8 juli 2008

De mythe van Barack Obama (asrk)

Barack Obama is een opmerkelijk intelligent man. Niet omwille van zijn standpunten, als hij al ergens echt voor staat, maar wel om zijn enorme politieke talent. Tijdens de senaatsverkiezingen van 2004 was hij nog een nobele onbekende, vier jaar later dragen duizenden mensen hem in hun hart. Dit heeft hij vooral te danken aan zijn strategisch denken (samen met de adviseurs) en zijn charismatische persoonlijkheid, wat niet te ontkennen valt.

Al kan ik het moeilijk bewijzen, reeds bij zijn verkiezing tot de Amerikaanse Senaat was Barack Obama mij reeds opgevallen. De New York Times bejubelde toen al zijn overwinning en persoonlijkheid. Nog opmerkelijker was (en is) dat hij de enige Zwarte Amerikaanse senator is. Bij een toenmalig bezoek aan zijn campagnesite viel me ook meteen de charismatische persoonlijkheid van Obama op. De NYT voorspelde een beloftevolle toekomst.

Niet alleen de NYT was gecharmeerd door Obama. Ook het conservatieve blad National Review zag meteen een enorm politiek potentieel in Obama en volgde zijn politieke opgang met aandacht. Zo merkte ze op dat Obama reeds vroeg speelde met het idee om zich kandidaat voor president te stellen: in 2006 hield hij een speech waarin hij het belang van het geloof benadrukte, waarmee hij zich reeds als centrumfiguur trachtte neer te zetten.

Toen evenwel duidelijk werd dat Obama zich effectief kandidaat zou stellen voor president en vervolgens zijn campagne ontrolde (die zijn tegenstanders in de Democratische partij om ver walste), ontpopte Obama zich pas echt in een rasechte politicus. Zich realiserend dat hij in de Democratische “primaries” vooral zijn eigen linkse achterban voor hem moest winnen, nam hij een aantal (in Amerikaanse zin) linkse standpunten in, zoals de onmiddellijke terugtrekking van alle Amerikaanse troepen uit Irak, de invoering van een universele gezondheidszorg, een anti-wapendiscours, een pleidooi tegen globalisering en vrijhandelsverdragen (zoals NAFTA), enzovoort.

Om de centrum-kiezers, die zich soms laten verleiden om in Democratische primary te stemmen, niet af te schrikken, presenteerde hij zijn campagne onder de vlag “Unity” en hield hij grote speeches waar hij vooral de mensen oppepte maar beleidsmatig weinig losliet. Zijn voornaamste tegenstander Hillary Clinton reed zich daarentegen vast in “saaie” beleidsmatige speeches.

Keerpunt

Nu Obama de nominatie voor de Democratische Partij zo goed als binnen heeft, begint hij beleidsmatig te draaien richting centrum, wat zeer logisch is omdat een centrum-politicus veel meer kans heeft om de nationale verkiezingen te winnen dan een linkse of rechtse politicus.

Toch verbaast de snelheid waarop Obama van richting verandert iedereen. Recent schaarde hij zich achter de uitspraak van het Amerikaanse Hoge Gerechtshof om het verbod op handwapens in Washington D.C. als ongrondwettelijk neer te slagen, om kort voordien dat zelfde hof te bekritiseren omdat de rechters (met een nipte meerderheid) oordeelden dat de doodstraf geen proportionele straf is voor een verkrachting van een minderjarige zonder doodslag. Vooral die plotse steun voor de doodstraf verrast.

Daar bleef het evenwel niet bij: tijdens de Democratische voorverkiezingen had Obama bakken kritiek over voor Bush omdat die laatste in zijn “War on terror” een wet wilde doorduwen die de Amerikaanse telecommunicatiebedrijven immuniteit zou verlenen tegen vervolging voor hun medewerking aan het afluisteren van Amerikaanse onderdanen kort na 9/11. Nu Obama de nominatie binnen heeft, ziet hij evenwel er geen graten meer in om het wetsvoorstel van president Bush toch te steunen.

Hij geeft zelfs aan zijn visie op de oorlog in Irak mogelijks te zullen wijzigen, indien hij, zoals hij aangaf, na gesprekken met de bevelhebbers ter plaatse zijn beeld over de toestand in Irak zou dienen aan te passen. Snel bluste hij de paniek in de Democratische rangen dat hij zou terugkomen op het zo essentiële Democratisch agendapunt door te stellen dat zijn vorige opmerking slechts een nuancering was van zijn vorig pleidooi voor de terugtrekking van alle Amerikaanse troepen. De deadline van zestien maanden (na zijn verkiezing) zou nog steeds vooropgesteld worden. Evenwel zouden er nog wel Amerikaanse troepen achter blijven om de Iraakse politie te trainen en zo nodig te helpen.

Hoe verschilt dergelijke visie evenwel nog van die van de Republikeinse presidentskandidaat John McCain die ook stilaan toegeeft dat de Amerikaanse troepen niet eeuwig zullen blijven (in tegenstelling tot zijn “a hundred years” -opmerking) maar enkel nog ter ondersteuning van de Iraakse opbouw. Mijn inziens staan beide presidentskandidaten quasi voor hetzelfde: ze willen allebei de Amerikaanse troepen niet allemaal meteen terugtrekken omdat ze inzien dat dit desastreuze gevolgen zou hebben voor het fragiele evenwicht die nu in Irak bestaat.

Nuancering of regelrechte flip flops

Kortom, Obama bewijst met zijn “flip flops” of, zoals zijn campagne het zou stellen, nuancering van vroegere standpunten dat hij net zoals vele andere politici is: hij keert met de wind wanneer het hem goed uitkomt. De wijze waarop hij dat doet en zijn timing is wel perfect. Linkse kranten en bloggers mogen hem stilaan wel doorzien, hun kritiek blijft niet hangen. De kiezers blijven geloven in Obama, de onkreukbare, de nieuwe frisse wind in de politiek. Ze dragen hem in hun hart, net zoals ze dat vroeger deden met John F. Kennedy, Bill Clinton of, dichter bij huis, Tony Blair. Maar hoe langer Bill Clinton of Tony Blair aan de macht waren, hoe meer de kiezer besefte dat hun helden slechts mensen van vlees en bloed waren met al hun onvolkomenheden.

En de voornaamste onvolkomenheid van politici is dat zij aan de macht willen komen én, als ze die eenmaal hebben, willen behouden. Barack Obama is volkomen in zijn onvolkomenheid. Hij plant, overlegt, keert, draait, steunt zijn predikant, desavoueert zijn predikant, verwerpt Nafta en sust de Canadezen met Nafta… allemaal om dat ene doel te bereiken: president worden van de Verenigde Staten van Amerika.

Alhoewel dit niets af doet aan het feit dat Barack Obama een goede president kan blijken te zijn (zonder evenwel de hoge verwachtingen in te lossen), is het wel verbazingwekkend hoe telkens weer de kiezer, en vooral hier in Europa, de publieke opinie met vol lof en bewondering uitkijkt naar het presidentschap van Barack Obama. Om uiteindelijk toch weer teleurgesteld te worden in hun te hoge en utopische verwachtingen, zonder dat ooit toe te geven uiteraard. Het politieke circus verliest zijn kuren niet.

Labels:

4 Comments:

At 9/7/08 00:04, Anonymous Anoniem said...

Is het niet zo dat Obama zijn eerste en enige verkiezing tot nu toe, m.n. voor de senaat te danken heeft aan het seksschandaal van zijn tegenkandidaat?

While you are at it, zou je ons even kort de prestaties van Obama in de US Senaat kunnen schetsen?

 
At 9/7/08 11:13, Blogger Filip van Laenen said...

Een andere vraag is of Obama de illusie van Verandering zal kunnen warm houden tot aan de verkiezingen, dat zijn ballon niet te vroeg leeg zal lopen. Er is nog een lange weg af te leggen. Ondertussen zit John McCain in de positie van de underdog, en dat is de positie waar hij zich het best thuis voelt. Zo is hij immers ook aan de nominatieprocedure begonnen...

 
At 9/7/08 18:44, Anonymous Anoniem said...

In verschillende opzichten bevat dit artikel een excellente analyse.

Enkele kleine schoonheidsfoutjes:

-- Spijtig genoeg zijn het niet enkele "duizenden mensen" die Obama "in het hart dragen", maar eerder miljoenen mensen. Sommige onder die miljoenen zijn overmate zelfzuchtig, maar de meesten zijn enkel naief.

-- Ik denk niet dat Obama en McCain voor "hetzelfde" zouden staan in Irak. Zeker niet in termen van lange-termijn doelstellingen. Precies omdat ze een andere wereldvisie aanhangen omtrent de natuur van de rest-van-de-wereld. De visie van McCain is min of meer realistisch. Die van Obama is onbekend, maar waarschijnlijk naief (gegeven zijn achtergrond).

-- Bush voert geen "strijd tegen de 'war on terror' ". Hij leidt de VS "war on terror". Maar dat was ongetwijfeld ook wat de auteur bedoelde te zeggen.

Een belangrijker punt:
Ook al is Obama een slimme politieker, die erin slaagt van de mensen te doen denken dat hij 'met hen is' (via vaagheid en zonder beleidsconcreetheid), het is hoogst onwaarschijnlijk dat hij "een goed president" zou kunnen zijn. Een dergelijk oordeel vereist dat men zijn echte opinies, en vooral ook 'gevoelens' zou kennen. Omstandigheden in de toekomst zullen dat wel opbaren. Maar, op basis van zijn eigen achtergrond (persoonlijke associaties inclusief zijn echtgenote, en feitelijk stemgedrag in de US Senaat) kan er weinig twijfel bestaan omtrent zijn naiviteit betreffende de echte problemen van de contemporele VS (en ruimer van de westerse beschaving). Maar, historisch bekeken, is het waar dat soms 'omstandigheden' de man kunnen (groot) 'maken'. Op dit ogenblik is die 'grote man' er niet, en niet enkel omdat hij nog zo jong is. Integendeel.

 
At 9/7/08 18:57, Blogger Nicolas Raemdonck said...

Inderdaad Marc, geen strijd tegen de war on terror. Die fout is aangepast.

 

Een reactie posten

<< Home

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>