Hendrik Vuye: een manke vergelijking
Op het einde van de bespreking van arresten rond hoofddoeken en andere relieuse symbolen schrijft prof. Vuye dat men niet zo lang geleden op Vlaamse wegen overal gesluierde vrouwen tegenkwam, in het onderwijs en de zorgsector. De vergelijking met hoofddoeken achter een loket gaat echter helemaal niet op. Hoofdredacteur van Doorbraak verdedigt dan weer de hoofddoek achter het loket. Behoort hij tot de multiculturele Gutmenschen?
Professor grondwettelijk recht aan de universiteit in Namen, Hendrik Vuye, bespreekt op de website van het tijdschrift Doorbraak enkele arresten, voornamelijk van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, hoofdzakelijk over hoofdoeken. Hij heeft er ondermeer volgende bedenking bij: “De godsdienstvrijheid wordt gewaarborgd door artikel 9 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM) en artikel 19 van de Grondwet. De Belgische Grondwet stelt uitdrukkelijk dat dit recht ‘de vrije openbare uitoefening’ van de godsdienst waarborgt. Dit omvat het dragen van religieuze symbolen. Deze vrijheid is echter niet absoluut. In de rechtspraak van het Mensenrechtenhof wordt met regelmaat beklemtoond dat de overheid als neutrale en onpartijdige instantie de uitoefening van diverse religies en levensbeschouwingen moet mogelijk maken. In deze context kan de overheid de vrijheid van religie beperken, bijvoorbeeld wanneer het gebruik dat men van deze vrijheid maakt de rechten en de vrijheden van anderen aantast…..”
Hij sluit zijn bespreking af met volgende ‘uitsmijter’: “Overigens, nog niet zo lang geleden kwam men op alle Vlaamse wegen vele gesluierde vrouwen tegen. Ze waren met duizenden, alomtegenwoordig in het onderwijs en de zorgsector. Het waren geen moslima’s, maar zusters of nonnen”.
Dat is echter geen steekhoudende vergelijking. De nonnen droegen hun kappen in hun katholieke scholen, hun ziekenhuizen en hun verzorgingstehuizen, niet als ambtenaar aan een publiek loket. Ik heb nooit geweten dat de katholieken ‘het recht’ hebben opgeeist om met opzichtige religieuse symbolen aan een openbaar loket te zitten. Evenmin eisten ze dat in de cantines van de overheid de vrijdag vleesloos moest zijn, noch dat de overheid rekening moest houden met de katholieke vasten. Hoogstens was er één dag per jaar, op Aswoensdag, een grote hoeveelheid volwassenen dat in het publiek rondliep met een assekruisje, zoals er vandaag veel een aids-speltje dragen. En dat was het. Toen de religieusen zelf doorhadden dat hun kledij een overblijfsel was van de dagelijkse klederdracht uit vorige eeuwen, en ze dus in historische antiquiteiten rondliepen,verdwenen die ‘sluiers’, soutanes en monnikkenpijen vanzelf, nog voor er sprake was van een grote uittocht uit de kerk.
Dit oude Vlaamse straatbeeld kan men dus op geen enkele manier vergelijken met de eis van sommige moslima om altijd en overal hun hoofddoek te mogen dragen. (Website Doorbraak, Hendrik Vuye, 02.05.2013, ‘Religieuze symbolen in het openbare leven’ )
Bauwens gaat verder
Hoofdredacteur van Doorbraak, Piet Bauwens, gaat ver in de verdediging van de hoofddoek in openbare functies. In een artikel op de website, 2.5.13; kan men lezen:
“Er zijn vormen van neutraliteit. Of wel de uitvlakkende: iedereen gelijk. Dat is waar voor gepleit wordt in de petitie van Jurgen Slembrouck (Open brief/petitie: De burger is vrij. Aan het loket noch God noch partij. (Jurgen Slembrouck en vele anderen ). Het is een soort verplichte neutraliteit. Een neutrale boerka die de burger behoedt voor enig inzicht in de (mogelijk storende) religieuze aanhankelijkheid van de loketbediende. Er is ook een andere mogelijkheid, neutraliteit als pluralisme. We aanvaarden als maatschappij dat mensen anders zijn, zonder dat de staat een voorkeur uitspreekt voor deze of gene obediëntie…. De huidige neutraliteitsdiscussie is het gevolg van een stilzwijgend monsterverbond tussen radicale vrijzinnigen en de anti-islamschool. Onder het mom van de vrijheid en de rechten wordt hun visie op neutraliteit tot enige norm verheven en de godsdienstvrijheid uitgehold. De neutraliteitsboerka, verplicht achter het loket, zal onze maatschappij naar een hoger niveau tillen, pluralisme is in hun ogen ouderwets geworden.”
Wel heel erg op de man gespeeld: de neutraliteitsdiscussie is een ‘stilzwijgend monsterverbond’ en dan nog wel tussen ‘radicale vrijzinnigen’ en de ‘anti-islamschool’. En behoren de verdedigers van de hoofddoek aan het loket dan tot de papenvreters, die zoveel mogelijk proberen iets tegenover de katholieken te plaatsen, en de linkse multiculturele Gutmenschen? Ik behoor op geen enkele manier van ver of van nabij tot één van al die strekkingen, vandaag ‘obediëntie’ genoemd, en zie geen enkele doorslaggevende reden waarom men persé eist een hoofddoek te mogen dragen aan een overheidsloket, omwille van ‘de godsdienstvrijheid’. Waarom kan het niet zonder zo een hoofddoek? Thuis, op de tram, in de moskee, daar mag het zonder enig probleem. Zou het niet eerder een blijk van bereidheid tot inburgering zijn, dit attribuut dat met radicaal islamisme geässocieerd kan worden, niet aan een openbaar loket te dragen, in plaats van te blijven eisen en procederen dat men het recht heeft het altijd en overal te dragen? De katholieken houden toch ook geen mis in het gemeentehuis, of een processie op de Ring? (Artikel “Iedereen een boerka dat is neutraal!” )
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home