12 februari 2011

De RVA privatiseren

Privatiseer de RVA voor haar kernopdracht: een verzekeringssysteem dat zorgt voor een zeer decent tijdelijk vervangingsinkomen bij werkloosheid. Al de rest, een 'doelgroepenbeleid' en andere sociale maatregelen tegen langdurige werkloosheid, is dan regionale materie, waarbij een grondige vereenvoudiging minstens even belangrijk is.

Het doel van een werkloosheidsreglementering zou moeten zijn aan de werklozen die niet onmiddellijk in een nieuwe arbeidsbetrekking kunnen worden ingeschakeld, een werkloosheidsuitkering toe te kennen ter vervanging van het loon dat zij hebben verloren. Werkgevers en werknemers betalen hiervoor een bijdrage, die via de RMZ bij de RVA terecht komt om de uitkeringen te betalen. Met het door de RSZ aan de RVA doorgestorte geld worden ondertussen echter allerlei zaken betaald, die niets meer met de oorspronkelijke opzet te maken hebben van een sociaal vangnet voor werkloze arbeiders en bedienden in de privésector. Zo komt het dat afgestudeerden die nog nooit gewerkt hebben een werkloosheidsvergoeding krijgen (107.000, nov '10) ten laste van de RVA, dat men loopbaanonderbreking/tijdskrediet kan krijgen met een vergoeding betaald door de RVA, de RVA ook nog verlof voor pleegzorgen sponsort, onthaalouders, PWA, dienstencheques, 116.800 werknemers op brugpensioen onder zijn 'klanten' telt, enz. (Zie meer details in het artikel van 08/02/10: '(RVA 2010) (deel 2) RVA: de grabbelton voor alleman').

De RVA heeft in het totaal 1.233.000 'klanten' aan wie ze een of andere uitbetaling doet, terwijl er daarin slechts 405.000 zitten die een vergoeding als werkzoekende werkloze krijgen (cijfer dec '10). Met moeite een derde dus van de RVA-klanten zijn werkzoekende werklozen. Andere categorieën om tot die 1,2 miljoen 'klanten' te komen zijn 'de werknemers die door de RVA worden ondersteund' en 'de werknemers die met steun van de RVA hun arbeidstijd aanpassen'. De RVA jongleert ook zo met cijfers dat men het totaal aan werklozen dat echt beschikbaar is voor de arbeidsmarkt moeilijk kan reconstrueren. December 2010: de 'werkzoekende werklozen vergoed door de RVA' komen op 405.027. Op basis van een andere statistiek moet dat de som zijn van 'de niet-werkende werkzoekenden die recht hebben op een uitkering betaald door de RVA', dezen 'na een voltijdse betrekking' (304.151) als dezen 'na studies' (100.876). Die twee categorieën geven het getal 405.027. Daarnaast zijn er echter ook nog volgens die zelfde statistiek van 'niet-werkende werkzoekenden die recht hebben op een uitkering betaald door de RVA' nog 26.000 in de categorie 'na een vrijwillig deeltijdse betrekking' en 3.076 'voltijds brugpensioen zonder vrijstelling van inschrijving als werkzoekende', die echter blijkbaar niet opgenomen worden in de maandelijkse 'federale cijfers betreffende de vergoede werklozen'.

Wat hebben 'de niet-werkende niet-werkzoekenden die recht hebben op uitkeringen betaald door de RVA' te zoeken bij de RVA? Zo een categorie is toch alleen maar in een surrealistisch land als België denkbaar: de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening betaalt een uitkering aan niet-werkzoekenden!... Dat zijn er zo'n 213.000 in het totaal:
- Vrijstelling omwille van sociale of familiale moeilijkheden: 8.775
- Oudere werklozen: 87.500
- Voltijds brugpensioen met vrijstelling van inschrijving als werkzoekende: 116.780

De RMZ en dus ook de RVA zijn in de loop der jaren een grabbelton geworden voor alles en nog wat, die op een zeer ondoorzichtige manier wordt gefinancierd. In 2006 werd ongeveer 54 miljard euro aan 'eigen ontvangsten' ingezameld voor het 'globaal beheer' der werknemers via de RMZ. Slechts ongeveer 66% van deze eigen ontvangsten was nog afkomstig uit bijdragen van werkgevers en werknemers, 10% bestond uit staatstoelagen, 18% was afkomstig van de 'alternatieve financiering' (hoofdzakelijk van BTW-inkomsten), 4% van toegewezen ontvangsten en 2% van andere bronnen. (Website Sociale Zekerheid 'Welke middelen worden ingezameld ter financiering van het stelsel der werknemers ?', tot vandaag, 10.02.11, zijn er daar geen recentere cijfers te vinden). 'Globaal beheer' betekent dat sinds midden jaren '90 de middelen niet meer tak per tak worden ingezameld, maar dat er een gezamenlijke inzameling van middelen bij de RMZ gebeurt, voor een aantal takken (werkloosheid, gezondheidszorgen, pensioenen, kinderbijslag,..) samen. Daarna worden aan de verschillende takken bedragen toegewezen op basis van de jaarlijks variërende financiële behoeften per tak, en dus niet jaarlijks verdeeld op basis van vaste verdeelsleutels of van de heffingen die geïnd werden per tak. De bijdragen die b.v. zogenaamd voor de werkloosheid worden ingehouden bij werknemers (0,87% van het bruttoloon) en werkgevers (1,46%) zijn dus totaal losgekoppeld van het budget waarover de RVA beschikt om allerhande uitkeringen te betalen.

Gezien met het 'globaal beheer' niet meer duidelijk is wie wat betaalt, kunnen politici gemakkelijk geschenken uitdelen op kosten van de RVA, want 'de overheid betaalt toch mee'. Gezien 'de overheid toch meebetaalt' sluiten dan weer de sociale partners akkoorden af, waarvan ze de kosten afwentelen op de RMZ/RVA. Zo is het interprofessioneel akkoord wat het ontslagluik betreft volgens prof. Marc De Vos, hoofddocent UGent en directeur van het Itinera Institute, weer meer van hetzelfde: "Budgettair willen de sociale partners ontslag in drie blokken kappen: één normale, één netto zonder sociale bijdragen en één volledig op kosten van de gemeenschap. Men kreeg de kerk niet genoeg in het midden: de extra ontslagkost voor arbeiders is onvoldoende gecompenseerd met de vermindering voor bedienden. Dan maar aan de samenleving om het verschil te overbruggen. De kwalijke gewoonte om ontslagkosten af te wentelen denk maar aan het brugpensioen wordt hiermee voortgezet. Bovenal ontbreekt een moderne visie over het doel van ontslagbescherming. Vele specialisten, ikzelf inbegrepen, pleiten al lang voor een tweepijlersysteem: vaste opzegtermijnen en een persoonlijk budget om snel nieuw werk te vinden. Het eenheidsstatuut was de historische kans om de ontslagkost aldus te delen en het ontslag aan te passen aan de moderne arbeidsmarkt, waar mobiliteit essentieel is. Die kans is grandioos gemist. Ontslag blijft een cashverhaal en onze manke arbeidsmarkt ziet een structurele kentering aan zich voorbijgaan." (Opiniestuk De Morgen, 20 jan '11 'Het compromis 'à la belge' heruitgevonden' )

Gezien zowel de liberale als de socialistische vakbonden het IPA afkeurden, probeerde de ontslagnemende regering-Leterme op vrijdag 11 februari alweer met lapwerk en met ons geld de vakbonden ABVV en ACLVB tegemoet te komen. Alle belastingsbetalers worden dus weer opgevorderd een akkoord tussen de 'sociale partners' uit hun zak te betalen.

Privatiseer de kern-RVA

Niemand is er nog verantwoordelijk voor dat de tering naar de nering wordt gezet. 'Grabbel maar, een ander zal waarschijnlijk wel minstens meebetalen,' is zowat de sfeer. Hoe wil men dan beginnen besparen? Eerder dan het huidige RVA-kluwen volledig of gedeeltelijk te regionaliseren, is een grote opkuis nodig, en een privatisering van de kern van de RVA: een verzekering van werkwillige werknemers die een tijd zonder werk zitten. Een RVA zonder geld van de overheid, die er dan ook niets meer in de pap te brokken heeft en ook geen geschenken meer kan uitdelen. Met dus, zoals in Nederland, bijdragen aan deze privé-RVA alleen door de werkgevers. Ook de werkgevers moeten geresponsabiliseerd worden, gezien ze vandaag in hetzelfde bedje ziek als de politici en de vakbonden: beloften doen en de kosten afwentelen op ons allemaal. De kern van de zaak is niet of de werkloosheidsverzekering voor de werkloze werkwilligen federaal moet blijven of overgeheveld moet worden naar de gewesten: ze moet geprivatiseerd worden.

Beperk de RVA-werkloosheidsverzekering in de tijd

We kunnen niet het enige land ter wereld blijven waar men werkloosheidsvergoeding onbeperkt in de tijd krijgt, zelfs al voor men ooit gewerkt heeft, en zelfs 'van vader op zoon' tot zijn 65 jaar werkloos kan zijn zonder één dag gewerkt te hebben. In Nederland kan men bij werkloosheid 3 tot maximaal 38 maanden lang een uitkering krijgen, afhankelijk van de duur van de tewerkstelling. Tot 2006 was dat vijf jaar. De eerste twee maanden krijgt men 75% van het SV-loon. Over de overige maanden krijgt men 70% van dit SV-loon. (SV-loon is het loon dat men verdiende voordat men werkloos werd en waarover premies sociale verzekeringen betaald zijn). De uitkering is in Nederland nooit hoger dan ongeveer € 2.750 bruto per maand. Dat is dus meer dan het dubbele van de hoogste Belgische vergoeding, die 60% bedraagt van de hoogste loongrens van 2.250,63 euro of 1.350 euro.

De RVA wordt dus geprivatiseerd en de werkgevers geresponsabiliseerd. Hoe vlugger werklozen weer aan de slag gaan, hoe lager de bijdragen van de werkgevers aan de privé-RVA zullen zijn. Ze hebben er dus baat bij mensen terug aan het werk te krijgen. Opleidingen en herscholingen kunnen gebeuren zowel door de privé-RVA als uitbesteed worden aan de regionale VDAB's. Er moet dus een beperking in de tijd komen aan de werkloosheidsvergoeding uitbetaald door de privé-RVA. Daarna moet een werkloze bij het gewest aankloppen, volgens mijn voorstel bij voorkeur bij de gemeente.

Als men de redenering van Marc de Vos, Itinera Institute volgt, is de eeuwigdurende werkloosheidsvergoeding zelfs een vals probleem, dat perfect oplosbaar is:
"Dan is er de kwestie van de werkloosheidsuitkeringen zelf. Daarover bestaan grote verschillen: politiek, communautair en tussen vakbonden en werkgevers. Ik suggereer het regionaliseren van de besteding van het budget van de werkloosheidsuitkering. De organisatie van de werkloosheidsverzekering blijft dan federaal. Maar het federale budget van de uitkering kan regionaal worden gepoold met andere instrumenten om tewerkstelling te bevorderen. Daarmee sla je twee vliegen in één klap, want het aloude debat rond de duurtijd van de werkloosheidsuitkeringen is ermee opgelost. De regionale instanties kunnen dan, op maat van de werkzoekende, beslissen wat het beste de herintegratie bevordert op welk moment van de werkloosheid, en vrij het budget besteden als uitkering, als een andere steun, of in een combinatie. Gedaan de oeverloze discussies over zin en onzin van onbeperkte werkloosheidsverzekering. Gewoon maatwerk dat het beste rendeert en ook volledig steun blijft geven waar het nodig is. ('Versterk het arbeidsbeleid', De Standaard, 17 jan '11)

Als de regionale instantie haar steun een werkloosheidsvergoeding wil noemen, mij goed. Gelijk welke naam het krijgt, het is een feit dat men altijd steun krijgt, ook al is het niet meer een vergoeding 'omdat men geen werk heeft'. Leefloon bestaat toch nog altijd, en kan door de regio's aan langere werklozen uitbetaald worden.

Brugpensioen ook ten laste van privé-RVA

Wie nog nooit gewerkt heeft, heeft geen recht op een vergoeding van de privé-RVA. Als de gewesten zoiets willen betalen, aan hen om te beslissen, en te betalen. Een werkloosheidsvergoeding krijgt een werkloze in functie van zijn aantal jaren werk: hoe langer voorheen aan het werk, hoe langer hij een werkloosheidsvergoeding krijgt. Als iemand na bijvoorbeeld 38 maanden, als we de maximale Nederlandse duur overnemen, nog geen nieuw werk heeft, houdt zijn werkloosheidsvergoeding op, en moet hij gaan aankloppen bij de regionale overheid om een vergoeding te krijgen. Wel zou ik geneigd zijn de hele kost van de brugpensioenen te versassen naar de privé-RVA, ten laste van de werkgevers. Dat komt dan neer op een gegarandeerde werkloosheidsvergoeding tot zijn 65 jaar, ook als men op 58 jaar op brugpensioen werd gestuurd, dus meer dan de 38 maand van Nederland. En dus nog langer als men nog vroeger dan 58 jaar op brugpensioen werd gestuurd. Daar kan zeker nog wat aan gesleuteld worden, dat het toch ook afhankelijk blijft van de duur van tewerkstelling, en men b.v. minstens 35 jaar moet gewerkt hebben om van 58 tot 65 jaar een brugpensioen te ontvangen. Wie zo lang werkbekwaam was, en plots naar huis gestuurd wordt, daar klopt toch niets van. Men wordt toch niet plots werkonbekwaam na zoveel jaren? Daar gaat het natuurlijk niet om bij het brugpensioen, maar is het vandaag een van de trucken om de loonkosten van een bedrijf te laten dalen op kosten van de gemeenschap. Dus laat de privé-RVA maar betalen, het geheel van werkgevers dus. Benieuwd of dan nog veel brugpensioenen gegeven worden.

Regionaliseer al de rest, na een grondige schoonmaak

Als men de 'Nota De Wever'leest, het hoofdstuk 'Werkgelegenheid en arbeidsmarkt' wordt men duizelig van de vele maatregelen die vandaag bestaan, en zouden moeten overgeheveld worden naar de Gewesten en de Gemeenschappen. (Zie een deel van tekst van dit hoofdstuk onderaan dit artikel). Het eerste wat dus zou moeten gebeuren is het opruimen en vereenvoudigen van dit kluwen aan maatregelen die in de loop der jaren uitgevonden werd, en er voor zorgt dat zelfs de RVA over een grote complexiteit klaagt. Over de brugpensioenen stond al in het jaarverslag van 2008: "De RVA moet ook steeds meer inspanningen leveren om de – toenemende en rechtmatige – behoefte aan informatie van sociaal verzekerden en werkgevers in te lossen en daarbij, ondanks de complexiteit van de reglementering, te zorgen voor een optimale leesbaarheid van formulieren, beslissingen en informatiedocumenten en -brochures. Deze complexiteit heeft niet alleen gevolgen voor de activiteiten van de RVA, ze houdt ook risico’s in voor de sociaal verzekerden zelf. Binnen een steeds complexer reglementair kader groeit het risico dat de reglementering niet correct en eenvormig wordt toegepast. Anderzijds is het in sommige materies erg moeilijk geworden om de sociaal verzekerden nog op een verstaanbare manier uit te leggen wat hun rechten en plichten zijn. Zij zullen dan ook niet meer in staat zijn om hun rechten inzake sociale zekerheid ten volle te doen gelden en hun plichten na te leven."

De sociale partners klagen over administratieve overlast, maar liggen dus zelf mee aan de basis van de meest complexe materie bij de RVA. Een reden te meer om ze te responsabiliseren door een duidelijke scheiding van een werkloosheidssysteem voor werkwillige en inzetbare werklozen, versus maatregelen om allerhande groepen meer aan het werk te krijgen en langdurige werkloosheid te bestrijden.
Voor alle anderen die de RVA vandaag steunt moet een veel eenvoudiger systeem opgezet worden, met een reglementering uitsluitend op gewestelijk of gemeenschapsniveau. En met zoveel mogelijk operationele uitvoering (betaling, controle) door de gemeenten, zonder gewestelijke instanties of vakbondsafdelingen daar tussen. Alleen zou er een regionale VDAB kunnen blijven als dienstverlener voor het aanbieden van opleiding, scholing, omscholing en begeleiding naar nieuw werk, zowel voor de werkzoekenden die een RVA-uitkering ontvangen - voor zover de privé-RVA dit dus deels of volledig uitbesteed aan de VDAB - als voor de door de gewesten betaalde langdurige werklozen die aankloppen bij de gemeente, of eender welke leefloonontvanger van de OCMW's.

Responsabiliseer iedereen

De werkgevers moeten er dus voor instaan dat wie aan het werk is goed wordt bijgeschoold, zodat hij snel weer inzetbaar is als hij werkloos wordt. Als een werkloze niet snel terug aan werk geraakt moeten de werkgevers er eerst voor zorgen dat de werkwilligen bijgeschoold worden. Vergoedingen aan schoolverlaters, bij verlof voor pleegzorgen, aan onthaalouders, dienstencheques, hebben met werkloosheid van werkwilligen niets te maken. Die horen in een ander systeem thuis, waarover blijkbaar heel velen van diverse strekkingen het eens zijn dat ze geregionaliseerd mogen worden. Alexander De Croo spreekt zich uit voor een federaal systeem voor de eerste twee werkloosheidsjaren en voor een volledige overheveling van de langdurige werkloosheid naar de regio's, de Vlaamse werkgeversorganisaties willen ook het behoud van een federaal systeem met bevoegdheid van de regio's voor een doelgroepenbeleid, zelfs Bea Cantillon (die onlangs nog het regionaliseren van onderdelen van de sociale zekerheid niet minder dan ‘een achteruitgang van de beschaving’ noemde) is voorstander van een regionaal beleid op dat vlak met een regionalisering van activerende maatregelen. Tenslotte doet Marc De Vos een poging om solidariteit en responsabiliteit te verzoenen. Een greep uit hun uitspraken:

VLD-voorzitter Alexander De Croo geïnterviewd:
'Ik aanvaard wel dat er in België solidariteit moet blijven bestaan. Maar je kunt toch zeggen dat de werkloosheid tot twee jaar, die conjunctureel is, federaal moet blijven en daarnaast de langdurige werkloosheid, voorbij twee jaar, die veel meer met activering te maken heeft, aan de regio's geven. Dat lijkt ons een betere invalshoek dan die dogmatische bril van splitsen is beter, want dat is niet altijd het geval.' (De Standaard, 15 jan '11)

Luc De Bruyckere (voorzitter Voka), Piet Vanthemsche (voorzitter Boerenbond) en Karel Van Eetvelt (gedelegeerd bestuurder van Unizo) in een opiniestuk in De Standaard:
"Langdurige werkloosheid is een structurele handicap op de arbeidsmarkt die een specifieke aanpak vergt. Gelet op hun bevoegdheden inzake onderwijs, vorming en bijstand aan personen, zijn de regio's het best geplaatst om deze groep weer te integreren op de arbeidsmarkt. In de nieuwe staatsstructuur moeten de regio's hierop ook via een regionaal doelgroepenbeleid kunnen inspelen. Uiteraard dienen de gewesten ook binnen dit federale werkloosheidsstelsel vanaf dag één werk te maken van de begeleiding en activering van werkzoekenden. De gewesten moeten dus binnen een federaal kader volwaardig kunnen beslissen over de criteria voor een passende betrekking, over de controle en over de sancties. Bovendien moeten gewesten bevoegd zijn voor RSZ-kortingen aan doelgroepen."

Bea Cantillon, Patricia Popelier en Ninke Mussche (Universiteit Antwerpen):
"Het zou overigens een historisch unicum zijn dat een federatie met een ontwikkelde welvaartsstaat haar sociale zekerheid splitst. Ook al is er in vele federale landen sprake van decentralisatie of devolutie, het is echt geen toeval dat daar waar sterke systemen van interpersoonlijke herverdeling bestaan met bijbehorende grote en performante uitvoeringsorganisaties, deze de neiging hebben om federaal te blijven. Dat is bij ons niet anders... Dat betekent niet dat Vlaanderen ,Wallonië en Brussel niet meer eigen sociaal beleid zouden moeten kunnen voeren.... Vlaanderen zou de mogelijkheid krijgen om bijvoorbeeld een eigen systeem van kinderbijslagen uit te werken (daar is de Vlaamse regering volop mee bezig maar er bestaat geen juridische zekerheid of dit grondwettelijk wel kan). 'Het anders doen', zou betekenen dat de federale overheid de kaderwetgeving uittekent. De deelstaten zouden dit dan nader kunnen invullen in functie van de eigen voorkeuren en behoeften.... In de werkloosheidsverzekering, kan het aan de deelstaten overgelaten worden om nader in te vullen wat bijvoorbeeld een 'passende dienstbetrekking' is. Ook de regionalisering van activerende maatregelen en het bonus-malussysteem passen in dit plaatje".
(Opiniestuk 'Andere keuze dan óf splitsen óf status-quo' in De Standaard, 24 jan '11)

Marc de Vos, Itinera Institute: "Het meest delicate is financiering. Volledig splitsen, betekent ieder voor zich. Ik ben daar geen voorstander van. Vlaanderen heeft overigens belang bij een federaal systeem dat alle gewesten stimuleert voor goede werkloosheidsbestrijding. Vlaanderen vergrijst, het talent wordt schaarser en we moeten kunnen rekenen op het onbenutte talent uit bijvoorbeeld Brussel. Als tegengewicht voor solidariteit moet de financiering van de werkloosheidsverzekering financieel ‘responsabiliseren'. Goede regionale werkloosheidsbestrijding moet beloond worden, slecht beleid moet gestraft worden. Geen van beide gebeurt vandaag. Dat brengt de regionalisering van de werkloosheidsverzekering uiteindelijk bij het grote dossier van de financieringswetgeving. Ofwel biedt die een transparante oplossing door een combinatie van fiscale autonomie en voorwaardelijke, geobjectiveerde transfers. Ofwel moet er op de werkloosheidsverzekering een stelsel van bonus/malus worden geënt." ('Versterk het arbeidsbeleid', De Standaard, 17 jan '11) .

Laten we de collectivistische intoxicatie achter ons

Allen hiervoor blijven helaas in het bestaande stramien van een federale overheid die zijn neus stopt in de werkloosheidsverzekering, en leggen ze zich blijkbaar neer bij de steeds grotere collectivisering van alle gebieden van het leven en werken, met een overheid die zich steeds meer met alles en nog wat bezig houdt. De discussie over de 'interpersonele solidariteit' is een schijndiscussie om te verbergen dat men op zoveel mogelijk vlakken de macht via de federale overheid wil behouden en de bestaande machtscenakels wil behouden, zoals het sociaal overleg, de macht van de vakbonden op het federaal niveau en in overheidsbedrijven, die ook nog eens royaal geld krijgen om de werkloosheidsvergoeding uit te betalen. Bij een privatisering van een kern-RVA worden die verroestende verhoudingen gebroken. Het maakt wel een grote verbetering van de werkloosheidsverzekering mogelijk, met responsabilisering van de werkgevers en veel hogere uitkeringen. De verzekering tegen arbeidsongevallen is een verzekering die volledig geprivatiseerd is gebleven. Klachten heb ik hierover nergens gehoord. Waarom zou dit bij de werkloosheid ook niet kunnen? Bij de reorganisatie in Nederland kon het werk bovendien ook nog eens gebeuren met duizenden ambtenaren minder.

En op regionaal vlak moet men niet komen met bonus/malussystemen, want dan blijven er nog steeds communicerende vaten tussen het federaal budget en de budgetten van de deelstaten. De deelstaten moeten over eigen inkomsten beschikken voor hun sociale politiek, en de bonus moeten ze zelf krijgen of de malus slikken, zonder een achterliggende siphon van een federale overheid. Zoals De Wever in zijn nota voorstelde, waarbij men over een periode van tien jaar overgaat van een federale budget dat wordt overgeheveld naar de deelstaten, bepaald op basis van de huidige omvang en regionale verdeling van de federale programma’s die worden overgeheveld, naar een verdeling volgens fiscale capaciteit. Dat sluit niet uit dat er een of andere vorm van 'Finanzausgleich' kan blijven bestaan tussen rijkere en armere gewesten.

(In dit artikel gaat het om het principe van responsabiliseren, niet om gedetailleerde schema's.)
------------------------------------

Volledige tekst van de 'Nota De Wever' (op de website van De Standaard)

Uittreksels uit het hoofdstuk 'WERKGELEGENHEID EN ARBEIDSMARKT'

Meer bevoegdheden voor de Gewesten en de Gemeenschappen

Samenvatting

Het verschil tussen de Vlaamse en Waalse arbeids- en werklozenmarkt wordt erkend. De regelgeving blijft federaal. De uitvoering en beslissingen over opleidingsprogramma's, het zoeken naar werk, het geven van vrijstellingen, enz. wordt een gewestelijke zaak.

De sociaaleconomische situatie verschilt grondig tussen Vlaanderen, Wallonië en Brussel. Om een beleid op maat te kunnen voeren, worden er meer bevoegdheden naar de deelstaten overgeheveld.

Controle op de beschikbaarheid en bestraffing van werklozen

De huidige taakverdeling tussen de federale overheid (RVA) en de gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling (Forem, Actiris, VDAB, Arbeitsambt) is niet optimaal en veroorzaakt dubbelwerk. Om dat te verhelpen, wordt volgende nieuwe taakverdeling afgesproken:

Het normatieve kader (de regelgeving) blijft op het federale niveau;

De Gewesten krijgen de volledige uitvoerings- en beslissingsbevoegdheid inzake de passende dienstbetrekking en passende opleiding, het actief zoekgedrag, de vrijstellingen (wegens opleiding of familiale en sociale redenen) en de bestraffing van werklozen. Ze kunnen ervoor kiezen om de controle en de sanctiemaatregel zelf uit te voeren, of om dat over te laten aan de federale overheid (RVA). De Gewesten worden voor de toepassing van deze bevoegdheden geresponsabiliseerd.

Op basis van de Europese richtsnoeren kunnen de federale overheid en de Gewesten gemeenschappelijke doelstellingen afspreken over de intensiteit van de begeleiding van werkzoekenden, en kunnen ze hierover een nieuw samenwerkingsakkoord sluiten.

Doelgroepenbeleid

De volgende regering zal het doelgroepenbeleid volledig overhevelen naar de Gewesten, zowel de maatregelen ten aanzien van werkzoekenden en werknemers als van werkgevers. Enkel de generieke of structurele RSZ-bijdragevermindering (o.m. voor de lage lonen) blijft behouden op het federale niveau.

De overheveling omvat:
* de doelgroepgerichte activering van de RVA-werkloosheidsuitkeringen (Activa, Win Win, doorstromingsprogramma’s, Sine, startbaan, vrijstelling wegens beroepsopleiding).
* de activering van het leefloon (OCMW artikel 60/61)
* de diverse ‘categorale’ RSZ-kortingen voor werknemers (50+, jongeren, langdurig werklozen), werkgevers (+1+2+3 plan), enkele specifieke sectoren (baggeraars, universiteiten, wetenschappelijk onderzoek, wetenschappelijke Maribel, jongerenbonus non-profit), de RSZ-vrijstelling voor gesubsidieerde contractuelen (GESCO)
* de fiscale vrijstelling op de bedrijfsvoorheffing voor enkele sectoren (baggeraars, sleepvaart, zeevisserij, koopvaardij, wetenschappelijk onderzoek, kunstenaars, onthaalouders).

De deelstaten krijgen volledige bestedingsautonomie voor de budgetten die met de overgedragen bevoegdheid samenhangen. Ze kunnen dus autonoom de doelgroepcriteria, het bedrag en de duurtijd van ‘categorale’ loonkostensubsidies bepalen. Ze kunnen het overgehevelde budget (met inbegrip van eventuele overschotten) naar eigen inzicht besteden voor diverse vormen van arbeidsmarktbeleid in de brede zin van het woord (loonkostenmaatregelen, opleiding en begeleiding van werkzoekenden, tewerkstellingsprogramma’s,…).

Arbeidsbemiddeling

Conform de principiële toewijzing in de Bijzondere Wet over de Hervorming der Instellingen van de bevoegdheid voor arbeidsbemiddeling aan de Gewesten, zullen de nog federale programma’s voor de Plaatselijke Werkgelegenheidsagentschappen (PWA), outplacement en de begeleiding van leefloners aan de Gewesten worden overgedragen.

Wat de Plaatselijke Werkgelegenheidsagentschappen betreft worden de regio’s volledig bevoegd voor zowel de definitie van de doelgroep als voor de bepaling van de activiteiten in de PWA’s.

Inzake outplacement worden de regio’s volledig verantwoordelijk voor:
* de inhoudelijke vereisten die niet vastliggen in de federale CAO’s 51 en 82;
* de terugbetaling van de outplacementkosten aan de bedrijven (in het kader van herstructurering), inclusief de bestaande middelen;
* het opleggen van een sanctie aan werkgevers die geen outplacement aanbieden (de opbrengst van de sanctiemaatregelen gaat naar het Gewest).

De toeleiding tot de arbeidsmarkt van leefloners (in het kader van artikel 60/61 van de OCMW-wetgeving) wordt eveneens overgeheveld naar de Gewesten.

Betaald Educatief Verlof en Industrieel Leerlingwezen
......

Loopbaanonderbreking in de publieke sector

.....

Economische migratie

De Gewesten reiken vandaag al de arbeidsvergunningen voor vreemde werknemers (arbeidskaarten A, B en C) uit, maar het is de federale overheid die bevoegd is voor de regelgeving. Om de Gewesten in staat te stellen een coherent beleid van economische migratie te voeren, zal de nieuwe regering onderzoeken onder welke voorwaarden (gelet op de band met het toelatings- en verblijfsrecht) de regelgevende bevoegdheid voor de arbeidskaarten A, B en C naar de Gewesten kan worden overgedragen.

Overige

Ten slotte zullen de volgende programma’s worden overgeheveld naar de Gemeenschappen of Gewesten:
* de startbaanovereenkomsten in het kader van de ‘gobale’ projecten bij de Gemeenschappen en Gewesten;
* de start- en stagebonus voor stagiairs uit het alternerend onderwijs;
* de werkhervattingstoeslag voor oudere werklozen en éénoudergezinnen;
* de resterende federale programma’s voor sociale economie, zoals geregeld in het Samenwerkingsakkoord van 30 mei 2005, dat zal worden opgezegd

Financiële responsabilisering

.......

1 Comments:

At 13/2/11 18:44, Anonymous Luc Van den Bogaert said...

Sociale zekerheidssystemen met elkaar gaan vergelijken zoals met de Nederlandse WW is onbegonnen werk vermits die systemen mekaar altijd overlappen en aangevuld worden door andere uitkeringsstelsels zoals de WAO in Nederland die veel genereuzer is dan de RVA en die veelal gebruikt wordt om mensen te ontslaan en levenslang te parkeren met zeer riante uitkeringen:een voorbeeld levenslang 80 %van het laatste bruto loon.

 

Een reactie posten

<< Home

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>