3 juni 2020

Vlaanderen, een kolonie van België?



(Doorbraak, 27 mei 2020)

Mark Grammens zaliger vergeleek regelmatig de Vlaamse strijd met de dekoloniseringsstrijd. Hij behoorde tot de repressieslachtoffers die in de jaren 1950 de strijd tegen België hernamen, maar dan van de linkerkant. Vandaar zijn voorliefde voor progressief jargon en verwijzingen. In Vlaanderen minder gebruikelijk, maar in éénklank met het progressisme van de nationalisten in bijvoorbeeld Catalonië.

Die antikoloniale beeldspraak heeft in de Vlaamse Beweging nooit veel navolging gevonden, wellicht omdat de meeste Vlaamse Bewegers in die tijd weinig op het wereldgebeuren ver van de eigen klokkentoren gericht waren, of omdat zij zich in een dekoloniseringsoorlog moeilijk met de exotische opstandelingen tegen het Europese koloniale gezag konden vereenzelvigen. De jongste jaren hoort men de vergelijking regelmatig bij de Schotse nationalisten, die zich als een vroege kolonie van Engeland voorstellen. Destijds werd de onafhankelijkheid van Ierland in India alvast als een klinkende dekolonisering gezien, een model om inspiratie uit te putten, en een bewijs dat het Britse rijk wél overwinnelijk was.

De Vlamingen als inboorlingen verknecht door en in opstand tegen een koloniale macht, dat klonk alvast beter dan “les boches du nord” (de moffen van het noorden), flaminganten als agenten van het Duitse imperialisme, of “bloed en bodem”. Het paste in de progressieve tijdsgeest. Ik heb het niet bewust meegemaakt, maar ik vermoed dat de opgang van de Volksunie in de jaren 1960 toch ook de “wind van verandering” die door het dekoloniserende Afrika woei, in haar zeilen wist in te vangen.


Peppraat

Verkocht Grammens meer dan peppraat? De belgicisten zullen het zeker een holle overdrijving noemen, of gewoon onzin. Engelsen, inbegrepen degenen die uit Jamaica of Pakistan stammen, noemen het Schotse vertoog zo, en wijzen erop dat Schotten en Ieren volop meededen met de Engelsen in de kolonisering van derde landen. En dat geldt evengoed voor de Vlamingen, die in de koloniale oorlog van koning Léopold II sneuvelden (luitenant Lippens, sergeant Debruyne) of de overwinning behaalden (commandant Francis Dhanis), die de meeste missionarissen leverden, en die, zoals ondergetekende nog gedaan heeft, hun eerste zakcentjes in een dankbaar knikkend negertje stopten. De Vlamingen waren niet gekoloniseerd door de Belgen, zij waren zelf Belgen.

Maar daartegenover staat dat bevolkingen waarvan niemand betwist dat zij gekoloniseerd waren, wel degelijk zelf mee aan de kolonisering deelnamen. De Britten organiseerden volksplantingen van Tamils in Sri Lanka en Myanmar, Gujarati’s in Zuid- en Oost-Afrika, Bhojpuri’s in Guyana. Sikhs vochten voor het Britse rijk in de Concessie van Shanghai en tegen de “Boksersopstand” in Beijing, om nog te zwijgen van Flanders’ Fields. Wie aan de top van de piramide stond, daarover bestond geen twijfel, maar daaronder was er volop plaats voor maatschappelijke opklimming voor koloniale onderdanen.

Eens de onderdanen voldoende évolué waren, werd het zelfs aangewezen om gehoorzame exemplaren een heel zichtbare plaats in de bestuursstructuur te geven. Gehoorzaamheid loont, was de boodschap naar de intelligentsten onder de inheemsen toe. We hoeven in het Belgische geval niet eens naar historische figuren als Gaston Eyskens of Wilfried Martens te verwijzen: pas afgelopen week hebben we Paul Magnette horen suggereren dat de volgende premier, die de Vlamingen een forse Belgische belastingverhoging zal moeten aanpraten, een Vlaming “mag” zijn. Dat speelt ook in op de sentimentele psychologie van primitieve inboorlingen: zij zijn veel gehechter aan personen dan aan ideeën, dus plak een Vlaams gezicht op een anti-Vlaams beleid, en de sukkels zullen het in de armen sluiten.

Een nuttig element in elk koloniaal bestuur was het “verdeel en heers”-beginsel. Vaak was dat al nuttig in het op gang brengen van het koloniseringsproces, zoals toen Hernan Cortes andere Mexicanen tegen de Azteken wist te mobiliseren. De koloniale onderdanen kwamen zelfs niet op het idee om de heersersklasse tegen elkaar op te zetten, maar de heersers deden het routinematig en heel bewust bij de inboorlingen. De “Zweedse” regeringscoalitie speelde wel in op een scherpe inter-Waalse tegenstelling tussen de liberale visie van de MR op de economie en de socialistische van alle anderen, maar dat betrof niet de machtsverhoudingen tussen Vlamingen en Franstaligen. Zodra die in het spel zijn, vormen de belgicisten een ongenaakbaar gesloten front. De Vlaamse beweging heeft niet genoeg verstand in huis om daar een bres in te slaan of zelfs maar aan die optie te denken. Omgekeerd is het zaaien en handhaven van verdeeldheid bij de gekoloniseerden een ingeburgerde praktijk, en onderdeurtjes kunnen zeer fanatiek zijn in hun pekelruzies en aan hun onderlinge haatverhoudingen heel wat heiliger-dan-gij status ontlenen, zodat zij geen gevaar vormen voor het bewind.  


Algerije van het noorden

Nog een bezwaar is: kolonisering betekende dat één land een ander land ging inpalmen; een ver, tropisch land. Nochtans, strikt genomen moet dat geen ver land zijn: de Russische inpalming van stukjes land in het oosten, beetje bij beetje, tot de tsarenscepter tot in Alaska reikte, kan gerust een proces van kolonisering genoemd worden. Dat de Sovjetheerschappij over het reusachtige Siberië aan de dekoloniseringsgolf ontsnapt is, heeft met de succesvol verkochte bolsjevistische aanspraak op morele superioriteit en niet-onderdrukking te maken; de tsaren zouden er niet mee weggeraakt zijn.
De Jakoeten en Kirgiezen hadden hetzelfde Sovjet-staatsburgerschap als de Russen, de Vlamingen zijn evenzeer Belg als de Franstaligen. Toen Frankrijk over Algerije heerste, waren de Algerijnse provincies “départements à part entière” met zitting in het Parijse parlement. Hoezo, kolonie in de verte? De Middellandse Zee stroomt doorheen Frankrijk zoals de Seine doorheen Parijs; en niemand zegt toch dat de ene Seine-oever de andere “koloniseert”? Toch is l’Algérie Française uiteindelijk het voorwerp van een dekoloniseringsoorlog geworden.

Toen België ontstond, was dat door het initiatief van Franse samenzweerders die als eerste doel hadden, de zuidelijke Nederlanden bij Frankrijk te voegen, een soort herstel van de Napoleontische toestand, toen de Oostenrijkse Nederlanden tot een soort Algerije van het noorden gemaakt waren. Een aparte staat België was slechts een B-plan dat gezien de Britse bemoeienis al snel de best haalbare optie werd. Maar er was nooit een opzet van gelijkheid met de Vlamingen, alleen een handig gebruik van de onnozelheid van voldoende Vlamingen die dat niet door hadden.  

Kortom, de koloniale uitleg voor de Belgische machtsverhoudingen is mogelijk een beetje bij het haar getrokken, maar echt niet ongerijmd. Een beetje tekstschrijver is zeker in staat om van de “politieke spelletjes” van de Vlaamsgezinde partijen een antikoloniale bevrijdingsstrijd te maken. Maar de belgicisten kunnen gerust zijn: zo ver denken Vlamingen niet. Zelfs bij de zoveelste verjaardag van de Kongelese onafhankelijkheid denkt geen enkele Vlaamse voorman aan hun geslaagd “los van België”.

Labels: , , , ,

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>