18 februari 2006

Nieuwe bevindingen van de NBB (Politiek Incorrect)

Eergisteren presenteerde de Nationale Bank van België (NBB) haar jaarlijks rapport over 's lands economie en aanverwante aangelegenheden. En neen, het gaat niet al te best met dit Belgenland. Enkele gegevens die men uit het rapport kan afleiden:

Vooreerst springt de almaar verdere stijging van de Belgische belastingdruk op. Die druk is in 2005 tot 45 % van het BBP geklommen, wat dus een stijging is van 0,6 % tegenover 2000; het jaar waarin Verhofstadt het eerste jaar van zijn eerste ambtstermijn voltooide. In werkelijkheid ligt de totale belastingdruk in België nog hoger, omdat de NBB alleen maar gekeken heeft naar de inkomstenmiddelen van de federale overheid, en die van gewestelijke en lokale overheden buiten beschouwing heeft gelaten. De NBB merkt echter op dat de federale overheid voor een bedrag van 162 miljoen euro aan lastenverlagingen voorzag in 2005. Hoe kan deze belastingdruk dan toch zijn gestegen? De NBB verklaart dit door te wijzen naar bijvoorbeeld de verbreding van de belastbare basis bij de inkohiering van de vennootschapsbelasting, de stijging van de inkomsten van de indirecte belastingen (die nu goed zijn voor 11,5 % van het BBP aan inkomsten) en de stijging van de lonen, waardoor ten gevolge van de progressiviteit van het Belgische belastingstelsel deze lonen zwaarder belast worden. Ook de belastingen op vermogen - hoewel 'officieel' onbestaande in België - zijn goed voor een hap van 3,8 % van het BBP. Die inkomsten zijn voornamelijk een gevolg van de Europese spaarrichtlijn.

Nauw verwant aan de belastingdruk is natuurlijk ook de hele problematiek van de loonkosten. NBB-gouverneur Guy Quaden herhaalde andermaal zijn bezorgdheid over de concurrentiekracht van 's lands ondernemingen. Die zorg is ook meer dan terecht: De lonen in de particuliere sector stegen met 2,2 %, tegenover 1,8 % in de drie Belgische buurlanden. Ook de impact van de loonindex op de loonkost is geklommen naar 2,1 %. De loonkost per eenheid product is t.o.v. 2004 overigens nog met 2,1 % toegenomen; het verschil in loonkost (per eenheid product) in vergelijking met de eurozone bedraagt 10 %. Deze negatieve spiraal van hoge loonkosten zorgt er dan ook onder meer voor dat het werkloosheidspercentage tot 8,8 % is gestegen (+ 2,2 % in Brussel; + 0,7 % in Vlaanderen en + 0,5 % in Wallonië). De 40.000 extra jobs die in 2005 gecreëerd zijn, worden hierdoor dus tenietgedaan.

Over de overheidsfinanciën laat de NBB zich gematigd uit. Zij stelt dat het een puike prestatie is van België een begroting in evenwicht af te leveren, in tegenstelling tot andere Europese landen, waar de begrotingstekorten soms de 3 % (Maastrichtnorm) overschrijden. Toch kunnen ook hier weer enkele vraagtekens worden bijgeplaatst: Zo zou zonder de bijdrage van de gewesten (lees: Vlaanderen) en de lokale overheden, het begrotingstekort 652 miljoen euro bedragen*. De NBB wijst de regering er overigens ook op dat er dringend werk moet worden gemaakt van structurele (!) begrotingsoverschotten, teneinde de kosten van de vergrijzing te kunnen opvangen. In 2002 kondigde de regering nochtans aan dat reeds vanaf 2005 een overschot van 0,7 % /BBP zou moeten worden gehaald. Momenteel halen we dus een maar met moeite behaald evenwicht. Ook de eenmalige inkomsten maakten in 2005 nog voor 0,5 % van het BBP deel uit van het begrotingsresultaat, maar desondanks is er een dalende gebruikstrend waar te nemen over de jaren heen. Ook is de NBB ervan overtuigd dat de overheidsschuld sneller gezuiverd had kunnen worden, indien men niet meteen misbruik had gemaakt van de historisch lage rente. Want momenteel slorpen de rentelasten op de overheidsschuld 4,5 % van het BBP op. In 2003 was dit nog 5,3 %, en in 2000 zelfs bijna 7 %. Helaas, de overheid heeft vooral forse investeringen in de gezondheidszorg moeten plegen, wat ervoor zorgde dat het primair overschot (verschil inkomsten-uitgaven zonder rentelasten) tot 4,5 % van het BBP daalde. Het jaar daarvoor was dit nog 4,8 %. Dit is natuurlijk een spijtige zaak, en de NBB legt er andermaal de nadruk op dat die lage rente maar een zeer tijdelijk fenomeen is: Gezien de recente evoluties in euroland - denken we maar aan de renteverhoging door de Europese Centrale Bank (ECB) - zullen de rentelasten ooit wel terug beginnen stijgen, wat een negatieve impact op de overheidsfinanciën teweeg zal brengen.

Al bij al een toch wel overwegend kritische commentaar. Of hier ook de nodige politieke conclusies uit zullen worden getrokken, is een andere vraag. De fameuze 'tien werven' van de federale regering die vorige maand werden aangekondigd zullen hier alleszins maar bitter weinig aan veranderen: Dit hoofdzakelijk rood gekleurd pamflet waarin zelfs de "liberalen" zich kunnen vinden in het behoud van de automatische loonindexering, is veeleer een opdoffer danwel een impuls voor onze economie.

(*) Dat deficit van 652 miljoen euro heeft dus betrekking op Entiteit I van de begroting (federale overheid + sociale zekerheid). Doch, om een begroting conform de Europese begrotingsregels voor te stellen, is ook de inachtname van Entiteit II (gewestelijke + lokale overheden) noodzakelijk. Het is dus die accumulatie van Entiteit I en II die dus de 'geconsolideerde Belgische begroting' vormt, en in evenwicht is.

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>