16 juni 2005

Het BTW-discours van Verhofstadt (Politiek Incorrect)

Zou het Verhofstadt menens zijn met de grootschalige aanpak van onze socio-economische problematiek? Vorige week liet hij eerder al een ballontje op omtrent de ontmoediging van de Canada Dry-regeling. Deze week stelt hij voor de lasten op arbeid, de zogehete 'loonkosten', door te schuiven naar de BTW.

Het discours van een verschuiving van lasten op arbeid naar BTW is echter maar een lapmiddel om de echte financiële problematiek te verhullen. We hebben niet alleen nood aan een verschuiving van lasten op arbeid die de tewerkstelling ontmoedigt, maar vooral aan een verlaging van de globale fiscale druk. Deze bedraagt nu 45% van het BBP, en zelfs de plannen van de VLD om deze terug te brengen naar het Europese gemiddelde van 41,5% zijn niet toereikend. De fiscale druk dient zeker naar hoogstens 30% van het BBP gebracht te worden, daar Vlaanderen niet alleen haar concurrentiepositie tegenover de buurlanden en de rest van Europa verliest; maar daarenboven verliest Europa op zichzelf ook nog eens haar concurrentiële marktpositie tegenover de rest van de wereld.

Want een verschuiving van lasten is zoals reeds gezegd onvoldoende. Daarenboven is ze ook niet zonder risico's, vermits België nu reeds een van de hoogste BTW-tarieven in Europa kent. Deze bedraagt hier 21%, terwijl ze in de buurlanden beduidend lager is. In Nederland bedraagt de BTW bijvoorbeeld 19%, in Frankrijk 19,6%, in Duitsland 16% en in Luxemburg 15%. Het Europese BTW-gemiddelde schommelt dan weer rond de 19%. Het risico dat nu echter genomen wordt, is dat de bevolking die de BTW-verhoging gaat percepiëren als een reële belastingverhoging, de grens oversteekt om daar te gaan shoppen. Indien er dus sprake kan zijn van een verdere BTW-verhoging, dient er een harmonisatie van de verschillende tarieven te komen binnen een Europees kader, of toch op zijn minst met de buurlanden. De vraag is natuurlijk alleen maar of men in Europa of in onze buurlanden echt happig is om conform de Belgische 'besognes' de BTW mede te verhogen. Alleszins zou het een zeer spijtige zaak zijn, mocht de Belgische consument de grens oversteken - iets wat zeer snel gebeurd is, vooral in de grensregio's - om daar zijn inkopen te doen. Tenslotte was de hoge economische groei van 2004 voor maar liefst 2,1% te danken aan particuliere consumptie, een niet te onderschatten aandeel dus.

Er wordt maar al te vaak verwezen naar het lichtende voorbeeld uit Scandinavië, in het bijzonder Zweden. Dat land zou aldus menig profeet een hogere economische groei kennen dan de Belgische, en daarenboven ligt de belastingsdruk er hoger, en bedraagt er dan ook 51,4%/BBP. Dat zou volgens diezelfde economisch politiek-correcte profeten te danken zijn aan een hogere BTW, en een lagere loonkost. Het klopt inderdaad dat de BTW er op 25% ligt, en daarmee zelfs nog boven het Belgische tarief ligt; en het klopt eveneens dat volgens het Zweedse Nationaal Instituut voor Economisch Onderzoek de economische groei er voor dit jaar wordt geraamd op 3%; wat dus beduidend hoger ligt dan de Belgische 1,5% (met wat geluk tenminste...). Maar er zijn toch wel enkele bemerkingen die gemaakt kunnen worden: Ten eerste kan men Vlaanderen als open economie, gelegen in het centrum van Europa en met een kleine landsoppervlakte (en waar het bijgevolg zeer gemakkelijk is de grens over te steken om elders goedkoper inkopen te doen) onmogelijk vergelijken met Zweden; een gigantisch en dunbevolkt land in het noorden waar de bevolking eigenlijk wel haast verplicht is in eigen land te winkelen. Alleen al vanuit dat oogpunt is het voor Vlaanderen haast onbegonnen werk een te hoog BTW-tarief te introduceren. Bovendien is Zweden met haar hoge globale fiscale druk, net zoals België, zeker niet het land van melk en honing. Daar komt nog eens bovenop dat, wanneer we er een studie van het expertisebureau Work for All erop nalezen, de welvaartsgroei in Zweden toch ook niet zo spectaculair is (zie hiervoor http://www.doorbraak.org/extra//520/0411studystagnation.pdf , grafiek op pagina 4)

Als we dan toch naar West-Europa moeten kijken; is het lichtende voorbeeld veeleer Ierland. De economische groei aldaar maakt sprongen van om en bij de 5 à 6 procent. De reden? Inderdaad, niet specifiek een lager BTW-tarief (deze bedraagt in Ierland eveneens 21%); maar vooral een zeer lage fiscale druk. Deze bedraagt in Ierland slechts 35,6%, en samen met Litouwen en Letland beschikt Ierland dus over de laagste globale fiscale druk. Het is hem juist die lage fiscale druk die de economische groei doet aanzwengelen; en dus niet de verschuiving (?) van lasten op arbeid naar BTW.

Zoals dus reeds eerder aangetoond, is er niet echt een al te grote marge om de BTW-tarieven in België drastisch te verhogen. Begrotingsminister en SP.A-voorzitter in spé Johan Vande Lanotte diende dit zelf ook reeds te erkennen. Indien we niet willen bereiken dat er koopkrachtvlucht naar het buitenland plaatsvindt, mag er in totaal slechts 2 miljard euro van SZ-bijdragen op arbeid naar BTW verschoven worden. Op een totaal van 34 miljard euro uit socialezekerheidsbijdragen uit arbeid is dat dus maar een druppel op een hete plaat. De grote lastenverschuivingsoperatie is dus reeds van begin af aan tot mislukken gedoemd.
Maar er is nog meer. In feite is een verschuiving van lasten op arbeid naar indirecte belastingen niet meer of niet minder dan een ordinaire broekzak-vestzakoperatie. Wanneer de loonkosten dalen door deze BTW-verhoging, betekent dit dat conform de om de twee jaar te bepalen loonnorm; de lonen ook automatisch mede aangepast zullen worden door de loonindex; waardoor de lonen in feite terug stijgen en de loonmassa te betalen door de werkgever bijgevolg ook toeneemt. En niet alleen op vlak van salarissen; er zal zich ook een meerkost aftekenen inzake de betaling van pensioenen, gezien ook zij automatisch geïndexeerd worden aan de consumptieprijzen. Bovendien kent ons pensioenstelsel ook nog een systeem van 'perequatie', waardoor ze daarenboven nog eens aangepast worden aan de evolutie van de lonen. Wie dus beweert dat een verschuiving van lasten op arbeid naar indirecte belastingen een minderkost voor de werkgever betekent en bijgevolg zal bijdragen tot de creatie van meer jobs, liegt. Tenzij men natuurlijk de vermaledijde passus van de automatische loonindexering nu maar eens eindelijk schrapt uit de definitie voor de totstandkoming van de loonnorm.

Het lijkt er overigens op dat ook dit BTW-dossier een communautaire staart - of beter gezegd: angel - zal krijgen. Alle coalitiepartners kunnen zich zowat vinden in het BTW-discours, maar de Parti Socialiste is de enige grote tegenstander. Zij wijst namelijk iedere verhoging van de indirecte belastingen, dus ook de BTW, af. Je zou al haast beginnen denken dat de PS getransformeerd naar een ultraliberale en rationeel denkende partij; maar niets is minder waar. De reden waarom de PS een verhoging van de BTW afwijst, is omdat dit asociaal is jegens de bevolking wiens koopkracht aangetast zou worden. En dus stelt de PS de reeds door de socialistische en christelijke vakbond geopperde maar echter verafschuwbare Algemene Sociale Bijdrage (ASB). En het spreekt voor zich dat we met een ASB die alle inkomengroepen, producten en diensten viseert en zo de deur wagenwijd openzet tot een wildgroei aan belastingen nog veel verder van huis zijn dan met een BTW-verhoging.

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>