27 augustus 2006

Poolse krantenmannen in Denemarken (Hoegin)

Na de Poolse loodgieter in Frankrijk, deed een landgenoot van hem bijna zijn aantreden in Denemarken: de Poolse krantenman. Tot enkele politici zich met de zaak bemoeiden, en enkele Deense werklozen dan toch aan het werk gezet werden.

Deze zomer werden in Denemarken twee nieuwe gratis krantjes gelanceerd: dato («datum») en 24timer(«24 uren»). Nieuw daarbij was dat deze krantjes niet alleen gratis uitgedeeld werden, maar ook aan huis zouden bezorgd worden in de regio van Kopenhagen en enkele andere steden. Maar om een krant aan huis te kunnen brengen heb je krantenmannen nodig, en aangezien dat niet bepaald een beroep is met een hoge status, kwam het distributiebedrijf BS Distribution ApS, dat de verdeling zou verzorgen, in de problemen. Er waren niet genoeg Denen te vinden die 's morgens vroeg met de krant wilden rondgaan, en zoals dat wel vaker gebeurd met zogenaamde knelpuntberoepen, zocht men dan maar zijn heil in Centraal- en Oost-Europa, meer bepaald Polen en de Baltische landen.

Deze stap van het distributiebedrijf wekte natuurlijk de aandacht in de media en bij enkele politici. Enerzijds zit men geplaagd met een massa werklozen die maar niet aan een baan geraken, terwijl anderzijds een bedrijf plaatsen waarvoor de kwalificaties gerust minimaal genoemd mogen worden niet opgevuld krijgt. Wat moet men kunnen om de krant te kunnen ronddragen? Adressen lezen natuurlijk, en over een goed stel benen en een rug beschikken. En de wil om 's morgens uit zijn bed te komen om zijn eigen kostje te verdienen in plaats van gewoon rustig maandenlang één of andere werkloosheidsuitkering op te strijken. Een aantal politici kwam in ieder geval tot de conclusie dat het vooral aan dat laatste punt moest liggen eens gebleken was dat het distributiebedrijf wel degelijk van plan was normale lonen te betalen.

Dat neemt niet weg dat er aan alle kanten paraplu's opengetrokken werden. Aan de kant van de Deense dienst voor arbeidsbemiddeling bekloeg men er zich over dat het distributiebedrijf te lang gewacht had om met hen contact op te nemen. De liberale Minister van Werkgelegenheid Claus Hjort Frederiksen (V) van zijn kant was dan weer van mening dat gemeentelijke diensten te «laks» zijn om werklozen aan het werk te zetten. De directeur van het jobcentrum in Kopenhagen Flemming Stegmann moest in ieder geval erkennen dat van de 22.000 werklozen in Kopenhagen, er slechts zo'n 5.000 reëel beschikbaar waren voor de arbeidsmarkt. Volgens Jakob Axel Nielsen van de Conservatieven (K) zit daar inderdaad een groot deel van het probleem, en verklaart dit ook waarom bedrijven geen beroep willen doen op de diensten voor arbeidsbemiddeling: «De bedrijven hebben geen vertrouwen in de diensten, en een grote groep werklozen heeft zich genesteld in de uitkeringssystemen omdat zij eigenlijk niet geschikt zijn voor het arbeidsleven.»

Links van het politieke spectrum ziet men de zaken dan weer helemaal anders. De Sociaal-Democraten (A) en de Socialistische Volkspartij (SF) menen dat het probleem vooral is dat het systeem om aan een baan te geraken «te ingewikkeld» is gemaakt, en vindt dat ook Minister Claus Hjort Frederiksen schuld treft. Hij zou het systeem van de arbeidsbemiddeling «kapotgemaakt» hebben door te veel energie te gebruiken voor interne controles en statistische metingen. Hun oplossing voor het probleem: een overheidscampagne gericht op de werkgevers, zodat zij de dienst voor arbeidsbemiddeling herontdekken als een plaats waar men werknemers kan vinden. Blijkbaar bestaat er voor links geen probleem zo groot dat het niet opgelost kan worden met een zoveelste overheidscampagne.

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>