17 oktober 2011

Moet de Vlaamse Leeuw “aaibaar” worden?

(Verschenen in Pallieterke van 10/10/2011)

Vlaanderen-Europa hield symposium over “de waarde van symbolen”.

Het kan geen toeval zijn: net nu Pallieterke in primeur het nieuwe logo van de Vlaamse Gemeenschap uitbracht, -een leeuw met een uier, symbool van de Vlaamse melkkoe- organiseerde de Beweging Vlaanderen-Europa op zaterdag 8/10 in Brussel een symposium rond “de waarde van symbolen”. Deze vereniging is vooral gul met het uitdelen van prijzen (zoals de Orde van de Vlaamse Leeuw”), zwartgele plaketten en vloertegels, organiseert bevlaggingsacties en uitgebreide 11-juli-vieringen, maar bezint zich nu terecht over al die symboliek, en vooral over de vraag of ze leidt tot “meer Vlaamse identiteitsbeleving”.

Inderdaad, we zingen uit volle borst de Vlaamse Leeuw (althans de twee eerste strofen, want naarmate de hymne vordert, spat het bloed onwelvoeglijk van het muziekblad) en hangen op de Vlaamse feestdag de vlag uit. Maar het beest in kwestie was naar het schijnt in de middeleeuwen een luipaard of een panter, en het volkslied, in de 19de eeuw gecomponeerd, draagt onmiskenbaar de sporen van een Latijnse muzikale zetting, zoals de Marseillaise of de Brabançonne. Laat dit nog voer voor specialisten zijn: feit blijft dat symbolen vervagen en hun betekenis kunnen verliezen, en dat de legendes historisch ook niet altijd kloppen. Zoals de Guldensporenslag dé Vlamingen niet verenigde, want de Brabanders en de stad Gent stonden in het Franse kamp: toen al konden we niet aan één zeel trekken.

Semiotiek

Als eerste spreker in zaal De Schelp van het Vlaams Parlement vergastte prof. Ludo Beheydt van de UCL ons op een inwijding in de boeiende wetenschap van de semiotiek of tekenleer. Ik waande me even terug in het eerste jaar van de unief. We zenden inderdaad signalen uit en ontvangen er, als individu en als gemeenschap, met alle vaagheden en misverstanden van dien. Zo is de zwartgele coloradokever mogelijk Vlaamsgezind, of misschien niet,- het kan ook een middel zijn om natuurlijke vijanden af te weren. Hetzelfde geldt voor het zwartgele pakje met dito naaldhakken waarmede gastvrouw An De Moor zich sierlijk maar gedecideerd doorheen dit soort evenementen beweegt. De zwartgele nummerplaten die het Vlaams Belang ons aan 13 Euro probeert te slijten, vormen allicht een politieke boodschap, maar ze zijn ook gewoon beter zichtbaar bij snelheidscontroles, en dus zelfs beter voor de staatskas. En een opneemvod met zwartgele boord, is dat een symbool van Vlaamse fierheid en zelfbewustzijn, of eerder van het tegendeel? Belangrijke semiotische kwesties.

Symboliek is anderzijds niet vrij van fetisjisme. Hoe meer we ons fixeren op uiterlijkheden en vertoon, des te minder zijn we met de essentie bezig. België, bijvoorbeeld, hangt alleen nog samen via “symbolische” franjes: frieten, bier, chocolade, Magritte en Manneken Pis,- al bij al een hilarische en onbenullige façade van een bouwvallig pand.

Kleuren kunnen iets uitdrukken, maar op zich maken ze niets. Het doet denken aan de onvergetelijke stunt van Johan Sauwens (CD&V, voordien VU) die ooit als Vlaams minister de verkeerspalen zwartgeel liet schilderen, in de illusie dat we daarmee onze identiteit versterken. Symboliek waarmee we onszelf wat wijs maken, is slechte symboliek. In een van haar talrijke memoranda citeert de Beweging Vlaanderen-Europa de kunstenaars Jan Fabre en Luc Tuymans als “Vlaamse ambassadeurs” bij uitstek. Jammer, maar beide artiesten hebben zich al herhaaldelijk met klem afgezet tégen een Vlaamse identiteit (zonder overigens de financiële steun van de Vlaamse Gemeenschap te weigeren), en zweren bij het Ancien Régime van de Coburgs, waar ze kind aan huis zijn. Foute symbolen en slechte ambassadeurs zijn het, als men even verder kijkt, voorbij het hoera-verhaal van marketing en promotie.

Een “positieve state-of-mind”

Dat brengt ons op de tweede spreker van de voormiddag, reclamemaker Jan Callebaut. Hij wordt niet ten onrechte “de Slangen van de CD&V” genoemd, en is de bedenker van de Leterme-campagne uit 2007, die zoals bekend 800.000 kopstemmen opleverde, maar waar Vlaanderen achteraf een nare nasmaak aan over hield. Momenteel rijdt Callebaut voor het merk Kris Peeters, en dat geeft al aan waar het hem vooral om te doen is: de Minister-President, die ook de vergadering mocht afsluiten, mooie bloempotmomenten bezorgen. Meteen werd ook de “Grote Prijs Minister-President van Vlaanderen” aangekondigd, een “uitnodiging naar onze studerende jeugd om creatief op zoek te gaan naar ideeën en/of initiatieven om het Vlaamse merkverhaal te ondersteunen”.

Let op: het gaat er hier dus niet om, onze jongeren te laten nadenken over zoiets als de Vlaamse identiteit, maar puur over het etiket. Als reclameman gaat Callebaut, die vroeger ook al campagnes uitwerkte voor Coca-Cola en Unilever, voluit voor het merkenfetisjisme. Vlaanderen is voor hem geen politiek project (hij komt er ook rond voor uit dat de inhoud hem geen bal kan schelen), laat staan een revolutionair proces, maar een product dat in de etalage wordt gelegd, en waarrond we “een positieve state of mind” moeten creëren,- een goed gevoel dus, marketeers kunnen nu eenmaal geen twee zinnen uitspreken zonder er Engels tussen te lappen.

Denk echter vooral niet dat daar geen politieke strategie achter zit. Door het Vlaamse verhaal te depolitiseren tot een kwestie van imago en perceptie, neutraliseert hij het radicalisme van de N-VA en het Vlaams Belang, en speelt hij in de CD&V-kaart, speciaal dus die van Kris Peeters. Dat levert een “aaibare” Vlaamse Leeuw op in een soft confederaal model, opgebouwd rond een Minister-President die vooral aan promotie van streekproducten doet. Pragmatisme en diplomatie zijn de nieuwe slagwoorden. Het probleem van het aflopende Belgische verhaal én de noodzaak van een collectief republikeins stichtingsmoment worden daardoor behendig naar de achtergrond verdrongen.

Salonmuziek

Veel gladde verkoperspraatjes dus en wat academische voetnoten, maar de stemming onder de toehoorders die hieraan hun zaterdagmorgen hadden opgeofferd, was duidelijk een stuk grimmiger en strijdlustiger dan deze op het spreekgestoelte. Misschien moet de Beweging Vlaanderen-Europa, ondanks haar goede bedoelingen, zich toch eens afvragen of ze niet teveel haar karretje haakt aan het Vlaams-Belgische establishment dat vooral het motto “business as usual” huldigt. Gelukkig was er nog de weinig aaibare VVB-voorzitter Guido Moons, die hulde bracht aan Ivan Mertens zaliger, de peetvader van de Vlaamse bevlaggingsacties op sportwedstrijden allerhande. Moons kon het niet nalaten om in zijn toespraak erop te wijzen dat het “merk” Vlaanderen nog iets anders is dan een frisdrank of een wasproduct, en dat we in heel dat communicatiestrategisch geronk het politieke doel niet uit het oog mogen verliezen: de Vlaamse onafhankelijkheid.

Als het echter van Jan Callebaut afhangt, is de heropvoeding van de Leeuw tot spinnende huiskat dringend aan de orde. Veelzeggend is misschien dat de organisatoren tijdens de slotzang het bandje met de salonachtige pianobegeleiding van de Vlaamse Leeuw niet synchroon kregen met de stem van het publiek, wat bij de aanhef tot een echte kakofonie leidde, tot iemand gelukkig het idee kreeg om het bandje af te zetten. De waarde van symbolen valt inderdaad niet te onderschatten.

Johan Sanctorum

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>