19 maart 2012

Problemen bij hemianopsie (vpmc)

.
Alors justement, je voudrais parler de la difficulté de constituer ce récit, ou cette perspective commune. On sent aujourd’hui, et la gauche l’incarne bien sûr, un besoin très fort de justice sociale, une exaspération devant la montée des inégalités économiques. Mais il y a aussi une très forte anxiété identitaire, donc peuple social et peuple national mêlés, face à l’extraordinaire mutation démographique qu’a connue notre pays, comme les autres pays Européens dans les trente dernières années, et plus précisément face au défi que représente l’islamisme. Or il me semble que le discours dominant légitime, orchestre, accompagne ce besoin de justice sociale, et incrimine l’anxiété identitaire. Tout ce qui relève de l’anxiété identitaire est du populisme, dès lors que c’est repris par les responsables politiques. Cette définition du populisme vous satisfait-elle, ou pensez-vous qu’il incombe, et qu’il incomberait notamment à la gauche de prendre en charge ces deux versions de la sensibilité populaire, Jean-Pierre Le Goff ?

Je pense que la difficulté... moi, j’espère, j’espèrerais que la gauche le prenne en compte. La question de fond, c’est les outils d’analyse de la gauche, qui l’a profondément marquée au cours de son histoire. Il y a d’emblée une lecture des phénomènes sociaux sous un angle économico-social qui tend à devenir hégémonique. Il y a une grande difficulté, une grande difficulté à gauche, à penser la dimension anthropologique culturelle. Je pense que fondamentalement, au-delà de ça, quand on parle économique et social, ça c’est du solide, on est rassuré. Eh, mais dès qu’on touche à ces questions identitaires, immédiatement arrive la question d’une identité substantielle. Identité… faux choix terrible: identité substantielle ayant toujours existé, de tous temps intouchable, et de l’autre côté fuite en avant. Nous sommes passés de… le solide d’un côté, le liquide de l’autre si vous voulez. Et, choisissez votre camp! C’est précisément quelque chose, moi qui viens de cette gauche-là, que j’ai du mal si vous voulez, à admettre ça: d’où cette espèce de fuite en avant ?
Deuxièmement, en ce qui concerne l’islam : il y a un débat réel à avoir dans la société, on ne peut pas le nier. La question c’est, comment les politiques s’en emparent. Je pense qu’il faut distinguer le débat intellectuel qui doit demeurer libre, il n’y a pas de questions taboues. Ce qui me fait peur, encore aujourd’hui, à gauche –il y a une forme de politiquement correcte d’une autre libération de la parole à droite, qui me fait peur aussi– mais à gauche il y a, ce qui m’inquiète, c’est le retour de cette gauche qui empêche un libre débat, confrontation, argument sur argument, pour immédiatement pratiquer le chantage: vous êtes dans un camp. Qu’on le veuille ou non, depuis les années quatre-vingt, la gauche morale, l’a emporté sur la …morale, moraliste l’a emporté sur la gauche sociale, mais elle n’a pas fait que ça : elle a cadenassé le débat intellectuel, et les débats refoulés reviennent, si j’ose dire par la fenêtre à partir du moment où la société est cadenassée, avec ce qu’il faut appeler des associations qui sont devenues la police de la parole, et qui ont une fonction : je suis tout à fait pour le tissu associatif, mais il faut s’interroger sur un certain nombre d’associations, et il ne suffit pas de valoriser en soi la dynamique associative, de débats etcetera, qui ont une fonction. Surveillez les paroles et portez plainte ! Je ne dis pas qu’il ne faut pas combattre ces paroles xénophobes etcetera. Je pense qu’il faut laisser la société une liberté, y compris par la polémique dure, par les arguments. Mais, arrêtez d’appeler sans arrêt par la loi. Or l’islam mérite effectivement une question. Moi, la façon dont les politiques s’en emparent: il y a à la fois aucun problème d’un côté, et de l’autre côté une façon de jouer, de le mettre au centre sans arrêt qui est proprement insupportable, et on va effectivement sur le terrain du Front National, en… d’ailleurs en jouant sur un double tableau. Il s’agit de récupérer les électeurs du Front National, mais pas seulement : il s’agit de lancer le stimuli dans lequel la gauche bête, moralisante va s’engouffrer et qui va en même temps le dénoncer moralement et va contribuer à creuser le fossé de cette gauche avec les couches populaires. C’est exactement ce qui s’est passé, et jusqu’à présent les hameçons lancés par la droite ont globalement marché.


. . . . .  
(Voor de volledige uitzending van gisteren klikt u op Répliques,
waar bovenstaand fragment begint op 31’19” )

Alain Finkielkraut: …Precies, over die moeilijkheid om een gemeenschappelijk verhaal of perspectief te bieden wilde ik het hebben. Vandaag voelt men, en links belichaamt dit vanzelfsprekend, een sterke vraag naar sociale rechtvaardigheid, een grote ergernis over de toenemende economische ongelijkheid. Maar of we de bevolking nu vanuit een sociaal of een nationaal standpunt bekijken, er leeft ook een zeer sterke bezorgdheid over identiteit, als gevolg van de buitengewone demografische veranderingen die ons land, net als de andere Europese landen de laatste dertig jaar heeft gekend, en meer bepaald als gevolg van de uitdaging die het islamisme vormt. En nu komt het mij voor dat het dominante discours deze hang naar sociale rechtvaardigheid legitimeert, orkestreert, begeleidt, en de bezorgdheid rond identiteit criminaliseert. Alles wat onder ongerustheid over identiteit valt, wordt populisme zodra de politiek verantwoordelijken die bezorgdheid overnemen. Kunt u zich vinden in deze definitie van populisme, of vindt u het een plicht –een plicht die met name links zou moeten toekomen– om die beide uitingen van de gevoeligheden van het volk ernstig te nemen, Jean-Pierre Le Goff?

Jean-Pierre Le Goff: Ik denk dat de moeilijkheid …ik hoop, of mag hopen dat links dit ter harte neemt. De kernvraag zit in het instrumentarium dat links bij zijn analyses gebruikt, en dat in de loop van de geschiedenis een diepe stempel heeft gedrukt. Dat sociale fenomenen van meet af aan vanuit een socio-economische hoek bekeken worden, is een visie die ertoe neigt snel overheersend te worden. Men heeft het er lastig mee, erg lastig bij links, om de cultureel-antropologische kant van de zaak door te denken. En nog afgezien daarvan, ten gronde denk ik, dat zolang zij over economie en politiek praten, ze vaste grond onder de voet voelen en zich gerustgesteld weten. Ha, maar op het moment dat men identiteitsvragen aanraakt, dan volgt onmiddellijk daarop de vraag naar wat identiteit wezenlijk is. Identiteit… een verschrikkelijk vals dilemma: een wezenlijke identiteit die altijd heeft bestaan, onwrikbaar en van alle tijden, en aan de andere kant de vlucht vooruit. We komen van de …vaste grond aan één kant, en drijfzand aan de andere zo u wilt. En: partij kiezen nu! Dat is nu precies wat ik, komende van dit links, maar moeilijk kan aanvaarden, ziet u. Vanwaar toch dit soort vlucht vooruit?
Ten tweede, wat betreft de islam: de samenleving heeft nood aan een echt debat, dat kan men niet loochenen. De vraag is, hoe politici zich dit eigen maken. Ik denk dat men het intellectuele debat moet vrijwaren, het moet vrij blijven, er zijn geen vragen waarop een taboe rust. Wat mij ook vandaag nog bij links beangstigt –er bestaat een soort politieke correctheid rond een andere invulling van het vrije woord bij rechts, wat mij ook beangstigt– maar aan de linkerzijde, wat mij daar verontrust is de terugkeer van dat links, dat het vrije debat belet, de confrontatie, argument tegen argument, en dat onmiddellijk overschakelt op chantage: “Jij zit in een bepaalde hoek”. Of men het nu wil of niet, al sinds de jaren tachtig heeft moreel links het gehaald …moreel: moralistisch links heeft het gehaald op sociaal links. Maar daar lieten ze het niet bij: zij hebben het intellectuele debat afgegrendeld, en de debatten die buiten de deur werden gehouden komen, als ik het zo mag zeggen, door de ramen weer naar binnen zodra een maatschappij achter grendels zit, door middel van verenigingen die een woordpolitie zijn geworden, en die ook een taak hébben: ik waardeer het sociale weefsel, maar we moeten ons vragen stellen bij een aantal verenigingen, en het volstaat niet dat we een waarde op zich toekennen aan de dynamiek van vereniging, aan debatten &cetera. Die hebben een functie: houd toezicht op de bewoordingen, en dien klacht in!
Ik beweer niet dat men xenofobe termen &cetera niét moet bestrijden. Wat ik denk, is dat men een samenleving de vrijheid moet laten, met inbegrip van harde polemieken, met argumenten. Maar houd ermee op, om onophoudelijk met rechtszaken aan te komen.
Tenslotte roept de islam echt wel vragen op. Voor mij is dit de manier waarop politici hiermee omgaan: tegelijk is er enerzijds geen enkel probleem, en aan de andere kant maakt men er een spel van om de islam voortdurend centraal te plaatsen, wat gewoon ondraaglijk is, en men begeeft zich inderdaad op het terrein van het Front National, waarbij men trouwens …dubbel spel speelt.
Het gaat erom de kiezers van het Front National terug te winnen, maar niet enkel dat: het gaat erom prikkels uit te sturen waarop zich dan het domme, moraliserende links stort, wat hen tegelijkertijd moreel zal verraden, en ertoe bijdragen om de kloof uit te diepen tussen dit links en de brede lagen van de bevolking. Dat is exact wat er is gebeurd, en algemeen gesproken heeft  het lokaas dat rechts uitwerpt zijn uitwerking niet gemist.
.

Labels: , , , , , , , ,

Read more...

7 september 2010

Hoofdartikel van Le Monde vertaald en geannoteerd (vpmc)

.
5 september 2010
België en Nederland verziekt door populisme

Twee Europese democratieën maken een crisis zonder voorgaande door: drie maanden na de stembusgang verkeren Nederland en België nog altijd in afwachting. Ze wachten op de programmaverklaring en de samenstelling van een regering, waarbij desnoods op onwaarschijnlijke coalities een beroep wordt gedaan.

Zonder voorgaande? Dat ze bij Le Monde geen weet hebben van de formatie van de verschillende kabinetten Drees kan ik begrijpen: ze bestonden toen zelf nog maar pas. Maar op een site van de Nederlandse overheid zouden ze wel dit hebben kunnen lezen (in het Nederlands weliswaar...): De langste kabinetsformatie was in 1977. Nadat het kabinet van minister-president Joop den Uyl (PvdA) was gevallen, duurde het maar liefst van maart tot half december, 208 dagen, voordat er weer een nieuw kabinet was. Niet meer met premier Den Uyl, maar met premier Van Agt (CDA).

In Brussel hebben de kwellingen al in 2007 een aanvang genomen. De Vlaamse christendemocraat Yves Leterme heeft een legitimatie gegeven aan de boodschap van de Vlaamse independentisten, waarmee hij zich geassocieerd had. Maar net zoals zijn partij, is hij verslonden door deze Nieuwe Vlaamse Alliantie die, dankzij hem, de idee kon laten gedijen van een autonoom Vlaanderen, bevrijd van het Waalse blok aan het been, en in staat om beslag te leggen op Brussel. In België is de verwarring vandaag zo groot, dat een splitsingsscenario niet onrealistisch meer is.

Leterme hier aanwijzen als grote oorzaak is licht ondermaats voor een politiek journalist: de maatschappelijke of politieke krachten die de CD&V toen voelde, hadden tot dat kartel geleid en Leterme was de toevallige protagonist, toch? Wat is die Monde-editorialist vals naïef! Eén enkele man zou dan de politiek van een land maken, Stroobants? want bij die naam mag ik u toch noemen?

Nederland mag dan gespaard zijn van taalperikelen, de situatie is er evenmin florissant. Twee traditionele partijen –christendemocraten en liberalen– hebben een poging ondernomen om een duivelspact te maken met het extreemrechts van het Kamerlid Geert Wilders, de islamofobe onruststoker. De twee partijen verbonden zich tot een krachtig beleid jegens de immigranten, in ruil voor steun van de populisten voor hun minderheidscoalitie en hun bezuinigingsprogramma. Dhr. Wilders heeft dit kaartenhuisje laten instorten met zijn kritiek op de geloofwaardigheid van de christendemocraten.

Hij vindt het nergens voor nodig om zijn analytische instrumenten, als daar zijn de termen populisme, duivelspact, extreemrechts, islamofobie of onruststoker, ook maar enigszins te onderbouwen. Iedereen weet wel wat ze betekenen en kent er het nut en de bruikbaarheid van.

Al werden zij lange tijd als voorbeelden van de kunst van het compromis genoemd, en ook al zijn er verschillen, toch lijden de twee noordelijke staten aan gelijkaardige kwalen. Aan de opkomst van een populisme dat egoïstisch en soms anti-Europees is. Aan de afkeuring door de publieke opinie, van politieke systemen die naar adem snakken. En aan de versnippering van het kiespubliek, een gevolg van het systeem van de evenredige vertegenwoordiging, waarbij er in België ook nog opkomstplicht bestaat, wat het gevoel dat men er de buik vol van heeft nog aanwakkert.

De gebruikelijke journalistieke leugen over “Europees” terwijl enkel de EU-machine bedoeld wordt, is hier nog niet het ergste. Over dat “naar adem snakken”, en onder welke omstandigheden die ademnood is ontstaan, zou ik van onze vriend graag hebben vernomen, maar dat zou een politieke terminologie vereisen, geen morele. Journalisten in ademnood hebben enkel nog termen als “egoïstisch” ter beschikking.

Omdat de stemmenverschuivingen altijd plaats hadden tussen de drie klassieke stromingen, christendemocraten, sociaaldemocraten en liberalen, hebben de Belgische en Nederlandse democratieën de protestpartijen laten opbloeien, die hen nu uit hun evenwicht dreigen te brengen.

Een term als “evenwicht” hoort iedereen graag, al is het een puur kleurwoordje.

Na het radicale en xenofobe extreemrechts, heeft Vlaanderen nu een nationalistische rechterzijde zien ontstaan die ontdaan is van complexen, en die het thema van “slecht bestuur” weet te koppelen aan onafhankelijkheidseisen, en de aanklacht tegen de geldtransfers naar de “arme” Francofonen.

Radicaal is blijkbaar een scheldterm zoals xenofoob, en extreemrechts is een etiket dat onze editorialist graag bezigt, maar alle drie samen leveren deze kwalificaties nog geen politieke analyse op.

In Nederland hebben de klassieke partijen de dreiging niet zien aankomen van het antimuzelmaans populisme dat van elke vreemdeling een zondebok maakt.

Wie maakt “van elke vreemdeling” een zondebok beste Le Monde-journalist? En hebben uw 'klassieke' partijen het probleem van de islamimmigratie dan goed aangepakt? Gaven zij aan de bevolking een betrouwbaar beeld, hier of in Nederland, of gelijk waar in Europa, van zelfs de grootteorde ervan? Nog gezwegen over de inhoud van deze importideologie. Geef ons een bruikbare definitie van uw eigen term populisme, en dan zullen zowel uzelf als wij veel wijzer zijn. Maak vooral goed het onderscheid met volkswil, meerderheid en dergelijke termen, die je wel eens ontmoet in geschriften over democratie.

Hoe klein ze aanvankelijk ook waren, door de onmacht van de traditionele partijen, die geen rationele argumenten wisten tegen het populistisch geschreeuw, hebben in beide landen minderheidspartijen naamsbekendheid verkregen. Dankzij de nieuwsgierigheid van media, altijd tuk op nieuwigheden, die hun boodschap versterkten, zijn deze laatste geloofwaardig geworden. Bovenal dankzij een kiessysteem dat de Parlementen heeft getransformeerd tot echokamers voor karikaturale standpunten waar het om belangrijke politieke kwesties gaat. Een onrustbarende vaststelling.

Nee Le Monde, voor een verandering van het kiessysteem pleiten als de kiesuitslagen even tegenvallen is goedkoop, en niet meteen een bewijs van een democratische gezindheid. Overigens, vallen jullie nu zelf de media aan? zodat de bloggers dat niet meer hoeven te doen? Een onrustbarende vaststelling.
.

Labels: , , , , ,

Read more...

<<Oudere berichten