18 mei 2006

Vlaanderen in de wereld (Politiek Incorrect)

Maar al te vaak wordt in het communautaire debat de klassieke vergelijking gemaakt tussen Vlaanderen en Wallonië om te bewijzen dat Vlaanderen de "superieure" regio van België zou zijn. In Belgische context klopt dit echter ook: De werkloosheidsgraad ligt in Vlaanderen 10% lager dan in het zuiden des lands, de uitvoerprestaties zijn minstens vier maal zo goed, de economie groeit sneller en het BBP per capita ligt hier ongeveer 40% hoger dan in Wallonië. Dit zijn maar enkele basisstatistieken om aan te tonen dat Vlaanderen het, inderdaad, beter doet dan Wallonië.

Het zou echter een kapitale fout zijn met deze cijfers in het achterhoofd zelfgenoegzaam op onze lauweren te rusten. Want juist gisteren werd een uitgebreide studie geleverd door het "Flanders District of Creativity". Dat FDC is een vzw die in mei 2004 door de Vlaamse regering werd opgericht om de ondernemingszin in Vlaanderen aan te wakkeren. In haar studie, getiteld "The creative economy - Challenges and opportunities for the DC regions" vergelijkt het FDC Vlaanderen met 10 andere regio's in de wereld, zijnde Baden-Württemberg, Rhône-Alpes, Shangai, Karnataka (India), Lombardije, Catalonië, Maryland (VSA), Nord-Pas-de-Calais, Quebec en Schotland op basis van parameters als werkgelegenheidsgraad, O&O-investeringen, de inbreng van menselijk kapitaal, onderwijs, enz. Wallonië is opzettelijk uit de vergelijkingslijst geweerd: Ten eerste zijn hogergenoemde regio's van 's werelds economische topkwaliteit, en ten tweede is juist de opzet van deze studie Vlaanderen eens niet te vergelijken met haar naaste zuiderburen, echter wel met andere welvarende gebieden in de wereld.

En het is vanaf dan eigenlijk dat het plaatje iets minder fraai oogt. Op enkele punten scoort Vlaanderen uiteraard wel zeer goed. Zo bedraagt bijvoorbeeld het aandeel van de wetenschappelijk en technisch hoogopgeleiden t.o.v. de actieve beroepsbevolking 40,4%. Geen enkele andere regio kan deze puike prestatie nadoen, hoewel de score van Schotland (39,6%) eveneens dicht in de buurt nadert. Ook de exportprestaties van Vlaanderen overtreffen iedere verwachting: De toegevoegde waarde van Vlaanderens export is zomaar eventjes 118,47% van het bruto regionaal product. Geen enkele andere regio in de lijst doet dit ons na.

Maar er is ook veel slechter, zelfs ronduit onrustwekkend, nieuws over de Vlaamse economie: Zo bedroeg de gemiddelde jaarlijkse BBP-groei in Vlaanderen in de periode 2000-2003 een schamele 0,65%. In Catalonië (+2,75%) en Maryland (+3,29%) was dit dus beduidend meer. En zelfs wanneer we de vergelijking maken met Vlaanderens naaste handelspartner - de EU-15 (+1,37% groei in diezelfde periode) - valt dus op dat er iets duidelijk niet snor zit met de Vlaamse economie. Dat Catalonië en Maryland zo'n goede prestaties kunnen voorleggen, zou te maken kunnen hebben met het feit dat de staatsstructuur van de landen waarin beide regio's ingekapseld zitten - respectievelijk Spanje en de Verenigde Staten van Amerika - zeer gedecentraliseerd is (slechts 20% van de geconsolideerde overheidsuitgaven in de VSA wordt door de federale overheid gedaan!) . In België is dit jammer genoeg wat anders, maar meer hierover in de slotbeschouwing.

Ook met de werkgelegenheidsgraad gaat het niet goed in Vlaanderen. In Wallonië - om ons even buiten de FDC-vergelijking te wagen - bedraagt deze bijvoorbeeld 55,4% en in Vlaanderen 62,9%. Wat blijkt uit de FDC-studie? Dat de gemiddelde werkgelegenheidsgraad in de vergeleken regio's 66,8% bedraagt! En de gemiddelde werkgelegenheidsgraad in de EU-15 bedraagt 64,3%. Die nogal lage Vlaamse werkgelegenheidsgraad valt echter eenvoudig te verklaren: De gemiddelde jaarlijkse werkgelegenheidsgroei bedroeg in de periode 1999-2003 slechts 0,86%. In Catalonië was dit daarentegen 1,56% en in Schotland 1,35%. Ook in de groei van het reële cijfer aantal jobs was in Vlaanderen ongeveer half zo groot als in de twee hogergenoemde regio's. Nochtans zijn Catalonië en Schotland in bevolkingsaantal min of meer aan Vlaanderen gelijkwaardige regio's. Tot slot valt er misschien ook nog wat te zeggen over de langdurige werkloosheid (meer dan één jaar werkloos; uitgedrukt als percentage van de totale werkloosheidsgraad): Deze bedraagt in Vlaanderen ongeveer 36%, en in maar liefst 5 andere vergeleken regio's is deze lager dan bij ons.

Wanneer we dit schrijven zijn we nog maar aan pagina 38 van de 174 pagina's tellende studie beland. Gezien ook deze bescheiden website haar limieten heeft, houden we het dan ook bij deze bij bovenstaande vergelijkingen, die overigens de kerngedachte van de studie goed weergeeft. Wie echter nog niet genoeg kan krijgen van deze toch wel interessante studie, kan nog steeds terecht op http://www.flandersdc.be/index.php?option=com_content&task=view&id=64&Itemid=2&lang=nl om zijn of haar kennishonger terzake te stillen. Wel dient erbij gezegd te worden dat het rapport van het FDC uitsluitend in het Engels beschikbaar is.

Wat we dus kunnen leren uit deze FDC-studie is dat Vlaanderen wel degelijk de mogelijkheden heeft om zich tot een performante kenniseconomie met wereldklasse te ontpoppen. De Vlaamse regering, en minister van Economie Fientje Moerman (VLD) in het bijzonder, voeren dan ook zeer puik werk om de Vlaamse ondernemingszin terug aan te wakkeren (denken we maar aan het Arkimedesfonds, het Odysseus-programma voor internationale wetenschappelijke uitwisseling en de "Flanders' Future"-campagne). Toch mag ook de Vlaamse regering niet indommelen, waarbij we dan denken aan het recente rapport van VOKA (zie: http://www.tijd.be/voka) dat de Vlaamse regering slechts "nipt voldoende" heeft gegeven.

Het spreekt echter voor zich dat ook de Vlaamse regering slechts in de mate van het mogelijke een beleid kan voeren, dit omdat ook Vlaanderen voor het Vlaamse leeuwendeel afhankelijk is van de Belgische grillen. In het FDC-rapport werd bijvoorbeeld verwezen naar de lage tewerkstellingsgraad. Dit is voor een groot deel het gevolg van de hoge loonkost en de wurgende fiscale druk. Maar het is (voornamelijk) het federale beleid dat verantwoordelijk is voor die fiscaliteit. Hetzelfde geldt ook voor de sociale zekerheid, het controlebeleid op de werklozen, de pensioenen, de cao's, en ga zo maar door. Stuk voor stuk beleidsdomeinen die van het meest elementaire belang zijn in handen te hebben om een economisch beleid uit te stippelen. En het zijn juist die beleidsdomeinen die Vlaanderen niet heeft. Daar staat dan tegenover dat onderwijs en wetenschapsbeleid wél regionale bevoegdheden zijn: Voor die paramaters presteert Vlaanderen dan ook zeer goed. Zo zijn in de FDC-ranking, op Baden-Württemberg na, procentueel gezien nergens zoveel universiteiten in de internationale top-500 vermeld als in Vlaanderen.

Het is dus daarom dat, na lezing van deze studie, dit Belgische onland zo snel mogelijk gesplitst moet worden. Vlaanderen presteert slechts zeer "gemiddeld" tegenover andere topregio's in de wereld, maar stilstaan is natuurlijk hetzelfde als achteruitgaan. En Wallonië is gewoonweg een economisch kerkhof. Dat wij ons aan die kant bevinden van de "Titanic Belgium" die het minst snel zinkt is dus maar een zeer schrale troost. Vooral zowel Vlaanderen als Wallonië - dat al reeds tot aan haar knieën het ijskoude economische sop kan voelen - is het dus hoog tijd om de reddingssloepen uit te zetten, en het zinkende schip te verlaten. Op weg naar betere oorden.

1 Comments:

At 18/5/06 11:56, Anonymous Anoniem said...

Tja... 't zal wel.

Toch vind ik het in Vlaanderen veel erger stinken dan in Wallonie. Geef mij maar de frisse lucht in de Ardennen en het schone landschap; niet die vuile Scheldehaven, de stink-BASF, en de armoedige achterbuurten.

 

Een reactie posten

<< Home

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>