25 juni 2005

Parlementairen steeds minder creatief (Politiek Incorrect)

Uit een artikel gepubliceerd in De Standaard van 22 juni laatstleden, moge blijken dat de paarse regering blijkbaar niet echt meer innovatief is inzake het verzinnen van nieuwe wetgeving. Volgens de eeuwige voluntarist Verhofstadt zou ondanks de DHL- en BHV-crisissen de paarse regering nog wel gewerkt hebben aan de uitbouw van deze prachtige 'modelstaat'. Alleen zorgden DHL en vooral Brussel-Halle-Vilvoorde ervoor dat er 'een dikke laag stof' kwam te liggen, waardoor de nieuwe regeringsbeslissingen moeilijk zichtbaar waren. Een totaal ander geluid viel op te merken bij vice-premier Laurette Onkelinx (PS), die wel degelijk claimt dat de BHV-malaise ervoor zorgde dat het totale chaos was binnen de paarse regering.

En afgaande op de nuchtere cijfers lijkt het erop dat Onkelinx gelijk zal moeten krijgen. Het is de eerste keer in minstens tien jaar tijd dat er nog zo weinig regeringsvoorstellen bij het parlement werden ingediend, en in vergelijking met het parlementair werkjaar 2003-2004 gaat het zelfs om een daling van maar liefst 50%. Het aantal goedgekeurde wetsontwerpen werd met 40% gereduceerd.

Ook het federaal parlement en de volksvertegenwoordigers blijken over een steeds maar verder dalende wetgevingscreativiteit te beschikken. In het voorbije jaar zakte het percentage aan eigen ingediende voorstellen met 65% tot 301 voorstellen.

Zeer opvallend is echter wel dat ondanks een dalende trend inzake wetgevingsvoorstellen bij zowel onze ministeriële excellenties, alsook van de eigenste volksvertegenwoordigers, dat maar liefst 90% van de door de regering ingediende voorstellen groen licht krijgt in de Kamer, tegenover amper 7% (ofte 24 voorstellen) goedkeuringen van voorstellen van collega-volksvertegenwoordigers. Hiermee is toch wel zeer duidelijk gemaakt dat de druk die ministers uitoefenen op de volksvertegenwoordigers om de voorstellen goed te keuren toch wel zeer groot is. Of dit het parlementair debat, laat staan de scheiding tussen wetgevende en uitvoerende macht, ten goede komt is nog een andere vraag.

Het feit dat zowel de regering alsook het parlement niet meer zo innovatief blijkt te zijn, bekent niet dat de 'netto-wetgeving' met reële nieuwe regelgeving niet gestegen zou zijn. Wel integendeel. Het Belgisch Staatsblad is het afgelopen jaar met circa 25.000 bladzijden in dikte toegenomen (zie hiervoor http://politiekincorrect.web-log.nl/log/1877156 ) Maar om minder regelgeving te bekomen, zijn soms ook nieuwe wetten, amendementen en voorstellen van resolutie noodzakelijk. En zelfs dat blijkt blijkbaar niet door te dringen in de hoofden van onze eminente wetgevers.

Wanneer we het totaalpakket aan wetgeving bezien, komen we ook tot andere markante vaststellingen. In 1999 - het laatste jaar van de rooms-rode regering Dehaene - was 22% van de wetten het gevolg van een parlementair initiatief. Na het aantreden van Verhofstadt en de naweeën van de zogenaamde 'nieuwe politieke cultuur' was dit cijfer zelfs nog tot 28% gestegen in 2000. Maar nadat Verhofstadt blijkbaar slachtoffer is geworden van de microbe van het verlicht despotisme, is dit cijfer tot een schamele 11% gereduceerd. Wat evenzeer erop wijst dat er toch wel iets schort met de eigenlijke macht van de parlementaire instellingen, wat in feite toch wel als angstaanjagend mag worden beschouwd.

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>