15 februari 2013

66 gedeeld door 7 is 9,4 (vpmc)


In Le Soir vandaag staat een belangwekkend artikel, een "vrije tribune" ondertekend door een aantal prominenten.
De goed bedoelde verhalen die wij bij ons soms lezen en horen, over de dramatische achteruitgang van de kennis van het Frans in Vlaanderen, met tegelijk de spectaculaire toename van de kennis van het Nederlands in Wallonië en Brussel worden hier fel op de proef gesteld.

Dit zijn de ondertekenaars:
Grégor Chapelle directeur général d’Actiris. Myriam Gérard secrétaire régionale de la CSC Bruxelles. Philippe Vandenabeele secrétaire régional de la CGLB Bruxelles. Philippe Van Parijs professeur d’éthique économique et sociale à l’UCL. Francine Werth présidente de la Chambre des classes moyennes en Région bruxelloise. Olivier Willocx administrateur délégué de Beci.


Ik neem aan dat een vertaling van het volledige artikel niet nodig is, en dus beperk ik mij tot de eerste zinnen, die ons al veel wijzer maken:

"De auteurs van deze tekst vragen zich af, of de Fédération Wallonie-Bruxelles het aantal werklozen in Brussel wenst terug te dringen of te vergroten. 

Volgens de cijfers van de Taalbarometer 2012 van de Europese Commissie, hebben 7% van de jonge Walen van 15 tot 24 voldoende Nederlands geleerd, en 30% voldoende Engels, om in die talen een gesprek te kunnen voeren. Voor de jonge Vlamingen zijn de overeenkomstige cijfers 66% voor het Frans en 81% voor het Engels."


Volgens de staartdeling dan, die wij nog kennen uit een vorig blog, staan er voor elke Franstalige die Nederlands kent, negen komma vier Vlamingen klaar die met hem een babbel in het Frans kunnen doen. In procenten gesproken, want in werkelijkheid zijn het er meer, omdat er meer Vlamingen zijn dan Franstaligen, maar hier ga ik naar goede Belgische gewoonte uit van de pariteit.


Labels: , , , , , ,

Read more...

30 december 2012

Plaats voor cultuur (vpmc)


Wie vandaag studeert aan de Leuvense Universiteit heeft niet te klagen, tenminste als hij/zij kiest voor een zachte richting. Al naargelang de persoonlijke voorkeur kan de student of studente de colleges dan bijwonen waar Lieven De Cauter zijn vulgaire praat verkoopt, of, als zijn/haar maag dat niet verdraagt, kiezen voor de zachtzinnige, sentimentele aanpak van een Marc Hooghe.

Deze laatste bijvoorbeeld wees er recent nog fijnzinnig op dat Albert Coburg recht van spreken heeft als het over “de jaren dertig” gaat, want:
“De waarschuwing van ons staatshoofd is vanuit puur wetenschappelijk standpunt dan ook zeer terecht. […] Toen Koning Albert één jaar oud was verloor hij zijn moeder; toen hij tien jaar oud was werd hij met zijn vader opgenomen in Duitse gevangenschap.”
Tussen de politicologie en de damesroman zijn er onvermoede raakvlakken. Ikzelf was nog het meest aangedaan door dat “opgenomen worden” van vader Leopold.

Maar Hooghe heeft zijn beurt hier al gehad en wij richten onze aandacht nu op De Cauter. Die man tapt uit een heel ander vaatje. Hij hanteert een verschillend palet en zingt een ander lied. 
Zo schreef Lieven laatst nog een mail aan een hoop journalisten en cultuurdragers. Hij ondertekende die mail met: 
prod dr. Lieven De Cauter,
filosoof en kunsthistoricus

Die “prod” moet een tikfout zijn, want ik neem aan dat hij prof en niet “prot” bedoelde, ook al betekent dat woord in sommige dialecten –misschien ook in het zijne– “wind” of “scheet”. Crepitus zou Erasmus zeggen. De T, D, en F zitten nu eenmaal dicht bij elkaar op een azerty.
Anderzijds: een woord als “shit” lijkt onze prod wel degelijk te kennen. We zien het verschijnen in zijn mail, die gedeeltelijk in onvervalst en huisbereid Engels is opgesteld.
Op enkele ongelukjes na (bv. “thruth or dare”, dat in het Engels nog niet algemeen is: behalve op een paar Vlaamse datingsites is de schrijfwijze van dit spelletje "truth or dare", zo leert ons Google) kunnen we zelfs zeggen dat Lieven het Straatengels uitstekend beheerst. Alvast hij zal met de omschakeling naar het echte Engels weinig problemen hebben in zijn lessen, althans als hij de fles (bottle) laat staan.

Sommigen van zijn adressaten hadden namelijk de sterke indruk dat Lieven hen een portie zattemansgelal had voorgeschoteld.
Dat laatste moet ieder voor zich beoordelen, en daarom geef ik hier de Engelse passages uit het schrijven van prof.dr.Lieven De Cauter, filosoof en kunsthistoricus:

Sorry boy! …I don't don't buy this shit! …Sorry …Sorry …look in my eyes …ghost writers …The works! …Sorry …Sorry …Thruth or dare! …I CALL YOUR BLUFF …You must be joking! …You don’t wanna go there! Do you? Come on??? Try me! …sorry… ghost writers …Fuck you! …ghost writers… in no time … whatever …Try me for starters. I eat you for breakfeast.

Labels: , , , , ,

Read more...

29 mei 2010

Engels spreken om België te redden?

De Open-VLD-jongeren willen in België het Engels als bestuurstaal toelaten. Ook in zakenkringen, waar bedrijfsvergaderingen nu al vaak in het Engels verlopen, hoort men regelmatig die verzuchting. Naarmate de aanwezigheid van eurocraten en lobbyisten rond Brussel toeneemt, zal ook uit die kring de roep om bestuursdeelname in hun “eigen” gebruikstaal sterker worden. Nu reeds wordt het Engels naast één van de landstalen op onze identiteitskaart gebruikt. Unitaire Belgische instellingen zoals de overheidsdiensten gebruiken niet het neutrale Latijn (als in het meertalige Zwitserland: Confederatio Helvetica) maar wel het opdringerige Engels in hun internetadres: fgov.be, “federal government”. Wat moeten de Vlamingen met die verleidelijke gemaksoplossing voor de Belgische taalproblematiek?



Een eerste overweging, maar een waaraan ik hier best niet teveel woorden besteed, is die van het zelfrespect. Daarin zijn Vlamingen volstrekt niet geïnteresseerd. Zo zouden inzake BHV de Vlamingen kunnen zeggen: “Natuurlijk gaan wij niet nog eens betalen om de grondwet te doen naleven, wij zijn niet gek.” Maar iedereen weet inmiddels dat de Vlaamse B-partijen. per se willen “onderhandelen”, d.i. ons laten pluimen om te krijgen wat ons rechtens gewoon toekomt. Inzake de bestuurstaal is het niet anders. Na onze lange taalstrijd zou het wel zeer vernederend zijn voor het Nederlands om zomaar ongevraagd baan te ruimen voor een vreemde taal. Dat ware een krasse blijk van onvermogen om onze eigen boontjes te doppen, maar hij komt eraan.

Soit, geen gedoe meer over dat kwalijk riekende zelfrespect. Tenslotte kunnen we met dat Engels juist in de taalstrijd ons voordeel doen. Paul Beliën raadt de Vlamingen die niet door Franstalige Brusselaars afgeblaft willen worden, al lang aan om in Brussel Engels te spreken. De ervaring leert dat een hooghartige Brusseles met bontmantel en schoothondje plots een toontje lager zingt wanneer ze niet het geblaf van les boches du nord hoort, maar de taal van de bevrijders. Goed, dat is een handige tactiek op het terrein, maar men moet die niet institutionaliseren.
Uit de geschiedenis weten wij dat een sterke natie die een zwakkere natie te hulp komt om een bezetter te verjagen, na gedane arbeid vaak blijft plakken. Het Engels binnenhalen zal ongetwijfeld het Frans een eind terugdringen, maar Brussel zal dan gewoon de zoveelste Engelstalige stad worden, niks geen “verrijking”, alleen more of the same. Het Nederlands zal er het meest onder lijden: geen Frans- of anderstalige zal nog de moeite doen om Nederlands te leren, en de nu zo populaire Vlaamse scholen in Brussel zullen door “international schools” verdrongen worden. Vlamingen die in de opwaardering van het Engels een binnenweg naar de terugdringing van het Frans zien, stevenen af op een teleurstelling.

Ook in het Vlaamse gewest zal de erkenning van het Engels als officiële taal het Nederlands schade toebrengen. Vandaag is het voorbarig om het Nederlands als bedreigd te zien, want zijn positie als bestuurs- en onderwijstaal is de beste verzekering voor overleving. Maar eens men naar het Engels kan overschakelen zonder daarmee een taalwet te overtreden, zal het hek van de dam zijn. Dan, eerder niet maar dan wel, wordt de voorspelling van wijlen François Mitterrand heel realistisch: het Nederlands zal als eerste taal onder de druk van het oprukkende Engels bezwijken.
De roep om het Engels vanuit Vlaams-belgicistische kringen leert ons ook iets over de funderingsmythe van België. Dit koninkrijk prees ooit zichzelf aan als bolwerk van persvrijheid en andere liberale verworvenheden. Nu meerdere muilkorfwetten in voege zijn en van de democratie nog nauwelijks een schaduw overeind blijft, hebben belgicisten een nieuwe rechtvaardiging voor het bestaan van deze staat gevonden in het multiculturalisme. Met zijn multilinguïsme zou België altijd al een voorafbeelding van de multicultuur geweest zijn, en die niet-homogeniteit moeten we koesteren.

Historicus Bruno De Wever, broer van, treedt dat verhaal bij. Hij pleit voor een herstel van tweetalige instellingen, met name bv. een fusie van de VUB (geesteskind van Vlaamsgezind communist Aloïs Gerlo) met de ULB. Waar dan plots iedereen tweetalig zou worden, zeker? Daarnaast ziet hij een rol voor het Engels in het herstel van de Belgische eenheid: “Het tweede luik van dit verhaal is het Engels, als oprukkende gemeenschappelijke taal. De vraag is nu of het Engels de polistaal kan worden. Dan kom je al wat dichter bij wat nu heel utopisch lijkt, namelijk dat er terug een Belgische pers groeit. Dan kunnen er, opnieuw via Brussel, weer Belgische partijen komen.” (Schamper, 10-5-2010)

Ziedaar het ultieme “weg met ons” op taalgebied. Wij Frans- en Nederlandstaligen zitten met de erfzonde van de taalstrijd en wij zijn gedoemd om daarin te blijven zolang wij aan onze taal vast houden. Pas als wij elk onze eigen taal verzaken, toch op politiek niveau, kunnen wij politiek samenwerken. Wat De Wever eigenlijk zegt, is: pas als ééntalige staat zal België normaal kunnen functioneren. Zeer juist gezien van hem, en eigenlijk een nieuwe variant op: “La Belgique sera latine ou ne sera pas”, in deze zin dat dit koninkrijk alleen als taalhomogene staat leefbaar is. Inderdaad, zoals John Stuart Mill reeds opmerkte, een moderne democratie werkt maar als haar bevolking voldoende homogeen is. De als antiflamingantisch bedoelde pleidooien voor het Engels bewijzen juist de nood aan taalhomogene bestuurseenheden en de mislukking van de multiculturele modelstaat België.

Labels: ,

Read more...

<<Oudere berichten