Leugens van ruimtelijke planners en professoren
Een aantal ruimtelijke planners en enkele van hun vrienden hebben het niet voor de stedenbouwkundige meldingsplicht. Ze zien alleen nadelen in de vervanging van de vergunnings- door de meldingsplicht. Met leugens en niet gestaafde beweringen proberen ze de meldingsplicht er onderuit te halen. Als de vergunningsplicht terug maximaal geldt, kunnen er natuurlijk meer stedenbouwkundig gediplomeerden aan de slag. De impliciete boodschap: wij willen zoveel mogelijk stedenbouwkundigen werk geven. Zelfs als het dus anders goedkoper kan...
Ruimtelijke planners en enkele van hun vrienden, professoren, landschapsarchitecten en stedenbouwkundige ambtenaren, hebben het niet voor de meldingsplicht die op 1 december '10 in voege trad. In hun opiniestuk 'Kafka in stedenbouw' (De Standaard 14.12.10) zien ze alleen maar nadelen in de zeer beperkte vervanging van de vergunnings- door de meldingsplicht.
De meldingsplicht betreft echt maar een beperkt aantal werken, meestal zonder enige impact op de 'goede ruimtelijke ordening', zoals bijvoorbeeld:
- het openbreken van een gevel voor het plaatsen van een grote raampartij
- interne verbouwingswerken die gepaard gaan met stabiliteitswerken
- oprichting van bijgebouwen, aangebouwd aan een woning, met een maximale oppervlakte van 40m2 per perceel
- zorgwonen
- de verbouwing of uitbreiding van een industrieel of ambachtelijk bedrijf, gelegen in industriegebied.
De meldingsplicht wordt niet ingevoerd voor bovenstaande soort werkzaamheden bij zonevreemde woningen: noch bij het vervangen van dakgebintes of dragende balken van het dak, noch bij het geheel of gedeeltelijk herbouwen of vervangen van buitenmuren of dragende binnenmuren volstaat voor hen een meldingsplicht. Voor hen blijft de vergunningsplicht van toepassing. Aanbouwen van een garage of een veranda: idem.
Hoewel dus de meldingsplicht slechts ingevoerd werd voor werken waarvan men zich moet afvragen waarom die zelfs gemeld moeten worden, zijn de opinieschrijvers van mening dat het een ramp is, met grote gevolgen. Volgens hen zal dit alleen maar tot ongewenste situaties en verwarring leiden, en dwingt Vlaanderen met de invoering van de meldingsplicht de gemeenten "die het goed voor hebben met de ruimtelijke ordening om nog meer regelgevend op te treden." Want: "als burgers en bedrijven niet beter over de randvoorwaarden voor vrijstelling en melding worden geïnformeerd, zullen ze uit onwetendheid overtredingen begaan." Daarmee zou "de klemtoon op controle, handhaving en sanctionering komen te liggen". Dus zou het werk volgens hen verschuiven van stedenbouwkundigen - die vergunningen controleren en goedkeuren - naar de politie of andere verbalisanten. En "daar komt hommeles van," voorspellen ze.
Ze hebben wel een punt dat de meldingsplicht de bureaucratische last voor burger niet vermindert, gezien het dossier hetzelfde is als bij een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning. De bureaucratische last vermindert echter wel duidelijk bij de gemeenten en de stedenbouwkundige ambtenaren, want de overheid kijkt de meldingsdossiers inhoudelijk niet na.
Ze hebben ook wel een punt waar ze stellen dat "de melder nooit zeker is dat een gemeld werk niet toch een stedenbouwkundig misdrijf inhoudt of tot problemen zal leiden, omdat de gemeente niet verplicht is om de melder van mogelijke problemen op de hoogte te brengen. Met andere woorden: burgers en bedrijven worden aangemoedigd werken uit te voeren, waarvan achteraf kan blijken dat die vergunningsplichtig zijn of die, bijvoorbeeld, tot veiligheidsproblemen op industrieterreinen kunnen leiden. In een volgende fase leidt dit ongetwijfeld tot processen-verbaal of aanpassingswerken."
De indiener moet inderdaad zelf nagaan of zijn melding aan de wettelijke eisen voldoet, en de gemeente moet geen mogelijke overtreding signaleren aan de indiener van een melding. Cfr. het Meldingsformulier, rubriek 13, 'Hoe gaat het nu verder met dit formulier':
'Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van uw melding en ziet erop toe dat ze ingeschreven wordt in het vergunningenregister. De gemeente kijkt uw dossier niet inhoudelijk na en neemt geen beslissing. U moet zelf nagaan of uw melding aan de wettelijke eisen voldoet. U mag de gemelde handelingen aanvatten vanaf de twintigste dag na de datum van de melding....'
Verder staan er echter - in het stuk over een hele bladzijde - nogal wat leugens en foute of niet onderbouwde beweringen in hun opiniestuk. Enkele voorbeelden:
1. De gemeenten zouden constructies "die in strijd zijn met de regels op het vlak van ruimtelijke ordening, van vergunning kunnen vrijstellen of via meldingsplicht toelaten". Dat zou leiden "tot kafkaiaanse toestanden: wie een vergunning aanvraagt voor een bouwwerk, mag niet van de voorschriften afwijken, maar wie hetzelfde bouwwerk zonder vergunning bouwt, kan wel afwijken." Het is helemaal niet duidelijk wat men moet verstaan onder zaken toelaten via een meldingsplicht die 'in strijd zijn met de regels op vlak van ruimtelijke ordening', en evenmin duidelijk dat men zou kunnen 'afwijken' als men zonder vergunning bouwt. Het klopt in geen geval dat gemeenten soepeler mogen zijn dan decretaal voorzien. Gemeenten mogen alleen strenger zijn, zoals expliciet in Art. 4.2.5 van de Codex Ruimtelijke Ordening bepaald: de gemeenten mogen de vergunningsplicht niet vervangen door een meldingsplicht en ook geen vergunnings- of meldingsplichtige handelingen vrijstellen van de vergunnings- of meldingsplicht. (*)
2. De opinieschrijvers beweren verder dat de nieuwe regelgeving toelaat "dat kleine tuinen in de stad sluiks worden volgebouwd". De aanbouw mag maximaal 40 m2 bedragen, en in de zijtuin moet men tot op 3 meter, in de achtertuin tot op 2 meter van de perceelsgrenzen blijven. Alleen als het hoofdgebouw is opgetrokken op of tegen de perceelsgrens, mag het aangebouwde bijgebouw ook opgetrokken worden op of tegen de perceelsgrens, tegen een bestaand aanpalend gebouw, als de bestaande scheidingsmuur niet gewijzigd wordt. De bouwdiepte van het nieuw op te richten aangebouwde bijgebouw mag niet langer zijn dan de bouwdiepte van het aanpalende gebouw. Met al die beperkingen zal men moeilijk kleine tuinen 'sluiks volbouwen'. Naast die meldingsplicht blijft natuurlijk geldig dat men de privacybepalingen uit het burgerlijk wetboek moet naleven (lichten en zichten).
3. De stedenbouwkundige meldingsplicht zou "tot veiligheidsproblemen op industrieterreinen kunnen leiden". Ze vermelden er niet bij - want dan spreken ze natuurlijk zelf hun bewering tegen - dat de milieuvergunning behouden blijft voor de "grote uitbreidingen van bestaande industriegebouwen", en de meldingsplicht alleen geldt voor de verbouwing of uitbreiding van een bestaand, hoofdzakelijk vergund industrieel of ambachtelijk bedrijf, gelegen in goedgekeurde industriegebieden. Voor de inrichting moet een milieuvergunning klasse I of II verleend zijn, en de gebouwen waarvoor een melding gebeurt moeten in het aanvraagdossier van de milieuvergunning vermeld zijn. Mogelijke 'veiligheidsproblemen' worden dus opgevangen worden in de milieuvergunning, want waarvoor dient die anders?
De expliciete boodschap is duidelijk: de meldingsplicht is een slechte maatregel die alleen problemen en ongewenste, zelfs gevaarlijke situaties oplevert. De impliciete boodschap is echter al even duidelijk: een pleidooi om de meldingsplicht af te schaffen en de vergunningsplicht terug maximaal in te voeren, zodat er meer stedenbouwkundig gediplomeerden aan de slag kunnen. Hun betoog in één zin samengevat: wij willen zoveel mogelijk stedenbouwkundigen werk geven, zelfs als het anders goedkoper kan. En ook als we hiervoor moeten liegen.
Het is een schande dat Tom Coppens, voorzitter Vlaamse Vereniging voor Ruimte en Planning (VRP), meer dan waarschijnlijk de opsteller van het opiniestuk, want eerste ondertekenaar, van leugens gebruik maakt om zijn beroepsgroep aan meer werk te helpen, maar minstens even beschamend dat de universiteitsprofessoren Louis Albrechts (KU Leuven), Georges Allaert (Universiteit Gent), Maarten Loopmans (KU Leuven), Frank Moulaert (KU Leuven), Jan Schreurs (KU Leuven), Pieter Uyttenhove (Universiteit Gent) en Jef van den Broeck (KU Leuven) dit stuk mee ondertekenen. "Het kruim van de academische wereld," tekende mee, volgens de website van de VRP, die uiteraard het opiniestuk ook daar plaatst. De andere ondertekenaars zijn in hoofdzaak ruimtelijke planners, die door te tekenen bewijzen dat ze zich evenmin schamen voor geen leugentje 'om bestwil'. Tenzij ze, net als 'het kruim' hiervoor, zo onbekwaam zijn dat ze de wetgeving niet kennen? De redacteur van de opiniebladzijden van De Standaard hoeft het natuurlijk niet beter te weten dan 'het kruim van de academische wereld'. Ik heb hen onmiddellijk een lezersbrief bezorgd met een samenvatting van dit artikel, maar die werd de volgende dag, vandaag woensdag 15 december, in elk geval nog niet gepubliceerd. Als hij in de volgende dagen nog gepubliceerd wordt, pas ik de tekst hier aan.
Ten gronde zou men natuurlijk best de meldingsplicht helemaal afschaffen, in alle gebieden, en de daarin voorziene werken vrijstellen van stedenbouwkundige vergunning. Zie meer details hierover in punt 1 'Meldingsplicht en vrijstelling vergunningsplicht' in mijn artikel 'Open brief aan onze huidige Keizer-Koster Kris Peeters'
NOOT: grappig is de foto bij het opiniestuk. Boven het onderschrift 'De regelgeving laat toe dat kleine tuinen in de stad sluiks worden volgebouwd', publiceert De Standaard een foto van een verkaveling rond één straat, helemaal op de buiten, met achter de tuinen alleen maar weiden en landbouwgrond, en achterin nagenoeg elke met hagen omzoomde tuin een tuinhuisje of berghokje. Wellicht geen foto gevonden van het vermeende 'sluiks volbouwen' in de stad?
---------------------------------------------
(*) Art. 4.2.5. Provinciale en gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen kunnen:
1° de vergunningsplichtige handelingen aanvullen;
2° voor meldingsplichtige handelingen een vergunningsplicht invoeren;
3° voor vrijgestelde handelingen een meldingsplicht invoeren.
Provinciale en gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen kunnen de vergunningsplicht niet vervangen door een meldingsplicht. Zij kunnen vergunnings- of meldingsplichtige handelingen niet vrijstellen van de vergunnings- of meldingsplicht.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home