28 juni 2005

Flexibele openingsuren (The Flemish Beerdrinker)

Bart Tommelein (VLD) heeft een wetsvoorstel ingediend om de openingsuren van winkels te verruimen. Dat zal men u tenminste zeggen bij de tegenstanders. In feite echter pleit Tommelein enkel voor een (beperkte) versoepeling, alsook voor een drastische vereenvoudiging van de huidige wetgeving.

Om met dat laatste te beginnen. Winkels mogen nu in principe geopend zijn tussen 5 uur ’s morgens en 20 uur ’s avonds. Dat is het principe. In de loop der jaren zijn er evenwel talrijke uitzonderingen op deze regel ontstaan, zogezegd om in te spelen op nieuwe maatschappelijke evoluties. Het gevolg is dat in vele sectoren winkels wel 24 op 24 uur geopend mogen zijn. Voor nog andere winkels gelden dan weer andere openingsuren. Enzovoorts.

Tommelein wil nu dit geheel aan ondoorzichtig kluwen vervangen door een beperkt aantal regels die gelden voor iedereen. Een ervan is dat winkels maximaal 13 uur per dag open mogen zijn, maar dat de handelaar zelf vrij zijn openingsuren mag bepalen. Dit mag dus ook voor vijf uur en na 20 uur zijn. Ook op zondag mogen handelaars voortaan hun winkel openen, als ze maar één dag of twee halve dagen per week sluiten.

Het voorstel heeft dit voordeel dat de wetgeving veel eenvoudiger wordt. Bovendien moet de wetgeving niet om de haverklap worden gewijzigd om in te spelen op gewijzigde omstandigheden. Het is de handelaar zelf die voortaan de nodige vrijheid heeft om rekening te houden met de wijzigende behoeften van de klanten en zo hoort het ook in een markteconomie. Merk ook op dat het maximum van 13 uur in feite minder is dat hetgeen nu wordt toegestaan namelijk 15 uur (van 5 tot 20 uur).

Het gaat dus inderdaad niet om een verruiming maar om een flexibilisering. Dit is precies wat het zou moeten zijn. Een algemene verruiming bijvoorbeeld een volledige vrijmaking haalt in feite niets uit. Nu al worden de wettelijk toegestane uren niet uitgeput. Weinig tot geen handelaars zijn open van vijf uur tot 20 uur, ook grootzaken of warenhuizen niet. Hetzelfde geldt voor winkels die geen beperking hebben. Kent er iemand een videotheek die 24 op 24 uur open is, zeven dagen op zeven?

Het valt dan ook te betwijfelen dat een algemene verruiming van de wettelijke openingsuren zal leiden tot een verhoging van het feitelijk aantal uren. Dit geeft overigens meteen ook aan dat fel overdreven wordt met de schrikverhalen over de 24 uurs economie. Wel staat het vast dat de tijdsbesteding van heel wat Vlamingen flexibeler is geworden. De wetgever probeert in te spelen op die nieuwe realiteit maar is daar eigenlijk niet goed voor uitgerust. Telkens is immers een omslachtige procedure nodig. Bovendien zijn deze wetswijzigingen vaak niet het gevolg van de noden en wensen van de burgers of klanten maar wel het gevolg van lobbying van één of andere drukkingsgroep.

De overheid treedt hier op als de allesweter die voor elke sector weet wanneer winkels best geopend kunnen zijn. Mij lijkt het dat de handelaar dit zelf veel beter weet. Door een flexibilisering door te voeren kan de handelaar inderdaad openen op de voor hem en zijn klanten optimale uren. Het geeft veel handelaars ook de kans om niches op te zoeken, en zo bepaalde vormen van meerwaarde aan te bieden die groothandelszaken niet kunnen bieden. Inspelen dus op de behoefte aan een flexibele tijdsbesteding van de klanten kan een zeer winstgevende optie zijn. Zo zou een klant misschien bereid zijn een meerprijs te betalen wanneer hij zijn zondagnamiddag zou kunnen besteden aan het zoeken en aankopen van boeken. Kortom, ik denk dat het voorstel van Tommelein een reële kans verdient. Wetsvoorstellen in deze zin hebben nog niet echt het voorwerp uitgemaakt van een parlementaire bespreking. Uitspraken als deze van Luc Ardies van Unizo maken mij dan ook kwaad:

"Dit debat is een afgedane zaak. Een jaar geleden hebben alle betrokken partijen hierover op vraag van de federale regering samengezeten. Daar bleek dat uiteindelijk niemand vragende partij was voor langere openingstijden", zegt Luc Ardies, sectorverantwoordelijke distributie bij Unizo.

Alle betrokken partijen behalve de klant en het parlement. Met alle respect voor Unizo maar het debat is pas afgedaan wanneer het parlement hierover een uitspraak heeft gedaan; en niet de drukkingsgroepen

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>