Kranten publiceren een hoop pulp. Publireportages, vermomd als artikels
Tot dat besluit komt men, ten laatste na lectuur van een column van Marc Reynebeau. Daarin bespreekt hij recente redactionele artikels waarvan de eenzijdige inhoud door belanghebbende bedrijven werd aangeleverd.
In De Standaard van woensdag 4 december publiceert Marc Reynebeau zijn wekelijkse column. Dit keer onder de titel ‘Kennis is macht’. De hele column gaat over artikels, aangestuurd door privé bedrijven, en ook over een opiniestuk dat, volgens Reynebeau, ‘de transparantie smoort om privé-belangen tegen het openbaar belang te beschermen’.
Hij begint met de zaak Victor in herinnering te brengen, “dat jongetje dat zou sterven als de ziekteverzekering niet snel een peperduur geneesmiddel terugbetaalde. De media-aandacht voor Viktor bleek stiekem te zijn georganiseerd door de producent van dat geneesmiddel. Die wilde via de publieke opinie emotionele druk uitoefenen om de regering zijn excessieve prijs te doen aanvaarden.”
Volgens Reynebeau “deed ook de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR zoiets, toen ze meedeelde dat de oorlog in Syrië al 1,1 miljoen kinderen op de vlucht joeg. Kinderen raken het gemoed, en allicht hoopt de UNHCR dat zulke cijfers bekendmaken meer politieke en financiële steun zal opleveren. Dat is respectabel, maar het illustreert wel dat informatie soms meer wil zijn dan alleen nieuws. Het wil ook een specifiek handelen uitlokken.”
En hij vervolgt, meer in het algemeen: “Democratie en actief burgerschap kunnen niet zonder informatie en dat maakt transparantie tot een publiek belang. Maar als die nieuwshonger wordt gemanipuleerd door een verborgen agenda van privé-belangen, raakt de informatie gekleurd en vervormd. Daarom hanteert ook elke belangengroep eigen cijfers over de loonkostenhandicap – hak als regering die knoop maar eens door. Het is niet anders in tal van minder spectaculaire gevallen.”
Tomorrowland
Volgend besproken geval, Tomorrowland: “Zo kon vorige week de vraag rijzen of het muziekfestival Tomorrowland iets nodig heeft. Want plots moest iedereen weten dat zijn economische impact 70,6 miljoen euro bedraagt. Veel argumentatie of context kwam daar niet bij, zeker niet in wat het beweerde over jobs of verzweeg over milieukosten. Maar extra omzet en jobs, dat lijkt altijd goed nieuws. Dergelijke impactstudies dienen net om die positieve schijn te wekken. Beacon Economics, het bureau dat dit onderzoek deed, zegt dat met zoveel woorden: ze genereren ‘een krachtige publieke bijval, en steun bij politici, investeerders en de media’. En gisteren bleek het festival inderdaad iets nodig te hebben: het wil uitbreiden. Daarvoor baande de impactstudie de weg, want als imago-operatie, die ook kaartenverkoop en merchandising op gang kan houden, lukte ze wonderwel. Tomorrowland is ‘een opsteker voor de Vlaamse economie’, titelde Gazet van Antwerpen, zelfs ‘een gouden zaak’ volgens Het Laatste Nieuws. Zeg daar als overheid maar eens nee tegen.”
Met een berispende vinger dus naar twee andere kranten. Maar ook de DS deed daar vlijtig aan mee, want het publiceerde niet alleen de cijfers van de bestelde studie, maar zorgde ook zelf voor veel gratis reklame voor Tomorrowland, zowel in zijn krant als op zijn website: 29/11: Arne Quinze ontwerpt een brug voor Tomorrowland (rubriek architectuur); 30/11: nog over de brug, nu in de rubriek ‘Cultuur’; 2/12: Tomorrowland breidt uit naar twee weekends (rubriek Muziek); 3/12: over hetzelfde onderwerp, zowel in de rubriek Binnenland, als in de rubriek Muziek, dat meldt dat de helft van de kaarten voor Belgen zijn; 4/12: nog eens over het opzetten van twee weekends, nu in de rubriek Cultuur; 5/12: al weer over Tomorrowland op de Antwerpse regionale bladzijden
Flopt de diabolo-treinverbinding?
Volgend voorbeeld van Reynebeau: de Diabolo-treinverbinding naar de luchthaven van Zaventem: “Die zou minder passagiers lokken dan voorzien. Hoeveel minder? Dat is onbekend, want niemand wil die bewering staven met cijfers. Maar rond de spoorwegen hangt al langer een negatieve aura en dus geloofde iedereen, zonder dus maar één concreet cijfer te kennen, dat Diabolo inderdaad ‘een flop’ is, zelfs een Fyra-bis. De bron van de bewering was Northern Diabolo, de privé-investeerder in de Diabolo-verbinding. En niet toevallig is die net nu aan het onderhandelen met Infrabel. Want bij tegenvallende cijfers moet de Diabolo-toeslag – betaald door de reizigers en bestemd voor de kassa van Northern Diabolo – omhoog, van 4,40 naar 5 euro. Stemmingmakerij in de media komt die privé-partner dus goed uit, al was het maar om de onderhandelingspositie van Infrabel te ondermijnen. Inmiddels lekten via De Morgen toch cijfers uit over de eerste helft van dit jaar. Daaruit valt af te leiden dat het hier een ‘flop’ betreft van... een half procent.”
Ook aan dit geval van desinformatie deed DS duchtig mee. Op donderdag 28/11 (03.00 u) neemt DS online een bericht van De Tijd over (titel: ‘Diabolo-trein naar Zaventem flopt’). Diezelfde donderdag 28/11 is er later (12.33 u) sprake van dat alles snor zit met die verbinding: ‘Infrabel: ‘Gaat goede richting uit met Diabolo-verbinding’. Op 29/11 wordt dat online dan: ‘NMBS kaalgeplukt door wurgcontract Diabolo’. Op zaterdag 30/11 komt er een groot artikel over in de weekendkrant (Titel: ‘Diabolo heeft zijn start gemist’, Binnenland, blz. 6-7). Daarin heet het dat zowel de passagiersaantallen als het treinaanbod zwaar onder de verwachtingen blijft, en de betrokken partijen daarover het stilzwijgen bewaren. In dit geval moest u dus De Morgen lezen om te weten dat die flop een half procent betreft.
De krant als doorgeefluik voor persberichten van betrokken partijen, zonder veel filtering de ene na de andere op het internet en in de krant gegooid.
Weight Watchers
Volgende case, de te dikke Belgen: “blijkt dat bijna de helft van de Belgen te dik is en dat een collectief BMI-puntje overgewicht de sociale zekerheid 200 miljoen euro per jaar kost. Dat weten we dankzij de Gentse professor Lieven Annemans. Of is het dankzij Weight Watchers (WW), Annemans’ ‘sponsor’? … Dit nieuws was dus nooit nieuws geworden, als een privé-bedrijf het niet had betaald. En WW betaalde omdat vermageren nu eenmaal zijn business is… Maar de zaak illustreert vooral dat kennis, een publiek goed, voorwaardelijk kan worden: als ze niet ook een privé-belang dient, blijft ze onbekend.”
Dat WW de studie sponsorde lezen we echter niet in de 2 bladzijden die DS eraan wijdt, maar weer slechts in De Morgen.
Reynebeau ontspoort
Ondanks veel blanco op de krantenbladzijde en een grote tekening van RubenL.NL heeft Reynebeau op dat punt van zijn column aangekomen nog bijna een hele krantenkolom te schrijven om de hele achterbladzijde te vullen. Hij zoekt dus nog andere voorbeelden, maar dan ontspoort zijn betoog. Hij gaat in de aanval tegen opinies die geuit werden in De Tijd. Waar het tot dan over de journalisten ging die in hun artikels ongecontroleerd eenzijdige berichten overnamen, de bron van hun nieuws niet meegaven, schiet hij nu plots op opinies, niet van journalisten, maar van mensen die door de krant om een opinie gevraagd worden, of een opiniestuk schrijven. Dat is dus heel iets anders dan de plicht van journalisten om correcte berichten te publiceren.
Reynebeau neemt eerst hoofdeconoom Bart Van Craeynest van het beurshuis Petercam onder handen die (in De Tijd) zegt dat het een fout is van de regering om de btw op elektriciteit te verlagen, want ‘we moeten de lasten op arbeid verlagen’… Reynebeau: “De objectiviteit hield meteen op in de alternatieven die hij aandroeg: ‘de lasten op consumptie en energieverbruik verhogen’. Want ontbreekt hier niet iets? Zoals hogere lasten op vermogens of beurswinsten? Dat wil Van Craeynest zijn klanten natuurlijk niet aandoen.”
Volgens Reynebeau kan het echter ‘nog erger’, en dat betekent dan: “de transparantie smoren om privé-belangen tegen het openbaar belang te beschermen. Daarvoor pleitte advocaat Gerd Goyvaerts toen hij (in De Tijd) de schikking rond Bois Sauvage verdedigde…. Waar van de minste kruimeldief in een publieke zitting het doopceel tot in de intiemste details wordt gelicht en van hem schuldinzicht en berouw worden verwacht, vindt Goyvaerts dat niet nodig voor frauderende beleggers. Voor hem verandert een schikking ‘schuld’ in ‘fout’ en is enige erkenning van strafrechtelijke verantwoordelijkheid helemaal onnodig. Alsof het slechts om een misgelopen gokje ging…. Toch is het net die geheimdoenerij die het wantrouwen voedt. Maar publieke achterdocht zal deze advocaat een zorg zijn – als het privé-belang van de klant maar is gediend. Wie durft te opperen dat hier klassenjustitie dreigt, zal hij vast verketteren als een ziekelijke populist. In zekere zin zal hij zelfs gelijk hebben: geen gedegen oordeelsvorming zonder voldoende feitenkennis. Maar wie dat laatste als ziekelijk afdoet, dient niet de openbaarheid, laat staan de democratie.”
Zover Reynebeau, die een amalgaam maakt van de objectieve berichtgeving die een professionele journalist zou moeten koesteren maar niet doet, en het geven van een opinie door een niet-journalist, in het geval van Gerd Goyvaerts, advocaat bij Tiberghien advocaten, zelfs duidelijk op de bladzijde in De Tijd met de hoofding ‘Opinie’.
Journalisten ontbreekt het vaak aan dossierkennis
Zoals Reynebeau besluit: “geen gedegen oordeelsvorming zonder voldoende feitenkennis”. En daar blijven de krantenlezers heel vaak op hun honger zitten, door steekvlamjournalistiek, het presenteren van de ene mening na de andere in opeenvolgende artikels, gebaseerd op persmedededelingen van betrokken partijen of oppervlakkige interviews. Er wordt wel gezegd dat de journalisten onder steeds grotere druk staan, een ‘scoop’ moeten vinden, de anderen voor moeten zijn, enz. De kern van het probleem lijkt mij echter een gebrek aan dossierkennis te zijn van de meeste journalisten. Aan tendentieuse, of weinig betekenisvolle reportages, niet alleen in de weekendkranten, geen gebrek. Maar accurate, degelijke en juiste berichtgeving, daarin schieten veel journalisten duidelijk tekort. (Om er toch ook een zeer goede te noemen, exemplarisch voor enkele die staan voor de betere journalistiek: Guy Tegenbos, van De Standaard). Het gebrek aan kennis van het behandelde thema vervangen ze door de micro onder de neus van een of andere te houden en thuis uit te tippen tot een zogenaamd ‘vlot verhaal’, dan nog eens ‘opgeleukt’ door eindredacteurs en door hen voorzien van ‘smeuige’ titels.
Enkele voorbeelden van één recente week in De Standaard:
1. Over een nationaal voetbalstadion op parking C van de Heizel.
“Nationaal stadion financieel onhaalbaar”, heet de kop op 26/11/13. Een week later wordt dat online (2/12/13): “Nationaal stadion zonder atletiekpiste op Heizel.” Inleiding die dag: “Er is een akkoord bereikt over de plannen voor het nationaal voetbalstadion. Dat komt toch op de huidige Parking C aan de Heizel, zo werd bekendgemaakt op een persconferentie op het stadhuis van Brussel.” In de krant van 3/12/13 wordt de kop ‘Anderlecht heeft sleutel in handen.’ Inleiding: ‘Het nieuwe nationaal voetbalstadion krijgt geen piste en geen dak. Om het helemaal door de privésector gefinancieerd te krijgen, wordt gekozen voor de goedkoopste variant.’
De journalisten weten zelfs niet wie de eigenaar is van Parking C: “De site van Parking C is eigendom van de stad Brussel, maar ligt op het grondgebied van Vlaanderen, meer bepaald in Grimbergen”, heet het op 27.05.13. Op 26/11/13 leest men: “Over de thuishaven van de Rode Duivels bestaat geen twijfel meer: de nieuwe tempel komt in Grimbergen, op Parking C, eigendom van het Brussels Gewest.” Wie is nu de eigenaar? En hoe kan dit de thuishaven van de Rode Duivels worden, als de kop van dat artikel beweert: “Nationaal stadion financieel onhaalbaar”?
Bijeengesprokkelde rommeltjes dus, zonder goede dossierkennis, en daarom slechte berichtgeving. Na lectuur van de twee artikels kan men alleen besluiten dat een nationaal stadion op parking C in elk geval alleen mogelijk is als Anderlecht er gaat spelen, en substantieel bijdraagt, zowel in de financiering als in de werkingskosten. Maar Anderlecht heeft nog niets beslist, en onderzoekt ook nog steeds de mogelijkheid om op de huidige locatie zijn huidig stadion uit te breiden. Wat voor ‘akkoord’ hebben enkele Brusselse politici en sportbonzen dan bereikt en voorgesteld op een persconferentie in het Brussels stadhuis op maandag 2 december? Dat blijft na lectuur zeer mistig. Dat ‘akkoord’ kwam ook tot stand zonder iemand van het Vlaams Gewest, waar toch het terrein ligt, en dat de nodige vergunningen nog moet geven. Maar niemand wordt aan de tand gevoeld, er worden geen vragen gesteld, de zaak wordt als ‘bijna geklonken’ gepresenteerd, terwijl er helemaal nog niets rond is.
2. Over gratie door de koning
Een geval van collectieve ‘steekvlamjournalistiek’, ondersteund door roepende drukkingsgroepen en kraaiende politici van alle partijen. Bart Dobbelaere grijnst in de rubriek ‘Scoop’ (‘Scoop kiest elke week een aantal citaten, met een kritische blik op sterke verhalen en hoe ze in de media gebracht worden’) op het einde van die week, vrijdag 6 december, in De Standaard over de berichtgeving in het Laatste Nieuws over de recente 11 gratiegevallen door koning Filip.
Het citaat:
‘Nochtans dachten we vandaag dat het ging om zware verkeersovertredingen.’ (VRT-journaal, maandag 19 uur)
De commentaar van Bart Dobbelaere:
“Maandag werd de koninklijke gratie afgeschaft. Niet omdat de koning iets doms had gedaan. Wel omdat de media er een potje van hadden gemaakt. ‘Koning geeft gratie aan wegpiraten’ titelde Het Laatste Nieuws op de voorpagina. In de inleiding van het stuk ging het om ‘zware verkeersovertreders’. Nog wat verder – de lettertjes werden kleiner – luidde het dat het eigenlijk niet bekend was aan wie gratie werd verleend. Maar bij de Federale Overheidsdienst Justitie wisten ze te vertellen dat het om verkeersovertreders ging. Chapeau voor de collega’s van die krant dat ze op zondagavond iemand van die overheidsdienst aan de lijn kregen – zoveel inzet wordt op de redactie van De Standaard zelden vertoond op het einde van het weekend. Maar waar het adjectief ‘zware’ vandaan was gekomen in de inleiding, laat staan die ‘piraten’ uit de titel – dat blijkt niet meteen. Wel hebben we de hele dag schande horen spreken over de koninklijke gratie. Het BIVV, families van verkeersslachtoffers, politici... ‘Wat doet deze gratie met de familie van verkeersslachtoffers’, wou De Ochtend van Radio 1 bijvoorbeeld weten. Tot minister Turtelboom toch maar eens in haar archiefkasten dook en er de elf dossiers uit haalde. ‘Sukkelaars’, zo noemde Het Laatste Nieuws de wegpiraten een dag later. Wim De Vilder begreep het maandag dan ook allemaal niet meer. ‘Nochtans dachten we dat het ging om zware verkeersovertredingen’, klonk het wat bedremmeld. Gelukkig wist zijn collega Sofie Demeyer hoe dat kwam. ‘Het duurde tot één uur vanmiddag voor we van minister Turtelboom concrete informatie kregen’, antwoordde ze. U dacht toch niet dat we ergens mediagewijs iets te snel waren gegaan? Neen. Minister Turtelboom was veel te traag op gang gekomen.”
Niet de journalisten schieten dus wild in het rond, het is de schuld van de minister, die pas tegen maandagmiddag een antwoord klaar had op al die heisa. Dobbelaere geeft wel af op concurrenten, maar De Standaard bakte er evenmin iets van. Maandag 2 december is de kop op blz. 2: ‘Gratie voor verkeersovertreders is compleet verkeerd signaal’. Met als lead: “Zowel de politiek als experten vinden de laatste koninklijke gratiegolf voor verkeersovertreders ‘een slag in het gezicht van de slachtoffers en een verkeerd signaal maar chauffeurs’.” Geen woord daarover dat de gratieverzoeken op het ministerie van Justitie behandeld worden en door de minister worden goedgekeurd, waarna de koning er zijn handtekening onder zet. Het politieke kot zou pas te klein zijn, als hij nog zou durven weigeren een koninklijk besluit te tekenen.
Dinsdag 3 december wordt dat dan ‘Geen genade voor gratie’. Pas dan wordt min of meer uit de doeken gedaan hoe de procedure verloopt, en enkele van de – menselijk triestige – gevallen vermeld. Daarbij wordt kritiekloos genoteerd dat minister Turtelboom beslist had geen nieuwe gratiedossiers meer te behandelen. Schendt ze daarmee niet de grondwet, die in gratie voorziet? Is dat juist geen vraag die een journalist zou moeten stellen?
Sara De Mulder, antropologe en kernlid van Liberales, vat de hele steekvlamberichtgeving over de gratieverlening als volgt samen: “De heibel rond gratieverleningen door de koning (eigenlijk FOD Justitie), mondde uit in een beschamend theater waar zelfs de pers, wegens haar zwakke berichtgeving, haar gebrek aan bronnenverificatie en een degelijke vorm van zelfinformatisering, grandioos haar gezicht verliest.” (in de Liberales nieuwsbrief van 6 dec ’13).
3. Over de naamgeving van een plein in Borgerhout
Maandag 2 december in De Standaard, een reportage van een volle bladzijde in de rubriek Binnenland over een stemming onder de bevolking van Borgerhout, over de naamgeving van een plein. De boventitel zet meteen de toon, die we al kennen van de reeks ‘Racisme in Vlaanderen’: ‘Multiculturele discussie over naam plein in de kiem gesmoord’. Hoofdtitel: ‘Berberse verzetsheld kan niet op tegen jarenlange gewoonte.’ Een reportage waarin nagenoeg uitsluitend bewoners met Marrokaanse roots aan het woord komen. Volgens die reportage hadden de Borgerhoutenaars eerder namen mogen suggereren, en maakte het districtsbestuur op basis daarvan een ‘shortlist’ met de meest populaire. De volgende dag een klein artikeltje met de titel ‘Stemming onbetrouwbaar’. Blijkt dat 2.000 stemmers meerdere keren hun stem hadden uitgebracht, en er een aantal bij waren die niet in Borgerhout wonen. Daarbij krijgen we nog te lezen dat ‘de controle oppervlakkig gebeurde’. Daar zou de journalist zijn werk moeten beginnen: wie zat er achter het voorstel om het plein het El-Khattabiplein te noemen (een Marrokaanse verzetsstrijder die begin vorige eeuw de Spanjaarden en Fransen het Rifgebergte over joeg), wie heeft de stemming zo slordig georganiseerd dat ze uit de hand kon lopen, enz? Maar daarover niets, wel dat dus een multiculturele discussie in de kiem werd gesmoord.
“Tout va très bien, madame la marquise…”
Reynebeau breekt nog wat meer het al zeer magere vertrouwen in de journalistiek af, met zijn opsomming van door privé-bedrijven gestuurde berichtgeving. En toch beweerde Luc Rademakers, hoofdredacteur van de VRT Nieuwsdienst deze lente nog dat de nieuwsberichtgeving in Vlaanderen anno 2013 van zo een hoog niveau is: “Je hoeft niet eens ver te reizen om te zien, horen en lezen dat dit niet overal een evidentie is. Het gaat dus goed met de journalistiek in Vlaanderen, dank u…. Over het algemeen mag Vlaanderen fier zijn over zijn media en de media trots op hun werk en hun trouwe publiek.” (In een opiniestuk in De Standaard, maandag 6 mei ’13, mede ondertekend door de andere hoofdredacteurs bij de VRT, met de titel ‘Het gaat goed met de Vlaamse journalistiek’). Een van de argumenten die hij gebruikt is dat de oplages en budgetten overal onder druk staan, “maar de Vlaming toch van zijn media blijft houden en ze ook in grote mate trouw is. Als de kwaliteit van het journalistieke werk niet hoog zou zijn, dan zou die trouw zonder twijfel snel afkalven.” Dat bulkt van de zelfingenomenheid en pretentie. Hoe pover de kwaliteit ook is, als je hier woont ben je aangewezen op de lokale nieuwskanalen om op de hoogte te blijven van wat er hier gebeurt. The Times, Frankfurter Allgemeine, om er maar twee te noemen, zijn van een ander niveau dan onze zelfverklaarde ‘kwaliteitskranten’ (uitgezonderd wellicht De Tijd voor een bepaald publiek dat de hoofdpunten van de politiek wil volgen en daarnaast in hoofdzaak uitgebreid economisch nieuws wil lezen), maar helaas zal je daarin nagenoeg niets over onze samenleving hier lezen. Ondanks ondermaatse kwaliteit heeft men vanuit dit perspectief weinig keuze.
Rademakers reageerde op PEN Vlaanderen
Volledigheidshalve: het opiniestuk van Rademakers kwam er als reactie op een open brief van een honderdtal auteurs, lid van PEN Vlaanderen, waarin deze hun bezorgdheid uitten over het gebrek aan kwaliteit van de journalistiek in Vlaanderen.
Ze doen enkele suggesties:
1. meer onderzoeksjournalistiek, minder steekvlamjournalistiek
2. meer duiding (kaarten, dossiers, infografics, achtergronden), minder opiniëring (columns, tweets, polls)
3. meer buitenland- en Europaberichtgeving, minder tunnelvisie op Wetstraat: de macht is verschoven
4. meer zelfregulering (factchecking, ombudsman), minder aversie voor externe kritiek
5. meer inzicht in reële conflicten, minder opkloppen van futiele conflicten.
Het antwoord van Rademakers was dus dat de kwaliteit anno 2013 van zo een hoog niveau is…
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home