19 februari 2006

Bolkestein-light: Een goedje met een bittere smaak (Politiek Incorrect)


Afgelopen donderdag stemde het Europees Parlement in met een "gewijzigde" versie van de zogenaamde Bolkestein-richtlijn voor een vrij verkeer van diensten binnen de Europese Unie. Nadat afgelopen weken te Straatsburg enkele duizenden syncdicale heethoofden vernielingen aan het gebouw van het Europees Parlement hadden aangebracht, kon het niet anders dan dat men de verguisde Bolkestein-richtlijn zou wegstemmen, of zou afzwakken tot het gewoon geen meerwaarde meer opbrengt.

Het Europees Parlement heeft voor het tweede scenario gekozen. Nadat zowel de conservatieve Europese Volkspartij als de Europese Socialistische Partij enkele amendementen hadden ingediend ter afzwakking van de dienstenrichtlijn, werd de compromistekst met 391 voor-stemmen gesteund.

Echter, van de oorspronkelijke Bolkestein-richtlijn valt nog maar weinig te merken. Eerst en vooral diende het 'beginsel van land van oorsprong' te sneuvelen. Op zich is dat nog een aanvaardbare eis geweest van de syndicale beweging, maar een enorm storend element aan de vernieuwde dienstenrichtlijn is de hele resem aan uitzonderingsmaatregelen die werden geïmplementeerd. Zo zijn de "sectoren van maatschappelijk nut", zoals onderwijs, gezondheidszorg - ook als ze door de privé-sector wordt aangeboden! - en de transportsector (In hoeverre is deze laatste uitzondering overigens compatibel met het EEG-principe van het vrij verkeer van goederen en personen?). Maar de meest onzinnige uitzonderingsregel in de nieuwe richtlijn is toch wel dat ook de uitzendsector eruit is gehaald, en ten prooi zal vallen aan protectionistische nationale wetgeving. Nochtans is de uitzendsector een van de belangrijkste tendenzen binnen de dienstensector. In Vlaanderen is vandaag de dag bijvoorbeeld de uitzendsector goed voor amper 2 % van de totale tewerkstelling, maar de evoluties in andere Europese landen tonen aan dat de uitzendsector wel degelijk in de figuurlijke lift zit. En men spreekt maar al te graag over de "flexibilisering van de arbeidsmarkt", maar zonder een goed uitgebouwde uitzendsector is die flexibilisering totaal onmogelijk. Het opnemen van die uitzendsector in de Europese dienstenrichtlijn had dan ook van cruciaal belang geweest.

Unice, het verbond van Europese werkgevers, maakt zich dan ook grote zorgen, en vreest dat gezien de vele en complexe uitzonderingsmechanismen in de nieuwe dienstenrichtlijn, verschillende bedrijven met grote rechtsonzekerheid dienen te leven wanneer ze in een ander Europees land diensten willen leveren. Dit leidt dan ook tot een oneindig lang geprocedeer voor het Europees Hof van Justitie, vooraleer het bedrijf kan weten of het nu wel of niet haar dienst kan leveren in een ander land. Het Europese bureaucratische monster komt dus weer te boven, terwijl de aanvankelijke richtlijn van EU-Commissielid Frits Bolkestein juist een vereenvoudiging van Europese arbeidsregels voor ogen had. Het is dan nog maar de vraag of we eigenlijk wel echt gebaat zijn met dit 'Bolkestein-light' brouwsel, waarin veel te veel rode kleurstof is bijgemengd. Het is nochtans alles of niets voor de Europese dienstenmarkt: Op dit moment is de dienstensector goed voor maar liefst 68 % van de tewerkstelling in de eurozone. Daar staat tegenover dat de diensten binnen de Europese handel in dalende trant zitten: In 1992 was de dienstensector nog goed voor 22,8 % van de inter-Europese handel; in 1999 was dit percentage tot 21,6 % teruggevallen. Dit alles is natuurlijk te wijten aan het niet bestaan van duidelijke Europese regelgeving ter zake. En de regelgeving die enkele dagen geleden gestemd is, is alles behalve duidelijk. Een zeer spijtige zaak, temeer volgens een in oktober 2005 verschenen studie van de OESO de liberalisering van de dienstensector binnen de EU een stijging van de collectieve welvaart met 1,8 % zou teweegbrengen, alsook een toename van zomaar eventjes 2,5 miljoen jobs. Dat laatste wilden de vakbondsvandalen die op 16 januari laatstleden "Kristallnacht" herspeelden tegen alles wat Europees en kapitalistisch is echter niet weten.

Na de verwerping door Frankrijk (en in mindere mate door Nederland) van de Europese Grondwet, verkeert Europa nog steeds in een diepe crisis. Aan een Europa dat lijdt aan een regelitit-diarree kunnen we alleen maar lak hebben. Maar daarom moet Europa nog steeds niet verzaken aan haar primordiale plicht: Een bakermat van vrijheid zijn, ook voor de ondernemer. Dat in de huidige internationale context waarin (nieuwe) economische grootmachten als China, India en de VS ons voorbijsteken, stemt tot nadenken. Op dit moment doen de leiders van het Oude Continent het echter in hun broek bij het zien van een rode vlag of groene sjaal. Economische hervormingen zijn echter broodnodig; vooraleer we met zijn allen economisch de dieperik in zullen duiken. En gegarandeerd: Het zullen de syndicalisten zijn die als eerste dat ravijn in zullen vallen, dat ze zelf geschapen hebben...

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>