20 juli 2008

Een slag van de molen gehad (vpmc)

.
In een interview met Knack (25 juni) trachtte Rudy Demotte (PS) onlangs het “minderwaardigheidscomplex” van de Vlamingen te verklaren. Demotte zegde dat Vlaanderen “veel meer openheid aan de dag moet leggen”, maar verklaarde toch geschokt te zijn door het verkeerde beeld dat veel Franstaligen van Vlaanderen hebben: “Onlangs werd ik door Richard Miller (MR) in het parlement van de Franse Gemeenschap geïnterpelleerd met de vraag of het Frans toch niet per definitie een open taal is, die haast spontaan leidt tot een tolerante levenshouding, terwijl het Nederlands - die gesloten Germaanse taal! - per definitie een bekrompen wereldbeeld zou opleveren.”

Het interview met Demotte in Knack was mij ontgaan, en ik las dit paragraafje pas gisteren op de site van het Belang, onder de titel "Franse taal superieur?".

Het spreekt dat ik enthousiast ben over wat die Richard Miller daar vertelt, want de superioriteit van één taal over een andere mag dan geen nieuw onderwerp zijn – tenslotte keken ontwikkelde Romeinen al neer op mensen die geen Grieks spraken, en keken daarvoor de Grieken zelf al neer op wat barbaren brabbelden – het doet altijd plezier als een of andere simpele duif er weer zo fris mee uitpakt als hier Miller.

Wat ik me wel afvraag, is of die Miller niet het gevaar loopt extra in de gaten te worden gehouden door Jozef De Witte en zijn antiracismebrigade? Al kan de arme Jozef in dit geval Richard niet veel maken, want die is als parlementslid onschendbaar, en zijn onschendbaarheid heeft hij zelfs niet nodig aangezien zelfingenomenheid al volstaat om iemand van de buitenwereld af te schermen.

Maar om onder verstandige mensen verder te gaan: over de Franse taal had in zijn tijd ook de elegante Casanova een klein theorietje. Casanova is een Venitiaan zoals wij weten, maar hier spreekt hij over de Toscanen, en daarna over de Fransen met hun “open taal”.
Voor de gesloten Germanen onder ons, laat ik een vertaling van eigen maaksel volgen (al erken ik in dit geval vanzelfsprekend de superioriteit van het Frans, en de ongetwijfeld sierlijker vertaling van Theo Kars heb ik niet bij de hand).

Je crois qu'un Toscan peut plus facilement écrire en beau langage poétique qu'un Italien d'une autre province, puisqu'il possède dès sa naissance la belle langue, et celle qu'on parle à Sienne est mignarde, plus abondante, plus gracieuse et plus énergétique de la florentine malgré qu'elle prétende la préférence, et qu'elle la possède effectivement à cause de sa pureté, qu'elle doit à son académie comme elle lui doit sa richesse, d'où vient que nous traitons les matières beaucoup plus éloquemment que les Français, ayant à notre choix une quantité de synonymes; tandis que difficilement on en trouverait une douzaine dans la langue de Voltaire, qui riait de ceux entre ses compatriotes qui disaient qu'il n'était pas vrai que la langue française fût pauvre puisqu'elle avait tous les mots qui lui étaient nécessaires. Celui qui n'a que ce qui lui est nécessaire est pauvre; et l'obstination de l'Académie Française à ne point vouloir adopter des mots étrangers ne démontre autre chose, sinon que l'orgueil va avec la pauvreté. Nous poursuivons à prendre des langues étrangères tous les mots qui nous plaisent; nous aimons à devenir toujours plus riches; nous trouvons même du plaisir à voler le pauvre: c'est le caractère du riche.
Jacques Casanova de Seingalt
Histoire de ma vie
suivie de textes inédits
Volume 11 – Chapitre VII
Édition présentée et établie par Francis Lacassin
Éditions Robert Laffont, 1993, 2002, pp. 763-4


Ik geloof dat een Toscaan met meer gemak in een mooie poëtische taal kan schrijven dan een Italiaan van een andere provincie, omdat hij van bij zijn geboorte al beschikt over die sierlijke manier van spreken, en de taal die men in Siena spreekt is werkelijk schattig, en overvloediger, gracieuzer, energieker dan de Florentijnse, al eist deze de eerste plaats op en bezit zij die wel degelijk, ook vanwege haar puurheid, die ze aan haar Academie te danken heeft, net als haar rijkdom. Zo komt het, dat wij om het even welk onderwerp veel welsprekender behandelen dan de Fransen, wij hebben immers een overvloed van synoniemen ter beschikking; terwijl je er met moeite een dozijn zult aantreffen in de taal van Voltaire, die spotte met diegenen onder zijn landgenoten die zegden dat het niet waar was dat de Franse taal arm was, want bezat zij tenslotte niet alle woorden waar zij nood aan had?
Hij die enkel bezit wat hij nodig heeft is arm. En de koppigheid van de Académie Française om geen vreemde woorden te willen adopteren, bewijst niets anders dan dat armoede haar eigen trots bezit. Wij gaan door met het inpikken uit vreemde talen van alle woorden die ons bevallen; wij zien graag hoe wij voortdurend rijker worden; zelfs vinden wij er plezier in om de arme te bestelen: zo zit de rijkaard ineen.
.

Labels: , , , , , , ,

10 Comments:

At 20/7/08 17:10, Anonymous Anoniem said...

En zeggen dat diezelfde Richard Miller verscheidene werken van de Duitse romantische filosoof Schelling in het Frans vertaald heeft. Hij moet toch beter weten!

azna

 
At 20/7/08 17:37, Blogger Marc Vanfraechem said...

@azna: had dat ook gezien, maar behalve zijn licentiaatsthesis betreft het slechts één dun boekje, van 118 pagina's, en de waarde ervan kennen we niet. Behartigenswaardig in dit verband is wat Heine te vertellen had over de vertalingen die de Parijse professor Victor Cousin maakte van Kant. Ik zeg niet dat Heines spotternij ook op Miller van toepassing is, maar toch ;-)
(Heine kwam later trouwens terug op zijn kritiek)

Daß aber Herr Cousin dort, in seinen Mußestunden, Kants “Kritik der reinen Vernunft” studiert habe, ist, aus drei Gründen, zu bezweifeln. Erstens: dieses Buch ist auf deutsch geschrieben. Zweitens: man muß deutsch verstehen, um dieses Buch lesen zu können. Und drittens: Herr Cousin versteht kein deutsch.
[...] Kant scheint schon geahnt zu haben, daß einst ein solcher Mann erscheinen werde, der sogar seine “Kritik der reinen Vernunft”, durch bloße intuitive Anschauung, verstehen wird, ohne diskursiv analytisch deutsch gelernt zu haben.


in: Die romantische Schule, Paris 1835.
Sämtliche Werke, Meyers Klassiker-Ausgaben,Ernst Elster, 1893, fünfter Band, S.361.

 
At 20/7/08 17:59, Blogger A. Griffon said...

U meldt dat u kennis van dit alles heeft genomen via de site van het Belang. Waarom schrijft u niet gewoon Vlaams Belang, dan weet tenminste iedereen meteen dat het niet uit het Belang van Limburg komt.
Het verheugt mij overigens dat u er gaat lezen, zoals dit een open geest past.

PS op Angeltjes (http://blog.seniorennet.be/angeltjes/archief.php?ID=64377 ) staat er een stuk uit een artikel in de Telegraaf dat jullie wellicht zal interesseren.

 
At 20/7/08 19:34, Blogger Marc Vanfraechem said...

@a.griffon: akkoord, er was even verwarring mogelijk, maar ik laat zoveel mogelijk adjectieven weg uit mijn teksten (iets dat Vlaamse journalisten nog niet geleerd hebben in hun wellicht schaarse schrijfcursussen ;-)
Overigens was de link daar om te zeggen over welk artikel het ging. Ik lees straks die verwijzing van je, waarvoor dank.

 
At 20/7/08 19:42, Anonymous Anoniem said...

Het getuigt van ironie om dit in het Frans te schrijven,en via die taal beroemd te worden. Ik bedoel Casanova.


cui dolet, meminit

 
At 20/7/08 19:55, Blogger Marc Vanfraechem said...

@cui dolet, meminit: ik moet er eens werk van maken om alles wat Casanova over de Fransen en de Franse taal heeft gezegd te verzamelen ...maar de man schreef duizenden bladzijden, en al lees ik altijd met een potlood in de hand (anders kan ik zelfs niet echt lezen) het blijft een heel werk. Ja, Casanova schreef zijn belangrijkste werk in het Frans, en wel zodanig dat Stendhal vond dat, naast dat van de Code Civil, zijn Frans het beste was dat er geschreven was ...ook al verscheen er heel soms een italianisme, zoals hierboven de la Florentine ipv que.

 
At 21/7/08 01:15, Blogger Unknown said...

Nou breekt mijn klomp! Ik heb altijd gedacht dat het Frans van Casanova vol fouten stond (hij heeft wellicht een goede "redacteur" gehad). Het voorbeeld dat ik mij herinner is volgende passage: Casanova schreef: "pour juger de la beauté d'une femme, j'écarte ses jambes". En hij wilde hier helemaal niet dubbelzinnig zijn. Het was gewoon het gevolg van een gebrekkige kennis van het Frans.

 
At 21/7/08 12:56, Anonymous Anoniem said...

In het verzameld werk van Casanova(édition Lafont T.1 p587):
-Elle a des vilaines jambes
-On ne les voit pas, monsieur , et après,dans l'examen de la beauté d'une femme la première chose que j'écarte sont le jambes.
Ce bon mot-là dit PAR HASARD , et dont je connaissais pas la force...

Dus Casanova wist toen hij deze dubbelzinnige uitspraak deed, zelf niet dat hij geestig was. Hij merkte het aan de reacties van de omstaanders. Het is een prachtige dubbelzinnige uitspraak , die men moeilijk in het nederlands kan vertalen .

senghor

 
At 21/7/08 13:11, Anonymous Anoniem said...

Wat Casanova schrijft over de Franse taal is dubbelzinnig. Een taal die over minder synoniemen beschikt dan een andere, leent zich juist tot meer woordspel.In het bovengenoemde voorbeeld betekent 'écarter' zowel 'abastractie maken van', als 'openspreiden'. Als je een taal hebt waar één woord vele betekenissen kan hebben, heb je meer kans op woordspelingen, dan in een taal waar voor elk begrip een ander woord is.

senghor

 
At 21/7/08 15:52, Blogger Marc Vanfraechem said...

@roger en senghor: bedankt voor de mooie reacties. Akkoord natuurlijk dat het Frans, meer dan veel andere talen, zich leent tot woordspelingen.
Mijn volledige antwoord is te lang voor dit venstertje, en daarom schreef ik meer op mijn blog, ook omdat het verhaal van Casanova zo mooi verteld is, dat het - senghor zal akkoord gaan - gerust wat uitgebreider geciteerd mag worden.

 

Een reactie posten

<< Home

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>