17 december 2006

Dat nepjournaal is geen probleem, Yves Thiran wel (victa placet mihi causa)

.
Al de flauwekul die de laatste dagen verkocht wordt rond de journalistieke geloofwaardigheid van diegenen die hebben meegewerkt aan het RTBf-nepjournaal, is flauwekul. Laat ik het niet weer over Peter Vandermeersch hebben, die man heeft al slaag genoeg gekregen.
Een ernstiger probleem vormt geloof ik Yves Thiran, "directeur de l'information et de l'éthique RTBf ".
Wat is dat voor een titel? Hoe kan iemand tegelijk twee zulke taken vervullen? Dat kan enkel in een wereld waar Sein en Sollen volkomen samenvallen vrees ik, een situatie die, al lijkt ze voor Noël Verhofstadt vanzelfsprekend, in democratieën nog nooit is voorgekomen.
In mijn boekje hoort journalistiek zich uitsluitend bezig te houden met Sein, en dan heb ik verder geen bezwaar tegen een onafhankelijke ethische commissie of iets dergelijks.
Als ik echter Thiran goed begrepen heb donderdag, toen ik hem het Nep-nieuws hoorde verdedigen op zijn eigen zender – en ik citeer uit mijn hoofd – dan lijkt deze man de journalistiek eerder te zien als een moderne vorm van zendelingenwerk: L'information de la RTBf ne doit pas être lisse; elle peut brusquer [of choquer, of zelfs nog een ander woord, ik weet het niet meer], si c'est pour la bonne cause.
Hiermee wil ik allerminst beweren dat het aan Vlaamse kant anders, of beter zou zijn, integendeel, misschien is die openlijke bekentenis in de functieomschrijving zelf van die man, juist een vorm van openheid die wij niet kennen. En verder geloof ik ook niet dat volledige objectiviteit denkbaar zou zijn. Schreef immers Heinrich Heine al niet in 1829, in zijn essay "Shakespeares Mädchen und Frauen": . Die sogenannte Objektivität, wovon heute soviel die Rede, ist nichts als eine trockene Lüge.
.

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>