24 januari 2009

Ook de journalistiek ontsnapt niet aan automatisering (vpmc)

Weinigen zullen het de moderne vrouw misgunnen dat haar leven een stuk comfortabeler is geworden door de uitvinding van allerlei machines, meer bepaald de automatische was- en vaatwasmachine. Of de droogkast. Eerder al had zij de naaimachine gekregen, waar toen geloof ik van Ostaijen de lof van heeft gezongen.

Maar hoe delicaat was en vaatwas soms kunnen zijn, het blijven relatief eenvoudige mechanische taakjes. Al een stuk ingewikkelder is aardappelen schillen, of wortelen, schorseneren, rammenassen, asperges en dergelijke. Hier voldoen geen volautomatische machines, omdat zij vooralsnog precisie en grondigheid niet met de gewenste zuinigheid weten te verenigen. De verwarrende veelheid der te verwerken vormen speelt hier een rol.
Wel zijn er, zoals hiernaast te zien, al sinds geruime tijd halfautomatische toestelletjes van Zwitserse makelij op de markt, die grote voldoening schenken. Hun goede werking vereist geen noemenswaardige kracht, wel nog een scherp oog, alsook fijne vingers en een tere motoriek. Node, en slechts ten koste van grote verspillingen kunnen wij deze laatste missen.

Een machine bedenken die zelfstandig nog moeilijkere taken aankan lukt voorlopig niet, al zijn er uitzonderingen. Schaken bijvoorbeeld is voor de automaat nauwelijks nog een probleem. Ook de sterkste man wordt met gemak verslagen. En laat dit spel schier eindeloos veelzijdig zijn – a sea in which a gnat can drink and an elephant can bathe – door zijn wiskundige eindigheid is het de mindere van de aardappel en de wortel.

Marc Reynebeau, de gevierde publicist, historicus, columnist en moderator, heeft laatst een daad van zelfverloochening gesteld en een vermetele poging ondernomen om zijn eigen vak te automatiseren, de journalistiek, en meer specifiek de duiding, die algemeen als de belangrijkste tak wordt beschouwd.
Reynebeau heeft vier politieke speeches laten bespreken door een grafisch programmaatje, Wordle, een leerrijk speeltje van de informatica zoals hij het zo mooi noemt – en Wordle is u, lezer, niet onbekend want hiernaast in de linkerkolom is bij wijze van grap al enkele maanden een voorbeeld te zien.
De toespraken komen van Martin Luther King, William Jefferson Bill Clinton, George Dubya Bush en natuurlijk van Barack Hussein Obama, en Wordle kan niet enkel hun woorden tellen en van volgorde laten veranderen, maar het zet de talrijkst voorkomende woorden ook groter, of vetter, of in een andere kleur, wat vaak een fraai resultaat geeft.
Op die manier laat Reynebeau ons ontdekken dat Clinton dikwijls het woord “moeten” gebruikte, en dat Bush gedurig over vrijheid sprak en King overigens ook, maar bij hem betekende dat woord iets anders meldt Reynebeau. We zien hier onmiddellijk dat het menselijke oog, net zoals bij het Zwitserse aardappelschilscalpelletje, een onmisbare rol blijft spelen. In zoverre moeten wij Reynebeau’s poging tot automatisering voorlopig als ontoereikend beschouwen.

Obama gebruikt meer genuanceerde woorden, is een stuk menselijker dan de drie overigen, en hij is niet eens zwart voegt Reynebeau scherpzinnig toe, maar half-wit: ...zijn moeder was tenslotte een blanke vrouw uit Kansas 'witter' kan haast niet. Obama is niet zozeer 'zwart' (een term die elke rasvermenging als niet-blank, onzuiver en dus zwart aanziet), maar, laat ons zeggen, 'bicultureel'.
De begrippen “ras” en “cultuur” lijken voor hem wel inwisselbaar, een fout die meen ik Wordle niet zou maken. Ook is zijn poging om Obama wél zwart van buiten te laten, maar hem wit van binnen* te maken, nogal stuntelig en volslagen overbodig, en ook dat ligt niet aan zijn speeltje van de informatica.

Verderop laat Reynebeau Obama een dwaasheid zeggen die ik in de toespraak zelf niet had gehoord: …want zie, daar stond hijzelf toch maar mooi 'de heiligste aller eden' af te leggen, die als nieuwe president.
Marc, die zijn speeltje wellicht pas 's morgens had begroet, heeft zich in zijn enthousiasme voor Wordle laten meeslepen. Feit is dat lidwoorden, bepaald of onbepaald, in Wordle worden weggelaten. Ze zijn te frequent en zouden anders altijd winnen en vet afgedrukt worden.
Obama zei heel iets anders, en formeel wél maar naar betekenis gebruikte hij geen superlatief. Wat hij zei was: ...a most sacred oath.**

Om te besluiten: aangezien de redacties veel moeten besparen is een mate van automatisering wellicht niet te vermijden, maar goed interpretatiewerk blijft voorlopig noodzakelijk. En wat nog minder kan gemist worden is accuratesse bij het citeren ...maar dat behoort tot de verslaggeving, traditioneel het zwakke punt van kwaliteitsjournalistiek.

* . . De Laatste Zoen

De zoen van negers en van negerinnen
Is hier zo zwart gemaakt dat naar het schijnt
De negerzoen uit Nederland verdwijnt
Al is zo’n zoen wel lekker wit van binnen.

Dus moet ik maar iets anders lekkers zoeken.
Gelukkig viel mijn oog op jodenkoeken.

Driek van Wissen
Dichter des Vaderlands

____________


** Godfried Bomans heeft ooit een mooi essay geschreven over de verschillen tussen het Engels, Duits en Nederlands wat betreft het gebruik van superlatieven en verkleinwoorden. Alleen weet ik niet meer in welk boek. Als ik mij goed herinner noemde hij het Engels de taal van het understatement, Duits die van het overstatement, en Nederlands was de nuchterheid zelve.
.

.

Labels: , ,

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>