4 juni 2009

Consolatio Philosophiae (vpmc)

Sloterdijk: [...] von siegen im Sinne einer großen Gestaltungsvision, wie der Kommunismus des 19. Jahrhunderts sie formuliert hat, kann heute ja nicht mehr die Rede sein. Also es geht nicht mehr, es geht gar nicht mehr um Gestalten, sondern es geht darum, wie man das Datum der Selbstzerstörung ein wenig aufschiebt, um Spielräume für irgendetwas Gestaltungsartiges in der Zukunft noch zu eröffnen.
Man muss das ganz ernst nehmen, weil jetzt zum ersten Mal so etwas wie eine apokalyptische Endspielsituation eingetreten ist. Wir haben immer geglaubt, die Apokalypse ist nur eine symbolische Struktur oder eine Schreibweise für Texte, mit denen Fanatiker sich selber aufputschen wollen, ja?
Wir bekommen aber inzwischen von unseren Freunden, den Meteorologen, von unseren Freunden, den Ozeanografen, von den Wirtschaftsstatistikern, von den Demografen aus allen möglichen Bereichen, in denen äußerst nüchterne Personen Forschung betreiben, wir bekommen von allen Fronten relativ gleichzeitig gleichlautende Hinweise darauf, daß im Augenblick die Krisenspannung an 20 Fronten gleichzeitig steigt.
Müller-Schmid: Haben Sie persönlich Zukunftsangst?
Sloterdijk: Dazu bin ich ein wenig zu alt. Die Alten lehnen sich zurück und sagen: Nach uns die Sintflut! Die Jungen haben zu einer Sintflut ein ganz anderes Verhältnis, weil es sie in ihren besten Jahren treffen würde.




Sloterdijk: Van zegepralen in de zin van een groot toekomstproject, zoals in de XIXde E. .het Communisme er nog een heeft geformuleerd, kan vandaag geen sprake meer zijn. Met andere woorden, het gaat niet meer –helemaal niet meer– om projecten, maar om de vraag hoe men het moment van de zelfvernietiging nog een poosje voor zich uit kan schuiven, zodat er in de toekomst nog wat speelruimte open blijft voor iets dat met een project toch enige gelijkenis vertoont.
Je moet dat heel ernstig nemen, omdat er nu voor de eerste keer zoiets als een apocalyptische eindspelfaze is aangebroken. Wij gingen er altijd van uit dat de Apocalyps louter een symbolische structuur was, of een literaire vorm waar fanatiekelingen zichzelf mee willen opzwepen, toch?
Maar inmiddels krijgen wij van onze vrienden de meteorologen, van onze vrienden de oceanografen, van de ecomomen-statistici, van de demografen, uit alle mogelijke toepassingsgebieden dus, waar bloednuchtere lui vorsingswerk verrichten, wij krijgen van alle fronten min of meer gelijktijdig gelijklopende aanwijzingen, dat op dit moment de crisisspanning op 20 fronten tegelijk oploopt.
Müller-Schmid: Hebt u persoonlijk angst voor de toekomst?
Sloterdijk: Daar ben ik een tikje te oud voor. De oudjes leunen achterover en zeggen: Na ons de Zondvloed! De jongeren staan heel verschillend tegenover een zondvloed, omdat die hen in hun beste jaren zou treffen.
.

Labels: , , ,

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>