2 juli 2010

Verticale woonuitbreidingsgebieden

Babylonische spraakverwarring bij Vlaamse parlementsleden over 'verticale woonuitbreidingsgebieden' in Halle-Vilvoorde-Asse. Arm parlement, dat er zelf niet uitgeraakte. Het had een minister nodig om aan het, door de parlementsleden eerder goedgekeurde decreet, één interpretatie te geven.

Het voorstel van decreet met wijzigingen aan het grond- en pandenbeleid werd besproken tijdens de plenaire vergadering van woensdag 30 juni 2010, en zoals te verwachten door de aanwezige parlementsleden van de meerderheid goedgekeurd. Eerder was er bij de bespreking in de commissie nogal wat verwarring over de interpretatie van de regels van 'wonen in eigen streek' voor die gemeenten in het gebied van het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse waar die regels van toepassing zullen zijn. (Artikel: 'Wonen in eigen dorp'). Buiten dit gebied is het duidelijk dat de regels alleen gelden voor woonuitbreidingsgebieden (en aanverwanten), maar wat in Halle-Vilvoorde-Asse? Ook alleen in woonuitbreidingsgebieden (en aanverwante), of ook in woongebied als er een of twee verdiepingen mogen bijgebouwd worden na een wijziging aan het bestemmingsplan? En dan: alleen voor de bijgebouwde, of ook voor de al bestaande appartementen? Eric Van Rompuy voorzag dat de Franstaligen hier weer een karikatuur zouden van maken. (Je zou al voor minder kunnen...)

Tijdens de bespreking in de plenaire vergadering kwam dat onderwerp opnieuw ter sprake. Luckas Van Der Taelen opperde dat als mensen op de eerste en tweede verdieping niet zouden gehouden zijn aan het Grond- en Pandendecreet maar die van de derde en vierde verdieping en eventueel verder wel, het wel interessant zou zijn om daar een gedachtewisseling over te houden. Eric Van Rompuy antwoordde hierop dat er zich bij de verhoging van het aantal bouwlagen inderdaad een aantal interpretatieproblemen kunnen voordoen: "Ik denk wel dat we de volgende maanden in de luwte van de commissievergadering de bepalingen die betrekking hebben op de Vlaamse Rand en de herziening van het Vlaams Strategisch Gebied rond Brussel en de wijziging van de gewestplanvoorschriften van 1976 eens goed moeten toetsen aan de wettelijkheid en de bedoeling van het decreet. Anders vrees ik dat we opnieuw moeilijkheden zullen hebben."

De wettenmaker kreeg ongelijk

Van Rompuy kreeg echter meteen een repliek van minister Freya Van den Bossche: "Om verwarring te vermijden, wil ik het volgende zeggen. Er is de kwestie van de meerdere bouwlagen. Het is dus zo dat alle woningen, maar werkelijk alle woningen waarbij in de bestemmingsvoorschriften wordt afgeweken van het aantal bouwlagen, vallen onder de regeling met betrekking tot het wonen in eigen streek. Met andere woorden: in een bestaand appartementsgebouw van twee bouwlagen waarop een derde wordt gezet omdat men die voorschriften wijzigt, vallen alle appartementen onder de noemer ‘wonen in eigen streek’. Ik wil dat hier duidelijk rechtzetten zodat er geen verwarring over is."

Waarop dus wettenmaker Van Rompuy moest inbinden voor die interpretatie, gegeven door iemand van de uitvoerende macht, van een decreet dat hij mee had goedgekeurd: "Indien ik het goed heb begrepen, zou dit voor een verhoging van de bestaande bouwlagen voor het geheel van het appartementsblok gelden. Volgens de minister is dit op heel het gebouw van toepassing. Ik geef toe dat ik het vorige keer anders heb geïnterpreteerd. Het is belangrijk dat in het verslag van de plenaire vergadering verschijnt dat we dit op deze manier moeten interpreteren."

Luckas Van Der Taelen probeerde nog de appartementsregel voor te stellen als een doos van Pandora: "Ik ben geweldig geïntrigeerd door die verticale uitbreidingsgebieden. Sta mij toe om, uit intellectuele nieuwsgierigheid, een kleine academische vraag te stellen. Gesteld dat de wil er zou zijn om dat Grond- en Pandendecreet in de Rand rond Brussel toepasbaar te maken, dan zou men gewoon de hele bouwbeperking tot twee lagen kunnen opheffen. Ik dacht, net zoals de heer Van Rompuy, dat als men die bouwbeperking zou opheffen en er een derde en vierde verdieping op zou zetten, dat dan enkel voor de derde en vierde verdieping het decreet toepasbaar zou zijn. De minister zegt nu net dat als men dat zou doen, alle appartementen onder het decreet zouden vallen. Dat zou een perverse bijwerking kunnen hebben. Zou dat geen aanzet kunnen zijn voor de lokale besturen om weer, met de goede bedoeling om het Vlaamse karakter van de Rand bewaren, over te gaan tot de opheffing van die bouwbeperking, om op die manier het Grond- en Pandendecreet op alle appartementen toepasbaar te laten zijn? Dat is een verschrikkelijke doos van Pandora, die ik liever niet zou opendoen."

Betaalbare prijs?

Minister Freya Van den Bossche reageerde hierop, en ze vind het "helemaal niet pervers als de lokale besturen ervoor kunnen zorgen dat er meer woningen aan een betaalbare prijs zouden kunnen worden verkocht aan mensen uit die streek. U weet dat het welslagen van dit hele decreet staat of valt met de hoeveelheid woningen en gronden die betaalbaar op de markt worden gebracht. In deze gaan we inderdaad mogelijk, als de lokale besturen ervoor kiezen om die bestemmingswijzigingen door te voeren, naar een grotere impact. Dat is ook de bedoeling geweest van dit decreet: ervoor te zorgen dat het wonen in eigen streek betaalbaar zou blijven."

Kan mij iemand uitleggen waarom een appartement tegen een 'betaalbare prijs' zou van de hand gaan omdat het alleen maar mag verkocht worden aan mensen met een band met de gemeente? Zal dat appartement in Vilvoorde of Zaventem daarom goedkoper zijn? Al wie in Zaventem werkt, maar er niet woont, heeft een voldoende band. Volk genoeg dus om te bieden. Die nieuwe eigenaar kan het nadien nog altijd verhuren aan eender welke anderstalige, dus het blijft een goede belegging, en houdt de verfransing niet tegen. Er is geen enkele bepaling over mogelijke andere eigendommen, alleen over 'een band met de gemeente'. Men mag gerust nog andere eigendommen hebben als men recht heeft op een aankoop op basis van 'wonen in eigen streek', en er is ook geen verplichting die verworven eigendom zelf te bewonen. Maar dat de appartementen daarom goedkoper zouden worden? Het zal er wellicht alleen toe leiden dat veel meer lokale bewoners eigenaars worden van nieuwe appartementen. En als de bouw twintig jaar oud is, vervalt de bijzondere overdrachtsvoorwaarde die inhoudt dat gronden en daarop opgerichte constructies slechts (verder) kunnen overgedragen worden aan personen die blijkens het oordeel van een provinciale beoordelingscommissie beschikken over een voldoende band met de gemeente. (In art 5.2.1. "De bijzondere overdrachtsvoorwaarde vervalt, definitief en zonder dat zij kan worden hernieuwd, na twintig jaar vanaf het ogenblik waarop de initieel aan de voorwaarde onderworpen overdracht vaste datum heeft verkregen."). Dus na twintig jaar kan die eigenaar uit eigen streek niet alleen zijn appartement verhuren aan eender welke anderstalige, maar het dan ook verkopen.

Weinig arbitrair, veel keizer-koster

Voor Luckas Van Der Taelen was zijn Pandora-bedenking wellicht de aanloop om er een stukje over te schrijven? Helaas heeft hij het wel wat verkeerd begrepen, want 'wonen in eigen streek' heeft ook in Halle-Vilvoorde-Asse niets met taal te maken. Een lokale Franstalige inwoner, of een Franstalige van een andere gemeente die in de aankoopgemeente een beetje werkt, zal er zelfs voorrang krijgen op een Vlaming uit een andere gemeente om zo een appartement te kopen. En dat zonder enige 'taalbereidheid', gezien het niet om de huur van een sociale woning gaat. Van Der Taelen heeft blijkbaar wat moeite met het juist lezen van wetteksten: "Ik heb het gevoel gehad dat er heel veel arbitraire elementen zijn gebruikt. Je vraagt een provinciale commissie om met heel arbitraire begrippen als integratie, band met de gemeente, zelfs wonen in eigen streek om te gaan. Die begrippen zijn per definitie heel vaag. Ik heb verschillende eminente leden van deze vergadering hun twijfels horen uiten over de juridische sterkte van dit decreet. Het is altijd heel gevaarlijk begrippen te hanteren waarvan de inhoud niet duidelijk te bepalen is. Wat is dat nu, eigen streek? Vlaanderen is mijn streek, meer bepaald Brussel, toch nog altijd een deel van Vlaanderen."

Het heet dan wel 'wonen in eigen streek', maar de criteria worden toegepast per gemeente. Dat is dus wel al duidelijk.
Dat er 'heel veel arbitraire begrippen' gebruikt worden, is op zijn minst overdreven. Zie de decreettekst:
Een persoon beschikt over een voldoende band met de gemeente indien hij voldoet aan één of meer van volgende voorwaarden:
1° gedurende ten minste zes jaar onafgebroken woonachtig zijn geweest in de gemeente of in een aangrenzende gemeente, op voorwaarde dat deze eveneens voorkomt op de lijst van de 69 gemeenten;
2° op de datum van de overdracht werkzaamheden verrichten in de gemeente, voor zover deze werkzaamheden gemiddeld ten minste een halve werkweek in beslag nemen;
3° op grond van een zwaarwichtige en langdurige omstandigheid een maatschappelijke, familiale, sociale of economische band met de gemeente hebben opgebouwd.
Het derde punt is voor interpretatie vatbaar. Daarvoor werden er provinciale beoordelingscommissies ingevoerd. Helaas wordt in de toelichting van het decreet geen enkele poging ondernomen om dat punt drie meer te duiden of inhoud te geven. Men moet het stellen met de vaststelling dat "De criteria niet enkel betrekking hebben op wonen of werken; er is ook voorzien in een ruime restcategorie waarin zowel sociale, familiale, economische als maatschappelijke overwegingen in aanmerking kunnen genomen worden." (Toelichting, punt 157).

Dat de toewijzingscriteria niet veel arbitraire begrippen bevatten, betekent echter niet dat de maatregel geen voorbeeld is van alweer het keizer-koster optreden van het Vlaams niveau. En als men de heimelijke bijbedoeling had hiermee de verfransing in Vlaams-Brabant tegen te houden, is het nu al duidelijk dat die regeling niets zal uitmaken, behalve dat het weer een bron van agressieve verwijten van de Franstalig-Brusselse upperclass zal zijn dat Vlamingen een welliswaar vreedzaam, maar toch fascistisch volkje zijn. Even wachten tot de eerste Franstalige Brusselaar gaat uithuilen bij Le Soir, dat hij zijn 'droomappartement' niet kon kopen in Vilvoorde of omliggende gemeenten, zogenaamd omwille van het feit dat hij Franstalig is. Wat men wellicht wèl pervers zou kunnen noemen is dat zes van de zeven indieners van het decreet betrokken zijn bij het bestuur van een gemeente, maar we straks weer van de Vereniging van Steden en Gemeenten een lamentatie mogen verwachten over de overdreven regelneverij van de Vlaamse overheid...

Een zee van mogelijkheden

In het voordeel van Van Der Taelen moet gezegd worden dat hij - helaas als enige - de moed had de regeling in vraag te durven stellen: "We moeten toch eens nadenken of dit de juiste manier is om het positieve doel van dit decreet te bereiken. Natuurlijk is het doel positief: men wil jonge mensen die zouden worden verdreven door kapitaalkrachtige buitenstaanders de kans bieden in hun gemeente te blijven wonen. Waarom moet dat op die manier? Waarom kunnen we niet denken aan bijvoorbeeld sociale en fiscale maatregelen die minder arbitrair zijn?" Of veel beter: die hele regeling schrappen op Gewestniveau, en dit overlaten aan de gemeenten die geld willen stoppen in het aanbieden van goedkope bouwkavels aan hun trouwe bewoners? Daar hoort helemaal geen decreet over gemaakt te worden. Geen enkel ander parlementslid van meerderheid of oppositie stelde echter het systeem in vraag. Decreten worden dus al vanzelfsprekend geacht voor enkele tientallen, hoogstens een paar honderd gevallen per jaar. Er opent zich dus een nog quasi onontgonnen terrein waarop de parlementsleden zich de volgend jaren kunnen uitleven, met een zee van mogelijkheden.

Enkele suggesties:
- wachtlijsten invoeren voor het wonen in eigen streek, met een systeem van punten, beheerd door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW, opvolger van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij VHM);
- een speciale regeling voor benedenverdiepingen van appartementsgebouwen in Halle-vilvoorde, waar ouderen en gehandicapten prioriteit krijgen om hun recht op aankoop op basis van 'wonen in eigen streek' uit te oefenen;
- de facultatieve mogelijkheid voor gemeenten om bepaalde (delen van) fietspaden voor te behouden voor de inwoners van de gemeente;
- een recht van voorkoop van duiventillen voor duivenmelkers die een zeer nauwe band hebben opgebouwd met de jongen van die til, eventueel beperkt tot de gemeenten die volgens de Koninklijke Belgische Duivenliefhebbersbond een duivenpopulatie hebben boven het gemiddelde van de provincie;
- versneld onteigeningsrecht voor gemeenten van Mariakapelletjes waar geen verse bloemen staan, voor zover ze die omvormen tot infozuilen voor hernieuwbare energie;
- het recht van gemeentelijk gesubsidieerde jeugdverenigingen om boomhutten in privé-tuinen in de eigen gemeente te kopen of te huren.

Dit alles natuurlijk mits inschakeling van telkens specifieke hiervoor opgerichte provinciale commissies. De keizer-koster moet toch ook nog wat zitpenningen kunnen uitdelen aan de trouwe onderdanen?

Verslag bespreking in plenaire zitting

<<Oudere berichten     Nieuwere berichten>>