9 oktober 2007

Een oude fiche is zó handig als het snel moet gaan (victa placet mihi causa)

De beruchte uitspraak van Maxima over de onvindbare Nederlandse identiteit is amper veertien dagen oud, en De Standaard komt in zijn rubriek Analyse al met een artikeltje. Weliswaar nemen de bijhorende foto’s meer plaats in dan de tekst, maar dat is normaal in een kwaliteitskrant. Zaterdag hád DS trouwens al een niemendalletje dat melding maakte van deze kwestie, maar nu wilden ze er een redacteur op zetten.

Wie gaat dat hier schrijven? zal de kreet op de redactie geweest zijn. En iemand moet geweten hebben dat Corry Hancké een bakje met steekkaarten bezat, waarvan eentje getiteld "Nederland". Haar naam klinkt ook wat Hollands. Zij dus!
Corry gaat aan het werk en het eerste trefwoord op haar fiche is spruitjes. Ze heeft meteen een titel: “Maxima stoot op spruitjeslucht”. En Hancké is gelanceerd:
Ze doen going Dutch, ze zijn blond en groot, en ze hebben een grote mond. Dat kunnen –volgens buitenlandse clichés– alleen maar Nederlanders zijn. Maar ondertussen is in Nederland de sambal ingeburgerd en kennen de Nederlanders ook keet in de toko.

Ik begreep haar tijdsbepaling “ondertussen” niet goed. Op welke periode slaat die fiche van Corry wel? Sambal en toko zijn begrippen uit de Indische tijd, en bij mijn weten is er niemand die twijfelt of die Indische tijd maakt inderdaad deel uit van de Nederlandse identiteit. Multatuli schreef zijn Havelaar tenslotte al anderhalve eeuw geleden.
Toegegeven, in die dagen moeten de termen toko en sambal nog niet helemaal gangbaar zijn geweest, want Douwes Dekker geeft een verklaring als hij ze gebruikt:
Tegenover ons woont een juffrouw, wier neef een toko doet in de Oost, zooals ze daar een winkel noemen.

Het begrip sambal krijgt zelfs een voetnoot.
Tine zou haar zoo goed mogelyk gezelschap gehouden, en veel met haar gesproken hebben over keukenzaken, over sambal-sambal*, over 't inmaken van ketimon zonder Liebig, o goden! [...]
______________
*Sambal-sambal: allerlei toespys, 'n keukenvak waarin Indiën uitmunt. De beschryving van de sambals die daar in gebruik zyn, zou boekdeelen vullen. In welvarende familien vordert dit onderdeel van 't dagelyksch menu de uitsluitende zorg van 'n bediende, en by ryken is één persoon daartoe zelfs niet voldoende. Als grondstof dient al wat eetbaar is, zooveel mogelyk onkenbaar gemaakt, en ook veel dat oningewyden niet eetbaar voorkomt, byv. onrype vruchten en bedorven vischkuit. Het bereiden van al die gerechten volgens de regelen der kunst, vereischt 'n ware studie. Ook is er voor baren (nieuwelingen) soms eenige oefening noodig om ze smakelyk te vinden, maar ingewyden geven aan de indische keuken de voorkeur boven de velerlei soorten van europesche tafels.

Hancké doet denken aan die generaals die altijd de vorige oorlog voorbereiden. Dat is comfortabeler dan zich een voorstelling maken van de oorlog die op komst is. Termen als tajim, couscous of harissa mogen dan al goed bekend zijn, dat zou een deftige journalist niet mogen beletten om de problemen van de multiculturaliteit te beschrijven in termen die er vandaag toe doen, en die komen niet altijd uit de keuken. Met een beroep op "de wetenschap" probeert Corry alles nog netjes te houden:
Prinses Maxima, die zeven jaar geleden Argentinië verliet om in Brussel te werken en later in Nederland met prins Willem-Alexander te trouwen [gallicisme, maar dat is DeStandaardtaal; het tweede lid kan niet onder dat "om" vallen, of het moest zijn dat Maxima haar huwelijk ingecalculeerd had toen ze naar Brussel kwam], vindt dat Nederland te veelzijdig is om in één cliché te vatten. Ze heeft dé Nederlandse identiteit niet leren kennen, maar ze heeft geleerd dat er verschillende mensen wonen die zich op de één of andere manier met Nederland identificeren.
Dat zei de prinses toen ze op 24 september in Den Haag het rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WWR) ["WRR" wordt bedoeld; misschien is er verwarring ontstaan met het WWF?] 'Identificatie met Nederland' voorstelde. Het rapport is het resultaat van wetenschappelijk onderzoek.
Pathetisch laatste zinnetje. Het zou pas verwonderlijk zijn als een Raad met zo'n naam een onwetenschappelijke tekst zou produceren.
In haar conclusie zegt de Raad dat er eigenlijk niet één soort Nederlander is, maar dat de Nederlandse identiteit gelaagd, voor verschillende interpretaties vatbaar en continu in verandering is.
Dat is wetenschap mogen wij inderdaad zeggen: volslagen irrelevant en voorspelbaar. Maar alvast mensen die in "gated communities" leven, om even Lubbers aan te halen, zullen het graag lezen. Journalisten mogen wij daar gerust bij rekenen, en dat is onze pennenknechten gegund, maar wat ik graag zou zien is dat er in de beslotenheid van hun gemeenschapje af en toe lessen Nederlands waren. Hancké zou daar misschien leren dat "de Raad" mannelijk is ? Of bestaat er eigenlijk ook al geen Nederlandse Taal meer ?
Wie de tekst van Maxima zelf wil lezen, vindt die hier, en hij is in zijn lieflijke banaliteit nog beter dan de pseudo-Analyse van De Standaard.
.

Labels: , , ,

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>