21 februari 2009

Nun, auf dem Schachbrett gilt Lüge und Heuchelei nicht lange --- Emanuel Lasker (vpmc)

De Standaard gaf deze week aan de politicoloog Carl Devos de gelegenheid om zich nog wat verder in de nesten te werken dan hij eerder in de TV-uitzending Phara al had gedaan. Daar wist hij naar het schijnt de datum van de Val van de Muur niet goed te plaatsen – of anders was het ministerschap van Tindemans voor hem net iets te lang geleden om het zomaar uit zijn werkgeheugen te vossen.
Ik zeg in de uitzending dat Tindemans in de jaren tachtig naar de val van de Muur heel belangrijke dingen heeft gedaan. Toegegeven, als ik het herbeluister klinkt het als 'na de val van de Muur'. U mag er van uitgaan dat ik de val van de Muur kan situeren in november 1989, waardoor een ministerschap in de jaren tachtig na de val van de Muur wel heel kort zou zijn. Tindemans was bij de val van de Muur inderdaad minister af, daarom zei ik precies naar de val van de muur.
Devos schrijft dat in een lezersbrief aan DS, en om zich van publicatie te verzekeren noemt hij Brinckman al direct “de uitstekende Bart Brinckman”, en rondt hij zijn briefje af met een loftuiting aan De Standaard als geheel: “deze schitterende kwaliteitskrant”. Vandermeersch zal het natuurlijk met hem eens zijn, maar toch: in een oratio pro domo zijn aandoenlijke loftuitingen te doorzichtig.
Wat nu de grond van Carls verdediging betreft: als ik mij niet vergis heeft in zijn West-Vlaamse dialect het woord “naar” ook de betekenis van “na”, zodat Devos met zijn gelegenheidsuitleg niet veel opschiet. In het Nederlands lijkt zijn constructie “naar de val van de Muur” dan weer, om eens een technische term te gebruiken, een uit nood geboren idiotisme.
Verder had niemand, geen Duitser en ook Tindemans niet, die muur zien vallen voor hij er werkelijk lag. Vertel geen onzin Carl. Een tijdje zwijgen is goud.

En vandaag heeft zijn schitterende kwaliteitskrant weer een andere Carl aan het woord gelaten, Decaluwe heet die, en hij mag met zekere Murielle Scherre een babbeltje houden over ondergoed en pornografie.
Verder brengt De Standaard de gebruikelijke lijstjes uit het spel Hoger-Lager –bij hen heeft dat spel een andere naam, en heet het Winnaars-Verliezers lijstjes die zij vandaag echter naar het paginaatje zevenendertig verwezen, wellicht omdat hun Wouter Verschelden op de pagina’s zes, zeven én acht een speciale trekking van dit spel mocht houden, en de Zeven Hoofdzonden nog eens opnoemen, niet enkel in het Nederlands zoals bij Humo gebruikelijk is, maar in Kwaliteitslatijn!
Ik neem aan lezer, dat u beide artikelen zorgvuldig hebt overgeslagen. Ik ook.
Laten wij de zonzij zien! In hun Wetenschapskatern deze week stond een interessant artikel van de journalist Gert Devreese. Het ging over hoe je de sterkte van een schaakspeler kunt meten.
Iedereen weet natuurlijk dat je zo'n man een aantal partijen kunt laten spelen tegen mensen wier sterkte je kent, en daarna kijk je hoe hij het er afbracht. Maar de vraag in het artikel was, of er geen methode bedacht kon worden waarmee het allemaal wat sneller kon.

De Amsterdamse experimenteel psycholoog Daan Zult zegt van wel. Zult bouwt voort op het werk van wijlen prof. Adriaan de Groot, ook psycholoog, en sterk schaakmeester – hier een partij van hem tegen wijlen de Belgisch kampioen graaf Alberic O’Kelly de Galway.
De Groot publiceerde destijds Het denken van den schaker (1946), een studie die internationaal weerklank vond.

Net als de Groot biedt Zult bij zijn proefneming schaakstellingen kort aan op een beeldscherm, en vraagt om de beste zet te zeggen. Verbluffend is dat grootmeesters dat vaak al na enkele seconden correct doen, soms zelfs zonder dat zij naderhand in staat zijn de stukken (die van het scherm verdwenen zijn) foutloos opnieuw op te stellen. Op onbelangrijke delen van het bord begaan zij wel eens onnauwkeurigheden bij hun reconstructies. Maar zij zagen blijkbaar in een oogopslag dat die verre windstreken er toch niet toe deden. Dat presteert een gewone schaker niet. Die verliest zich wél in details. Maar met na of naar komt niemand aan.

Dat testen van schaakvaardigheden is een hachelijke zaak, en ik herinner mij een Leuvens onderzoek onder clubspelers met een min of meer stabiele en naar Belgische normen hoge rating. Een doctoraatsstudent kwam ons op de clubavond voorstellen om de stukken een paar uur in hun doosje te laten zitten, en een aantal tests te doen, alweer met als doel schaakkracht te voorspellen.
In één van de tests bood hij ons een diagram aan, voorstellende een leeg bord met een aantal vakjes doorgekruist, en die bijgevolg niet meer meetelden. Het kwam er nu op aan om alle andere velden, of toch zoveel als mogelijk, met een Paard aan te doen zonder twee keer hetzelfde veld te bezoeken.
Aan de test namen nogal wat spelers deel die mij geregeld al een pak slaag hadden bezorgd, en waarnaast ik mij –al bestond dat woord toen nog niet wat kansarm voelde, misschien niet voor één partij, maar vast wel in een reeks van partijen.
Toch was ik volgens het Leuvense onderzoekde sterkste speler van het Koninkrijk België! Ik heb de man dan ook moeten condoleren met zijn proefopstelling, al moet ik tegelijk zeggen dat de tweede en derde wél topspelers waren.

Om op dat artikel in De Standaard terug te komen: een schaakdiagram in een krant heeft zelfs op niet-spelers een magische uitwerking denk ik, maar in ieder geval op ex-spelers.
Ik kocht de krant in het station, hij viel toevallig open op de bewuste bladzijde, en nog voor ik het perron had bereikt had ik een kleine moeilijkheid.
Het artikel zelf zou ik op de trein wel lezen, maar: er stond geen opgave onder het diagram! Iets in de trant van wit speelt en wint, of geeft mat in twee, of zwart speelt en houdt remise of iets dergelijks.
Normaal is bij schaakopgaven weliswaar wit aan zet, maar het mat op h7 was zó eenvoudig dat ik dacht dat hier misschien wel zwart aan zet was.
En zwart geeft ook mat, even simpel, zij het met eerst nog even Pg3-é2, schaak. Wit kan dat Paard slaan, op twee manieren zelfs, ofwel de Koning wegzetten, maar de zwarte Dame gaat naar h2 met mat ++.
Zou Daan Zult die mogelijkheid expres hebben ingebouwd?
.

Labels: , , , , ,

7 Comments:

At 22/2/09 19:20, Anonymous Anoniem said...

En zeggen dat men je hier af en toe gebrek aan redeneringsvermogen verwijt.
Zou het kunnen dat men makkelijk over 'denken' en 'redeneren' oordeelt, als men daar zelf van verstoken is.
Of zou het hier om kopindegronderij gaan.

Horresco referens ;)

groetjes

 
At 22/2/09 20:30, Blogger Marc Vanfraechem said...

Merci Frans!
...maar eerlijk gezegd, de verwijten (soms ook duistere beschuldigingen: moreel relativisme!) die je noemt doen mij altijd glimlachen. Ontmoedig die man dus asjeblief niet!
Beste groet!

 
At 23/2/09 18:49, Anonymous Anoniem said...

Dat is wel het allerlaatste wat ik wil doen: hem ontmoedigen. Het is een man om onder de kerstboom te zetten.
Ik denk dat ik hem aanmoedig door mijn reacties. Het is een vis die naar de angel bijt, ook en vooral zonder aas.

groetjes uit Gent

 
At 25/2/09 19:35, Anonymous Anoniem said...

Beste Marc

Wil hier even stil staan bij de dood van Jaap Kruithof, zoals je weet een links geïnspireerd professor, met anarchistische trekjes.
Misschien blonk hij niet uit in nuanceringsvermogen, moest hij het hebben van zijn radheid van tong, meer dan van de finesse van denken en voelen. Toch is met hem een stukje links-Vlaanderen verdwenen, waarvan ik niet hield, maar dat mij toch hoe dan ook fascineerde.
Eerlijk is eerlijk in mijn jonge jaren waren ze allemaal links: Apostel, Kruithof, Boehm en zelfs Vermeersch bij tijd en wijle.
Ik groet vanuit het centrum deze grote linkse kapitein, hoe dan ook iemand die iets te vertellen had, een zingever....

groetjes Frans

 
At 25/2/09 19:53, Anonymous Anoniem said...

Vergat er nog bij te vertellen dat Jaap Kruithof in tegenstelling tot Leo Apostel en zoveel anderen niet tot het Logebroederschap behoorde, wat hem siert.

Frans

 
At 25/2/09 21:50, Blogger Marc Vanfraechem said...

Eerst dit gezegd: ik heb niks tegen de broederschap beste Frans (ook niet veel vóór) alleen wil ik er zelf geen deel van uitmaken, al was het omdat je dan plots broeder moet gaan zeggen tegen mensen die je misschien nooit heb kunnen luchten. Ten gronde ook omdat zij een soort aanspraak op vrijzinnigheid maken die een onafhankelijke vrijzinnige, godloochenaar, atheïst en al wat je maar wil (zoals ik) niet kan aanvaarden.
Le pluriel ne vaut rien à l'homme mag dan niet altijd waar zijn, hun groepsdenken is niet meer dan dat: groepsdenken.
Over Jaap Kruithof zaliger: ik vrees dat ik de man zelf wel sympathiek, maar zijn lessen altijd verwaarloosbaar heb gevonden, en dat laatste gold niet voor zijn collega's Apostel-Boehm-Vermeersch-VandenEnde.
Met alle eerbied voor een dode, maar filosofie en teksten zijn nooit aan Jaap Kruithof besteed geweest, of hij gaf zijn belangstelling toch niet door aan zijn studenten.
Dat is een eigenaardig uitgangspunt voor een filosoof, dat evenwel Schopenhauer (Über die Universitätsphilosophie) niet zou hebben verwonderd.
Wat Kruithof deed was een soort binaire indeling van de wereld maken, ja-neen, op-onder, links-rechts, en nog een aantal categorieën en de combinaties daarvan, allemaal in machten van twee dus. Een soort "gedigitaliseerde filosofie", en daar bleef het dan bij.
Ik weet niet of er in een of ander (buitenlands) filosofisch werk één voetnoot te vinden is die naar zijn zingevende boeken verwijst.
De muziekwetenschap misschien, en wellicht de muziek zelf, hebben aan hem meer verloren dan de filosofie, en ik had hem liever daarover bezig gehoord, want wie kan zich voorstellen dat hij zijn eigen simplistische filosofische stramien, ook op dat gebied voor een serieus te nemen instrument zou hebben gehouden. Muziek was voor hem wél een ernstig vak.
Maar ik had toch een bepaalde bewondering voor hem natuurlijk, al was het maar omdat hij in zijn praatjes geen Vlaams, maar Nederlands sprak!

 
At 25/2/09 22:06, Anonymous Anoniem said...

@marc

Neen, ik kan geen Frans of Engels of Duits boek noemen waar gerefereerd wordt aan Jaap Kruithof.
Apostel vindt men soms in voetnota, meestal in verband met één of ander probleem van Piaget.
De enige Gentse filosoof die men ruim citeert is al lang dood Edgar De Bruyne, maar dat was ook een aparte klasse. De man had Heidegger gelezen toen het nog geen mode was, en was een meester-kenner van de middeleeuwse wijsbegeerte.
Van de logebroeders heb ik op de universiteit vnl vriendjespolitiek gezien en grove corruptie.
Daarom huldig ik Kruithof omdat hij tenminste daar buiten stond. Ik heb altijd een zeker respect voor einzelgängers.
Dat hij soms, als dat hem goed uitkwam in een naburig café examens afnam, vind ik niet erg,integendeel.

groetjes Frans

 

Een reactie posten

<< Home

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>