25 juli 2005

Momentum voor harde aanpak van Iran? (De andere kijk)

Op een moment dat

- de onderhandelingen tussen Groot-Brittanië, Frankrijk en Duitsland enerzijds en Iran anderzijds over het nucleaire programma van Iran stilaan in een cruciaal stadium komen,

- berichten circuleren dat een aanzienlijk aantal leden van Al Qaeda, waaronder mogelijk OBL zelf, de bescherming genieten van het Iraanse regime,

- de krijgswet van kracht is in Iraans Koerdistan,

- Akbar Ganji, door sommigen de Vaclav Havel van Iran genoemd, aan zijn 45ste dag hongerstaking toe is,

(maar hebt u daar al iets van gelezen of gehoord in de media?) slaagt de homolobby erin om de media voor haar kar te spannen om schande te spreken van het lot – ophanging – van twee tienerhomo’s in Iran. Minister van Buitenlandse Zaken De Gucht zal morgen de Iraanse ambassadeur ook eens zijn gedacht zeggen.

Hiermee wil ik niet impliceren dat ik me het lot van de homo’s in Iran niet aantrek, integendeel, het voorval is nog maar eens een duidelijk teken van de aard van het regime, maar de houding van de media in deze zaak wringt toch ergens.

Aan de ene kant lenen de media zich tot megafoon van een luidruchtige minderheidslobby, aan de andere kant negeert ze verder een regime dat verkiezingen vervalst, zijn burgers onderdrukt, nucleaire wapens wil en terroristen een hand boven het hoofd houdt. Het zegt veel over hoe de media de werkelijke prioriteiten uit het oog hebben verloren.

Maar misschien – naïef als ik ben - kan er nog iets goed van komen: de Westerse leiders kunnen de heisa aangrijpen om het draagvlak - aan de linkerzijde – te verbreden voor een forsere houding tegen het Iraanse regime. Het is hoognodig.

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>