3 augustus 2007

Liberalisering elektriciteitsmarkt gefaald? (Politiek Incorrect)

De blauwe sinaasappel van Didier Reynders mag op dit moment dan wel gedestilleerd worden tot zuur citroensap dat niet te zuipen is; ook de socialisten hebben deze dagen eens te meer reden om een extra mes in de ruggen van de regeringsonderhandelaars te zetten. De Commissie voor de Regulering van Elektriciteit en Gas (CREG) heeft in een rapport immers bekendgemaakt dat er geen wettelijke middelen voorhanden zijn om de aangekondigde prijsstijgingen die Electrabel gaat doorvoeren - waardoor elektriciteit bij dat bedrijf tot 18% meer kan kosten - af te remmen. Wel kan de regering maximumprijzen voor elektriciteit invoeren, indien ernstige tekortkomingen op de markt zijn vastgesteld. Spek voor iedere socialistische bek natuurlijk, want de aangekondigde prijsstijgingen van Electrabel - dat toch nog steeds 70% van de Vlaamse elektriciteitsmarkt in handen heeft - zijn natuurlijk hét bewijs bij uitstek dat de liberalisering van de Europese energiemarkt één grote vergissing is geweest, die kordaat door een krachtig overheidsoptreden moet teruggeschroefd worden. Zo eist de PS nu een dringende invoering van zo'n maximumtarief. En enkele maanden geleden was ook de Gentse burgemeester Daniel Termont - tevens voorzitter van Publigas - de mening toegedaan dat de energiemarkt toch minstens gedeeltelijk (terug) moest genationaliseerd worden. Of is juist die socialistische analyse een vergissing?

Het feit dat de liberalisering van de Europese energiemarkt een grote mislukking is, is inderdaad juist. Maar niet omdat de EU op een te "drieste en liberale" manier die markt zou hebben opengegooid. Juist het tegendeel is waar: iedere zogenaamde "liberalisering" die door de staat - in dit geval de Europese Unie - wordt opgelegd en, zogezegd in het belang van het goed functioneren van die markt, gereglementeerd; is gedoemd om te mislukken. Immers, de Europese richtlijnen van 2003 die de vrijmaking van de energiemarkt regelen, houden een aantal (nefaste) randvoorwaarden in. Een mooi voorbeeld is de verplichte opdeling van energieconcerns in een productie- en een distributie-eenheid. Een eerste kritiek hierop is natuurlijk dat de Europese richtlijnen terzake totaal geen onderscheid maken tussen privé- en overheidsbedrijven. Voor de overheidsbedrijven is het nogal evident dat zij in feite niet alleen opgesplitst dienen te worden. Zij zouden daarenboven echter ook geprivatiseerd moeten worden, iets wat de EU verzuimt te doen. Voor privébedrijven ligt de zaak totaal anders. Het drama is echter dat de heren en dames eurocraten uit Brussel de 'vrije markt' nog steeds bezien vanuit een achterhaalde neoklassieke economische bril, waarbij monopolievorming zo fel mogelijk moet worden bestreden. Bovendien gaat de neoklassieke visie ervan uit dat competitieve bedrijven gelijk moeten staan aan rivaliserende bedrijven, die hoe dan ook een prijzenkoers naar de bodem voeren. Dit is echter klinkklare nonsens. Diverse auteurs binnen de Oostenrijkse School - dat niets te maken heeft met het land van de Sachertorte en de Weense Waltz, maar wel met een briljante denkrichting binnen de economische wetenschappen met figuren als Ludwig von Mises en Murray Rothbard als voornaamste exponenten - hebben er reeds op gewezen dat de vrije markt een dynamisch proces is waar niet alleen ruimte is voor rivaliteit en competentie, maar ook voor onderlinge gegevensuitwisseling, samenwerking en zelfs fusies van bedrijven.

Toegepast op de Belgische situatie, betekent dit dat de elektriciteits - en bij uitbreiding de totale energiemarkt - totaal ontwricht is door een overdaad aan zowel Europese als Belgische overheidsinmenging. Want laat het nou net Electrabel zijn dat haar prijzen verhoogt! Dat Electrabel zelfs op een (zogezegd) geliberaliseerde markt een quasi-monopolie bezit hoeft niet te verbazen. Ook zo'n sterk punt uit de Oostenrijkse theorie is dat het enige monopolie dat op een markt kan ontstaan er een is dat door de staat in stand wordt gehouden. En dat is zeker het geval voor Electrabel. Electrabel is immers voor ca 96% in handen van het Franse energieconcern Suez-GDF. Eénmaal raden wie de meerderheidsaandeelhouder is? Zeer zeker, de Franse staat, dat via directe meezeggingschap en indirecte participaties 40% van Suez-GDF in handen houdt. Laat het dus net dat (Frans) semi-overheidsbedrijf zijn dat in België de elektriciteitsprijzen opdrijft!

Een tweede ernstige distortie is natuurlijk de grijpgrage arm van vadertje staat. Zowat 23% van de som op een gemiddelde elektriciteitsfactuur houden zaken in als BTW en andere (Verhof)taksen. Een percentage dat jammer genoeg - net zoals alle andere taksen in deze overgereglementeerde Nanny-staat tussen Schelde en Semois - jaar per jaar stijgt (in 1990 was het namelijk nog "maar" 14,6%). Indien de Europese Commissie dus nog eens nuttig werk wil verrichten, dan moet zij ervoor zorgen dat ook nationale overheden zich volledig terugtrekken uit energiebedrijven. De rest van het goed functioneren van de vrije markt wordt dan best overgelaten aan... de vrije markt zelf!

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>