15 oktober 2006

Tom Naegels, Aznavour, Saint-Amour, Armenië en het begrip holocaust (victa placet mihi causa)

Ik betwijfel sterk of het een goede tactiek is om tegen een interessante vrouw die je pas hebt ontmoet, al meteen in je openingszin over de holocaust te beginnen. Dat onderwerp lijkt mij wat scherp.
U zult terecht, lezer, hier opwerpen dat in genoemde situatie nooit zekerheid bestaat, en dat elke methode haar verborgen mérites kan bezitten, en ik betwist dat niet, maar ik sprak in het algemeen. Even de taal van managers: bepaalde nichespelers zullen met deze ongebruikelijke methode eventueel hun voordeel kunnen doen.
Denken wij aan Tom Naegels. In de laatste Saint-Amour-show moet die zich hebben afgevraagd of het überhaupt mogelijk was een relatie aan te gaan met een vrouw die nog nooit van de holocaust had gehoord. Wat Toms antwoord was op zijn eigen vraag weet ik niet, maar de vrouwelijke kritiek op zijn optreden was niet mals.
Nochtans kun je de man begrijpen: in zulke situaties check je preliminaire voorwaarden meteen. En als ik zijn laatste column daarover lees, dan zou ook Naegels zelf nog iets kunnen hebben aan een holocaustgesprek met een intelligent wezen. Bijvoorbeeld met een wezen dat de holocaust niet niét kent, maar evenmin hem ontkent.
Naegels heeft over dat onderwerp wel enkele ideeën, maar die lijken wankel, en dus gevaarlijk. Laten wij hem eerst lezen, want volgens hem kun je de ene holocaust rustig ontkennen, de andere niet.

En wat is 'ontkennen'? Ik sprak afgelopen zomer, tijdens een reis door Turkije, met een journalist van de Turkse kwaliteitskrant Zaman . Die erkende dat er in 1915 gruwelijk veel Armenen afgeslacht zijn, maar volgens hem ging het om een massamoord en niet om een genocide. De meeste Turken die ik ontmoette zaten op die lijn. Meestal zeiden ze ook: ,,In godsnaam, dat is negentig jaar geleden gebeurd, onder een ander politiek regime. Waarom vindt het Westen het zo belangrijk dat wij daarom op onze knieën gaan?"
Hier zitten wij meteen in een perverse gedachtegang, en ik zit al niet graag op een lijn. Het is allemaal een tijd geleden, ander régime, en dat op zich mag als verrechtvaardiging gelden. Waar slaan die fijngevoelige onderscheiden tussen aangehouden slachtpartijen en genocides op? De autobiografie van Charles Aznavour is hier leerzaam: dat “andere regime” is gewoon een leugen. Aznavourian verhaalt hoe zijn hele familie is uitgemoord door de handlangers van Talat en consoorten, die het voor het zeggen hadden ook na de stichting van de (fascizerende) lekenstaat door Ataturk : […] mes oncles, tantes et grands-parents qui ne revinrent jamais de ce “Club Med de l’horreur”. Talat heeft nu nog standbeelden in Turkse steden, is het grote idool van de Grijze Wolven, en zijn nazaten waren vorige zondag op vele van onze kieslijsten terug te vinden. Wij mogen nog van geluk spreken dat het hier enkel om democratische lijsten ging. Sommigen, zoals genaamde Kir werden daarna zelfs eerste schepen als ik het goed heb.
Trouwens ook lang vóór 1915 zijn Armeniërs, en christenen in het algemeen, door de Turken genadeloos uitgemoord. In de negentiende eeuw was de slachting misschien nog groter, en zij was al eeuwen aan gang – Turkije was tenslotte een christelijk land oorspronkelijk, Griekssprekend, waar de islam is verbreid …met het zwaard, zoals die geciteerde keizer nog moedig opmerkte.
Geen genocide! zegt Tom, aangezien het maar slachtpartijen waren. Ziet hij geen eeuwenlange systematiek? Zo blind kan iemand toch niet zijn? En hoe stelt onze Tom zich het lot van de christenen (0,3% nog…) in Turkije nú voor? Zijn hem geen recente feiten bekend? Hij wil ze niet kennen, maar dat is zijn recht want er is, als gezegd, een onderscheid tussen de negationismen:
Ik weet het, er is een precedent. De Holocaust mag ook niet ontkend worden. En daar ben ik wél voorstander van, toch als het gaat om de glasharde ontkenning: ,,Hitler had nooit de intentie om de Joden uit te roeien en heeft daar ook geen poging toe ondernomen.'' Maar de wet die het ontkennen van de shoah strafbaar stelt, gaat niet in de eerste plaats om geschiedenis. Uiteindelijk maken we ons geen zorgen omdat sommigen een historisch feit betwisten. We maken ons zorgen over de gevólgen van die betwisting. Iemand die de Holocaust ontkent, doet dat om de nazi's goed te praten, en hij praat de nazi's goed omdat hij hoopt dat hun ideeëngoed opnieuw opgang zou maken. Misschien wenst hij dat er een nieuwe Holocaust komt, opnieuw tegen Joden, of tegen zwarten of Arabieren of een andere bevolkingsgroep. Dát willen we tegengaan, dus verbieden we elke redenering die dat gedachtegoed kan ondersteunen. Wie de Armeense genocide ontkent, hoopt daarom nog niet dat de Armenen alsnog over de kling gejaagd worden. Die doet dat (meestal) omdat hij trots is op zijn Turkse identiteit en niet kan leven met een smet op het Turkse blazoen. Dat is verkeerd, maar het is wel van een andere orde. Het ontkennen van de Armeense genocide is minder gevaarlijk dan het ontkennen van de Holocaust.
Een weetje over dat "precedent", dat Tom wellicht van pas kan komen bij een volgende Saint-Amour, of bij een kwis: het woord holocaust werd, in de betekenis die wij nu kennen, voor het eerst gebruikt in Engelse kranten van tijdens de Eerste Wereldoorlog, en het sloeg op de genocide van de Turken op de Armeniërs. Dus Tom, als je het woord gebruikt, dan met een onbepaald lidwoord graag, niet meer dé holocaust.
Verder lijken in bovenstaande paragraaf van hem vooral bedoelingen, vermoede bedoelingen dan nog, doorslaggevend om te besluiten tot strafbaarheid. Dat kan niet ernstig worden genomen. Ik lees wel dat Tom een reis door Turkije heeft gemaakt, en daar interessante mensen heeft ontmoet, maar om dan meteen alles te geloven wat je hoort… dat past niet voor een journalist. Bijvoorbeeld mensen die hem zeggen dat er een “verkeerd soort aandacht” bestaat in Europa, aandacht van de verkeerde mensen bedoelde zijn bron: dat is filosofisch, en journalistiek, en gewoon voor een denkend mens onaanvaardbaar.
Journalistiek gaat eerst en vooral over feiten Tom, niet over meningen over feiten, noch over het soort van mensen dat, misschien enkel voor de sport, aan feiten herinnert.
.

1 Comments:

At 16/10/06 10:54, Anonymous Anoniem said...

Meneer Marc, u hebt het hier wel over de Belgische Journalistiek. Die leunt aan bij het begrip "journalistiek" zoals bvb Poetin dat begrijpt, of Kabilla, zelfs Fidel zal ons haarfijn uitleggen wat echte journalistiek betekent. Eerlijke journalistiek is bij ons pas mogelijk als de subsidies verdwijnen.

 

Een reactie posten

<< Home

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>