17 maart 2013

Een slechte peiling met een nog slechtere berichtgeving (Hoegin)

Zaterdag publiceerde de krant Het Laatste Nieuws voor het eerst sedert lang nog eens de resultaten van een eigen peiling. Met een foutenmarge van meer dan drie procent kan je je afvragen waarom die resultaten nog met cijfers na de komma weergegeven worden, maar ook de teneur van de berichtgeving was opmerkelijk. Wie zou immers zelfs nog maar drie jaar geleden 15% voor de CD&V een goed resultaat genoemd hebben, en 33% voor de N-VA slecht?

«CD&V beperkt de schade,» aldus Het Laatste Nieuws, want met nog steeds 15% van de stemmen zou de partij relatief weinig stemmen verliezen ondanks alle perikelen rond het ACW. De krant gaat daarmee wel voorbij aan het feit dat met een foutenmarge van meer dan drie procent de partij net zo goed op nog maar 12% zou kunnen staan, of anderzijds tegenover 2010 zelfs vooruit zou kunnen gaan tot ruim 18%. Of nog: is de peiling op zich weinig betrouwbaar omwille van zowel de kleinschaligheid als de eenmaligheid ervan, dan is de berichtgeving erover zo mogelijk nog bedroevender.

Dat neemt natuurlijk niet weg dat we toch graag een vlieg zouden geweest zijn op de muur van een bepaald huis in Leopoldsburg. Wouter Beke verkondigt immers sedert de verkiezingen van verleden jaar dat het ultieme bewijs geleverd werd dat hij niet meer in peilingen hoeft te geloven, want zijn partij deed het toch zoveel beter bij de enige peiling die echt telt, namelijk de verkiezingen. We zouden ons in zijn plaats toch een pak meer zorgen maken, of toch alleszins binnenskamers, want de tijd dat de CD&V nog eens boven de twintig procent afklokte in een peiling ligt ondertussen alweer een paar jaren achter ons.

Een partij die het naar het schijnt nogal slecht deed in deze peiling is de N-VA. Ook hier willen we de zaken toch even in perspectief plaatsen. Om maar iets te zeggen: bij de vorige peiling van Het Laatste Nieuws –op 3 juni 2009 om precies te zijn– behaalde die partij slechts een schamele 8,3%. Met een score van 33,8% minder dan vier jaar later valt dus best te leven. Maar ook vergeleken met de laatste verkiezingen staat de partij op winst, zelfs als er van de score een foutenmarge af zou moeten. Er zijn niet veel Vlaamse partijen die hetzelfde kunnen zeggen.

Wat van deze peiling toch een slechte peiling voor de N-VA maakt is het interview van De Standaard en Het Nieuwsblad met N-VA-kopstuk Geert Bourgeois, toevallig op dezelfde dag gepubliceerd, en waarin hij zelf nogal weinig strategisch het getal 40% laat vallen. We kunnen deze blunder alleen maar aan overmoed toeschrijven, want tot nu toe overschreed de N-VA slechts éénmaal de kaap van de veertig procent in een peiling. Dat gebeurde in de peiling van La Libre Belgique van 5 september 2012, toen de N-VA zeggen en schrijven… 40,1% haalde. Het laat zich raden dat vanaf nu elk peilingsresultaat voor de N-VA met dit getal vergeleken zal worden, en dat de N-VA bijna zeker in 2014 een zogenaamde «overwinningsnederlaag» tegemoet gaat.

Nu ja, Geert Bourgeois was de enige niet die dit weekend een steek liet vallen. Ook Carl Devos flaterde in zijn reactie op de uitspraken van Geert Bourgeois. De N-VA hoeft immers geen vijftig procent te halen om volledig incontournable te worden: veertig procent kan volstaan, op voorwaarde dat het Vlaams Belang die andere tien procent haalt. En dat dan alleen nog maar in zetels, wat dus ruimte laat voor nog enkele procenten minder. Soms vraag je je toch af of het diploma van politicoloog gewoon uitgedeeld wordt aan iedereen die de moeite doet zich ooit eens bij de juiste faculteit in te schrijven…

Maar over het Vlaams Belang gesproken, die partij doet het in deze peiling wat beter dan in de andere peilingen de laatste tijd. Ook de Open Vld doet het wat beter, terwijl de uitslag voor de sp.a tegenvalt. Over erg grote verschillen gaat het echter niet, en dus valt daar verder eigenlijk niet veel meer over te zeggen. Groen doet het trouwens niet beter of slechter dan in de andere peilingen, en LDD en PVDA worden voor zover we konden zien zelfs niet eens vermeld.

Voor de volledigheid hebben we ook deze keer een simulatie voor de zetelverdeling in het Vlaams Parlement opgesteld. Opnieuw kleurt het halfrond opvallend veel geel-zwart, maar niet voldoende voor een zogenaamde V-meerderheid. Anderzijds blijft een B-meerderheid bijzonder krap, zeker als men dan ook nog eens rekening houdt met het feit dat UF naar alle waarschijnlijkheid ook in 2014 nog één zetel zal weten binnen te halen.

Bijlage: Overzicht van alle peilingen in Vlaanderen sedert 2004 (PDF).

Labels: , , , ,

1 Comments:

At 18/3/13 22:38, Anonymous John Stufflebeam said...

Met 33% kan de partij ook incontournable zijn. De OVLD gaat in de oppositie als ze rond 10% uitkomt. Di Rupo II is wel aanlokkelijk voor een kleine partij: twee federale ministers, waaronder een vicepremier, nog een staatsecretaris, en politieke benoemingen voor de onverkozen parlementsleden. mMaar in 2018 zijn het opnieuw federale, Vlaamse en Europese verkiezingen. Als de partij dan nog eens 5% verliest, dan houdt ze op te bestaan. Want dan verdwijnt de partij voor vijf jaar uit de drie parlementen.

En dat riskeert de OVLD niet. Dus is de N-VA incontournable. Tenzij ze onder de 30% uitkomt.

 

Een reactie posten

<< Home

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>