25 september 2005

Hoe zat het in 1956 met de gerechtelijke psychiatrie ? (victa placet mihi causa)

Het thema rust nu weer, maar enige weken geleden was er veel te doen om de rol van de gerechtspsychiatrie. Enkele zielkundigen hadden slechte inschattingen gemaakt, en daarvan hadden gevangenen weer geprofiteerd om tijdens hun penitentiair verlof gijzelingen te ondernemen. Als zoiets één keer voorkomt zeg je: alla, dat hoort erbij, maar het kwam twee keer voor en direct na elkaar, en dat geeft stof tot nadenken.
Nu is de invloed van de psychiatrie, zowel tijdens processen als bij de ten uitvoerlegging van de straf geen nieuw verschijnsel zoals wij weten. Ook de kritiek is niet nieuw. Volgens de in zijn tijd beroemde Franse strafpleiter Jean-Louis Tixier-Vignancour [*], bijgenaamd la voix de bronze, kan de inbreng van allerlei experten in rechtsgedingen eigen misbruiken meebrengen. In een extreem geval kan zelfs ideologie zwaarder doorwegen dan professionele inzichten.
Het ging destijds om een proces, een spionagezaak waarin de Franse minister van Binnenlandse Zaken François Mitterand een eigenaardige rol had gespeeld, maar Mitterand genoot onschendbaarheid en kwam enkel als getuige voor het Hof, en dus kon Tixier zijn oud-collega uit de Vichy-tijd niet raken. Maar dat doet er verder niet toe.
Tixier verdedigde verwonderlijk genoeg een hooggeplaatst KP-lid, die echter ook dubbelspion was geweest in dienst van de Franse regering ten tijde van de oorlog in Indo-China. Zo'n leven gaat natuurlijk met complicaties gepaard, en op een bepaald moment was het de regering beter uitgekomen om hem te laten vallen.
De bij dit proces aangestelde expert-psychiatre was toevallig eveneens KP-lid, en had aan Tixiers cliënt min of meer geproposeerd om hem gek te verklaren, wat deze had geweigerd al betrof het hier een zaak van landverraad en al was die oplossing bijna iedereen goed uitgekomen. Tenminste zo stelt Tixier het in zijn pleidooi.
Oude kwesties zult u terecht zeggen, maar ik breng deze zaak enkel te berde omdat Tixier, in een terzijde, de rol van de gerechtspsychiater in een breder kader plaatste. En of hij nu gelijk had of niet, hij was in zijn pleidooi voor het militair tribunaal wél grappig:

Messieurs, j’ai sur la psychiatrie une opinion qu’il ne m’appartient pas de faire connaître, car elle n’intéresse pas le tribunal; j’ai sur les psychiatres une opinion encore moins nuancée que celle que j’ai sur la psychiatrie; mais j’ai sur les experts psychiatres une opinion que, celle-là, je dois vous faire connaître.
Il y aura, Messieurs, trente ans l’année prochaine, que j’ai prêté serment devant la Première Chambre de la Cour de Paris. Je vous affirme qu’en 1927, les psychiatres étaient beaucoup moins occupés qu’aujourd’hui avec les délinquants et avec les criminels. Il fallait vraiment que l’inculpé donnât des signes évidents d’un dérangement cérébral formel pour que l’on dérangeât quelqu’un de Sainte-Anne ou de Villejuif. Mais de nos jours…! . De nos jours, Messieurs, quand un voleur de radis ou de lapins est conduit devant M. le Procureur de la République qui le fait comparaître le lendemain en flagrant délit, il pourra arriver, et nous le verrons dans un avenir qui est peut-être proche, qu’entre la comparution devant le Procureur de la République et celle devant le tribunal des flagrants délits, on installe à demeure au Petit Parquet un psychiatre de service qui viendra frapper avec le petit marteau en caoutchouc sur les genoux du voleur de radis ou de lapins.
Nous sommes accablés, Messieurs, par la psychiatrie, nous sommes submergés de psychiatres, nous n’en pouvons plus. [...]
in: La France Trahie
Plaidoirie de Me Tixier-Vignancour dans L’Affaire des Fuites
AmiotDumont, Paris 1956, pp. 128-9

[*] Verdediger voordien van bijvoorbeeld Louis -Ferdinand Céline, die hem in een dankbriefje schreef: "Vous êtes un athlète du Droit."
Lettres à Tixier
La Flute de Pan, Paris 1985, p.64

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>