Brecht Arnaert, Julien Borremans, Bart Maddens, Eric Defoort. Voor het merendeel gaat het hier zelfs om figuren die niet eens met rechts, laat staan met extreemrechts, willen geassocieerd worden. Dat geldt dan weer wel voor iemand als Matthias Storme, Frans Crols of Koenraad Elst. Wat ze evenwel allemaal gemeen hebben, is iets waar Geert Van Istendael een blinde vlek voor heeft: een vorm van republikeins idealisme dat onvermijdelijk de Belgische constructie overstijgt, en Vlaanderen als een laboratorium ziet voor een nieuw maatschappelijk project dat in de democratisch zwaar deficitaire Belgische monarchie geen kans op slagen zou maken.
Met een gebrek aan solidariteit heeft dat niets te maken: in Europees verband mag de Waalse medemens bij mij altijd komen aankloppen als de nood hoog is. Grenzen zijn geen versperringen, of hoeven het niet te zijn. Ze bakenen gewoon een ruimte af waarin een gemeenschap haar zelfbeschikking opeist.

Dat de Vlaamse cultuursector hier achterna hinkt, irriteert me mateloos: zogezegde nonconformisten die aanschurken tegen de 19de eeuwse operettemonarchie, de immer vrolijke bier- en frietnatie, Brussel koesteren als een tricolore fata morgana uit de Belle Epoque,- en dat alles wellicht meer uit opportunisme dan uit ideologische overtuiging. Tuymans en Fabre hebben zich ondertussen als hofschilder al waargemaakt, het heeft hen geen windeieren gelegd. Waarom hebben die “anarchisten” niet bedankt voor de eer?

Neen, mijnheer Van Istendael, u maakt me niet kwaad, u doet me eerder glimlachen. U klinkt als een krassende plaat van Will Ferdy, vertederend, maar vooral ook muf en grijs.
Graag een nieuwe lente en een nieuw geluid: moge een generatie van jonge Van Ostaijens, getalenteerde dichters die ook de smaak van de politieke radicaliteit ontdekt hebben, snel opstaan.

Johan Sanctorum
Read more...

25 februari 2011

De kracht van onwetendheid

Drie Hollanders en een “Belg” samen op de trein. Eén Hollander vertelt een Belgenmop. De twee andere Hollanders lachen, de Belg niet. “Hee, waarom lach jij niet?” -- “Ge moet begrijpen, ik ben zelf Belg.” – “O, dan zal ik ‘m voor jou wat langzamer vertellen.”

Belgenmoppen en blagues belges gaan niet over “Belgen” in het algemeen, maar over de Vlamingen, de dommere broertjes van de Walen. Er is inderdaad iets heel doms aan Vlamingen, ze kunnen er niets aan doen, ze zijn gewoon zo. Toch wordt dit niet nog eens een tirade tegen de domheid van de flaminganten. Voor écht dom moet je immers bij een anders segment van de Vlaamse bevolking zijn: de belgicisten.



Die heb je in twee soorten. Je hebt de elite, de gesubsidieerde kunstenaars, DS/DM-volschrijvers en KKK-aangehorigen. Die zijn een beetje slim in deze zin dat ze voor hun eigen profijt kiezen. Voor je loopbaan en public relations is het immers voordeliger om voor België en tegen Vlaanderen aan te treden. Toch zijn zij dom, eigenlijk dommer dan de gewone Vlaming, omdat zij de onwetendheid moedwillig cultiveren. Hoor hen tekeer gaan in het België-debat en je merkt dat zij het dossier niet kennen en de argumentatie van hun pro-Vlaamse tegenstanders volstrekt niet begrijpen. Zonder uitzondering richten zij hun beste pijlen dan op stropoppen en windmolens. Hoewel intellectueel wel toegerust om het bezwarenbundel tegen België te vatten, houden zij zich resoluut van de domme. Dat laat hen toe om zich superieur te voelen tegen hun vijandbeeld van de flaminganten als boerenkinkels die geen argumenten hebben maar alleen emoties en slechtheid. Hoe meer zij de feitenbasis van het hele Belgiëdebat buiten hun bewustzijnshorizon houden, des te zelfzekerder zijn zij. Met George Orwell: ignorance is strength.

En dan heb je de meelopers. Hen heb je in groten getale aan het woord gehoord tijdens de uitgebreide tv-verslaggeving over de Shame-betoging en het frietprotest. Zij zijn de gedachteloze luidsprekers van de slagzinnen die de eerste groep hen voorgezegd heeft. Zij vinden zich progressief maar dienen als voetvolk in de anti-Vlaamse strategie van hof en grootkapitaal. Wie de intra-Belgische betrekkingen “solidariteit” noemt knijpt wel heel hard zijn ogen toe voor de ononderbroken dieverij ten nadele van de Vlamingen sinds 1830,-- of heeft zich de “mythe van de omgekeerde transfers” door de eerste soort laten aanpraten.

Terwijl linksen van de oude stempel zouden gezegd hebben dat de Vlamingen die in Waalse bedrijven (in Charleroi of zelfs in Antwerpen) werkten, door hun arbeid de Waalse kapitaalbezitters rijk maakten, laten deze progressieve jongelui zich de neoliberale zienswijze aanpraten dat de Waalse patroons “solidair” waren met de Vlamingen door hen werk te “geven”. Typisch Vlaams ook om diefstal ten nadele van jezelf te ontkennen, want voor je eigen belang opkomen levert je geen “brave jongen”-schouderklopjes op. Zelfrespect geldt hier als zware zonde. En jongeren die zo plots hun liefde verklaren aan de “Belgische compromiscultuur”, beseffen duidelijk niet dat die compromissen ons een torenhoge staatsschuld opgeleverd hebben die hun eigen welvaartskansen steeds erger gaat bezwaren.

Zopas kreeg ik op facebook te maken met zo’n belgiciste op het forum van een gemeenschappelijke vriend. Die had de spot gedreven met een dom Vlaams protest tegen het beleid van de randgemeente Steenokkerzeel om in de openbare bibliotheek ook Le Soir ter lezing aan te bieden. Terecht, want als flaminganten niet zo dom waren, zouden ze het lezen van Le Soir promoten om te laten zien welke haat de Franstalige heersende klasse tegen de Vlamingen cultiveert. Deze miss België trad het standpunt bij dat de N-VA haat tegen de Franstaligen propageert en wierp mij de vraag voor de voeten: “Al eens ’t Pallieterke gelezen?” En nog: “Waarom kijkt u naar de splinter in het oog van een ander, en merkt u de balk niet op in uw eigen oog?”

Wel, merkte ik op, de vergelijking van Le Soir met ’t Pallieterke illustreert uitstekend het verschil tussen Vlaamse en Franstalige opinie. Ten eerste kan je in Le Soir en andere Franstalige media nogal wat haatuitingen tegenkomen die geen enkel Vlaams-nationalistisch blad ooit op de de Walen loslaat. De splinter in het Vlaamse oog is niets tegen de balk in het Franstalige. Maar laat ons voor het debat even aannemen dat de twee genoemde bladen qua communautaire haat aan mekaar gewaagd zijn. Dan valt op dat ’t Pallieterke, een armlastig weekblaadje met beperkt verkoopbereik, duidelijk één uithoek van het ideologisch spectrum vertegenwoordigt en door de rest als vijand gemeden wordt. Het prestigieuze dagblad Le Soir daarentegen is zo mainstream als wat, het vertolkt de dominante stroming onder de Franstaligen. Vlaanderen kent een aparte nationalistische stroming, Franstalig België niet omdat daar alle partijen en media nationalistisch en anti-Vlaams zijn zonder zich zo te hoeven noemen. Je zou denken dat goede Belgen dat weten, aangezien zij (anders dan de bekrompen flaminganten onder hun ééntalige kerktoren) idealiter toch voeling houden met beide zijden van de taalgrens; maar nee, zij cultiveren de onwetendheid.

Vervolgens haalde ze het groot geschut uit de kast: twee youtube-filmpjes, één met Hugo Schiltz die in 2002 aan Siegfried Bracke verklaart dat de N-VA met “de erfzonde van het vooroorlogse nationalisme” behept is, namelijk “het totalitarisme”; en een Franstalige propagandamontage waarin achtereenvolgens een Oostfronter en Bart De Wever voor een KVHV-publiek spreekt, wat geacht wordt te bewijzen dat De Wever met de genoemde erfzonde belast is. Dat dat vulgaire leugenprocédé (waarvoor aan Vlaamse kant tegenover de Franstaligen geen equivalent bestaat) bij de Franstalige tv-kijkers niet op protest stuit, is het gevolg van het zorgvuldig communautair verdraaide beeld van de collaboratie dat zij al sinds 1944 cultiveren. Collabo’s Hergé en Georges Simenon behoren ongestoord tot het Franstalig-Belgische pantheon. Dat de Jules Destrée naar wie de studiedienst van de grootste Franstalige partij genoemd is, een racist en antisemiet was, daar kraait geen Waalse haan naar, en de huidige generatie is daarover onwetend gehouden. Aan dat soort onwetendheid ontlenen Franstaligen hun moreel meerderwaardheidsgevoel en een deel van hun rechtvaardiging om de Vlamingen te haten. “Wij zijn wit en zij zijn zwart” klinkt als reden voor haat immers beter dan “wij staan bij hen in de schuld”.

Maar soit, laat ons, goedwillig als wij Vlamingen nu eenmaal zijn, even aannemen dat de N-VA een neo-VNV is. Dan verandert dat natuurlijk nog niets aan de feiten over België. De achterstelling van de Vlamingen is in 1830 begonnen en zit ook vandaag nog ze in de Belgische structuren gebetonneerd. Dat België vierkant draait, is een objectieve vaststelling die ook buitenlandse waarnemers en mensen zonder collaboratiebesmetting kunnen doen. Het oorlogsverleden van grootvader De Wever verandert daar niets aan, net zo min als dat van Belgisch icoon Hergé of dat van de Coburgs. De oorlog oprakelen is een verstrooiingstactiek die de aandacht van het voorliggende België-dossier moet afleiden om het publiek hierover onwetend te houden.

Miss België besloot, verwijzend naar een facebook-optie om de berichten van een geviseerde persoon van je eigen pagina te weren, met de mededeling dat ze “ervoor zal zorgen dat ik geen enkel bericht van u nog kan lezen”. Blik op nul, zelfgenoegzaamheid op oneindig: ziedaar dan beknopt de houding van de hele belgicistische falanx tegenover Belgiëkritische standpunten.

Labels: , ,

Read more...

21 februari 2011

Blauw mistgordijn

De kans dat informateur Didier Reynders in zijn opdracht slaagt, is vrijwel nihil. Dat betekent echter niet dat zijn opdracht maar schijn zou zijn, om te bewijzen dat de liberalen het ook niet zouden kunnen. Zijn opdracht lijkt immers in de eerste plaats een mistgordijn te zijn, dat het échte spel moet verbergen. En dat échte spel, dat speelt zich af in de Wetstraat 16.

Naar verluidt zou zelfs Didier Reynders ondertussen al ingezien hebben dat hij eigenlijk geen kans maakt om zijn informatieopdracht tot een goed einde te brengen. Inderdaad, PS-voorzitter Elio di Rupo bestrijdt waarschijnlijk nog liever zelf de twee pijlers waarop zijn partij in Wallonië rust – de corruptie en de werkloosheid – dan Didier Reynders de eer te gunnen te mogen slagen waar hij zelf zo pijnlijk mislukte. Dat betekent echter niet dat er voor Didier Reynders niets uit de brand te slepen valt. Misschien slaagt hij er wel in de N-VA eraf te rijden, zonder dat ook de CD&V afvalt? In dat geval zou het kunnen dat Elio di Rupo hem een derde ambtstermijn als minister van Financiën zou willen gunnen, als ook MR-voorzitter Charles Michel mee wil. Was ik Didier Reynders, dan zou ik eerder daar mijn energie insteken, in plaats van de sp.a of de groenen op de zenuwen te werken.

Als de informatieopdracht van Didier Reynders slechts een mistgordijn is, waar speelt zich dan het échte spel af, dat dat mistgordijn moet proberen te verbergen? Het antwoord is de Wetstraat 16 natuurlijk, waar een ontslagnemende eerste minister zit die de tijd van zijn leven beleeft. Kreeg Yves Leterme niet, nog voor Didier Reynders zijn informatieopdracht kreeg, ook een opdracht toegespeeld van koning Albert II? Hem werd inderdaad gevraagd een begroting voor 2011 op te stellen, en bovendien maatregelen te nemen om te beantwoorden aan alle eisen van de Europese Unie wat betreft het begrotingsbeleid en de structurele hervormingen. Een waar kolfje naar zijn hand dus. Enkele dagen later kwam daar nog eens het Interprofessioneel Akkoord (IPA) bovenop, om over zijn «ruzie» met Angela Merkel over het indexeringsmechanisme nog maar te zwijgen.

Had Yves Leterme zijn eigen droomjob mogen schetsen, hij had het waarschijnlijk nooit beter kunnen doen dan de job die hij nu heeft. Stel je voor zeg, al die cijfertjes bij mekaar optellen, en daarna op TV of internationaal de grote jan mogen uithangen, terwijl hij in het Parlement lastige vragen altijd kan pareren met een zwijgen «in het belang van het land en de bevolking». Ondertussen dient hij zijn ware heren, niet zijn kiezers of zijn eigen partij, maar wel de PS, in de hoop dat hij er straks nog enkele jaartjes bij zou mogen doen. Of zou het echt toeval geweest zijn dat hij in verband met het IPA tegen zijn eigen partij en een meerderheid in de Kamer in aan het onderhandelen sloeg met de PS, zogezegd omdat er binnen de federale regering toch eensgezindheid moest zijn? In een ontslagnemende regering is dat nergens voor nodig, tenzij er andere belangen op het spel staan natuurlijk.

Aan de geruchten over een samenwerking tussen Yves Leterme en Elio di Rupo hecht ik ondertussen weinig geloof. Zo'n samenwerking achter de schermen valt natuurlijk niet uit te sluiten, maar lijkt me toch onwaarschijnlijk. En bovendien, van de kant van Elio di Rupo bekeken totaal onnodig. Yves Leterme heeft hij immers al lang in zijn zak – waarom zou hij dan met hem moeten samenwerking? Bovendien valt zo'n samenwerking niet helemaal consistent te noemen met de uitvallen van Elio di Rupo naar de CD&V, al kan de samenwerking natuurlijk van recentere datum zijn. Maar dan nog blijft het merkwaardig dat bijvoorbeeld ook Laurette Onkelinx zich onlangs nog liet opmerken met een bitsige aanval op de CD&V. Of zou de samenwerking zo geheim zijn dat ze achter haar rug om zou gebeuren?

Wat er ook van zij, de informatie-opdracht van Didier Reynders heeft voor de PS vooral één functie: de tijd verder laten werken, tot de CD&V bereid is de N-VA te laten vallen. Tegelijkertijd kreeg Yves Leterme van de PS een extra injectie van zijn favoriete drug toegediend: macht. Of misschien correcter, en nog gevaarlijker: schijn van macht. De signalen die de PS ondertussen teruggestuurd krijgt van de CD&V geven in ieder geval aan dat deze tactiek op termijn misschien dan toch zijn vruchten zou kunnen afwerpen. Was daar niet Yves Leterme, die al eens liet verstaan verkiezingen «tegen elke prijs» te willen vermijden? Ik hoef daar voor de lezer waarschijnlijk verder geen cynische opmerking bij te maken. Maar belangrijker was het nieuwe signaal van CD&V-voorzitter Wouter Beke, dat ondertussen al gretig opgepikt werd door Rik Torfs: de CD&V stapt niet zonder de N-VA in een nieuwe federale regering, tenzij de N-VA zelf niet meer zou willen. En daarmee werd de onvoorwaardelijke onverzettelijkheid van de CD&V meteen omgebogen in een voorwaardelijke onverzettelijkheid. Als N-VA-voorzitter Bart de Wever morgen het verlossende woord laat vallen, zal de CD&V de handen vrij hebben om toch in een federale regering te stappen zonder de N-VA. En desnoods – liefst? – ook zonder staatshervorming. De CD&V-bocht is dus ingezet.

En er zal nog bochtenwerk aan te pas komen. Misschien hoopt men nu binnen de CD&V wel in stilte dat de N-VA er eerder vroeg dan laat er toch zelf zou uittrekken, maar ik acht die kans eerder klein. De N-VA definieert zich immers als partij in functie van haar grootste concurrent, het Vlaams Belang, met als groot verschil dat de N-VA in tegenstelling tot het Vlaams Belang wél bereid is compromissen te sluiten en deel te nemen aan de macht. Het is niet meer of niet minder dan de bestaansreden van de N-VA. Sommige waarnemers verbazen er zich al maanden over dat de N-VA de onderhandelingstafel niet wil verlaten, en verklaren dat als een angst om de zwart piet toegespeeld te krijgen, maar het probleem van de N-VA is dus groter dan dat. Als de partij de federale regeringsonderhandelingen verlaat, toont zij immers impliciet aan dat niet zij, maar wel het Vlaams Belang al de hele tijd gelijk heeft gehad over de Belgische constructie. Federaal in de oppositie belanden is voor de N-VA op zich geen probleem, als zij aan haar kiezers maar kan vertellen dat zij in die oppositie geduwd werd, en er niet zelf voor gekozen heeft. Het verlossende woord van Bart de Wever voor de CD&V (en sp.a, Groen! en Open Vld) zal daarom ongetwijfeld nog enige tijd op zich laten wachten.

Zijn de Franstaligen gefrustreerd over de houding van de CD&V, die de N-VA maar niet wil laten vallen, dan is men bij de CD&V weer gefrustreerd over de houding van de N-VA, die de onderhandelingstafel maar niet uit eigen beweging wil verlaten. De scherpe uitval van Rik Torfs aan het adres van Bart de Wever moet wellicht ook in dat licht gezien worden, en niet alleen in dat van de recente peiling die de CD&V naar een historisch dieptepunt zond.

Welke mogelijkheden heeft de CD&V dan nog om alsnog een regering-Leterme III op de benen te brengen? Áls Bart de Wever bereid is de onderhandelingstafel zelf te verlaten, heeft de CD&V meteen de handen vrij, en kan ze bovendien de staatshervorming zonder veel problemen in één of andere werkgroep stoppen. Als Bart de Wever niet zo vriendelijk wil zijn voor de CD&V, vermoed ik dat de CD&V op een gegeven ogenblik zal willen vaststellen dat de N-VA de facto niet meer in een federale regering wil stappen, ook al zegt die partij iets anders. Dat de CD&V, naar het schijnt met de C van christelijk, niet te beroerd is om platte leugens te gebruiken, weten we reeds langer. De regering-Leterme II had volgens haar wel degelijk een meerderheid aan Vlaamse zijde, omdat haar regeerakkoord ooit mee goedgekeurd werd door de N-VA. En als die regering misschien dan toch geen meerderheid aan Vlaamse zijde had, en de N-VA daar problemen rond maakte, dan lag de schuld daarvoor natuurlijk volledig bij de N-VA zelf, die de regering-Leterme II dan maar moest steunen. Met nu bovendien ook Rik Torfs in huis, kan het voor de CD&V dan toch geen probleem zijn op een bepaald ogenblik vaststellingen te doen, die weliswaar kant noch wal raken, maar die haar wel toelaten om eindelijk weer de benoemingsmachines in gang te zetten. Zou bijvoorbeeld Steven Vanackere die klus niet kunnen klaren in een informatieopdracht, zodat Yves Leterme eindelijk aan zijn formatieopdracht zou kunnen beginnen? Laat de boel ondertussen rustig nog een paar weekjes sudderen, misschien is er dan wel iets mogelijk…

Labels: , , , , , , , , , ,

Read more...

18 februari 2011

Eva Brems bij Liberales

Een tegen de N-VA fulminerend 'opiniestuk' van Eva Brems in De Morgen van 15 februari onder de titel 'Alles went, ook het radicalisme' publiceert Liberales in zijn nieuwsbrief van 18 februari ongewijzigd, als een 'essay', onder de titel 'Radicaal'. Wat is er aan de hand bij Liberales?

Volgens het stuk van Eva Brems (hoogleraar mensenrechten aan de UGent en volksvertegenwoordiger voor Groen, kieskring Leuven) zijn N-VA radicalen en is ons land sinds 13 juni niet minder dan in handen van de N-VA. Brems dicht de N-VA allerhande kenmerken toe, zoals: de N-VA wil geen oplossingen; wat ze wel willen is het virus in het systeem brengen, de houtworm in de balk; ze willen de solidariteit tussen personen gewoonweg niet behouden, dat hebben we de voorbije maanden genoeg gezien; ze stelden voor om de werkloosheidsuitkeringen te defederaliseren, een van de voornaamste sokkels van de interpersoonlijke solidariteit in ons land; Bart De Wever wil helemaal geen communautaire pacificatie; hij werkt aan het einde van België zonder dat de bevolking dit wil en tegen het algemeen belang van Vlaanderen, omdat de ultieme consequentie is dat we met Brussel ons venster op de wereld opgeven....

En wie dat laatste volgens Brems nog durft aanklagen, "is op den duur bijna zelf een radicaal." Eerder in haar stuk beweert ze: "Voor een groot deel van de publieke opinie ben je intussen een slechte Vlaming als je de NV-A niet achterna loopt." Waar haalt ze dit vandaan? Het stuk had evengoed getekend kunnen zijn door Yves Desmet, of nog Bart Brinckman (nu DS, ex-DM, cfr. 'Bart Brinckman: geen journalist maar propagandist') of Marc Reynebeau, de bekende verdedigers van de Belgische 'sokkels van de interpersoonlijke solidariteit', die ook dergelijke fantasieën uit hun duim kunnen zuigen. Waarbij Brems voor geen leugentje terugschrikt, want ze beweert dat de N-VA "soms vreemde bokkensprongen maakt (zoals toen ze eerst de financieringswet helemaal niet en daarna absoluut wel wilden bespreken)" terwijl CD&V de financieringswet als eerste op tafel legde, zoals CD&V-voorzitter Beke bevestigde, en N-VA pas daarna volgde. Men kan trouwens minstens even goed stellen dat ons land sinds 13 juni in handen is van de siamese tweeling PS en CDH, die nu al jaren 'op een zucht' van een groot communautair akkoord staan. Tenminste, als Brussel 500 miljoen euro extra krijgt natuurlijk, de faciliteiten uitgebreid worden naar meer dan 20 extra gemeenten in Vlaams-Brabant, Brussel een corridor krijgt met Wallonië, de transferts voor eeuwig gegarandeerd worden, alle vetorechten en alarmbellen behouden blijven, enz.

Wat is er aan de hand bij Liberales?

Een aanval tegen een politieke tegenstander, zonder zinnige argumenten, is op zich hier het vermelden niet waard. Maar natuurlijk wel als de tekst ongewijzigd opduikt onder de noemer 'essay' in de nieuwsbrief van Liberales van vandaag, vrijdag 18 februari '11. Zonder inleiding, zonder situering. Zomaar, in een publicatie van deze 'onafhankelijke liberale denktank'. In de uitgave van 17 december '10 werd een column gepubliceerd waarin het voornemen van klantensegmentatie bij Delta Lloyd een immorele, discriminerende en onethische beslissing wordt genoemd. ('Collectivitische intoxicatie', 20.12.10). Wat is er bij Liberales aan de hand dat ze een podium geven aan een ander soort vrijdagsgebed, met kritiek op het vrije ondernemerschap en nu een groene Fundi, tevens aanhanger van de islamfundamentalisten ('Sluipend gif van Eva Brems', 30.08.10) laten fulmineren tegen de N-VA? Past dit laatste in een scenario van sommige liberalen, die liever geen regering met de 'caracteriels' van de N-VA hebben, als ze er zelf maar bij zijn? Voorkeur die Karel De Gucht al een aantal weken geleden kond deed. Vandaag in de radiouitzending De Ochtend (VRT) herhaalde hij nog eens: "Ofwel komt er een ploeg met de bestaande regering, aangevuld met de N-VA, maar dan zal de N-VA kleur moeten bekennen. Als zij dat niet doet, is de enige mogelijkheid een regering zonder de N-VA. Dat is het aftelsysteem waarin we zitten en dat niet lang meer kan duren."

Waar moeten we in die context Liberales vandaag situeren?
Read more...

17 februari 2011

Democratie in Egypte?

Tom Naegels werpt de handschoen. In zijn column “Waar zitten ze?” (De Standaard, 1 februari 2011) daagt hij ons uit: “Waar zijn ze nu? Al die intellectuelen die ons normaal iedere dag minstens één keer donderend voorhouden dat ‘de islam' nooit democratie zal aanvaarden.”



In Naegels’ eigen De Standaard zal je ze inderdaad niet tegenkomen, want die krant duldt alleen geruststellende meningsuitingen over de islam. Daarom is er iets van kwade trouw in zijn uitdaging: hij doet triomfantelijk over een wedstrijd waar de tegenstander van deelname uitgesloten wordt.

Wat dan de inhoud betreft, “donderen” doe ik niet zo vaak, maar het genoemde standpunt wil ik tegen Toms skepsis wel hooghouden. Een Meyrem Almaci (Groen!) zal de democratie wel aanvaarden, maar de islam zal dat nooit. Zoals destijds KPB-voorzitter Louis Van Geyt wel het democratische spel meespeelde, maar het marxisme-leninisme de “bourgeois-democratie” per definitie nooit kan aanvaarden.

De columnist geeft het islamkritische standpunt aldus weer: “Omdat de ‘psychoculturele software van de islamiet' dat nu eenmaal afwijst. En dat het daarom normaal is dat al die Arabische landen dictaturen zijn. De Profeet zélf was immers een dictator!” Met die “software” bedoelt hij allicht de programmering van de gelovigen door hun geloof. Natuurlijk zijn mensen niet identiek met de doctrine die zij zeggen te belijden, dat is het verschil tussen moslims en islam. Sommigen trekken zich weinig aan van de leer waaraan zij lippendienst bewijzen. Anderen hadden al een onverdraagzame aanleg zelfs vóór ze van de islam gehoord hadden. Maar tussen die twee uitersten geldt wel degelijk dat de belijdenis van de islam mensen tot een geslotener en onverdraagzamer gedrag brengt. Ter vergelijking, sommigen bedrinken zich en rijden desondanks veilig naar huis, anderen zijn zelfs broodnuchter een gevaar op de weg; maar die twee uitersten nemen niet weg dat alcohol gemiddeld wel tot gevaarlijker rijgedrag leidt. Conditionering door de antidemocratische islam maakt het voor zijn aanhangers gemiddeld een stuk moeilijker om een democratische samenleving op te bouwen.

Naegels denkt dat de protestbeweging op ondermeer het Tahrîr-plein in Kaïro de geponeerde tegenstelling tussen islam en democratie ontkracht: “Waar zitten ze, nu er in Tunesië, Algerije, Jordanië, Jemen en Egypte de grootste democratiseringsgolf sinds de val van de Berlijnse Muur plaatsvindt?” Wel, “ze” zitten zich vooral af te vragen in hoeverre dat straatprotest en de personeelswissels aan de top inderdaad op democratisering gericht zijn.

Wat de top betreft, de generaals die de macht overgenomen hebben, weten allicht dat een elite binnen een parlementair systeem met zijn wisselende regeringscoalities zeer wel haar eigen belangen kan veilig stellen terwijl de verkozenen uit het plebs over minder essentiële zaken palaveren. In die zin zullen zij geen onoverkomelijk bezwaar hebben tegen parlementaire instellingen naar westers model. Maar verder dan dat gaat het niet, een echte motor van democratisering zijn zij zeker niet.

De demonstranten uit de nu veelbezongen facebook-generatie zullen het wel eerlijk menen met hun roep om democratie. De mondigsten onder hen, die gretig voor de camera gehaald werden, zullen inderdaad een seculiere rechtsstaat wensen. Van een doordacht politiek programma heb ik echter weinig vernomen. En talloze schreeuwerige betogers schenen alleen een negatief programma te hebben: weg met Moebarak! Die prille democratie zal zeker kinderziekten kennen, maar het is slechts al doende dat men leert.

Het is op zich niet erg dat beginnende democraten nog niet goed weten waar ze naartoe willen, maar het wordt wel een probleem wanneer zij moeten wedijveren met en groep die dat wel weet. En dan kijkt iedereen naar de Ichwân, de (Moslim-)Broeders. Hoe groot is hun greep op het kiezerskorps, dat bij vrije verkiezingen een regeringsmeerderheid zal kiezen? Aan de op het Tahrîr-plein veelgehoorde islamkreet “Allah akbar!” moeten we niet te zwaar tillen (wie “Godver…” zegt, doet daarmee ook geen geloofsbelijdenis), wel aan de recente onderzoeksbevinding dat de meeste Egyptische moslims de doodstraf willen voor ontucht en voor geloofsafval. De scènes van moslim-koptische verbroedering op het plein zijn mooi voor even, maar zullen een machtsgreep van de Ichwân niet overleven. Voor dezen is de democratisering slechts een tussenstap naar een islamstaat.

Maar dat is geen reden om hen de democratie te ontzeggen. Kiezen de Egyptenaren democratisch voor een ondemocratische islamstaat, dan is dat maar zo. Je bent voor de democratie of je bent ertegen, en dat is nu eenmaal het risico. In dat geval weerleggen zij ook enkele populaire islamsmoezen, bv. dat het “islamisme” iets van een kleine minderheid is. Leve de duidelijkheid. Boerka’s in de straten, minaretten die boven de stad uitsteken, Sharia4Belgium dat nog eens natrapt tegen Marie-Rose Morel op haar weg naar “een eeuwigheid in de hel”, of een islambewind in Kaïro: het heeft allemaal het voordeel dat het sprookjes doorprikt.

Omgekeerd blijft het mogelijk dat een campagne voor de eerste vrije verkiezingen een bewustvormingsproces op gang brengt dat de Egyptenaren van de islam verwijdert en echt voor de moderne vrijheden doet kiezen. Er is niets genetisch en onherroepelijk aan hun moslimidentiteit. Die is slechts een eierschaal die zij op weg naar de vrijheid kunnen openhakken en achter zich laten. Laat de moslims zich bevrijden uit de islam. Dát is pas tahrîr, “bevrijding”.

Labels: , , ,

Read more...

16 februari 2011

Lieten deelt bestuurszitjes uit

Lieten mag een nieuw innovatiecentrum opzetten, in Limburg uiteraard, en kan zo royaal bestuurders, directeurs en personeel benoemen. Hierbij wat meer achtergrondinformatie, om tot de vraag te komen: wat mogen de andere Vlaamse regeringspartijen hiervoor ergens anders ter compensatie doen met ons geld? (AANVULLING 21.02.11: er komt een hoorzitting)

(Noot vooraf: het artikel is geschreven vóór vrijdag 18 febr een intern bedoelde SP.A mail van Lieten uitlekte, met bijtende commentaar over de collega-ministers van N-VA en CD&V en het regeringsbeleid).

Op de website van De Tijd kan men vandaag (16 febr) lezen:
"De inspecteur-generaal van Financiën is ziedend over een nieuw initiatief van Vlaams minister van Innovatie Ingrid Lieten (sp.a). Met I-Cleantech wil ze een nieuwe speler in het Vlaamse innovatielandschap lanceren. De vzw moet innovatie in Vlaamse schone en zuivere technologie stimuleren. De nieuwe vzw zal twaalf personeelsleden tellen. Twee topmanagers zullen elk circa 100.000 euro per jaar verdienen. Er zijn ook 13 zitjes in de raad van bestuur beschikbaar, goed voor 5.000 euro per man per jaar. De Vlaamse regering en de provincies zullen de zitjes toewijzen. De Vlaamse regering trekt de komende vier jaar 5 miljoen euro uit voor de nieuwe vzw. De inspecteur-generaal heeft het over ‘gesubsidieerde jobcreatie’ en merkt op hoe het inperken van het Vlaamse ambtenarenkorps wordt omzeild ‘via deze vluchtweg naar mandaten in bestuursorganen’, betaald met belastinggeld. Volgens hem kan het steunen van de Vlaamse cleantech perfect via de bestaande structuren. ‘Dit initiatief vergroot de bestuurlijke inefficiëntie in plaats van ze te verminderen." (07u40 - woensdag 16 februari 2011)

In een aanvulling op de website dezelfde dag heet het:
"Oorspronkelijk waren er 17 zitjes in de raad van bestuur voorzien. Dat bracht Lieten terug tot 13 en vervolgens naar 9, luidt het op haar kabinet.... Minister van Begroting Philippe Muyters (N-VA) benadrukt dat de subsidies maximaal 1,2 miljoen euro per jaar zullen bedragen en maximaal 50 procent van de totale inkomsten mogen bedragen. Het zal er dan op aankomen voor de vzw I-Cleantech om voor 1,2 miljoen euro inkomsten te genereren." (15u15 - woensdag 16 februari 2011)

In de versie op de website van De Morgen (16/02/11, 07u01) heet het (een uittreksel):
Volgens de inspecteur-generaal is I-Cleantech overbodig. Hij heeft het over gesubsidieerde jobcreatie en merkt op hoe het inperken van het Vlaamse ambtenarenkorps wordt omzeild via deze vluchtweg naar mandaten in bestuursorganen, betaald met belastinggeld. Volgens hem kan het steunen van de Vlaamse cleantech perfect via de bestaande structuren. "Dit initiatief vergroot de bestuurlijke inefficiëntie in plaats van ze te verminderen."
Fractievoorzitter van LDD in het Vlaams Parlement Lode Vereeck vindt de oprichting van het instituut te gek voor woorden. "Het is toch wel erg cynisch dat een nieuwe instelling wordt gecreëerd om de gevolgen van de versnippering aan te pakken, in plaats van die initiatieven te vereenvoudigen en samen te voegen."
"Vereeck komt met een half dossier", reageerde Lieten vanochtend al op Radio 1. Ze is erg teleurgesteld over de heisa. Het advies van de Inspectie dateert van augustus vorig jaar en ondertussen is het voorstel van decreet aangepast, klinkt het.
"Er komen negen bestuursmandaten en dat zijn vooral professoren die na hun uren hun kennis ter beschikking komen stellen", werpt Lieten op.
De minister blijft pal achter het initiatief staan. "Waar het echt om draait is de stimulering van clean technology, die moet zorgen voor propere lucht, proper water, groene energie enzovoort." Volgens Lieten wordt I-Cleantech een overkoepelend platform dat de vele initiatieven die al bestaan bij tal van verschillende instanties zal stroomlijnen. (belga/adv/sps)"

Volgens de website van Het Belang van Limburg, komen er naast de 5 miljoen van het Vlaams budget ook nog 1,2 miljoen van Limburg: "De vzw zou de eerste vier jaar 5 miljoen euro van Vlaanderen krijgen en 1,2 miljoen euro van Limburg Sterk Merk. Dat geld dient voor de huur en onderhoud van een gebouw op de mijnsite in Houthalen (173.200 euro per jaar), voor de aanwerving van een afgevaardigd bestuurder, een manager en 10 personeelsleden (1 miljoen euro per jaar), voor marketingkosten (100.000 euro per jaar) en voor de beheersvergoedingen van de 17 leden van de raad van bestuur (87.500 euro)."

Commentaar van Katrien Verstraete, chef politiek & economie bij De Tijd:
"Het is een oud zeer dat het innovatielandschap in Vlaanderen nu al een complex kluwen is en dat velen door de bomen het bos niet meer zien. In 2007 benadrukte hoogleraar Luc Soete dat nog eens in een rapport aan de regering. Lieten beloofde, in navolging van haar voorgangers, klaarheid te brengen in het woud van overheidsdiensten, instellingen en allerhande platformen en fora. Maar daar is weinig van te merken. Dat toont de oprichting van I-Cleantech aan. Die vzw moet een ‘gezicht’ geven aan de Vlaamse cleantech en ‘aanvullend zijn op wat al bestaat’. Maar zou het niet verkiesbaar zijn de initiatieven - die vaak al overkoepelend werken - te bundelen of minstens hun opdracht te verruimen zodat een nieuwe vzw overbodig wordt, zoals ook de inspectie van Financien in een striemend advies voorstelt? Nu kan je je niet van de indruk ontdoen dat er weer een instelling wordt opgericht om politieke vriendjes een job of een bestuurszitje cadeau te doen. En er valt wat te verdelen bij I-Cleantech: liefst 13 bestuursleden zullen toezicht houden op … twaalf personeelsleden (onder wie twee topmanagers). Personeelskosten: ruim 1 miljoen euro per jaar. Neen, in een tijd waarin Vlaanderen de broeksriem moet aanhalen en de regering pocht dat ze het aantal ambtenaren - eindelijk - langzaam zal doen slinken, is die slinkse wijze om ‘postjes’ te creëren, niet echt kies te noemen."

Het Belang van Limburg weet ook nog het volgende te melden:
"Vereeck vindt het ook opmerkelijk dat uitgerekend de twee CD&V'ers die zich eerder in de commissie erg kritisch uitlieten over I-Cleantech, nu het voorstel van decreet mee ondertekenden. "En dat terwijl de vzw geen enkel zicht heeft op een mogelijke omzet. Financiële logica geldt blijkbaar niet voor deze regering als het om belastinggeld gaat", besluit de LDD'er."

Het hoeft natuurlijk niet te verwonderen dat I-Cleantech in Limburg komt, de provincie van Ingrid Lieten.

Het decreet

Volgens Lode Vereeck tekenden dus twee CD&Vers een voorstel van decreet over I-Cleantech, alhoewel ze er eerst kritisch over waren. Het Voorstel van decreet komt van Tom Dehaene (CD&V), John Crombez (sp·a), Matthias Diependaele (N-VA) , Koen Van den Heuvel (CD&V) , Bart Van Malderen (sp·a) , Helga Stevens (N-VA) en Robrecht Bothuyne (CD&V), met als titel 'houdende de machtiging tot oprichting van de vzw I-Cleantech Vlaanderen - innovatie in Cleantech'. Het Stuk 831 (2010-2011) - Nr. 1 , werd ingediend op 30 november 2010, en de huidige stand in de procedure (op 16 febr '11) is: te behandelen in de commissie voor Economie, Economisch Overheidsinstrumentarium, Innovatie, Wetenschapsbeleid, Werk en Sociale Economie.

Wat staat er in dat decreet? Niets meer dan:
Artikel 1. Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.
Art. 2. De Vlaamse Regering wordt gemachtigd om in het kader van het innovatiebeleid toe te treden als stichtend lid van de vzw I-Cleantech Vlaanderen – innovatie in Cleantech.

Dat is het, meer komt men daar niet te weten!... Blijkbaar heeft Lieten niet meer decretaal werk nodig dan dat om haar Limburgse I-Cleantech te kunnen starten. Ze maakt handig gebruik van een voorstel van decreet, ingediend door parlementsleden. Zo omzeilt ze elk advies van eender wie, terwijl ze met een ontwerp van decreet vanuit de regering advies zou moeten vragen, minstens bij de SERV en de Raad van State, en een RIA (reguleringsimpactanalyse) opstellen. Door het naar de parlementsleden door te schuiven, spaart ze zich al die moeite en mogelijke opmerkingen.

De beleidsbrief

Om iets meer te weten over I-Cleantech moet men gaan zoeken in de 'Beleidsbrief Innovatie 2010-2011' van minister Lieten (Stuk 774 (2010-2011) – Nr. 1) , op blz. 19 en 20:

"i-Cleantech

In het kader van de ‘vergroening van onze economie’ beoogt Vlaanderen een transitie naar een kringloopeconomie met zorg en aandacht voor mens en milieu en een zo beperkt mogelijk verbruik van grondstoffen en energie. In een dergelijke samenleving worden materiaal- en energiekringlopen gesloten waardoor de milieudruk substantieel afneemt. Meer concreet betekent dit het aanspreken van duurzame energiebronnen of materialen waarbij fenomenen zoals klimaatsverandering, uitputting van fossiele brandstoffen en zeldzame metalen en mineralen worden tegengegaan. De technologische innovatie van de processen, producten en industrieën die voor deze transitie noodzakelijk zijn, kan men samenvatten onder de noemer ‘Cleantech’. Ze optimaliseren het (her)gebruik van materialen en energie, minimaliseren de negatieve impact op mens en milieu en moeten uitzicht bieden op een toegevoegde waarde op economisch vlak....
Er is in Vlaanderen nood aan een ondersteunend initiatief om processen op het vlak van cleantech te stimuleren en om de valorisatie en doorwerking daarvan in een ruimer kader van sectorale transformaties, transities en systeeminnovaties structureel te ondersteunen. Dit grote en ondersteunende cleantech-initiatief zal substantieel bijdragen aan de doelstelling van de Vlaamse overheid om tegen 2020 tot de top-5 regio’s van Europa te behoren. De vzw i-Cleantech zal zowel ingaan op de behoefte aan technologische innovatie, als op de behoefte om de resultaten daarvan op een grotere schaal toe te passen en zo te laten doorwerken in een ruimer kader van systeeminnovatie en transitiemanagement. Het wil in die zin uitdrukkelijk toegevoegde waarde bieden en aanvullend zijn op wat al bestaat...."

Bij de bespreking van die beleidsbrief in de commissie in november '10 vindt men algemene opmerkingen van Lode Vereeck over een gebrek aan rationalisatie, op I-Cleantech specifiek gaat hij niet in:
"De heer Vereeck blijft erop hameren dat het rapport-Soete uit 2007 vroeg dat er een aanzienlijke rationalisatie zou plaatsvinden. Dat is een andere manier om geld te vinden dan door echt te snijden in de uitgaven voor O&O. De vraag rijst echter in welke mate dat rapport-Soete is gevolgd. Hij geeft twee voorbeelden uit het rapport. Zo stelt Soete dat Flanders DC, dat moet sensibiliseren met betrekking tot ondernemerschap, heel sterk overlappend werkt met een aantal agentschappen, zodat een overname door een ander agentschap misschien moet worden overwogen. Ook is er FTI, dat de bevolking moet sensibiliseren met betrekking tot wetenschap en innovatie. Dat bestaat nog steeds. Het rapport-Soete stelde de bestaansreden daarvan in vraag. De heer Vereeck heeft daarover al een aantal schriftelijke vragen gesteld aan de minister, die telkens antwoordt dat FTI en Flanders DC wel degelijk een meerwaarde hebben.... In de beleidsbrief staat wel dat de minister werk zal maken van het vereenvoudigen van het complexe innovatielandschap, maar concrete maatregelen staan er eigenlijk nog niet in. De heer Vereeck wil weten of de minister al iets meer kan zeggen over hoe ze die rationalisatie concreet zal aanpakken. Welke acties zijn er te verwachten? Ook wil hij wat meer toelichting over de besparingen op de werkings- en overheadkosten."

In zijn tussenkomst gaat de Robrecht Bothuyne (CD&V) wel specifiek in op I-Cleantech:
"De spreker steunt initiatieven op het vlak van cleantech. Die sector is een meerwaarde voor onze economie, en zal dat ook in de toekomst zijn. Anderzijds moet dit initiatief in de toekomst wel bewijzen dat het een meerwaarde is. Er zijn potentiële overlappingen. De lijst van de instellingen en organisaties die actief zijn op dit veld is enorm. Het kan niet de bedoeling zijn dat er een organisatie wordt gecreëerd die dubbel werkt met de VITO, het SIM, GENERATIES, het MIP, de initiatieven van Agoria, Flanders’ DRIVE, enzovoort. De spreker vindt het heel belangrijk dat er bij het tot stand komen van die vzw wordt gekozen voor een heel lichte structuur, die heel nauw gaat samenwerken met de bestaande organisaties. Op die manier kan wel degelijk een meerwaarde worden gecreëerd."

Ook Patricia Ceysens (VLD) heeft het over I-Cleantech, en verwijst naar het rapport-Soete: "Daarin werd een aanzet gegeven om dat zo goed mogelijk te implementeren. Toen werd bij het IWT een enorme operatie gedaan. Voor de kmo’s waren er zeven tools en zeven instrumenten, en die werden herleid tot twee. Er is dus echt wel geprobeerd om te vereenvoudigen, maar dat was niet zo gemakkelijk. Er werd ook geprobeerd om een aantal vzw’s samen te brengen, zoals professor Soete voorschreef, om ervoor te zorgen dat er minder versnippering was en meer samenwerking. De spreekster ziet in deze beleidsbrief meer inzet op nieuwe initiatieven dan op het samenbrengen van initiatieven. Ze heeft in dat verband een vraag over iCleantech. Dat staat beschreven in de beleidsbrief, maar het is gewoon een nieuwe vzw die wordt opgericht."

Natuurlijk gaat Lieten in haar antwoord niet concreet in op de noodzaak om alweer een nieuw inititatief op te zetten, en verstopt ze zich achter algemeenheden zoals: "De minister vat samen dat er naar aanleiding van aanbeveling 5 van het rapport-Soete al een aantal acties zijn ondernomen, zoals VIS en de aanpassingen binnen het IWT. Er staan bovendien nog verdere acties op stapel, zoals te lezen staat in de beleidsbrief. Het rapport-Soete is nog steeds een waardevol instrument, een richtingaangever om bepaalde optimalisaties en verbeteringen door te voeren. De minister blijft daar verder aan werken. Dat is verspreid terug te vinden in de verschillende strategische en operationele doelstellingen in de beleidsbrief."

Wie krijgt welke compensatie?

Uit het voorgaande wordt duidelijk dat de oprichting van I-Cleantech geen geheim speeltje is van Ingrid Lieten, dat nog snel-snel bedacht werd in de laatste dagen om nog wat benoemingen te kunnen doen voor het geval de SP.a in de Vlaamse regering door de liberalen zou vervangen worden. Het wordt aangekondigd in haar beleidsbrief, ze maakt gebruik van parlementsleden van alle meerderheidspartijen om een klein decreetje in te dienen dat haar machtigt om toe te treden als stichtend lid van de vzw I-Cleantech Vlaanderen. Dat is dus lang en breed tussen de meerderheidspartijen afgesproken, dat er alweer een nieuwe organisatie opgezet wordt, waarbij Lieten alles in de pap te brokken heeft.
Lieten doet geen enkele inspanning om te motiveren waarom dit initiatief niet kan ondergebracht worden bij bestaande onderzoeksinstellingen, bijvoorbeeld het VITO, met 600 medewerkers. Waarom wordt bijvoorbeeld het VITO niet gevraagd onder welke voorwaarden ze de opdracht die Lieten nu aan I-Cleantech wil geven zou kunnen en willen uitvoeren? Vito is trouwens al zeer actief op het vlak van Cleantech (*). Ze maakt er zich van af met de dooddoener dat I-Cleantech 'een meerwaarde' zal bieden en 'aanvullend' is op alles wat al bestaat.

Dan moet men toch de vraag stellen: op welke deal is die oprichting van I-Cleantech gebaseerd? Wat mogen de andere partijen en ministers in hun speeltuin doen ter compensatie van dit Lieten-speeltje? Met ons geld natuurlijk..

(*) Op de website van VITO : "Energiezuinigheid is een belangrijke factor in Cleantech. Eén van de projecten waar VITO zich op heeft toegelegd, zijn 'smart grids': intelligente energienetwerken die centrale energie-opwekking combineren met enerzijds decentrale energieproductie en anderzijds verschuifbare energievragen en –opslagmogelijkheden. ... Het volstaat voor Cleantech niet dat we honderd procent duurzame energie kunnen maken. Ook de producten en productieprocessen moeten veranderen. Daarvoor heeft VITO het onderzoeksprogramma ‘Transitie’ in het leven geroepen, dat de technologische component overstijgt en ook werkt aan sensibilisering. ... VITO heeft op 19 april 2010, naar aanleiding van i-SUP2010 ook FCA, Flanders Cleantech Association, boven de doopvont gehouden. Dit initiatief wil alle geïnteresseerde Vlaamse Cleantechbedrijven verenigen met het oog op informatie-uitwisseling, introducties en marktopportuniteiten in het buitenland, via FIT maar ook via de eigen VITO-kanalen."

Aanvulling 21.02.11:

Lieten krijgt haar decreet blijkbaar niet zomaar door het Vlaams parlement. Vandaag werd bekendgemaakt dat de betrokken commissie nu donderdag, 24 februari, om 14 uur een hoorzitting organiseert. Zijn uitgenodigd:

- de heer Dirk Fransaer (VITO en MIP)
- de heer Patrick Laevers (Groep Machiels)
- de heer Rudy Meeus (OVAM)
- prof. dr. Koen Debackere
- een vertegenwoordiger van de beroepsfederatie Essenscia

De parlementsleden kunnen het dus zelf aan Dirk Fransaer vragen, of Vito de voor I-Cleantech geplande taken kan uitvoeren, en I-Cleantech dus overbodig is.
Read more...

14 februari 2011

Rudy De Leugenaar

Topman Rudy De Leeuw van het ABVV liegt en manipuleert, en zijn vakbond bevat een onbetrouwbaar hoopje egoisten. Zijn vakbond wil weer staken, tegen zogenaamd te lage loonsverhogingen, terwijl iedereen hier meer loonsverhoging krijgt dan de werknemers bij Volkswagen in Duitsland. Worden vakbonden clubs van pesters op het werk en op straat?

Woensdag 09 februari 2011, interview van Guy Tegenbos met Rudy De Leeuw, die hem vraagt wat er mis is met het interprofessioneel akkoord. De Leeuw antwoordt onder meer: "... En neem nu vooral de loonnorm. Volkswagen Duitsland verhoogt de lonen met 3,2 procent omdat het bedrijf de crisis goed heeft doorstaan. Bij ons mag het maximaal 0,3 procent zijn. Dat is ook zo in bedrijven die de crisis even goed hebben overleefd als VW...."
Tegenbos doet helaas geen moeite om hem tegen te spreken, en publiceert de leugen van De Leeuw zonder enige kanttekening. Kon hij niet weigeren deze manifeste leugen te publiceren, of minstens in zijn artikel, of desnoods in een kaderstukje, er op te wijzen dat De Leeuw aan het liegen was?

Het duurt nog tot in het weekeind voor een reactie hierop, en die komt dan nog niet eens in De Standaard zelf, maar in Jobat, waarin Wim Verdoodt, hoofdredacteur, op de uitspraak van De Leeuw terugkomt: "Rudy De Leeuw, topman van het ABVV, speelde het slim deze week. Tijdens een interview, waarin hij nogmaals het interprofessioneel akkoord tackelde dat hij zelf mee onderhandeld heeft, verontwaardigde hij zich over de karige marge voor loonsverhoging die het IPA laat voor de komende twee jaar. Amper 0,3 procent, sakkerde De Leeuw, en dat terwijl Volkswagen Duitsland de lonen in één klap met 3,2 procent verhoogt omdat het bedrijf de crisis goed heeft doorstaan. Wat de sluwe vos De Leeuw niet vermeldde, was dat die 0,3 procent opslag de komende twee jaar bovenop een geschatte indexverhoging van om en bij de 4 procent komt. Als er iemand reden tot klagen heeft, zijn het wel de arbeiders van VW Duitsland."

Als ik nog een beetje kan rekenen is 4 procent (anderen spreken van 3,9 procent, zie hieronder) plus 0,3 procent in totaal 4,3 procent. Of nemen we 3,9 + 0,3 = 4,2 procent. Dat is één volle procent meer dan 3,2% bij Volkwagen Duitsland, waar de medewerkers 'zoveel meer krijgen' omdat volgens De Leeuw zelf ze 'de crisis goed hebben overleefd'. Hier mag dat volgens De Leeuw slechts 0,3% zijn, zelfs in bedrijven die even goed de crisis overleefden als VW. De Leeuw is geen sluwe vos maar een leugenaar met wat hij beweert. En een manipulator die liegt om zijn stakingsacties te rechtvaardigen. Hier krijgen in ELK bedrijf, of ze nu al of niet de crisis even goed overleefden als VW, ALLE medewerkers 4,2% meer loon de volgende twee jaar, tegen slechts 3,2% bij het succesvolle VW. De loonkloof met Duitsland zal dus weer wat groter worden, en worden we weer wat minder competitief tegenover onze grootste exportpartner Duitsland. Dat lijkt leugenaar De Leeuw niet te storen.

Verder staan er nog enkele verbazende zaken in het interview met leugenaar De Leeuw:

"De basis heeft gesproken. Het maximum dat wij konden bereiken na máánden onderhandelen, is geen goed voorstel. Een inlevering op de hoogste ontslagvergoedingen die worden berekend (met de schaal-Claeys), was verdedigbaar. Maar de werkgevers moesten absoluut ook een inlevering hebben op de gewone wettelijke opzegtermijnen voor lagere bedienden. Dat deed de deur dicht. Ook de arbeiderscentrales verwierpen dat. Ik heb daar een beoordelingsfout gemaakt. Ik heb dit in de tekst laten staan hoewel ik tijdens de onderhandelingen heb gezegd dat onze basis dit nooit zou aanvaarden. Ik wist het. Het werkte zelfs als een rode lap op een stier." Waarop Tegenbos: "Niet u maar de leiders van de vakcentrales zijn baas binnen het ABVV?", en De Leeuw antwoordt: "Het ABVV heeft sterke centrales. Maar dat wist ik toen ik kandidaat was voor het ABVV-voorzitterschap. Overigens: het ACLVB heeft geen centrales en heeft het akkoord ook verworpen."
Terug Tegenbos: De anderen vinden u een onbetrouwbare sociale partner. De Leeuw: "Dat hebben ze niet tegen mij gezegd. Ik heb mijn paraaf onder de tekst gezet om te bevestigen dat dit een correcte weergave was van de besprekingen. Ik heb nooit gezegd dat ik dit zou verdedigen bij mijn achterban."

Dat is geen leeuw maar een onbetrouwbare angsthaas. Uit schrik zijn dikbetaald postje te verliezen gaat hij wild rond zich uithalen. Hij heeft een 'beoordelingsfout' gemaakt door een tekst over de opzegtermijnen in het akkoord te laten staan, terwijl hij zogezegd al had verwittigd dat zijn basis dat nooit zou aanvaarden. En De Leeuw heeft blijkbaar niet mee onderhandeld en zijn akkoord gegeven, alleen heeft hij als een kantoorklerk een tekst geparafeerd om te bevestigen dat wat daar geschreven stond, de juiste weergave was van de besprekingen. (Interview: 'Ze moeten eens leren luisteren')

De dag ervoor (8 febr '11) had Johan Rasking, redacteur economie, gelukkig al een heel andere versie gegeven, in de rubriek 'De Standaard analyse': Waarom het loonakkoord geen kans op slagen had':

- over de goedkeuring van het akkoord: Volgens de betrokkenen was er geen alternatief. 'Dit is het enig haalbare', staat letterlijk te lezen in het ontwerpakkoord. Die mededeling werd geparafeerd door alle onderhandelaars. Ook de eerste reactie van ABVV-voorzitter Rudy De Leeuw was voorzichtig positief. Heel even. Tot De Leeuw enkele uren na de bekendmaking van het ontwerpakkoord schrok van een hele luide 'neen' bij zijn bediendenbond BBTK en bij de socialistische metaalcentrale. Waarop hij prompt zijn handen van het akkoord aftrok en verklaarde dat hij de tekst zou voorleggen aan de achterban 'zonder hem te verdedigen'. Bij ACV en ACLVB hebben de voorzitters de tekst wel verdedigd. Bij de liberale bond bleek de achterban niet te overtuigen, maar hier treft topman Jan Vercamst geen persoonlijke schuld. En Luc Cortebeeck heeft een storm van kritiek doorstaan om de tekst goedgekeurd te krijgen.

- over de automatische loonindexering: Cortebeeck heeft meermaals het onverkorte behoud van de automatische loonindexering als belangrijke syndicale overwinning benadrukt. En hij was eerlijk in zijn communicatie over de index. 'We mogen niet doen alsof die index nul is. Het gaat wel degelijk om 3,9 procent koopkracht.' Binnen het ABVV is die boodschap nooit gegeven. Daar klonk al snel de kritiek dat er amper marge was (0,3 procent) voor loonsverhoging. '6 euro op 2.000 euro: is dat alles?', luidde het cynisch bij de rijkste arbeiderscentrale, die van de bouw- en chemiesector. Over de 3,9 procent index: geen woord. Het is zoals VBO-directeur Pieter Timmermans het verwoordt: 'Als de Duitse vakbonden met 3,9 procent loonstijging naar hun achterban trekken, krijgen ze applaus. Hier wordt de index, ten onrechte, niet als een loonsverhoging gezien.'

Johan Raskin besluit: "In het debat over de toenadering tussen arbeiders en bedienden is Rudy De Leeuw gezwicht voor de baronnen in de centrales. Het is nu bewezen: in het ABVV gaat het eigen gelijk voor op de solidariteit met anderen. De Leeuw heeft geen weerwerk gegeven aan de demagogie van de centrales, om zijn eigen hachje te redden. Het resultaat is dat het ABVV een outcast dreigt te worden. Wie wil er nog met een vakbond onderhandelen die nul millimeter ruimte biedt voor een compromis? En wat gaat er overblijven van de slagkracht van het ABVV als de vlucht vooruit - een reeks vrijdagstakingen - niet aanslaat bij de gewone werkman en -vrouw en dus ook geen politieke impact heeft op de PS?"

Yves Desmet hierover in De Morgen (10.02.11): "Het lijkt in dit land onmogelijk te worden om over om het even wat een compromis te bereiken, zonder gegijzeld te worden door de meest radicale elementen van de eigen achterban. Het ontbreekt duidelijk aan leiders met voldoende gezag om desnoods tegen die eigen achterban in toch nog een akkoord door te drukken."
Maar zijn die achterban nu juist niet die cenakels die de mond vol hebben over 'solidariteit' en de 'sterk uitgebouwde Belgische onderhandelingstafel' waar de progressieven strijd moeten leveren voor een links maatschappelijk project?

Vakbonden: specialisten in pesterijen, op het werk en op straat?

Het is zeer te hopen dat 'de vlucht vooruit' met vrijdagstakingen niet zal aanslaan, niet alleen bij de werkman, maar verzet zal oproepen bij de hele bevolking. Een indicatie hiervoor kan men al vinden in de internet-poll van De Morgen (05 febr) met de vraag: "De socialistische vakbond ABVV heeft het voorliggende ontwerp voor een Interprofessioneel Akkoord vandaag verworpen. Terecht?'
Er was een zeer uitzonderlijk hoog aantal antwoorden: 17.925, tegenover meestal een paar duizend bij de dagelijkse polls op hun website. Slechts 5% (850 stemmen) antwoorde met 'Ja', terwijl niet minder dan 95% (17.075) met 'Neen' te kennen gaf dat het ABVV het IPA ten onrechte had verworpen.

Wat vooral erg is aan deze evolutie is dat de hele actie gebaseerd is op een manifeste leugen, gepropageerd door zowel de 'rijke' ABVV-centrales als hun topman. Geen woord, bij de rijkste arbeiderscentrales, over de 3,9 procent loonstijging, Rudy De Leeuw liegt er over in De Standaard, en vermoedelijk - ik ben het niet nagegaan - ook herhaaldelijk in alle kranten en radio- en TV-journaals waar hij aan het woord komt. Cfr, eentje, Het Laatste Nieuws, website, nog maandag 14 februari, waar hij het blijft hebben over slechts 0,3%:
"De marge van 0,3 pct boven de index in 2012, wat ook is overgenomen in het bemiddelingsvoorstel van de regering, valt voor het ABVV niet te slikken. "Met een groei de komende twee jaar van 4 procent is 0,3 pct onvoldoende", aldus De Leeuw."

De vis begint te rotten vanaf de kop, heet het: de rijkste ABVV-centrales liegen, samen met hun hoogste baas. Vorige week werd bekend dat niet alleen bij Mactac, maar ook bij de Brusselse vervoermaatschappij MIVB vakbondsafgevaardigden het voortouw namen in het jarenlang pesten van collega's. Zoals bij sexueel kindermisbruik eerst druppelsgewijs verhalen naar boven kwamen, is dit wellicht ook pas het topje van de ijsberg, en volgen er nu nog meer verhalen over pesten door vakbondsafgevaardigden. Is het vakbondsmilieu zo verziekt dat de normvervaging er zover gaat dat, in plaats van collega's bij te staan, te helpen en te verdedigen, de 'délégués' in tegendeel voorgaan in fysiek en psychologisch pesten van collega's? Als de baas liegt en manipuleert, dan mag men zich in die organisatie aan alles verwachten zeker?
Read more...

12 februari 2011

De RVA privatiseren

Privatiseer de RVA voor haar kernopdracht: een verzekeringssysteem dat zorgt voor een zeer decent tijdelijk vervangingsinkomen bij werkloosheid. Al de rest, een 'doelgroepenbeleid' en andere sociale maatregelen tegen langdurige werkloosheid, is dan regionale materie, waarbij een grondige vereenvoudiging minstens even belangrijk is.

Het doel van een werkloosheidsreglementering zou moeten zijn aan de werklozen die niet onmiddellijk in een nieuwe arbeidsbetrekking kunnen worden ingeschakeld, een werkloosheidsuitkering toe te kennen ter vervanging van het loon dat zij hebben verloren. Werkgevers en werknemers betalen hiervoor een bijdrage, die via de RMZ bij de RVA terecht komt om de uitkeringen te betalen. Met het door de RSZ aan de RVA doorgestorte geld worden ondertussen echter allerlei zaken betaald, die niets meer met de oorspronkelijke opzet te maken hebben van een sociaal vangnet voor werkloze arbeiders en bedienden in de privésector. Zo komt het dat afgestudeerden die nog nooit gewerkt hebben een werkloosheidsvergoeding krijgen (107.000, nov '10) ten laste van de RVA, dat men loopbaanonderbreking/tijdskrediet kan krijgen met een vergoeding betaald door de RVA, de RVA ook nog verlof voor pleegzorgen sponsort, onthaalouders, PWA, dienstencheques, 116.800 werknemers op brugpensioen onder zijn 'klanten' telt, enz. (Zie meer details in het artikel van 08/02/10: '(RVA 2010) (deel 2) RVA: de grabbelton voor alleman').

De RVA heeft in het totaal 1.233.000 'klanten' aan wie ze een of andere uitbetaling doet, terwijl er daarin slechts 405.000 zitten die een vergoeding als werkzoekende werkloze krijgen (cijfer dec '10). Met moeite een derde dus van de RVA-klanten zijn werkzoekende werklozen. Andere categorieën om tot die 1,2 miljoen 'klanten' te komen zijn 'de werknemers die door de RVA worden ondersteund' en 'de werknemers die met steun van de RVA hun arbeidstijd aanpassen'. De RVA jongleert ook zo met cijfers dat men het totaal aan werklozen dat echt beschikbaar is voor de arbeidsmarkt moeilijk kan reconstrueren. December 2010: de 'werkzoekende werklozen vergoed door de RVA' komen op 405.027. Op basis van een andere statistiek moet dat de som zijn van 'de niet-werkende werkzoekenden die recht hebben op een uitkering betaald door de RVA', dezen 'na een voltijdse betrekking' (304.151) als dezen 'na studies' (100.876). Die twee categorieën geven het getal 405.027. Daarnaast zijn er echter ook nog volgens die zelfde statistiek van 'niet-werkende werkzoekenden die recht hebben op een uitkering betaald door de RVA' nog 26.000 in de categorie 'na een vrijwillig deeltijdse betrekking' en 3.076 'voltijds brugpensioen zonder vrijstelling van inschrijving als werkzoekende', die echter blijkbaar niet opgenomen worden in de maandelijkse 'federale cijfers betreffende de vergoede werklozen'.

Wat hebben 'de niet-werkende niet-werkzoekenden die recht hebben op uitkeringen betaald door de RVA' te zoeken bij de RVA? Zo een categorie is toch alleen maar in een surrealistisch land als België denkbaar: de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening betaalt een uitkering aan niet-werkzoekenden!... Dat zijn er zo'n 213.000 in het totaal:
- Vrijstelling omwille van sociale of familiale moeilijkheden: 8.775
- Oudere werklozen: 87.500
- Voltijds brugpensioen met vrijstelling van inschrijving als werkzoekende: 116.780

De RMZ en dus ook de RVA zijn in de loop der jaren een grabbelton geworden voor alles en nog wat, die op een zeer ondoorzichtige manier wordt gefinancierd. In 2006 werd ongeveer 54 miljard euro aan 'eigen ontvangsten' ingezameld voor het 'globaal beheer' der werknemers via de RMZ. Slechts ongeveer 66% van deze eigen ontvangsten was nog afkomstig uit bijdragen van werkgevers en werknemers, 10% bestond uit staatstoelagen, 18% was afkomstig van de 'alternatieve financiering' (hoofdzakelijk van BTW-inkomsten), 4% van toegewezen ontvangsten en 2% van andere bronnen. (Website Sociale Zekerheid 'Welke middelen worden ingezameld ter financiering van het stelsel der werknemers ?', tot vandaag, 10.02.11, zijn er daar geen recentere cijfers te vinden). 'Globaal beheer' betekent dat sinds midden jaren '90 de middelen niet meer tak per tak worden ingezameld, maar dat er een gezamenlijke inzameling van middelen bij de RMZ gebeurt, voor een aantal takken (werkloosheid, gezondheidszorgen, pensioenen, kinderbijslag,..) samen. Daarna worden aan de verschillende takken bedragen toegewezen op basis van de jaarlijks variërende financiële behoeften per tak, en dus niet jaarlijks verdeeld op basis van vaste verdeelsleutels of van de heffingen die geïnd werden per tak. De bijdragen die b.v. zogenaamd voor de werkloosheid worden ingehouden bij werknemers (0,87% van het bruttoloon) en werkgevers (1,46%) zijn dus totaal losgekoppeld van het budget waarover de RVA beschikt om allerhande uitkeringen te betalen.

Gezien met het 'globaal beheer' niet meer duidelijk is wie wat betaalt, kunnen politici gemakkelijk geschenken uitdelen op kosten van de RVA, want 'de overheid betaalt toch mee'. Gezien 'de overheid toch meebetaalt' sluiten dan weer de sociale partners akkoorden af, waarvan ze de kosten afwentelen op de RMZ/RVA. Zo is het interprofessioneel akkoord wat het ontslagluik betreft volgens prof. Marc De Vos, hoofddocent UGent en directeur van het Itinera Institute, weer meer van hetzelfde: "Budgettair willen de sociale partners ontslag in drie blokken kappen: één normale, één netto zonder sociale bijdragen en één volledig op kosten van de gemeenschap. Men kreeg de kerk niet genoeg in het midden: de extra ontslagkost voor arbeiders is onvoldoende gecompenseerd met de vermindering voor bedienden. Dan maar aan de samenleving om het verschil te overbruggen. De kwalijke gewoonte om ontslagkosten af te wentelen denk maar aan het brugpensioen wordt hiermee voortgezet. Bovenal ontbreekt een moderne visie over het doel van ontslagbescherming. Vele specialisten, ikzelf inbegrepen, pleiten al lang voor een tweepijlersysteem: vaste opzegtermijnen en een persoonlijk budget om snel nieuw werk te vinden. Het eenheidsstatuut was de historische kans om de ontslagkost aldus te delen en het ontslag aan te passen aan de moderne arbeidsmarkt, waar mobiliteit essentieel is. Die kans is grandioos gemist. Ontslag blijft een cashverhaal en onze manke arbeidsmarkt ziet een structurele kentering aan zich voorbijgaan." (Opiniestuk De Morgen, 20 jan '11 'Het compromis 'à la belge' heruitgevonden' )

Gezien zowel de liberale als de socialistische vakbonden het IPA afkeurden, probeerde de ontslagnemende regering-Leterme op vrijdag 11 februari alweer met lapwerk en met ons geld de vakbonden ABVV en ACLVB tegemoet te komen. Alle belastingsbetalers worden dus weer opgevorderd een akkoord tussen de 'sociale partners' uit hun zak te betalen.

Privatiseer de kern-RVA

Niemand is er nog verantwoordelijk voor dat de tering naar de nering wordt gezet. 'Grabbel maar, een ander zal waarschijnlijk wel minstens meebetalen,' is zowat de sfeer. Hoe wil men dan beginnen besparen? Eerder dan het huidige RVA-kluwen volledig of gedeeltelijk te regionaliseren, is een grote opkuis nodig, en een privatisering van de kern van de RVA: een verzekering van werkwillige werknemers die een tijd zonder werk zitten. Een RVA zonder geld van de overheid, die er dan ook niets meer in de pap te brokken heeft en ook geen geschenken meer kan uitdelen. Met dus, zoals in Nederland, bijdragen aan deze privé-RVA alleen door de werkgevers. Ook de werkgevers moeten geresponsabiliseerd worden, gezien ze vandaag in hetzelfde bedje ziek als de politici en de vakbonden: beloften doen en de kosten afwentelen op ons allemaal. De kern van de zaak is niet of de werkloosheidsverzekering voor de werkloze werkwilligen federaal moet blijven of overgeheveld moet worden naar de gewesten: ze moet geprivatiseerd worden.

Beperk de RVA-werkloosheidsverzekering in de tijd

We kunnen niet het enige land ter wereld blijven waar men werkloosheidsvergoeding onbeperkt in de tijd krijgt, zelfs al voor men ooit gewerkt heeft, en zelfs 'van vader op zoon' tot zijn 65 jaar werkloos kan zijn zonder één dag gewerkt te hebben. In Nederland kan men bij werkloosheid 3 tot maximaal 38 maanden lang een uitkering krijgen, afhankelijk van de duur van de tewerkstelling. Tot 2006 was dat vijf jaar. De eerste twee maanden krijgt men 75% van het SV-loon. Over de overige maanden krijgt men 70% van dit SV-loon. (SV-loon is het loon dat men verdiende voordat men werkloos werd en waarover premies sociale verzekeringen betaald zijn). De uitkering is in Nederland nooit hoger dan ongeveer € 2.750 bruto per maand. Dat is dus meer dan het dubbele van de hoogste Belgische vergoeding, die 60% bedraagt van de hoogste loongrens van 2.250,63 euro of 1.350 euro.

De RVA wordt dus geprivatiseerd en de werkgevers geresponsabiliseerd. Hoe vlugger werklozen weer aan de slag gaan, hoe lager de bijdragen van de werkgevers aan de privé-RVA zullen zijn. Ze hebben er dus baat bij mensen terug aan het werk te krijgen. Opleidingen en herscholingen kunnen gebeuren zowel door de privé-RVA als uitbesteed worden aan de regionale VDAB's. Er moet dus een beperking in de tijd komen aan de werkloosheidsvergoeding uitbetaald door de privé-RVA. Daarna moet een werkloze bij het gewest aankloppen, volgens mijn voorstel bij voorkeur bij de gemeente.

Als men de redenering van Marc de Vos, Itinera Institute volgt, is de eeuwigdurende werkloosheidsvergoeding zelfs een vals probleem, dat perfect oplosbaar is:
"Dan is er de kwestie van de werkloosheidsuitkeringen zelf. Daarover bestaan grote verschillen: politiek, communautair en tussen vakbonden en werkgevers. Ik suggereer het regionaliseren van de besteding van het budget van de werkloosheidsuitkering. De organisatie van de werkloosheidsverzekering blijft dan federaal. Maar het federale budget van de uitkering kan regionaal worden gepoold met andere instrumenten om tewerkstelling te bevorderen. Daarmee sla je twee vliegen in één klap, want het aloude debat rond de duurtijd van de werkloosheidsuitkeringen is ermee opgelost. De regionale instanties kunnen dan, op maat van de werkzoekende, beslissen wat het beste de herintegratie bevordert op welk moment van de werkloosheid, en vrij het budget besteden als uitkering, als een andere steun, of in een combinatie. Gedaan de oeverloze discussies over zin en onzin van onbeperkte werkloosheidsverzekering. Gewoon maatwerk dat het beste rendeert en ook volledig steun blijft geven waar het nodig is. ('Versterk het arbeidsbeleid', De Standaard, 17 jan '11)

Als de regionale instantie haar steun een werkloosheidsvergoeding wil noemen, mij goed. Gelijk welke naam het krijgt, het is een feit dat men altijd steun krijgt, ook al is het niet meer een vergoeding 'omdat men geen werk heeft'. Leefloon bestaat toch nog altijd, en kan door de regio's aan langere werklozen uitbetaald worden.

Brugpensioen ook ten laste van privé-RVA

Wie nog nooit gewerkt heeft, heeft geen recht op een vergoeding van de privé-RVA. Als de gewesten zoiets willen betalen, aan hen om te beslissen, en te betalen. Een werkloosheidsvergoeding krijgt een werkloze in functie van zijn aantal jaren werk: hoe langer voorheen aan het werk, hoe langer hij een werkloosheidsvergoeding krijgt. Als iemand na bijvoorbeeld 38 maanden, als we de maximale Nederlandse duur overnemen, nog geen nieuw werk heeft, houdt zijn werkloosheidsvergoeding op, en moet hij gaan aankloppen bij de regionale overheid om een vergoeding te krijgen. Wel zou ik geneigd zijn de hele kost van de brugpensioenen te versassen naar de privé-RVA, ten laste van de werkgevers. Dat komt dan neer op een gegarandeerde werkloosheidsvergoeding tot zijn 65 jaar, ook als men op 58 jaar op brugpensioen werd gestuurd, dus meer dan de 38 maand van Nederland. En dus nog langer als men nog vroeger dan 58 jaar op brugpensioen werd gestuurd. Daar kan zeker nog wat aan gesleuteld worden, dat het toch ook afhankelijk blijft van de duur van tewerkstelling, en men b.v. minstens 35 jaar moet gewerkt hebben om van 58 tot 65 jaar een brugpensioen te ontvangen. Wie zo lang werkbekwaam was, en plots naar huis gestuurd wordt, daar klopt toch niets van. Men wordt toch niet plots werkonbekwaam na zoveel jaren? Daar gaat het natuurlijk niet om bij het brugpensioen, maar is het vandaag een van de trucken om de loonkosten van een bedrijf te laten dalen op kosten van de gemeenschap. Dus laat de privé-RVA maar betalen, het geheel van werkgevers dus. Benieuwd of dan nog veel brugpensioenen gegeven worden.

Regionaliseer al de rest, na een grondige schoonmaak

Als men de 'Nota De Wever'leest, het hoofdstuk 'Werkgelegenheid en arbeidsmarkt' wordt men duizelig van de vele maatregelen die vandaag bestaan, en zouden moeten overgeheveld worden naar de Gewesten en de Gemeenschappen. (Zie een deel van tekst van dit hoofdstuk onderaan dit artikel). Het eerste wat dus zou moeten gebeuren is het opruimen en vereenvoudigen van dit kluwen aan maatregelen die in de loop der jaren uitgevonden werd, en er voor zorgt dat zelfs de RVA over een grote complexiteit klaagt. Over de brugpensioenen stond al in het jaarverslag van 2008: "De RVA moet ook steeds meer inspanningen leveren om de – toenemende en rechtmatige – behoefte aan informatie van sociaal verzekerden en werkgevers in te lossen en daarbij, ondanks de complexiteit van de reglementering, te zorgen voor een optimale leesbaarheid van formulieren, beslissingen en informatiedocumenten en -brochures. Deze complexiteit heeft niet alleen gevolgen voor de activiteiten van de RVA, ze houdt ook risico’s in voor de sociaal verzekerden zelf. Binnen een steeds complexer reglementair kader groeit het risico dat de reglementering niet correct en eenvormig wordt toegepast. Anderzijds is het in sommige materies erg moeilijk geworden om de sociaal verzekerden nog op een verstaanbare manier uit te leggen wat hun rechten en plichten zijn. Zij zullen dan ook niet meer in staat zijn om hun rechten inzake sociale zekerheid ten volle te doen gelden en hun plichten na te leven."

De sociale partners klagen over administratieve overlast, maar liggen dus zelf mee aan de basis van de meest complexe materie bij de RVA. Een reden te meer om ze te responsabiliseren door een duidelijke scheiding van een werkloosheidssysteem voor werkwillige en inzetbare werklozen, versus maatregelen om allerhande groepen meer aan het werk te krijgen en langdurige werkloosheid te bestrijden.
Voor alle anderen die de RVA vandaag steunt moet een veel eenvoudiger systeem opgezet worden, met een reglementering uitsluitend op gewestelijk of gemeenschapsniveau. En met zoveel mogelijk operationele uitvoering (betaling, controle) door de gemeenten, zonder gewestelijke instanties of vakbondsafdelingen daar tussen. Alleen zou er een regionale VDAB kunnen blijven als dienstverlener voor het aanbieden van opleiding, scholing, omscholing en begeleiding naar nieuw werk, zowel voor de werkzoekenden die een RVA-uitkering ontvangen - voor zover de privé-RVA dit dus deels of volledig uitbesteed aan de VDAB - als voor de door de gewesten betaalde langdurige werklozen die aankloppen bij de gemeente, of eender welke leefloonontvanger van de OCMW's.

Responsabiliseer iedereen

De werkgevers moeten er dus voor instaan dat wie aan het werk is goed wordt bijgeschoold, zodat hij snel weer inzetbaar is als hij werkloos wordt. Als een werkloze niet snel terug aan werk geraakt moeten de werkgevers er eerst voor zorgen dat de werkwilligen bijgeschoold worden. Vergoedingen aan schoolverlaters, bij verlof voor pleegzorgen, aan onthaalouders, dienstencheques, hebben met werkloosheid van werkwilligen niets te maken. Die horen in een ander systeem thuis, waarover blijkbaar heel velen van diverse strekkingen het eens zijn dat ze geregionaliseerd mogen worden. Alexander De Croo spreekt zich uit voor een federaal systeem voor de eerste twee werkloosheidsjaren en voor een volledige overheveling van de langdurige werkloosheid naar de regio's, de Vlaamse werkgeversorganisaties willen ook het behoud van een federaal systeem met bevoegdheid van de regio's voor een doelgroepenbeleid, zelfs Bea Cantillon (die onlangs nog het regionaliseren van onderdelen van de sociale zekerheid niet minder dan ‘een achteruitgang van de beschaving’ noemde) is voorstander van een regionaal beleid op dat vlak met een regionalisering van activerende maatregelen. Tenslotte doet Marc De Vos een poging om solidariteit en responsabiliteit te verzoenen. Een greep uit hun uitspraken:

VLD-voorzitter Alexander De Croo geïnterviewd:
'Ik aanvaard wel dat er in België solidariteit moet blijven bestaan. Maar je kunt toch zeggen dat de werkloosheid tot twee jaar, die conjunctureel is, federaal moet blijven en daarnaast de langdurige werkloosheid, voorbij twee jaar, die veel meer met activering te maken heeft, aan de regio's geven. Dat lijkt ons een betere invalshoek dan die dogmatische bril van splitsen is beter, want dat is niet altijd het geval.' (De Standaard, 15 jan '11)

Luc De Bruyckere (voorzitter Voka), Piet Vanthemsche (voorzitter Boerenbond) en Karel Van Eetvelt (gedelegeerd bestuurder van Unizo) in een opiniestuk in De Standaard:
"Langdurige werkloosheid is een structurele handicap op de arbeidsmarkt die een specifieke aanpak vergt. Gelet op hun bevoegdheden inzake onderwijs, vorming en bijstand aan personen, zijn de regio's het best geplaatst om deze groep weer te integreren op de arbeidsmarkt. In de nieuwe staatsstructuur moeten de regio's hierop ook via een regionaal doelgroepenbeleid kunnen inspelen. Uiteraard dienen de gewesten ook binnen dit federale werkloosheidsstelsel vanaf dag één werk te maken van de begeleiding en activering van werkzoekenden. De gewesten moeten dus binnen een federaal kader volwaardig kunnen beslissen over de criteria voor een passende betrekking, over de controle en over de sancties. Bovendien moeten gewesten bevoegd zijn voor RSZ-kortingen aan doelgroepen."

Bea Cantillon, Patricia Popelier en Ninke Mussche (Universiteit Antwerpen):
"Het zou overigens een historisch unicum zijn dat een federatie met een ontwikkelde welvaartsstaat haar sociale zekerheid splitst. Ook al is er in vele federale landen sprake van decentralisatie of devolutie, het is echt geen toeval dat daar waar sterke systemen van interpersoonlijke herverdeling bestaan met bijbehorende grote en performante uitvoeringsorganisaties, deze de neiging hebben om federaal te blijven. Dat is bij ons niet anders... Dat betekent niet dat Vlaanderen ,Wallonië en Brussel niet meer eigen sociaal beleid zouden moeten kunnen voeren.... Vlaanderen zou de mogelijkheid krijgen om bijvoorbeeld een eigen systeem van kinderbijslagen uit te werken (daar is de Vlaamse regering volop mee bezig maar er bestaat geen juridische zekerheid of dit grondwettelijk wel kan). 'Het anders doen', zou betekenen dat de federale overheid de kaderwetgeving uittekent. De deelstaten zouden dit dan nader kunnen invullen in functie van de eigen voorkeuren en behoeften.... In de werkloosheidsverzekering, kan het aan de deelstaten overgelaten worden om nader in te vullen wat bijvoorbeeld een 'passende dienstbetrekking' is. Ook de regionalisering van activerende maatregelen en het bonus-malussysteem passen in dit plaatje".
(Opiniestuk 'Andere keuze dan óf splitsen óf status-quo' in De Standaard, 24 jan '11)

Marc de Vos, Itinera Institute: "Het meest delicate is financiering. Volledig splitsen, betekent ieder voor zich. Ik ben daar geen voorstander van. Vlaanderen heeft overigens belang bij een federaal systeem dat alle gewesten stimuleert voor goede werkloosheidsbestrijding. Vlaanderen vergrijst, het talent wordt schaarser en we moeten kunnen rekenen op het onbenutte talent uit bijvoorbeeld Brussel. Als tegengewicht voor solidariteit moet de financiering van de werkloosheidsverzekering financieel ‘responsabiliseren'. Goede regionale werkloosheidsbestrijding moet beloond worden, slecht beleid moet gestraft worden. Geen van beide gebeurt vandaag. Dat brengt de regionalisering van de werkloosheidsverzekering uiteindelijk bij het grote dossier van de financieringswetgeving. Ofwel biedt die een transparante oplossing door een combinatie van fiscale autonomie en voorwaardelijke, geobjectiveerde transfers. Ofwel moet er op de werkloosheidsverzekering een stelsel van bonus/malus worden geënt." ('Versterk het arbeidsbeleid', De Standaard, 17 jan '11) .

Laten we de collectivistische intoxicatie achter ons

Allen hiervoor blijven helaas in het bestaande stramien van een federale overheid die zijn neus stopt in de werkloosheidsverzekering, en leggen ze zich blijkbaar neer bij de steeds grotere collectivisering van alle gebieden van het leven en werken, met een overheid die zich steeds meer met alles en nog wat bezig houdt. De discussie over de 'interpersonele solidariteit' is een schijndiscussie om te verbergen dat men op zoveel mogelijk vlakken de macht via de federale overheid wil behouden en de bestaande machtscenakels wil behouden, zoals het sociaal overleg, de macht van de vakbonden op het federaal niveau en in overheidsbedrijven, die ook nog eens royaal geld krijgen om de werkloosheidsvergoeding uit te betalen. Bij een privatisering van een kern-RVA worden die verroestende verhoudingen gebroken. Het maakt wel een grote verbetering van de werkloosheidsverzekering mogelijk, met responsabilisering van de werkgevers en veel hogere uitkeringen. De verzekering tegen arbeidsongevallen is een verzekering die volledig geprivatiseerd is gebleven. Klachten heb ik hierover nergens gehoord. Waarom zou dit bij de werkloosheid ook niet kunnen? Bij de reorganisatie in Nederland kon het werk bovendien ook nog eens gebeuren met duizenden ambtenaren minder.

En op regionaal vlak moet men niet komen met bonus/malussystemen, want dan blijven er nog steeds communicerende vaten tussen het federaal budget en de budgetten van de deelstaten. De deelstaten moeten over eigen inkomsten beschikken voor hun sociale politiek, en de bonus moeten ze zelf krijgen of de malus slikken, zonder een achterliggende siphon van een federale overheid. Zoals De Wever in zijn nota voorstelde, waarbij men over een periode van tien jaar overgaat van een federale budget dat wordt overgeheveld naar de deelstaten, bepaald op basis van de huidige omvang en regionale verdeling van de federale programma’s die worden overgeheveld, naar een verdeling volgens fiscale capaciteit. Dat sluit niet uit dat er een of andere vorm van 'Finanzausgleich' kan blijven bestaan tussen rijkere en armere gewesten.

(In dit artikel gaat het om het principe van responsabiliseren, niet om gedetailleerde schema's.)
------------------------------------

Volledige tekst van de 'Nota De Wever' (op de website van De Standaard)

Uittreksels uit het hoofdstuk 'WERKGELEGENHEID EN ARBEIDSMARKT'

Meer bevoegdheden voor de Gewesten en de Gemeenschappen

Samenvatting

Het verschil tussen de Vlaamse en Waalse arbeids- en werklozenmarkt wordt erkend. De regelgeving blijft federaal. De uitvoering en beslissingen over opleidingsprogramma's, het zoeken naar werk, het geven van vrijstellingen, enz. wordt een gewestelijke zaak.

De sociaaleconomische situatie verschilt grondig tussen Vlaanderen, Wallonië en Brussel. Om een beleid op maat te kunnen voeren, worden er meer bevoegdheden naar de deelstaten overgeheveld.

Controle op de beschikbaarheid en bestraffing van werklozen

De huidige taakverdeling tussen de federale overheid (RVA) en de gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling (Forem, Actiris, VDAB, Arbeitsambt) is niet optimaal en veroorzaakt dubbelwerk. Om dat te verhelpen, wordt volgende nieuwe taakverdeling afgesproken:

Het normatieve kader (de regelgeving) blijft op het federale niveau;

De Gewesten krijgen de volledige uitvoerings- en beslissingsbevoegdheid inzake de passende dienstbetrekking en passende opleiding, het actief zoekgedrag, de vrijstellingen (wegens opleiding of familiale en sociale redenen) en de bestraffing van werklozen. Ze kunnen ervoor kiezen om de controle en de sanctiemaatregel zelf uit te voeren, of om dat over te laten aan de federale overheid (RVA). De Gewesten worden voor de toepassing van deze bevoegdheden geresponsabiliseerd.

Op basis van de Europese richtsnoeren kunnen de federale overheid en de Gewesten gemeenschappelijke doelstellingen afspreken over de intensiteit van de begeleiding van werkzoekenden, en kunnen ze hierover een nieuw samenwerkingsakkoord sluiten.

Doelgroepenbeleid

De volgende regering zal het doelgroepenbeleid volledig overhevelen naar de Gewesten, zowel de maatregelen ten aanzien van werkzoekenden en werknemers als van werkgevers. Enkel de generieke of structurele RSZ-bijdragevermindering (o.m. voor de lage lonen) blijft behouden op het federale niveau.

De overheveling omvat:
* de doelgroepgerichte activering van de RVA-werkloosheidsuitkeringen (Activa, Win Win, doorstromingsprogramma’s, Sine, startbaan, vrijstelling wegens beroepsopleiding).
* de activering van het leefloon (OCMW artikel 60/61)
* de diverse ‘categorale’ RSZ-kortingen voor werknemers (50+, jongeren, langdurig werklozen), werkgevers (+1+2+3 plan), enkele specifieke sectoren (baggeraars, universiteiten, wetenschappelijk onderzoek, wetenschappelijke Maribel, jongerenbonus non-profit), de RSZ-vrijstelling voor gesubsidieerde contractuelen (GESCO)
* de fiscale vrijstelling op de bedrijfsvoorheffing voor enkele sectoren (baggeraars, sleepvaart, zeevisserij, koopvaardij, wetenschappelijk onderzoek, kunstenaars, onthaalouders).

De deelstaten krijgen volledige bestedingsautonomie voor de budgetten die met de overgedragen bevoegdheid samenhangen. Ze kunnen dus autonoom de doelgroepcriteria, het bedrag en de duurtijd van ‘categorale’ loonkostensubsidies bepalen. Ze kunnen het overgehevelde budget (met inbegrip van eventuele overschotten) naar eigen inzicht besteden voor diverse vormen van arbeidsmarktbeleid in de brede zin van het woord (loonkostenmaatregelen, opleiding en begeleiding van werkzoekenden, tewerkstellingsprogramma’s,…).

Arbeidsbemiddeling

Conform de principiële toewijzing in de Bijzondere Wet over de Hervorming der Instellingen van de bevoegdheid voor arbeidsbemiddeling aan de Gewesten, zullen de nog federale programma’s voor de Plaatselijke Werkgelegenheidsagentschappen (PWA), outplacement en de begeleiding van leefloners aan de Gewesten worden overgedragen.

Wat de Plaatselijke Werkgelegenheidsagentschappen betreft worden de regio’s volledig bevoegd voor zowel de definitie van de doelgroep als voor de bepaling van de activiteiten in de PWA’s.

Inzake outplacement worden de regio’s volledig verantwoordelijk voor:
* de inhoudelijke vereisten die niet vastliggen in de federale CAO’s 51 en 82;
* de terugbetaling van de outplacementkosten aan de bedrijven (in het kader van herstructurering), inclusief de bestaande middelen;
* het opleggen van een sanctie aan werkgevers die geen outplacement aanbieden (de opbrengst van de sanctiemaatregelen gaat naar het Gewest).

De toeleiding tot de arbeidsmarkt van leefloners (in het kader van artikel 60/61 van de OCMW-wetgeving) wordt eveneens overgeheveld naar de Gewesten.

Betaald Educatief Verlof en Industrieel Leerlingwezen
......

Loopbaanonderbreking in de publieke sector

.....

Economische migratie

De Gewesten reiken vandaag al de arbeidsvergunningen voor vreemde werknemers (arbeidskaarten A, B en C) uit, maar het is de federale overheid die bevoegd is voor de regelgeving. Om de Gewesten in staat te stellen een coherent beleid van economische migratie te voeren, zal de nieuwe regering onderzoeken onder welke voorwaarden (gelet op de band met het toelatings- en verblijfsrecht) de regelgevende bevoegdheid voor de arbeidskaarten A, B en C naar de Gewesten kan worden overgedragen.

Overige

Ten slotte zullen de volgende programma’s worden overgeheveld naar de Gemeenschappen of Gewesten:
* de startbaanovereenkomsten in het kader van de ‘gobale’ projecten bij de Gemeenschappen en Gewesten;
* de start- en stagebonus voor stagiairs uit het alternerend onderwijs;
* de werkhervattingstoeslag voor oudere werklozen en éénoudergezinnen;
* de resterende federale programma’s voor sociale economie, zoals geregeld in het Samenwerkingsakkoord van 30 mei 2005, dat zal worden opgezegd

Financiële responsabilisering

.......
Read more...

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>