Het EHRM meer aan banden gelegd in asielzaken
In een gemeenschappelijke verklaring formuleren de 47 regeringen van de landen die het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) erkennen, scherpe kritiek over de bemoeizucht van dat Hof in asiel- en migratiezaken. Op een ministerconferentie in Izmir werd het Hof opgeroepen om zich zo weinig mogelijk te mengen in uitwijzingsdossiers van terroristen en illegalen. "Het Hof in Straatsburg is geen vierde Hof van Beroep, het moet niet opnieuw de feiten van de zaak onderzoeken", zo luidt het. Het komt echter in een volwaardige democratie noch aan rechters noch aan politici toe het laatste woord te hebben over de inhoud en reikwijdte van wetten en verdragen. De ultieme beslissingsmacht hierover moet bij het volk liggen, met bindende referenda.
Een van de eersten die vanuit een belangrijke positie in de gerechtelijke wereld kritiek gaf op het EHRM, was de voorzitter van het Belgische Grondwettelijk Hof, Marc Bossuyt, voormalig Vluchtelingencommissaris. In een boek stelde hij - ten persoonlijken titel - dat het EHRM zijn boekje te buiten gaat in asielzaken ('Strasbourg et les demandeurs d'asile: des juges sur un terrain glissant', Bruylant, 2010). Justitie-expert van Gazet van Antwerpen John De Wit publiceerde een interview hierover met Marc Bossuyt op de website van GvA, 12.05.2010. In Nederland werd het debat over de plaats van het EHRM eind vorig jaar aangezwengeld door het ook op Nieuw Pierke gepubliceerde artikel van Thierry Baudet, verbonden aan de Universiteit Leiden ('EHRM: ernstige inbreuk op de democratie', oorspronkelijk in NRC Handelsblad van 13 november '10). Tom Zwart, hoogleraar rechten van de mens aan de Universiteit Utrecht, repliceerde hierop ('Bied dat mensenrechtenhof weerwerk' - verscheen in NRC Handelsblad, 17 januari '11). In het artikel 'De groeiende dictatuur der rechters en professionele mensenrechten-ngo's' op Nieuw Pierke, 20.03.11, staan verwijzingen naar deze twee artikels, en naar andere artikels over het thema.
Nog meer kritiek op het EHRM
Begin april publiceerde De Volkskrant (Nl) twee opiniestukken over het EHRM. Uittreksels hiervan staan onder dit artikel, met een link naar de originele volledige versie en alle reacties daarop. Het eerste (07.04.11) komt van de voorzitter en een lid van de VVD-fractie in de Nederlandse Tweede Kamer (VVD, de partij van Rutte, niet de PVV van Wilders), het tweede (11.04.11) is een repliek van een hoogleraar Mensenrechten aan de Universiteit Utrecht. (Een academica waarvan Tom Zwart vermoedelijk zou zeggen dat zij behoort tot de academici die doorgaans zeer tevreden zijn met de alsmaar uitdijende mensenrechtenbescherming van het Hof).
Blok en Dijkhoff (VVD): "Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens tast democratisch tot stand gekomen wetgeving te zeer aan... Door zich steeds meer te mengen in democratisch gelegitimeerde politieke besluiten van de lidstaten, dreigt het Hof zijn geloofwaardigheid en draagvlak te verliezen. Dat zou slecht zijn, want het oorspronkelijke doel van het EVRM en het Hof is onverminderd belangrijk. Om deze ontwikkeling te keren, moet het Comité van Ministers, dat de deelnemende lidstaten vertegenwoordigt, een veel meer sturende rol gaan vervullen. Dit Comité vertegenwoordigt immers de wetgevers in de aangesloten landen. Het moet zich dus niet bemoeien met individuele rechterlijke uitspraken, maar wel kaders stellen voor de interpretatie van het EVRM."
Jenny Goldschmidt (hoogleraar Mensenrechten, Universiteit Utrecht), repliceerde: "Er wordt ten onrechte veel kritiek uitgestort over het Europese Hof voor de Rechten van de Mens."
Voor wie er zich meer wil in verdiepen: onder elk opiniestuk publiceren we ook een kleine selectie van pertinente en deskundige lezersreacties.
Izmir
Blok en Dijkhoff werden gedeeltelijk op hun wenken bediend, want op de conferentie in Izmir, Turkije (26-27 april), hebben de ministers het EHRM opgeroepen om zich zo weinig mogelijk te mengen in uitwijzingsdossiers van terroristen en illegalen. "Het Hof in Straatsburg is geen vierde Hof van Beroep, het moet niet opnieuw de feiten van de zaak onderzoeken", zo luidt het. De regeringen willen voorts dat het aantal kortgedingen tot een absoluut minimum wordt beperkt. Tussen 2006 en 2010 is het aantal kortgedingen in asielzaken bij het Europees Hof met liefst 4.000 % gestegen! Het bedroeg 4.786 in 2010 en eigenlijk zouden er geen mogen zijn.
De volgende dag stond daar een bericht over op de website van de Daily Mail
'Stop meddling in asylum cases, unelected Euro judges warned by 47 countries'
"... Human rights judges in Strasbourg were last night instructed by all of Europe to stop blocking the deportation of failed asylum seekers and terrorists. Each of the 47 countries which oversee the unelected European Court of Human Rights issued a joint statement saying the judges’ meddling in national affairs must end. Ministers hope it will pave the way for the UK to deport more foreign criminals, asylum rejects and preachers of hate..."
De dag daarop kon men op de website van GvA en BvL een artikel over de Izmir-conferentie lezen van John De Wit: 'Regeringen zijn immenging Europees Mensenrechtenhof in asielzaken beu'
"In een gemeenschappelijke verklaring vallen de 47 regeringen die het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg erkennen scherp uit tegen de bemoeizucht van dat Hof in asiel- en migratiezaken. 'Straatsburg blokkeert te veel uitwijzingsbesluiten van afgewezen asielzoekers en zelfs van terroristen en dat moet stoppen', zo luidt het. Straatsburg zet zich zo immers op de stoel van de bevoegde vreemdelingeninstanties van de lidstaten en dat mag niet. Zo kon bijvoorbeeld Al Qaida-man Abu Qatada in Groot–Brittannië blijven, ondanks een uitwijzingsbevel van de Britten. Hij kreeg zelfs 2.500 pond schadevergoeding van het Straatsburgse Hof..."
De conferentie in Izmir op 26 en 27 april '11 was een 'Conférence de haut niveau sur l'avenir de la cour européenne des droits de l'homme' - 'High Level Conference on the Future of the European Court of Human Rights'
In diplomatentaal vragen de ministers aan het Hof onder meer zich niet meer te bemoeien met asielzaken, als die al behoorlijk behandeld werden op nationaal niveau:
"... invite la Cour, à l’occasion des requêtes relatives à l’asile et à l’immigration, à évaluer et à tenir pleinement compte de l’effectivité des procédures nationales et, lorsqu’il apparaît que ces procédures fonctionnent de manière équitable et dans le respect des droits de l’homme, à éviter d’intervenir sauf dans les circonstances les plus exceptionnelles"...
(Engels: "... Invites the Court, when examining cases related to asylum and immigration, to assess and take full account of the effectiveness of domestic procedures and, where these procedures are seen to operate fairly and with respect for human rights, to avoid intervening except in the most exceptional circumstances..")
Franse website over de conferentie, met link naar de Déclaration finale d'Izmir (Frans)
Engelse website over de conferentie, met link naar de Final declaration of Izmir (Engels)
De Engelse staatssecretaris voor Justitie Kenneth Clarke schrijft een stukje in de Daily Mail over Izmir met de titel
'OUR COURTS, NOT EUROPE'S MUST HAVE THE FINAL SAY'
"... I believe that it is primarily for national parliaments and courts to protect the rights contained in the Convention.
Strasbourg should not be used as a court of appeal from our own Supreme Court. It should not step in where cases have already been properly considered by independent, reputable national courts."...
Volledig artikel ...
(iets naar beneden scrollen, artikel in een kadertje, onder de foto)
Meer democratie
Het debat moet dus na Izmir verder gevoerd worden, in hoeverre en wanneer Europese rechters als beroepsinstantie kunnen blijven fungeren, gezien er ernstige kritiek op is dat ze 'verregaande' uitspraken doen. Een beschaving kan ten onder gaan aan een teveel aan tegenstrijdige mensenrechten. Aan die uitdijende mensenrechten moet een halt toegeroepen worden, om ze tot hun essentiële proporties te herleiden. De uitdijende mensenrechten zijn van langsom minder een bescherming van de mensen tegen een te opdringerige overheid (recht op vrije meningsuiting, vrijheid van godsdienst, recht op privacy of een eerlijk proces) maar de basis van een strijd van allen tegen allen om zijn geliefkoosd 'mensenrecht' voor de rechter te zien zegevieren als een supergrondrecht. Er moet dus paal en perk gesteld worden aan de proliferatie van zogenaamde 'fundamentele' mensenrechten en hun bovendien nog eens uitdijende interpretatie (betekent 'recht op leven' gratis gezondheidszorg en gratis medicijnen voor iedereen?, 'verbod op discriminatie', betekent dit dat erfelijke monarchieën moeten afgeschaft worden, dat men niet mag trouwen met één uitgekozen persoon? Een discriminatieverbod komt steeds meer in botsing met klassieke vrijheidsrechten als die van meningsuiting, geweten en religie, enz..). Dan zouden we al een heel stuk opschieten en wordt het al minder brandend of het nu een nationale rechter is of rechters in Straatsburg zijn die het laatste vonnis vellen.
Volgens sommigen komt het niet aan rechters, maar aan democratisch gekozen politici toe inhoud en reikwijdte van wetten en verdragen te bepalen. Het komt echter in een volwaardige democratie noch aan rechters noch aan gekozen politici toe het laatste woord te hebben over de inhoud en reikwijdte van wetten en verdragen. De ultieme beslissingsmacht hierover moet bij het volk liggen, dat zich over al die wetten en verdragen rechtstreeks moet kunnen uitspreken door bindende referenda. Pas op die basis zouden rechters een eindvonnis mogen vellen. Desnoods moet de vraag gesteld worden of democratische landen waar er steeds luidere kritiek op de 'verregaande' uitspraken van internationale rechters te horen is, niet moeten besluiten uit alle internationale organisaties te stappen.
---------------------------------------------
Bijlage: twee opiniestukken uit De Volkskrant
(Noot: bij de lectuur moet men weten dat Nederland - en blijkbaar ook Finland - de enige landen van de EU zijn waar de nationale rechters wetten niet mogen toetsen aan de grondwet. Het Nederlandse ‘toetsingsverbod’ (art. 120 Gondwet) maakt een direct beroep door burgers op hun grondrechten voor de rechter onmogelijk. De gedachte is dat het politieke primaat bij de Tweede Kamer hoort te liggen en dat de Nederlandse rechter zich niet heeft uit te spreken over de – per definitie politieke – interpretatie van die vage grondrechten. Het komt geen rechter toe om er een uitspraak over te doen of een wet al dan niet in tegenspraak is met de fundamentele rechten vervat in de grondwet, want hierdoor zou een rechter op het aan de wetgever voorbehouden domein treden. Het parlement zelf is er souverein in zijn beoordeling of een door haar aangenomen wet conform de grondwet is. Europese controle op de nationale wetgeving zou er dus eigenlijk meer gerechtvaardigd en gewenst zijn dan elders. Bij gebrek aan de mogelijkheid, niet alleen van de rechter, maar hierdoor ook van de burger om wetten aan nationale grondrechten te toetsen is de Nederlandse burger meer dan de bijvoorbeeld de Duitse, Franse of Belgische burger afhankelijk van het EVRM en het EHRM).
Leg het Europees Hof aan bandenVolkskrant, 07.04.11
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens tast democratisch tot stand gekomen wetgeving te zeer aan.
Tot nu toe is de Nederlandse politiek opvallend stil gebleven over de uitdijende rol van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. Toch wordt in een aantal landen om ons heen die discussie op het scherp van de snede gevoerd. Reden is dat het Hof zich de afgelopen jaren op basis van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) over een steeds breder terrein is gaan uitspreken.
Toen de Tweede Kamer in 1954 het EVRM goedkeurde, leefden we in een ander Nederland. Er waren nog geen grote problemen op het gebied van migratie en van een verzorgingsstaat had nog nooit iemand gehoord. Voor zover er sprake was van migratie ging het vooral om vertrek uit Nederland naar Canada en Nieuw-Zeeland. Sociale zekerheid was nog zeer beperkt, pas in de jaren zestig en zeventig werd een uitgebreid stelsel van uitkeringen opgezet.
Op deze terreinen worden Nederland en andere Europese landen regelmatig geconfronteerd met vergaande uitspraken van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, terwijl onze voorgangers in de Tweede Kamer dat in redelijkheid niet konden voorzien toen zij instemden met het verdrag.
Dat het Hof zoveel ruimte voor zichzelf heeft gezocht is misschien logisch vanuit het eigen perspectief, maar het valt Europese politici te verwijten dat ze te lang werkloos hebben toegezien hoe op deze manier de klassieke scheiding der machten, de trias politica, geweld werd aangedaan. Cruciaal is immers dat niet benoemde rechters, maar democratisch gekozen politici inhoud en reikwijdte van wetten en verdragen bepalen.
Bijna zestig jaar later is het resultaat dat de rechters in Straatsburg al te vaak ‘politici in toga’ zijn geworden.
......
Het ontbreken van een democratisch gelegitimeerde grondslag voor de ruime interpretatie van het EVRM door het Hof is niet alleen principieel onjuist, maar leidt ook tot onvrede. Ook onder rechters en wetenschappers zowel vanuit conservatieve als progressieve hoek, klinken steeds meer kritische geluiden. Niet alleen uit eigen land (Zwart, Baudet), maar ook van eminente rechters als de Engelse Lord Hoffmann en de voorzitter van het Belgisch Grondwettelijk Hof, Marc Bossuyt.
Door zich steeds meer te mengen in democratisch gelegitimeerde politieke besluiten van de lidstaten, dreigt het Hof zijn geloofwaardigheid en draagvlak te verliezen. Dat zou slecht zijn, want het oorspronkelijke doel van het EVRM en het Hof is onverminderd belangrijk.
Om deze ontwikkeling te keren, moet het Comité van Ministers, dat de deelnemende lidstaten vertegenwoordigt, een veel meer sturende rol gaan vervullen. Dit Comité vertegenwoordigt immers de wetgevers in de aangesloten landen. Het moet zich dus niet bemoeien met individuele rechterlijke uitspraken, maar wel kaders stellen voor de interpretatie van het EVRM.
Deze maand is er een nieuwe ministeriële conferentie in Izmir, Turkije, waar onder meer de werkwijze van het Hof op de agenda staat. Wat de VVD betreft een uitgelezen mogelijkheid om voor duidelijke kaders te pleiten. Daarbij zijn in ieder geval twee mogelijkheden denkbaar:
- Wijziging van het EVRM, waardoor de margin of appreciation, dat wil zeggen de ruimte waarbinnen de staten vrij zijn om hun beleid naar eigen inzicht vorm te geven, aanzienlijk wordt verruimd.
- Het Comité van Ministers gaat de reikwijdte van het EVRM bepalen door middel van resoluties. Als lidstaten moeite hebben met de uitleg van een verdragsbepaling kan het Comité de interpretatiemarges krapper stellen, hetzij voor iedereen, hetzij voor bepaalde lidstaten.
We leven in een snel veranderende wereld. Europa staat aan het begin van de 21ste eeuw voor belangrijke uitdagingen: er is sprake van een enorm toegenomen migratie en verzorgingsstaten dreigen onder hun eigen gewicht te bezwijken.
Het kan niet zo zijn dat de bevolking van nu en de door haar gekozen politici onherroepelijk gebonden zijn door een verdrag dat verre voorgangers hebben goedgekeurd. Er is immers ook vrijwel geen nationale wetgeving die 60 jaar ongewijzigd is gebleven. Wetgeving en dus ook verdragen moeten aan de tijd aangepast kunnen worden.
De VVD roept daarom het kabinet op om binnen Europa bondgenoten te zoeken en samen het Comité van Ministers wakker te schudden. Zij moeten het EVRM het derde millennium intrekken en het Hof aan banden leggen, zodat het Hof zelf, maar meer nog het EVRM zijn draagvlak in Europa blijft behouden.
Stef Blok en Klaas Dijkhoff zijn voorzitter en lid van de VVD-fractie in de Tweede Kamer.
REACTIES
Van_Zoggel schreef op 07-04-2011 10:24
De analyse in dit artikel klopt niet, namelijk dat rechters te veel ruimte opeisen en daardoor ingrijpen in nationale wetgeving. Wat in dit artikel niet staat, maar wat wel de simpele waarheid is, is dat nationaal beleid of nationale wetgeving in een aantal gevallen strijdig is met de mensenrechten en dat het EVRM en het Europees Hof voor de rechten van de Mens een waarborg in laatste instantie vormen om daar wat tegen te kunnen doen. Het zijn juist de auteurs van dit artikel die de trias politicas niet respecteren door twijfel te zaaien over de waarde van het EVRM. Het enige wat veranderd is ten opzichte van vroeger, is dat politici als Blok en Dijkhoff zich kennelijk geroepen voelen om de bescherming van de mensenrechten in Europa tegen te werken, ongetwijfeld vanuit de bedoeling om stoer te doen tegenover immigranten en op die manier te flirten met de PVV-achterban.
Arnold Yasin Mol schreef op 07-04-2011 11:13
Dus de heren gebruiken nu dezelfde argumenten als de Organisation of the Islamic Conference (OIC) die zich jarenlang verschuilen achter het zogenaamd 'zelf interpreteren van de mensenrechten' waardoor zij alle kritiek van mensenrechten overtredingen kunnen wegschuiven als 'interpretatieverschillen'. Het begint echt een eng zooitje te worden hier. Voor mij zijn de universele mensenrechten universeel, de hoogste standaarden waar de mensheid naar kan leven, maar culturen moeten hier op eigen kracht naar toegroeien met onze aanmoediging. Nederland is allang een cultuur die gegroeid is naar de standaarden van de mensenrechten, maar nu wil de VVD met dit hypocriete gedrag dit omdraaien en ons weer laten afdwalen.
FilipS schreef op 07-04-2011 12:58
Hadden we voorheen al Baudet en Murray gehad die het EHRM op de korrel namen, nu is het de beurt aan de heren Blok en Dijkhoff. Ik zal gelijk beginnen met de nuance. De beide heren maken het niet zo bont als de conservatief Murray die in zijn betoog domweg vergat te melden dat de veroordeelde Britse regering naast IRA-leden ook een onschuldige voorbijganger had neergemaaid. De beide heren alhier maken hier echter ook een onzorgvuldige indruk. Het wordt in ieder geval tijd de vier zaken eens rustig te bespreken:
De zaak MSS v. Griekenland/Belgie legt helemaal geen bom onder Dublin-II, maar stelt eenvoudigweg dat een lidstaat haar verantwoordelijkheid inzake mensenrechten niet mag ontlopen door de persoon in kwestie bij de buren achter de deur te schuiven, waar gebleken was dat alle procedurele (asielaanvraag en –behandeling) en materiële (opvang en huisvesting) waarborgen ontbraken. Het laat voldoende ruimte aan de politici om van Griekenland te eisen dat men haar zaken op orde brengt, overigens ook een verplichting volgens dat andere Europese verdrag. Daarbij veroordeelde het hof zowel Griekenland voor de grove tekortkomingen in haar asielsysteem, als België dat ondanks een enorme stroom aan informatie die het tegendeel bewezen, toch halsstarrig bleef vasthouden aan de systematische toepassing van de vertrouwensregel.
Het argument dat de bizarre stellingname van het Hof inzake Poirrez kracht moet bijzetten ("die nooit had bijgedragen aan de sociale zekerheid") slaat als een tang op een varken en is in feite beschamende, valse retoriek. Het was namelijk helemaal geen issue in deze zaak, omdat de Franse wet in dit soort gevallen dat helemaal niet eist.(zoals bijv. wel in onze WW-situatie). Het argument is nog beschamender als je er bij stil staat dat de heer Koua Poirrez voor 80% invalide was verklaard en het hier ook een uitkering betrof voor volwassen invalide personen.
De persoon in kwestie was een Ivoriaan die op 21-jarige leeftijd geadopteerd was door een Fransman. Die adoptie was goedgekeurd door de Franse overheid en daardoor woonde Koua sinds 1987 rechtmatig in Frankrijk. Ondanks zijn adoptie werd zijn naturalisatie afgewezen o.g.v. het feit dat hij de 18-jarige leeftijdsgrens gepasseerd was.
Koua was voor 80% invalide verklaard en meende recht te hebben op een uitkering voor volwassen invaliden, maar die uitkering was enkel bestemd voor mensen met een Franse nationaliteit of afkomstig uit landen waarmee een verdrag gesloten was (niet met Ivoorkust). In 1998 veranderde een Franse wet die nationaliteitseisen in de toekenning van dit soort wetgeving verbood, Koua diende een nieuw verzoek in. Voor het hof kwam de situatie van voor 1998 ter sprake. Het Hof stelde dat niet betwist werd dat Koua invalide was en rechtmatig in Frankrijk verbleef . De enige reden voor afwijzing was dat Koua een Ivoriaan was.
Het EVRM geldt niet alleen voor onderdanen, maar voor een ieder die rechtmatig onder de jurisdictie van de lidstaten verblijft. Aangezien de nationaliteit van Koua de enige belemmering was voor het verkrijgen van de uitkering vond het hof terecht dat dit een manifeste overtreding was van het non-discriminatiebeginsel van art. 14 EVRM.
Naast het feit dat Blok en Dijkhoff de zaak Poirrez in ieder geval onvoldoende kennen en er beschamende gedachtegangen op na houden over de toekenning van uitkeringen, die in dit geval ook geen recht doen aan de situatie, valt ook moeilijk in te zien hoe deze zaak kan leiden tot wat zij benoemen als: “ook de sociale rechten binnen de werking van het EVRM komen te vallen, wat nooit de bedoeling is geweest”.
Zo is deze uitspraak in lijn met een aanbeveling uit 1992 van het politieke comite van minsters van de Raad van Europa die discriminatie die oproept tot het instellen van een systeem van toelages voor bevordering van de levensstandaard van gehandicapten, vrij van discriminatie.
Ook uit de verdragstekst zelf, alsmede de afgesloten protocollen, valt heel goed op te maken dat de grondrechten ook van toepassing zijn op sociale rechten, protocol 1, art. 1 en 2 (die onderdeel uitmaakte van de zaak Poirrez) en art. 8 EVRM zijn daar goede voorbeelden van.
Bepaalde andere onderdelen zoals het recht op een eerlijk proces (art. 6) geldt voor alle contacten met de overheid, niet enkel in bijv. strafrechterlijke sfeer, maar ook in private en bestuursrechterlijke zin. Het EVRM is bovendien bedoeld als individuele waarborg tegen de overheid. Het valt moeilijk in te zien hoe aan een dergelijk verdrag uiting gegeven kan worden, indien het terrein waarop de burger het meest contact (toch de sociale zekerheid) heeft met die overheid buiten werking gesteld wordt.
Welke problemen het Verenigd Koninkrijk en Spanje precies hebben met de uitspraken in de zaken Hatton en Ostra-Lopez wordt niet precies duidelijk. Over de democratische grondslag van deze uitspraken valt echter wel het een en ander te zeggen:
In de zaak Hatton draaide het om geluidsoverlast rondom vliegveld Heathrow in de nacht. In de uitspraak die het hof in eerste instantie deed bevestigde het de ruime ‘margin of appreciation’ die lidstaten hebben. Het hof weigerde vervolgens in te gaan op de inhoudelijke eisen, welke gingen over quota’s en geluidsnormen. Het hof overwoog slechts of er in de procedure recht was gedaan aan een ‘fair-balance between the economic well-being of the whole and the applicants well-being’ en indien er voldoende juridische mogelijkheden waren om deze bezwaren naar voren te brengen. In eerste instantie werd het VK veroordeeld, maar na verwijzing naar de grote kamer van het hof bleef slechts een kleine overtreding van art. 13 (effective remedy) staan. Het hof tastte dus niet de democratische legitimiteit van de staat aan. Integendeel men bleef daar verre van, maar zorgt er volgens haar opdracht wel voor dat de democratische minimumeisen niet geschonden werden.
Overigens roept de uitspraak van de grote kamer die in het voordeel van het VK viel de vraag op waarom de beide heren deze zaak als argument gebruiken. Over materiële milieueisen, -verordeningen of -politiek gaat de uitspraak niet en procedureel is de staat grotendeels in het gelijk gesteld. Kennen Blok en Dijkhuijs deze zaak überhaupt of proberen ze semi-intellectueel over te komen.
Datzelfde kan gezegd worden over de zaak Lopez-Ostra, waarin Spanje wel degelijk het deksel op de neus kreeg. Het betrof hier een chemisch afvalverwerkingsbedrijf voor de leerindustrie gebouwd op 12 meter afstand van de woning van mevrouw Lopez-Ostra en haar familie. De fabriek was gesubsidieerd en gebouwd zonder de vereiste vergunning, of überhaupt het volgen van die procedure. Haar dochter werd ziek en de hele buurt had gezondheidsklachten. De gemeente heeft de woningen tijdelijk geëvacueerd en aanpassingen gepleegd. Na terugkeer bleven bepaalde uitstootniveaus echter ver boven de norm. Het EVRM vond een duidelijke overtreding van art. 8 (recht op eerbiediging van privé- en familieleven), hoewel de verantwoordelijkheid voor de milieuverontreiniging in eerste instantie berustte bij een particulier bedrijf. De staat had echter al haar positieve verplichtingen verwaarloosd, door bijv. de subsidiering, de vergunningen etc., maar ook nadat de gebreken aan het licht waren gekomen (het verlangen van opschortende werking in een hoger beroep, het nalaten van het voeren van straf- en bestuursrechterlijke procedures.
Moeilijk kan ingezien worden hoe zulke manifeste inbreuken (daterend van 1992 overigens) een inbreuk zijn op de democratische legitimiteit van een orgaan van een lidstaat. Hier geldt wederom dat Blok c.s. de feiten van de zaak niet kennen.
De hofbashers zoals Baudet worden in onder andere het NJB regelmatig onder vuur genomen, zowel inhoudelijk als op hun wetenschappelijke pretenties. Het is opmerkelijk dat Blok c.s. geen aandacht geven aan die kritiek. Recent schreef prof. J. Gerards een kritiek t.a.v. Zwart over de mate van cherry-picking in de zaken die altijd aangehaald worden. Nog diezelfde week werd de uitspraak van de grote kamer in de zaak Lautsi bekend, die haar gelijk bevestigde. De beide auteurs alhier laten in ieder geval zien met deze kritiek ook niets te willen doen. Men kent de feiten rondom de zaak eenvoudigweg niet.
In alle vier hier genoemde zaken bleef het Hof ver weg van een inhoudelijke behandeling op zaken waarvoor de ‘margin of appreciation’ geldt. Het geeft te denken dat de VVD op basis van dergelijke zwakke uitgangspunten tracht een bakermat van onze beschaving uit te hollen. Nog erger is dat de beide auteurs hun stuitende arrogantie combineren met een enorm gebrek aan feitenkennis. Hoedt u voor dit soort populistische volksmenners die op basis van halve waarheden en complete leugens een plek eisen voor de politiek, waar deze niet gewenst is.
Jeronimo schreef op 07-04-2011 13:05
... Het EHRM is dus in elk geval nodig om de hoogste Nederlandse bestuursrechter regelmatig te controleren en desnoods terug te fluiten. Nederland is op het gebied van het bestuursrecht namelijk niet echt een rechtsstaat.
Van_Zoggel schreef op 07-04-2011 22:56
Het gaat niet om de politieke kleur van de auteurs, maar om het feit dat zij als politici aan de macht van de rechters willen morrelen die fouten van de politiek moeten beoordelen en corrigeren. Deze auteurs willen hun eigen controleurs "onschadelijk" maken. Het gevolg daarvan zou zijn dat burgers geen rechtsmogelijkheden meer hebben tegenover fouten en ook machtsmisbruik door overheden. Er schort niet iets aan de democratische legitimering van het Europees Hof voor de rechten van de mens (rechters worden nu eenmaal niet gekozen, maar benoemd in de meeste Europese landen), maar aan het begrip van de trias politicas van deze politici. Het gaat ordinair om macht en deze politici willen eenvoudigweg vrij zijn om voor burgers nadelige besluiten te nemen zonder door het Hof teruggefloten te kunnen worden. Een zorgwekkende houding voor politici, als je het mij vraagt.
NoelBlackBeach schreef op 07-04-2011 22:17
... Als burger in nederland kan ik mij bij een nederlandse rechter NIET beroepen op de in de Grondwet vastgelegde (mensen)rechten, een nederlandse rechter mag nederlandse wetten namelijk niet toetsen aan de Grondwet... Als burger ben ik maar wat blij dat ik me WEL kan beroepen op door nederland geratificeerde internationale verdragen. Dat geeft mij in ieder geval nog enige bescherming tegen de willekeur van nederlandse politici.
michelon schreef op 07-04-2011 19:30
Die "democratisch tot stand gekomen" wetgeving tast de burgerrechten en de mensenrechten veel te veel aan, en laat de macht van de staat over het individu te ongebreideld uitbreiden. Dat democratisch tot stand komen laat zich ietwat teveel leiden door de waan van de dag, en stapt me iets te lichtzinnig over burgerrechten en mensenrechten heen. Ik ben maar wat blij dat "Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens" bestaat!
JvanDeventer schreef op 08-04-2011 21:57
.... Ik zou liever dat hele EVRM opzeggen. Ons eigen rechtssysteem biedt m.i. voldoende mogelijkheden om er voor te zorgen dat er hier geen mensenrechten worden geschonden. Zo niet, dan moeten we onze nationale wet maar wat uitbreiden.
habitant schreef op 08-04-2011 00:27
De schrijvers zouden eens moeten kijken naar industriele landen die niet zijn aangesloten bij de EVRM en hoe het daar met burgerrechten en effectieve rechterlijke processen is gesteld. In de VS, Canada, Australie hebben alleen de rijken nog toegang tot de rechter. Processen lopen uit de hand omdat er geen rechterlijk toezicht is van een instantie als het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Dat Europa zo gunstig afsteekt bij deze landen is alleen te danken aan het EVRM en de actieve rol van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. De schrijvers weten niet waar ze het over hebben en moeten zich diep schamen!
Houdt Grondwet in ere, heren politici
Jenny Goldschmidt, 11.04.11 - De Volkskrant
Er wordt ten onrechte veel kritiek uitgestort over het Europese Hof voor de Rechten van de Mens.
Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens kan weinig goeds meer doen in Nederland. Eerst neemt minister Rosenthal een opvallende passage op in de nieuwe Mensenrechtenstrategie dat dit Hof maar eens moet leren dat de lidstaten meer beleidsvrijheid nodig hebben, en nu lezen we in de Opinie&Debat (7 april) dat de VVD-Kamerleden Stef Blok en Klaas Dijkhoff menen dat ook het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) gewijzigd moet worden. Immers, zo stellen de auteurs, wat het Hof doet druist in tegen de scheiding der machten in onze democratie. Want, zo stellen zij, het is de wetgever (de democatisch gekozen meerderheid dus) die algemene regels maakt en die ruimte wordt te veel beperkt als zo’n Hof daar paal en perk aan stelt.
In hun betoog strooien zij met allerhande voorbeelden over zaken waarin het Hof te ver is gegaan. Daarmee wordt de lezer op een geheel verkeerd been gezet. Zo is op het terrein van de sociale zekerheid de invloed van de VN en van de EU vele malen groter dan die van het EVRM, en zijn enkele van de door hen genoemde zaken juist in het voordeel van de staten beslist.
Maar afgezien daarvan is het alarmerend als politici op deze wijze menen grondslagen van onze democratische rechtsorde te moeten aantasten. Want dat gebeurt hier: niet meer en niet minder. In de trias politica is de wetgever niet almachtig, maar wordt deze door de rechter gehouden aan de eigen normen en beginselen. Dat geldt vooral waar het gaat om rechten van minder machtige groepen in de samenleving, zoals verschillende minderheden en voor mensen wier belang in de politieke besluitvorming niet meegewogen is omdat zij nooit in de meerderheid vertegenwoordigd zijn. De keerzijde van de macht van de meerderheid in de democratie is dat we de rechter hebben om de fundamentele rechten van minderheden wier belangen stelselmatig minder zwaar aan bod komen te beschermen.
Het getuigt wel van een heel gevaarlijke opvatting van democratie.
Daarom zijn mensenrechten en democratie onlosmakelijk met elkaar verbonden. Wie aan het ene tornt, vernietigt ook het andere en dat is hier het geval.
Dat politici menen dat zomaar te kunnen doen is meer dan zorgelijk. In Nederland staat in de Grondwet dat de rechter wetten niet mag toetsen aan de Grondwet, en dus ook niet aan de fundamentele rechten die daarin staan. In dezelfde Grondwet staat ook dat de internationale rechtsorde wordt bevorderd en dat internationale verdragen in ons land gelding hebben. Dat betekent dat internationaal vastgelegde fundamentele normen een belangrijk element zijn van onze rechtsorde, waaraan ook de wetgever zich moet houden en waaraan de rechter moet toetsen. Dat hebben we zelf zo geregeld. Het is dus vaak de internationale rechter die de wetgever op de vingers tik. Zo is ons hele sociale, zekerheidsstelsel op de schop gegaan toen in de jaren zeventig het Mensenrechtencomité van de VN oordeelde dat dit stelsel in strijd met het gelijkheidsbeginsel was. Ook toen gingen stemmen op om het betreffende verdrag dan maar op te zeggen.
Daarom kan het Europese Hof terecht een halt toeroepen aan (landen van) de EU als het asielbeleid de mogelijkheid open laat dat een asielzoeker terug gestuurd wordt naar een land (Griekenland) waar het waarschijnlijk is dat hij wordt onderworpen aan een onmenselijke behandeling. Juist het verbod op marteling en onmenselijke behandeling wordt beschouwd als een van de belangrijkste klassieke rechten die aan het EVRM (en onze Grondwet) ten grondslag liggen. Ook dáár willen politici als Blok en Dijkhoff blijkbaar aan tornen. Omdat de democratisch gekozen politici de ruimte moeten hebben, ongehinderd door lastige rechters die hen aan de eigen fundamentele normen houden. Dat getuigt wel van een heel gevaarlijke opvatting van democratie. Laten we blij zijn dat we nog onafhankelijke rechters hebben, nationaal en internationaal, die dat kunnen voorkomen.
Jenny Goldschmidt is hoogleraar Mensenrechten en directeur Studie- en Informatiecentrum Mensenrechten van de Universiteit Utrecht.
REACTIES
Louk van der Sloot schreef op 11-04-2011 13:49
Zoals het met de Commissie Gelijke Behandeling uit de hand is gelopen door het drijven van een aantal zeloten, zo loopt het bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens ook uit de hand. Het probleem is dat dit Hof niet terug gefloten kan worden. Bovendien begrijp ik niet waarom het Hof wel kritiek mag hebben op regeringen (dus politici) maar dat het Hof van kritiek gevrijwaard moet blijven. Dat trias politica is een vaak misbruikt cliché. Ze bestaan niet afzonderlijk, ze dienen elkaar te beïnvloeden. Jenny Goldschmidt is doof voor de geluiden uit de samenleving. Zij noch het Hof hebben een directe lijn met het Opperwezen, dankzij Wiens gratie Goldschmidt haar goede werk mag uitoefenen.
Jacb schreef op 11-04-2011 13:11
Het is inderdaad een feit dat volgens onze grondwet de rechter wetten niet mag toetsen aan de grondwet. Echter het resultaat van dat artikel is dat de wetgever wel almachtig wordt. De nederlandse grondwet wijkt daarin af van de grondwet van b.v. de V.S. waar de rechterlijke macht nieuwe wetten herhaaldelijk toetst aan de grondwet, met als resultaat dat wetgevers daar een heel stuk voorzichter zijn in hun wetgeving.
Ik beweer niet dat alles amerikaans superieur is, integendeel, maar in dit geval wel.
Ik heb al eerder beweerd dat onze grondwet op de schop moet, het is een overblijfsel van een tijd waar de elite het vanzelfsprekend vond dat zij meer in de melk te brokkelen moesten hebben dan de gewone man.
Het wordt ook steeds duidelijker dat onze bestuurders in het onderhandelen over internationale verdragen grote steken hebben laten vallen. B.v. zou men zich nooit moeten verplichten tot het naleven van een verdrag wanneer er niet een ontsnappings clausule in is opgenomen voor uitzonderlijke situaties. Wij zouden b.v. nooit verplicht moeten worden om steeds maar weer economische immigranten en ook asielzoekers toe te laten. Wij in Nederland verkeren in een uitzonderings situaties omdat wij al een van de dichtsbevolkte landen ter wereld zijn en beslist het dichtsbevolkte land van Europa. Plus onze bevolking groeit drie keer sneller dan enig ander land in Europa met alle gevolgen van dien. Het is de omgekeerde wereld, mensen in dichtbevolkte landen zouden minder bevolkte landen moeten opzoeken om zich te vestigen. Iets wat wij zouden moeten aanmoedigen, zoals in de vijftig, zestig en zeventiger jaren van de vorige eeuw toen autochtone nederlanders vrije overtocht naar Canada, Australie en Nieuw Zeeland kregen aangeboden door de nederlandse regering.
Het is niet voor niets dat de nederlandse bevolking in een referendum de europese grondwet verwierp. Dat onze regering er toch mee doorging was alweer een bewijs dat onze democratie maar schijn is. Onze grondwet moet op de schop en een nieuwe grondwet moet het recht op bindend referendum vastleggen.
jkloosterman schreef op 11-04-2011 12:30
In grote lijnen onderschrijf ik deze opinie. Politici hebben altijd de neiging om als rechters een uitspraak doen die hun onwelgevallig is, de wetgeving te veranderen. Op heel veel terreinen zal dat best gerechtvaardigd zijn. Maar mensenrechten is een andersoortig gebied. De grondgedachte achter EVRM is volgens mij geweest dat we fundamentele mensenrechten zover mogelijk van ons bed hebben willen houden. Mensenrechten zijn omgeven met het aureool van onschendbaarheid & onaantastbaarheid, daar mag je niet aankomen. Als je dat toch doet, dan begeef je je in het moeras en loop je het risico dat je op een goede morgen wakker wordt met een raar snorretje onder je neus.
Toch vallen er over de toepassing van EVRM door EHRM wel degelijk kritische noten te kraken.
1. In het geval België vs. Féret heeft EHRM zich mijns inziens op glad ijs begeven door België in het gelijk te stellen. Féret is veroordeeld voor discriminatie. Ik vind dat het Hof de grenzen aan de vrijheid van meningsuiting te nauw heeft getrokken. Als gevolg daarvan zitten wij nu opgescheept met het onzalige proces Nederland vs. Wilders.
2. Als we een asielzoeker niet mogen terugsturen naar Griekenland, omdat deze 'arme pop' in Griekenland weleens 'onmenselijk' behandeld zou kunnen worden, dan denk ik: waar zijn we mee bezig? De EU wil toch ook een normen & waarden-gemeenschap zijn? Of niet soms? Als Grieken van 'normen & waarden' een zootje maken, dan wordt het tijd om die Grieken andermaal eens behoorlijk aan hun oren te trekken. Het feit dat Griekenland lid is van deze normen & waarden-gemeenschap had voor EHRM voldoende waarborg moeten zijn om de persoon in kwestie terug te sturen.
Verder wil ik erop wijzen dat het EHRM zeer kwetsbaar is voor politieke invloeden. Als zij niet heel goed uitkijkt, dan wordt ze het Hof van de Goede Mensen. Leden van EHRM dienen mijns inziens geoefende koorddansers te zijn, die de fijne lijn tussen het handhaven van mensenrechten en het realiseren van linkse politieke dromen heel scherp weet te onderscheiden. Het voortdurend ruimer trekken van kringen bergt het risico in zich dat EHRM zelf onderwerp wordt van politieke discussie. Daarmee zou EHRM haar eigen graf graven. Ik denk ook dat dat de eigenlijke boodschap is van de opinie van Stef Blok en Klaas Dijkhoff. Ik vind dat Jenny Goldschmidt teveel tamboert op de grondgedachten en te weinig oog heeft voor de risico's die EHRM loopt bij de toepassing van het verdrag.
wiljan.45 schreef op 11-04-2011 09:39
In dit artikel worden beweringen toegeschreven aan Blok en Dijkhoff (VVD) die niet gedaan zijn. Vervolgens worden die beweringen hier bestreden. Dat noemen we een drogredenering (stroman).
Citaat: ' Maar afgezien daarvan is het alarmerend als politici op deze wijze menen grondslagen van onze democratische rechtsorde te moeten aantasten. Want dat gebeurt hier: niet meer en niet minder ...Daarom zijn mensenrechten en democratie onlosmakelijk met elkaar verbonden. Wie aan het ene tornt, vernietigt ook het andere en dat is hier het geval.'
Wat is het nu. Tornen of vernietigen? Dit zeggen Blok en Dijkhoff:
======== Het ontbreken van een democratisch gelegitimeerde grondslag voor de RUIME INTERPRETATIE van het EVRM door het Hof ... Door zich steeds meer te mengen in democratisch gelegitimeerde politieke besluiten van de lidstaten, dreigt het Hof zijn geloofwaardigheid en draagvlak te verliezen. Dat zou slecht zijn, want het oorspronkelijke doel van het EVRM en het Hof is onverminderd belangrijk ... Om deze ontwikkeling te keren, moet het Comité van Ministers, dat de deelnemende lidstaten vertegenwoordigt, een veel meer sturende rol gaan vervullen. Dit Comité vertegenwoordigt immers de wetgevers in de aangesloten landen. Het moet zich dus niet bemoeien met individuele rechterlijke uitspraken, maar wel kaders stellen voor de interpretatie van het EVRM....======
Tornen aan de interpretatie, dat is wat er is bepleit. 'Vernietigen van de mensenrechten of democratie ' is 'niet het geval'. Dit is een valse voorstelling van zaken, oftewel een leugen.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home