1 februari 2013

Onbekommerd zelfvertrouwen (vpmc)


Hoe de francofone geest precies werkt, is een onderwerp dat hier meermaals al fragmentarisch aan bod kwam. Die geest vertoont aspecten die een Nederlandstalige blijvend verbazen, en die ik ook nu enkel zijdelings zal kunnen toelichten.

Vorige week bestelde ik het boek “Dictionnaire amoureux de la Russie”, 859 bladzijden, van Dominique Fernandez (Plon 2004, €26). Welgeteld drie dagen later had ik het, en dat kwam omdat ik het had besteld bij boekhandel Limerick (recht voor het St-Pietersstation) en niet bij Amazon.fr, al leveren die ook snel moet ik bekennen.

Die Dictionnaire is een breed opgezet naslagwerk over literatuur, politiek, geschiedenis. Alles netjes alfabetisch gerangschikt, zoals te doen gebruikelijk in woordenboeken. Ik had het boek nooit eerder gezien, en toen ik het op de tram opensloeg, zonk de moed mij in de schoenen.

Alweer bleek: er naar binnen lopen en dan op je duizend gemakjes rondneuzen bij Limerick of een andere boekhandel, is heel iets anders dan werken bestellen die je nog nooit hebt ingekeken.

Wat zag ik de lexicograaf Fernandez daar
in zijn ontwapenend eerlijke voorwoord schrijven?

Malgré mes efforts, recommencés à plusieurs reprises, pour apprendre la langue russe, je n’en suis resté qu’à des balbutiements inopérants. Je n’ai lu les textes russes qu’en traduction, et dois donc tout ce que j’en aime aux traducteurs du russe, français et italiens, qui se trouvent être, heureusement, d’une compétence et d’un talent insignes.

[Mijn meermaals herhaalde pogingen om de Russische taal onder de knie te krijgen ten spijt, ben ik nooit verder gekomen dan enig onwerkzaam gestamel. De Russische teksten heb ik enkel in vertaling gelezen, en alles wat ik erin liefheb, ben ik dus verschuldigd aan de vertalers uit het Russisch, Fransen en Italianen die, gelukkig maar, opmerkelijk bekwaam en talentvol blijken te zijn.]

De vraag rijst: hoe weet die man dat? van dat grote talent?

Zelf geen Russisch kennen is geen schande. Ik ken het ook niet, al heb ik een jaar les gehad. Na dat jaar zag ik dat ik met gemak Russische schaakcommentaren kon lezen, bijvoorbeeld in het weekblad «64», of in de maandbladen «Шахматы в СССР» (Schaken in de USSR) en «Шахматный бюллетень» (Schaakbulletin), en daar ging het mij om. Opmerkingen als «wit staat merkelijk beter», of «nu krijgt zwart een gevaarlijke aanval», of «zet van twijfelachtige waarde» kon ik goed begrijpen want die kwamen vaak terug, en ik hield mijn Russische studiën voor bekeken.
De Russen (zoals de Fransen) zeggen overigens niet zoals wij: "wit staat", maar "de witten staan", slechter of beter. En ze hebben ook geen Dame of Koningin in hun spel, maar een Raadsheer, een Vizier (Ферзь) aan de zijde van de Koning. Dat is weer vervelend voor psychoanalytische interpretaties van het schaakspel.
Die bladen waren bovendien spotgoedkoop,
enkele honderden frank per jaar, altijd stipt op tijd en in het Westen verkrijgbaar op eenvoudige bestelling. Ik ontmoette eens Grootmeester Viktor Kortsjnoi, en toen ik hem zei dat ik van «64» alle jaargangen had, keek hij me ongelovig aan en verklapte mij dat vanwege de papierschaarste in de USSR maar weinige grootmeesters daar hetzelfde konden zeggen.
In die bladen stond ook altijd, voorafgaand aan het ernstige werk van de schaakcommentaren, op pagina 2 een artikel over Lenin of over de verbroedering der volkeren, maar dat kon ik niet goed ontcijferen.
Een dictionnaire over Rusland schrijven, was niet voor mij weggelegd.

Om nu op de auteur Fernandez terug te komen: ik las meteen wat hij te vertellen had over Poesjkin. Dat viel tegen. Idées reçues, dingen van horen zeggen. Wat hij verder nog over Tolstoi, Dostojewski, Raspoetin, Siberië, tsaren, berken, beren, vodka, sleden of sneeuw te vertellen heeft, zal ik niet meer vernemen.

Nee, dan zijn wij Nederlandstaligen wel gezegend, met vertalers en historici als van het Reve of Bezemer of Timmer, met vertalers-dichters als Boland of Jonker of Rawie.
Lees eens –als u zoals ik geen Russisch kent– de Onegin in het Frans, Engels en Duits, vergelijk en je zult over de Nederlandse vertalingen (want er zijn er meerdere) met meer recht dan Fernandez kunnen zeggen …d’une compétence et d’un talent insignes.

__________________



Een aanrader: “Russische Zon, Hans Boland over Poesjkin”.

En wie nóg meer wil weten, kan terecht bij T.J.Binyon: “Pushkin, a biography”.
Henri Troyat (Lev Aslanovitch Tarassov, 1911-2007) schreef in 1946 een beroemde biografie, maar die is uitverkocht.


Labels: , , , , , , ,

2 Comments:

At 4/2/13 04:21, Anonymous Nikolaas de Jong said...

Niet verwonderlijk, uiteraard.
In Frankrijk lijkt het de gewoonte te zijn van bepaalde schrijvers om boeken over van alles en nog wat te willen schrijven, zonder dat ze er eigenlijk veel van afweten. Het is dus best dat men eerst nakijkt of de schrijver in kwestie een Russische achtergrond heeft, anders loop je snel het risico met een hoop "idées reçues" te maken te krijgen (hoewel ik Henri Troyat persoonlijk toch maar wat clichématig vind).

 
At 8/7/13 17:21, Anonymous Poesjlief said...

Waarom zonk de moed u in de schoenen toen bleek dat gij de moed die gij meende nodig te hebben om dat boek de lezen niet meer nodig had?

 

Een reactie posten

<< Home

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>