Incivieke arrogantie van de staatshervormers
'Incivieke arrogantie' komt van politoloog Carl Devos. Die heeft het nog over 'de truc met art. 195 die wraakroepend is en getuigt van een gebrek aan respect voor de spelregels, door diegenen die ons om respect voor hen en voor hun regels vragen.' Marc Platel heeft het over 'de politieke meerderheid die de grondwet wil verkrachten om zo ongestoord mogelijk haar politieke grillen en grollen te realiseren.' Hendrik Vuye spreekt van 'De grondwetsfraude van de regering-Di Rupo'. Wat willen de staatshervormers dan wel wijzigen aan artikel 195 van de grondwet dat het zulke harde kritiek oproept?
Volgens een artikel van Guy Tegenbos in De Standaard van 15 februari '12 hebben de acht staatshervormende partijen zelf beperkingen opgelegd aan de aanpassing van artikel 195 van de grondwet.
(Artikel: ‘Truc met grondwet' aan de ketting)
Tegenbos verklaart eerst nog nader waar het in deze om gaat:
Op de Belgische grondwet zit een dubbele grendel: er kan maar iets aan de grondwet veranderd worden als er een tweederdemeerderheid is in het huidige parlement (de eerste grendel), en die mag maar wijzigingen aanbrengen aan artikelen die het vorige parlement daartoe heeft aangemerkt (de tweede grendel). De acht partijen sloten over de staatshervorming een compromis dat véél verder gaat dan wat het vorige parlement aan wijzigingen aan de grondwet had toegelaten. En dat creëerde een zwaar probleem. Het vorige parlement maakte wel het artikel 195, waarin deze dubbele grendel beschreven staat, voor wijziging vatbaar. De slimme truc is dat men nu artikel 195 wijzigt door het schrappen van de tweede grendel, voor deze regeerperiode, en ze dan nu alles kunnen veranderen wat ze nodig achten. Op het einde van de regeerperiode stellen ze de tweede grendel opnieuw in zodat hun opvolgers die truc niet meer kunnen toepassen.
Die dag dienden leden van de acht partijen een voorstel in tot herziening van artikel 195 van de grondwet. Volgens Tegenbos blijkt uit de tekst 'dat de acht de actieradius van de truc beperkt hebben. De lijst van de artikelen waarop de truc mag worden toegepast, is vastgelegd in de tekst, evenals de doelen die ermee nagestreefd mogen worden. Het tijdelijke artikel 195 kan dus voor niets anders gebruikt worden. Ze hebben hun truc als het ware zelf aan een ketting gelegd door de actieradius te beperken.'
Tegenbos besluit zijn artikel met: 'De oppositiepartijen en een deel van de grondwetspecialisten hebben zware kritiek daarop; die variëert van ‘tegen de geest van de grondwet', over ‘een verkrachting van de grondwet' tot ‘het herleiden van de grondwet tot een vodje papier'. De acht partijen geven toe dat ze daarmee ‘geen schoonheidswedstrijd zullen winnen' maar beweren dat dit volledig wettelijk is. Niemand kan dat tegenspreken. De Raad van State mag niet adviseren over grondwetteksten.'
Vier keer zware kritiek
De laatste dagen hebben zich politoloog Carl Devos, gewezen VRT-verslaggever in de Wetstraat Marc Platel en professor staatsrecht Hendrik Vuye gemeld met zeer ware kritiek op de manier van werken. Aan Franstalige kant had ook UCL-professor grondwettelijk recht Marc Verdussen ernstige bedenkingen bij de voorziene procedure.
Carl Devos heeft het over 'De schande van artikel 195.':
'De truc met art. 195 is wraakroepend. Getuigt van arrogantie. Van een gebrek aan respect voor de spelregels, door diegenen die ons om respect voor hen en voor hun regels vragen. Als de politiek de fundamentele spelregels van de staat niet wil respecteren, mist ze elk gezag om anderen te vragen wel regels te volgen. Het is dus een kwestie van constitutioneel fatsoen én van geloofwaardigheid.'...
'Één keer de grondwet via de grondwet forceren, om daarna terug de oude regel in te voeren: het lijkt slapstick met een vodje papier. Wat denken die leiders wel? Dat ze de principes van de grondwet eventjes, voor zichzelf, opzij kunnen schuiven om hun partijpolitieke deal in alle nuance uit te voeren, omdat daar nu eenmaal de nodige meerderheid voor is?
Wie de redenering van de staatshervormers volgt kan ultiem, in een ver doorgeslagen redenering, zelfs de afschaffing van de democratie legitimeren, als die maar middels een democratische beslissing verdwijnt. Ofwel verandert art. 195 blijvend, ook voor de toekomst, en daar valt iets voor te zeggen, ofwel niet en respecteert Di Rupo I de spelregels (en dus de lijst voor herziening vatbaar verklaarde artikels). Al de rest is: incivieke arrogantie onder het mom van democratisch gedekt pragmatisme. Ze hadden bij de staatshervorming maar rekening moeten houden met de mogelijkheid tot grondwetsherziening die ze nu hebben. Het constitutionalisme is hier al beperkt, er blijven grenzen aan de mate waarin met de oertekst kan spelen. Waarschuwen politici niet om de haverklap voor het hellend vlak: als we deze uitzondering toestaan komt er snel een nieuwe. Wel dan: veeg voor eigen deur. (Opiniestuk van Carl Devos op de blog van De Redactie, de website van de nieuwsdienst van de VRT, 18.02.12. Volledige tekst 'Politiek mét moraal' hier ... )
Mark Platel heeft het over een verkrachting van de grondwet:
'Daarom maken we ons als inwoner van dit land inderdaad behoorlijk boos: de politieke meerderheid van dit ogenblik maakt zich klaar om die grondwet als een vodje papier te misbruiken, de voorbijgaande politieke meerderheid van dit ogenblik wil die grondwet verkrachten om zo ongestoord mogelijk haar politieke grillen en grollen te realiseren. Beleefder uitgedrukt: zonder die ingreep is de wettelijke invulling van de zesde staatshervorming vandaag en zelfs morgen zo goed als uitgesloten. Tenminste voor enkele van de meest essentiële punten uit het politieke koopje dat de zesde staatshervorming zou moeten waar maken...
In afwachting van andere tijden, zo werd overeengekomen, stoppen we artikel 195 van de grondwet gewoon ongewijzigd in een niet bestaande schuif van een niet bestaande kast. We bevriezen bij manier van spreken het artikel, doen alsof het nu niet bestaat en dat tot het einde van deze legislatuur, tot Di Rupo 1 zijn formele laatste adem uitblaast. Dan pas mag 195 weer het Belgisch grondwettelijl levenslicht zien. Anders gezegd, de grondwet wordt letterlijk en figuurlijk “gebruikt” – we zullen ons woordgebruik zij het met enige moeite zo zakelijk mogelijk houden - om alleen maar tijdelijke politieke oogmerken te kunnen realiseren.... Zoals decennia terug maken ook vandaag alleen maar enkele zonderlingen zich luidop zorgen. Omdat zij nog altijd vinden dat de grondwet “geen vodje papier” is. Een historische uitspraak van de toenmalige premier Leo Tindemans in oktober 1977, het begin van het einde van het Egmontpact. Omdat de voorzitters van zijn meerderheid hem toen wilden verplichten tot een publieke belofte dat hij de grondwet naar hun hand zou zetten, stuurde de regeringsleider zijn kabinet naar huis. Wat vandaag naar het schijnt geen keuze is, is de partijleiders toen “gelukkig” niet gelukt. Wij laten diezelfde partijvoorzitters vandaag hun speeltje, we laten hen zonder morren de grondwet verkrachten.
Dat kan toch geen probleem zijn, zo zegt de regering ons, want er is een politieke en dus democratische meerderheid in het parlement die dat zo wil, die het zo moeizaam afgesloten regeerakkoord in wetgevende daden wil omzetten. Liefst vandaag nog. Een zonder twijfel eerbaar verlangen, maar zelfs geen begin van een argument om te doen wat men nu wil doen, de grondwet even opzij zetten. Een grondwet is er niet om een toevallige politieke overeenkomst een extra kleurtje te geven, een grondwet moet die koopjes binnen de krijtlijnen van het voorlopig nog altijd Belgische grondwettelijk samenwerkingsakkoord houden....
(Marc Platel, gewezen VRT-verslaggever in de Wetstraat, in een opiniestuk op de blog van De Redactie, de website van de nieuwsdienst van de VRT, 17.02.12. Volledige tekst “Artikel 195 en wat dan nog?” hier ... )
Hendrik Vuye heeft het over 'De grondwetsfraude van de regering-Di Rupo':
'De reden hiervoor is overduidelijk, maar de paars-groen-oranje coalitie tracht ze angstvallig te verzwijgen. Het is onjuist te stellen dat men artikel 195 moet buitenspel zetten om de bevoegdheidsoverdrachten te realiseren. Al evenmin moet dit gebeuren om B-H-V te splitsen. Artikel 195 dient buitenspel gezet om een al bij al beperkte hervorming van de Senaat te realiseren, maar vooral om alle compensaties die de Franstaligen hebben onderhandeld in de grondwet te verankeren, zo bijvoorbeeld de mogelijkheid om in de zes randgemeenten te stemmen voor Brusselse lijsten en het uitzonderingsregime inzake de burgemeesters van die gemeenten…. Dit tijdelijk buitenspel zetten van artikel 195 is kennelijk in strijd met artikel 187. Dit laatste bepaalt immers dat de grondwet noch geheel, noch ten dele kan worden geschorst. Het Vlindercompromis van de regering-Di Rupo is niets anders dan een schorsing van artikel 195. Helaas is geen enkele instantie, ook niet het Grondwettelijk Hof, bevoegd om deze schending ongedaan te maken. Dit brengt ons bij een wel heel fundamentele vraag: is een staat waar politici ongestraft de grondwet aan hun laars kunnen lappen eigenlijk wel nog een rechtsstaat? Fraude en fraudeconstructies worden nog steeds zwaar onderschat, stelde John Crombez (sp.a) recent. Inderdaad, grondwetsfraude door politici wordt in België niet gesanctioneerd.
(Prof. Hendrik Vuye, professor staatsrecht aan de universiteit van Namen, in De Morgen, 14 febr ’12. Volledig artikel hier ….)
Ook nog een Franstalige stem
Ook UCL professor grondwettelijk recht Marc Verdussen heeft ernstige bedenkingen bij de voorziene procedure, in een opiniestuk in La Libre, zaterdag 11 februari ’12. De procedure riskeert de grondwet zelf te devalueren. 'Wellicht is het zo dat strikt juridisch gezien niets een overgangsbepaling in artikel 195 tegenhoudt, maar deze manier van werken kan alleen maar een diepe verwarring veroorzaken bij de burgers. Hoe kunnen zij zich hierna van de idee ontdoen dat het met kunstgrepen altijd mogelijk is de grondwettelijke hindernissen te omzeilen? Wat aan de horizon daagt, is een gevaar van ontwaarding van de notie grondwet zelf.'
Hij is wel voorstander van een wijziging van de manier van herziening van de grondwet, maar na een grondig inhoudelijk debat. Bij die herziening zouden de Franstaligen ook ‘en passant’ kunnen eisen dat een wijziging van eender welk grondwetartikel niet alleen een tweederdemeerderheid zou moet behalen in de twee assemblees, maar eveneens een meerderheid in elke taalgroep. Want voor hem is het ‘onlogisch een dergelijke taalmeerderheid te eisen voor de bijzondere wetten, en niet voor wijzigingen van de grondwet.’ Hij wil dus noch min noch meer een grondwet die volledig een grendelgrondwet wordt... (Artikel ‘Réviser la Constitution à n’importe quel prix ?’ )
Alles gewijzigd wat men wil wijzigen
Volgens Tegenbos blijkt uit de tekst ‘dat de acht de actieradius van de truc beperkt hebben. De lijst van de artikelen waarop de truc mag worden toegepast, is vastgelegd in de tekst, evenals de doelen die ermee nagestreefd mogen worden. Het tijdelijke artikel 195 kan voor niets anders gebruikt worden. Ze hebben hun truc als het ware zelf aan een ketting gelegd door de actieradius te beperken.’
Veel 'aan de ketting leggen' kan men echter niet terugvinden in de neergelegde tekst. Alles wat men wil veranderen in de grondwet en niet kon, zit in het voorstel. Want hun doel is niet zomaar de dubbele grendel 'eenmalig' uit te schakelen. Wat ze doen is artikel 195 ‘aanvullen’ met een ‘overgangsbepaling’ die preciseert welke andere grondwetsartikelen, die niet voor wijziging werden aangeduid door het vorig parlement, wel nog tijdens deze legislatuur kunnen gewijzigd worden. Dus moet wel aangeduid worden wat ze in welke andere artikels willen veranderen. Kort enkele van die punten:
- Het recht op kinderbijslag wordt in de grondwet opgenomen. Zoals al eerder geschreven wordt daarmee elk eigen beleid van de Gemeenschappen gewoon de nek omgedraaid. Het Grondwettelijk Hof krijgt hiermee de mogelijkheid en de opdracht te waken op de toetsing van wetten en decreten aan b.v. art. 10 (gelijkheidsbeginsel) en art 11 (discriminatieverbod) van de Grondwet. Elke wijziging, een ander bedrag zal dus meteen vernietigd kunnen worden als discriminerend en tegen het gelijkheidsbeginsel. Meer autonomie voor de Gemeenschappen?...
- de Kamer wordt om de vijf jaar verkozen, op dezelfde dag als voor de verkiezingen van het Europees Parlement, met het vastleggen in een bijzondere wet van de nieuwe verkiezingsregels. Een bijzondere wet betonneert een afspraak zo vast dat er slechts aan kan gewijzigd worden met zowel een drievierden meerderheid als met een meerderheid van Franstaligen en Nederlandstaligen.
- de belangenconflictprocedure wordt uitgesloten 'voor beslissingen van de federale overheid die wijzigingen aanbrengt aan de belastbare grondslag, het belastingstarief of de vrlijstellingen of aan elk ander element dat tussenkomt in de berekening van de personenbelasting.' De federale overheid mag op dat vlak dus doen wat ze wil, geen gewest kan haar tegenspreken. Meer autonomie voor de Gewesten?..
- de essentiële elementen van de 'hervorming' met betrekking tot het gebruik der talen in rechtszaken in het gerechtelijk arrondissement van Brussel en Halle-Vilvoorde, alsook de ermee overeenstemmende aspecten inzake parket, zetel en rechtsgebied, worden vastgelegd in een bijzondere wet. De toegevingen op dat vlak worden alweer vergrendeld met een Franstalig veto.
- alles wat verband houdt met de vrijwaring van de ‘rechtmatige belangen van de Nederlandstaligen en de Franstaligen in de vroegere provincie Brabant’, zowel voor de verkiezingen van de Kamer als van het Europees Parlement, worden bepaald in een wet, die grondwettelijk slechts met een bijzondere meerderheid kan gewijzigd worden. In klaartekst, zoals Hendrik Vuye het omschrijft “om alle compensaties die de Franstaligen hebben onderhandeld in de grondwet te verankeren”.
Incivieke arrogantie
In de toelichting bij het voorstel wordt duidelijk aangegeven dat het voorstel dient
"om de herziening mogelijk te maken van het geheel van bepalingen die thans geheel of gedeeltelijk niet voor herziening vatbaar zijn,"
en de herziening van de bepalingen die zijn opgesomd
"enkel tot doel heeft om het Institutioneel Akkoord voor de zesde staatshervorming uit te voeren, en zijn volledige uitvoering moet toelaten."
Om het Vlinderakkoord te kunnen uitvoeren moeten dus grondwetsartikelen worden herzien "die niet voor herziening vatbaar zijn". Hiermee geven de indieners dus zelf aan dat de grondwet moet worden verkracht om het Vlinderakkoord uit te voeren. Dat is dus, zoals Carl Devos het noemt "een grote incivieke arrogantie", voornamelijk om de Franstaligen nog meer veto’s in handen te geven en Vlaanderen steeds meer in een cocon van afhankelijkheid te plaatsten van een Franstalige minderheid, met steeds gedetailleerdere speciale wetten en speciale meerderheden, waarbij haar democratische meerderheid in dit land steeds minder geldt. Van Vlaamse kant is het voorstel getekend door Raf Terwingen (CD&V), Karin Temmerman (sp.a), Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen) en Patrick Dewael (Vld). Die ‘Vlaamse’ partijen kiezen dus voor een vorm van ‘automutilatie’ van hun eigen volk.
Men kan alleen vermoeden dat de 'Vlaamse' partijen hiervoor compensaties gekregen hebben die niet in het Vlinderakkoord staan. Maar welke? Als men ziet hoe driest de PS nu bezig is de hele benoemingscarrousel naar zijn hand te zetten, moet men vrezen dat die 'Vlaamse' partijen blijvend bevangen zijn door het 'Stockholm-syndroom'.
Hoe geraakt men hier uit?
De kazakkendraaiers
Bepaalde constitutionalisten vinden dat de regeringspiste juridisch wel degelijk kan. Christian Behrendt, Universiteit Luik, behoort daartoe (de man van de uitspraak "BHV is een pure diamant: wie zijn splitsing vraagt moet er een zeer hoge prijs voor betalen"). In een interview met La Libre (5 november 2011) geeft hij zelfs grif toe dat hij vroeger een volledig tegengestelde mening verdedigde, maar dat hij van mening veranderd is, door het groeiend aantal 'democratische vlaamse nationalisten' van nu al meer dan 30%... Hij geeft zelfs toe dat BHV kan gesplitst worden bij gewone wet, maar sommige zaken in het voordeel van de Franstaligen slechts mogelijk zijn na een grondwetsherziening. Om dus een 'evenwichtig akkoord' te verkrijgen, moeten grondwetsartikels die niet voor herziening aangestipt waren, nu via artikel 195 herzien worden. Als de ingreep gunstig is voor de Franstaligen, wijzigt hij dus zijn mening volledig.
(Letterlijk: 'Plus généralement, la nécessité de toucher à des articles non ouverts à révision est une condition pour rendre l’accord équilibré. Ainsi, la scission de BHV peut être organisée par une loi ordinaire; le fait d’inscrire dans la Constitution les modalités d’élection dans les communes à facilités va dans l’intérêt des francophones.' Interview: "Il faudra réviser la Constitution selon une procédure dérogatoire")
CD&V was eerder een tegenstander van eender welke wijziging van art. 195, laat staan dat ze er konden mee akkoord gaan dat art. 195 zou misbruikt worden om andere artikelen te wijzigen die niet voor herziening vatbaar werden verklaard, terwijl de huidige staatssecretaris voor staatshervorming Servais Verherstraeten de huidige aanpak van de ‘grondwetsfraude’ (Vuye) verdedigt tot in de TV-studio van De Zevende Dag. Senator Hugo Vandenberghe haalde er in 2003 zelfs Adolf Hitler bij om te pleiten tegen een wijziging van art 195 en tegen de mogelijkheid om tijdens één legislatuur de grondwet te kunnen wijzigen ... (Senaat, 2-1549/3, sessie 2002-2003, 2 april 2003). Uit het verslag van die sessie: 'De heer Luc Van den Brande verstrekt een ruime toelichting bij het voorstel van verklaring tot herziening van de Grondwet (stuk Senaat, nr. 2-1547/1), dat hij met de heren Vandenberghe en Caluwé heeft ingediend... Vanuit de bekommernis om stabiliteit is het huidige artikel 195 van de Grondwet doelbewust niet in het voorstel van verklaring tot herziening van de Grondwet opgenomen. De heer Van den Brande c.s. is niet van mening dat van de principiële gestrengheid van de grondwetgever ten aanzien van de Grondwet moet worden afgeweken... Het blijft voor de politieke fractie waarvan de heer Van den Brande deel uitmaakt, een absolute voorwaarde dat de wijziging van de Grondwet niet wordt losgekoppeld van een raadpleging van het kiezerskorps… Volgens Vandenberghe is het een democratisch minimum dat de herziening van de Grondwet haar beslag krijgt over twee legislaturen. De voorstanders van een herziening binnen een en dezelfde legislatuur getuigen volgens spreker van een autoritaire afwijking. Dat is geen loze bewering. Opnieuw levert de geschiedenis twee frappante voorbeelden van de catastrofes die een democratie kunnen treffen als zij kiest voor de herziening van de Grondwet in één enkele fase... Adolf Hitler heeft de macht gegrepen omdat de Grondwet kon worden herzien zonder dat het Duitse Parlement hoefde te worden ontbonden.
Als men dat leest, moet men vaststellen dat de politieke zeden nogal verwilderd is in tien jaar tijd, en een autoritaire afwijking de norm is geworden…
Tekst van het voorstel tot wijziging van artikel 195, op de website van De Kamer, in PDF, Doc 53 2064/001
4 Comments:
Mooie tekst. Eén vraag:
"Het Grondwettelijk Hof krijgt hiermee de mogelijkheid en de opdracht te waken op de toetsing van wetten en decreten aan b.v. art. 10 (gelijkheidsbeginsel) en art 11 (discriminatieverbod) van de Grondwet. Elke wijziging, een ander bedrag zal dus meteen vernietigd kunnen worden als discriminerend en tegen het gelijkheidsbeginsel."
Hoe zou dat gebeuren? De Vlaamse decreetgever zal de kinderbijslag niet meer kunnen afschaffen, maar het bedrag verlagen zou niet tot een schending van het gelijkheidsbeginsel leiden louter omdat er in Wallonië of Brussel andere regels zouden bestaan. Er is voor de overheid enkel een verplichting om zijn eigen burgers gelijk te behandelen, niet om zijn eigen burgers gelijk te behandelen ivgl met andere overheden.
@ anoniem hierboven
Wellicht zou beter een grondwetsspecialist op uw vraag antwoorden. Ik probeer toch iets, hoewel ik geen grondwetsspecialist ben: wanneer de volledige bevoegdheid over de kinderbijslag overgeheveld wordt naar de deelstaten en het recht op kinderbijslag NIET in de grondwet wordt ingeschreven heeft u waarschijnlijk gelijk, dan gelden gelijkheidsregels voor de burgers die onder de regeling vallen. Dus voor alle inwoners van Vlaanderen als het om Vlaamse kinderbijslag gaat. Om juist te vermijden dat Vlaanderen een andere politiek zou voeren, die Wallonië uit eigen inkomsten niet kan betalen b.v., wil men dat recht in de Belgische grondwet opnemen. Dan geldt het discriminatieverbod tegenover elke Belg, en wordt op die manier andere regels per gewest sterk aan banden gelegd. Een subtiele variante op een vetorecht voor de Franstaligen: men geeft (schijnbaar) toe op een Vlaamse eis tot overdracht van een bevoegdheid, en hevelt ze zogenaamd over naar de Gemeenschappen. Behalve in Brussel, waar ze naar de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie gaat. Daarmee versterkt men 'en passant' ook nog eens de positie van Brussel als volwaardig derde gewest..
Men neemt echter meteen de volle bevoegdheid weer af door het recht op kinderbijslag in de Belgische grondwet op te nemen, waardoor er nagenoeg geen reële bevoegdheid overblijft om er een eigen politiek rond te voeren.
Hmm, ik ben het toch niet volledig eens met uw redenering.
1) Het 'recht op kinderbijslag' zegt op zich niets over de hoogte ervan. Dat behoort integraal tot de bevoegdheid van de bevoegde overheid. Wat u 'het discriminatieverbod tegenover alle Belgen' noemt, geldt niet voor materies waarin de deelstaten bevoegd zijn, of toch niet in die zin dat alle deelstaten hetzelfde beleid moeten voeren. Als Wallonië 50 euro kinderbijslag geeft, is het voor Vlaanderen niet verboden om 100 euro te geven. Dat is geen schending van enig discriminatieverbod. Als u in Vlaanderen een huis bouwt, gelden ook andere stedenbouwkundige regels dan als u in Brussel bouwt.
2)Het is wel juist dat Vlaanderen niet zou kunnen beslissen om de kinderbijslag af te schaffen.
3) Veel hangt af van hoe de nieuwe bepaling zal geformuleerd worden. Als er letterlijk staat "een recht op kinderbijslag", dan is het juist dat er weinig speelruimte is. Als er iets ingeschreven wordt als "ouders met kinderen hebben recht op bijstand", dan is er veel meer beleid mogelijk.
@ anoniem hierboven
In het voorstel van wijziging van de grondwet staat inderdaad letterlijk:
artikel 23 te wijzigen "teneinde het recht op kinderbijslag te waarborgen".
U schrijft: "Als u in Vlaanderen een huis bouwt, gelden ook andere stedenbouwkundige regels dan als u in Brussel bouwt." Dat is duidelijk een bevoegdheid van één overheid, dus geldt de gelijke behandeling, zoals u zelf schreef "voor de overheid enkel een verplichting om zijn eigen burgers gelijk te behandelen, niet om zijn eigen burgers gelijk te behandelen ivgl met andere overheden."
Het is dus wel anders als het recht op kinderbijslag in de Belgische grondwet opgenomen wordt. Dan geldt de gelijke behandeling voor alle Belgen. Waarom denkt u anders dat de Franstaligen de kinderbijslag willen laten opnemen als een recht in de grondwet? Toch alleen maar om te verhinderen dat Vlaanderen er zelf iets mee zou doen dat Brussel of Wallonië niet kan betalen. Daarvoor was het nog onvoldoende voor hen dat de kinderbijslag in Brussel naar de GGC gaat, maar willen ze een tweede grendel tegen concurrentie tussen de deelstaten: opname van het recht op kinderbijslag in de grondwet.
Een reactie posten
<< Home