8 december 2020

Hemelse tekens voor een messias en een profeet



Hemelse tekens voor een messias en een profeet

 

(Doorbraak, 16 december 2020) 

In het zicht van de kerstdagen kunnen we ons weer aan bespiegelingen over de Ster van Betlehem verwachten. Het zou om een Jupiter-Saturnus-samenstand in Vissen in het jaar -7 gaan, om een Jupiter-Venus-Regulus-samenstand in juni van het jaar -2, of andere configuraties waaraan sterrenwichelaars veel betekenis hechten. Onder de vele auteurs die er hun licht over hebben laten schijnen noemen we de Vlaamse wetenschappers (en in dit opzicht tegenpolen) Ronnie Martens, skeppticus, en Jos Verhulst, antroposoof. Aan die bespiegelingen gaan we hier niets toevoegen. We hebben het wel over wat die sterrenstand, welke hij ook mag geweest zijn, in de godsdienstgeschiedenis kan betekend hebben.  

 

 

Driekoningen

De zogenaamde Ster van Betlehem duidt er voor de meeste sterrenduiders op dat de geboorte van Jezus iets heel bijzonders was. Het is redelijk aan te nemen dat die samenstand binnen het astrologisch wereldbeeld, dat in de Babylonische en Hellenistische cultuur toonaangevend was, als uitzonderlijk betekenisvol gold (daarom wordt er onder de hedendaagse erfgenamen van dat wereldbeeld nu volop gespeculeerd over de komende winterzonnewende, wanneer Jupiter en Saturnus zullen lijken te versmelten). De Romeinen wijdden zelfs munten aan sensationele planeetstanden, op de keerzijde van ‘s keizers beeltenis, zonder overigens ooit naar ene Jezus te verwijzen.

Want wat heeft Jezus ermee te maken? Na een lezing van Verhulst over het beweerde gastoptreden van de door hem uitverkoren sterrenstand in enkele schilderijen van Pieter-Pauwel Rubens, hoorde ik een paar ex-katholieken in het publiek mompelen dat er precies toch iets bijzonders aan die Jezus moet geweest zijn, aangezien zijn geboorte met zulke gunstige constellatie samenviel.

Het zwakke punt is dat men daar de sprong maakt van een beweerdelijk unieke planetenstand naar de persoon Jezus. Dat neemt men van generaties christelijke auteurs over, te beginnen met de evangelist Mattheüs en zijn Driekoningenverhaal (merk op dat de andere evangelisten dat onvermeld laten, wat ook niet voor zijn historiciteit pleit). Tientallen jaren na de sterrenstand in kwestie, en een gelijkaardig aantal jaren na Jezus’ geboorte, legde hij een verband tussen die twee gebeurtenissen, voor zover bekend als eerste.

 

 

Christelijke sterrenduiding

         Vele hedendaagse christenen beschouwen sterrenduiding als afgoderij en staan weigerachtig tegenover de gedachte dat christenen belang kunnen gehecht hebben aan planeetstanden. Dat was echter wel het geval, vooral in de eerste eeuwen en ook tijdens de Renaissance. Of het klopt wat mijn nonkel pater zaliger uit zijn studiejaren in Rome getuigde, namelijk dat men bij bisschopsbenoemingen horoscopen raadpleegde, durf ik niet bevestigen. Maar in de opstelling van de Kerkelijke kalender is duidelijk met de Dierenriem rekening gehouden: ofwel omdat men er echt in geloofde, ofwel omdat men op de Grieks-Romeinse gevoeligheden wou inspelen.

De band van Kerstmis en Pasen met de winterzonnewende resp. de lente-evennacht is het bekendste voorbeeld: deze data waren in omzeggens alle antieke culturen van belang, en de jonge Kerk wou daar niet voor onderdoen. De plaatsing van het dodenfeest Allerheiligen / Allerzielen in de periode van het doodsteken Schorpioen is er een ander. Pinksteren als feest van communicatie en veeltaligheid beantwoordt aan de astrologische betekenis van zijn teken Tweelingen. Op 8 december vieren katholieken de Onbevlekte Ontvangenis van Maria, en ook dat is om astrologische redenen. Negen maanden na een ontvangenis volgt een geboorte, dus op 8 september viert men de geboorte van Maria, doelbewust in het sterrenteken Maagd. Ook het Mariafeest van OLV-Tenhemelopneming viel bij zijn instelling rond het jaar 600 in de Juliaanse kalender ongeveer samen met het beginmoment van de Maagd-periode. De katholieke feestkalender is doordrenkt van heidense sterrenduiding.

Het kan evengoed dat de evangelist, gretig om ook de astrologie voor de kar van zijn nieuwe leer te spannen, van de opwinding onder hellenistische sterrenduiders over deze uitzonderlijke samenstand gehoord had en deze willekeurig op Jezus betrokken heeft. Van de meeste mensen van niet-koninklijke komaf was het geboortemoment niet of niet meer bekend, zeker niet tegen de tijd waarin ze het op eigen kracht tot beroemdheid geschopt hadden. Men kon dus later een geboorteverhaal verzinnen dat bij hun uiteindelijke status paste.

 

 

Mohammeds geboorte

Er is een gelijkaardig geval bekend: de geboorte van Mohammed. Zoals christenen Kerstmis vieren, en wel op een uitgekozen datum die waarschijnlijk meer inspeelde op de bestaande feestkalender dan dat hij een historisch geboortemoment weergaf; zo vieren moslims elk jaar de geboortedag (miladoe’n-nabi) van de Profeet. Alleen, ze pretenderen niet de datum te kennen, dus ze vieren zijn geboorte op zijn sterfdag, die wél bekend is. Dat wat de precieze dag betreft, maar belangwekkender in dit verband is het jaar.

Moslimbronnen plaatsen Mohammeds geboortejaar onder een gelijkaardig prestigieuze hemelse vingerwijzing: het Jaar van de Olifant. Een glorierijk ogenblik in de Arabische geschiedenis was de mislukking van de belegering van Mekka door een met olifanten uitgerust Ethiopisch invasieleger. Dat werd genoopt om zich terug te trekken, niet door Arabische wapenfeiten maar door een zogenaamde hemelse tussenkomst. De teksten gewagen van een soort stenenbombardement door vogels, maar in het echt betrof het waarschijnlijk een epidemie.

Toen men Mohammeds leven na diens dood in 632 ging beschrijven, was de Olifant-generatie praktisch uitgestorven, maar het prestige van de gebeurtenis galmde nog na. Mohammed was geboren in 570, maar de belegering moet rond 555 plaatsgevonden hebben. Het was echter allemaal lang geleden en vaag geworden, dus ging men de inmiddels prestigieus geworden geboorte van de profeet aan het prestigieuze Jaar van de Olifant koppelen. Als hij in 555 geboren zou zijn, was hij al een oude man toen hij Arabië veroverde, dus 570 was realistischer, en het was het Olifantjaar dat opgeschoven werd. Het jaar waarin Allah zich met de lotsbestemming van Mekka had ingelaten, had hij de stad niet alleen van een belegering ontzet, maar haar ook een profeet geschonken, zo werd geïmpliceerd.

Alleszins, de twee gebeurtenissen werden pas post factum verbonden, en daartoe nam men vrijheden met de kalender. Ziedaar wat met de koppeling van Jezus’ onbekende geboortedatum aan een opvallende sterrenstand moet gebeurd zijn.

 

(Genoemde personen: Ronnie Martens, Jos Verhulst, Jezus, Pieter-Pauwel Rubens, Mattheüs, Maria, Mohammed, Allah) 

Labels: , , , , ,

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>