25 april 2007

Nadenken gaat nog het beste in de schaduw (victa placet mihi causa)

.
Met het overvloedige goede weer van de laatste weken, lezer, heeft de zonneschijn iets van zijn gebiedende karakter ingeboet. Ik neem aan dat ook voor u de terrasjes en fietstochtjes geen dagelijkse plicht meer zijn, zodat wij met een gerust hart de steengoede Perlentaucher nog eens kunnen raadplegen. Ik vertaal:

Wat integratie betekent voor Moslims

Deze week komen de afgevaardigden van de Islamconferentie voor de tweede keer samen in hun werkgroepen. Het gaat over de integratie van de moslims en bijgevolg over de verhouding van de religie –de islam dus– tot de samenleving, en om mensenrechten die ondeelbaar zijn, ook voor moslimvrouwen en -mannen.
Er wordt gedebatteerd over Europese waarden, als de vrijheid van godsdienst en de seculiere staat.

In een bijdrage voor de Frankfurter Allgemeine Zeitung zet de publiciste en sociologe Necla Kelek (Die fremde Braut) de premissen uiteen, waar deze gesprekken onderhevig aan zijn. Zonder kritisch debat over de historische context, over de koran, over de islamitische zeden en gewoonten, de vijandigheid tegenover vrijheid en het collectivistische maatschappijmodel dat de islam nastreeft, zal er van integratie van moslims in Europa niets in huis komen. Islamwetenschappers als Tariq Ramadan wrijft zij vrouwvijandigheid aan, en een streven naar een Tegenverlichting die de Europese moderniteit wil islamiseren, en het Westen bezoedelen.


Pogingen om “de Europese moderniteit te islamiseren”

“De islam zelf”, schrijft Kelek, “heeft in de 1400 jaar van zijn geschiedenis zo goed als geen wortels kunnen slaan in Europa. Hij kent geen individualiteit, zijn mensbeeld is niet toegerust voor de moderne wereld, want deze heeft behoefte aan individuen met een eigen verantwoordelijkheid. […] De islam bedoelt niet enkel een geloof te zijn, maar beoogt als religie een éénheid van levenswijze, geloof, wetten en politiek. Dat staat haaks op secularisering.” Het dilemma van de islam, schrijft de sociologe: “is dat hij wel een persoonlijke weg naar spiritualiteit kan leveren, waarbij niemand het innerlijke leven van een persoon zal betwisten, maar dat de individuele moslim zich gedráágt als een groepslid dat aan de gemeenschap verantwoording is verschuldigd, en waarbij dier eigen opvattingen als allesomvattend gelden.”
Necla Kelek keert zich tegen Tariq Ramadan, professor islamstudiën aan de universiteit van Oxford [*], die zij beschrijft als een prominente “vertegenwoordiger van de antiVerlichting en de restauratie van de islam”. “Zoals voor Khomeiny zijn ook voor Ramadan de Westerse waarden niets anders dan gesels van het imperialisme”, schrijft de auteur, en zij citeert de Oxfordgeleerde: “De Westerse levenswijze speelt in op, en houdt zich in stand door, verleidingen die aansporen tot de meest natuurlijke en primitieve instincten van de mens: maatschappelijk succes, machtsstreven, vrijheidsdrang, bezitsdrang, seksuele noden enz.” Ramadan zou pogen “de Europese moderniteit te islamiseren”.

Het zelfbeeld van Europa staat ter discussie

Na een kritiek van de “School van Ankara”, een islamitische hervormingsbeweging voorgestaan door de Diyanet, het Turkse ambt voor islamzaken, en door de feministische koranexegese, zoals ontwikkeld door Fatima Mernissi en Nahed Selim, komt Kelek tot een bespreking van de “Mensenrechtenverklaring van Kairo” op 5 augustus 1990 ondertekend door 45 ministers van Buitenlandse Zaken van de Islamitische Conferentie, het hoogste wereldlijke college van de moslims.
“Anders dan in democratische grondwetten” schrijft zij, “is hier van het individu geen sprake, maar van het collectief, van de umma, de gemeenschap der gelovigen. Consequent doorgaand, kent deze Verklaring enkel dié rechten aan moslims toe, die in de koran vastgelegd zijn, en – geheel volgens de shari’a – merkt zij enkel zulke daden als misdaden aan, die ook door de koran en de sunna als dusdanig beoordeeld worden.”
Over de islam in Europa spreken, besluit Necla Kelek, houdt in dat men uiterst grondig over het zelfbeeld van Europa spreekt. Als er voor de “islamcultuur” een plaats wordt opgeëist, dan gaat het om vrijheid, secularisering en om mensenrechten. “Kunnen wij”, vraagt zij, “zoals Tariq Ramadan eist, het aan de moslims overlaten om ‘zelf te beslissen’ wat integratie voor hen inhoudt?”


Het volledige artikel is te lezen in het F.A.Z.-feuilleton van vandaag.

P.S. Die "Mensenrechtenverklaring van Kairo" bevat 25 artikelen, met allerlei lovenswaardige zaken erin, het gaat soms zelfs over vrouwenrechten, maar de laatste twee artikelen lijken mij iets af te doen aan de 23 voorgaande:

Article 24: All the rights and freedoms stipulated in this Declaration are subject to the Islamic Shari'ah. (alle rechten en vrijheden zoals in deze Verklaring gestipuleerd, zijn onderhevig aan de islamitische shari'a)

Article 25: The Islamic Shari'ah is the only source of reference for the explanation or clarification to any of the articles of this Declaration. (de islamitische shari'a is de enige referentie om de artikelen van deze Verklaring uit te leggen of uit te klaren)


Tja, we zijn er nog niet hé jongens!
_______________

[*] Over dat professoraat van deze Tariq valt nog wel één en ander te zeggen: hij is helemaal geen "Oxfordprofessor" zoals ook de Frankfurter schijnt te geloven. In Genève mag Tariq zich dan professor noemen, maar in Oxford werd hij enkel uitgenodigd voor gastcolleges : "Oxford's new visiting Professor" werd hij in Engelse kranten voorgesteld, en dat lijkt mij al gek genoeg.
.

Labels: , , , , , , ,

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>